Versteckt door Doris Gercke

Hoofdstuk 1: Ferien R Het is de laatste schooldag voor David en Jonnie. De juffrouw (frau Perlgruber) is aan het voorlezen. De jongens kunnen niet opletten omdat het zonnetje lekker schijnt. David en Jonnie zijn familie. De vader van Jonnie is een neef van Davids vader. En de jongens zijn achterneefjes van elkaar. David is een half uur eerder dan Jonnie geboren. Ze zijn bijna heel hun leven al bij elkaar. Buiten horen ze motorgerommel. Het is de auto van Jonnie’s oma wat weer de tante van David is. Ze heeft een rode sportauto. Ze heet Klara. Als de bel gaat gaat iedereen weg. Jonnie en David rennen naar de auto toe. In de auto liggen een paar koffers en een picknickmand. Hoofdstuk 2: Unterwegs E In de auto zingt Klara zo hard als ze kan. Klara zingt altijd in de auto. Picknick, Picknick roepen de jongens, en ze gaan stoppen langs een landweggetje om te picknicken. Terwijl Klara alles uitpakt, rennen de jongens naar het beekje toe wat vlak langs de weg stroomt. De jongens zijn verbaasd wanneer er geen worstenbroodjes zijn. Er is ook geen Ketchup, omdat daar suiker in zit en suiker is slecht voor je. Maar ze gaan lekker eten. Klara ruimt alles op, terwijl Jonnie en David kletsen. Max is het kleine broertje van David. Max is een kleine aardige jongen. Hij zou nog aardiger zijn als hij zich niet de hele tijd met de zaken van David zou bemoeien. De ouders van Jonnie zijn gescheiden. Hij is enigst kind. Hij is niet gewend om te delen. Nu moet hij een kamer met Andris delen. Dat is de zoon van een vriend van Klara. Ze rijden weer verder en Klara zingt weer. Dan zien ze het dorp, de kerktoren en het oude huis aan de dorprand. Eindelijk zijn ze er
Hoofdstuk 3: Heimlicher Besuch N De auto staat stil voor de deur. Niemand denkt eraan om de koffer uit te pakken. Ze lopen door naar de schuur en zien de indianentent van vorig jaar. Ze willen hem pakken, maar hij zit zo vast tussen de fietsen, dat ze de hulp van Klara nodig hebben om de tent los te krijgen. Onder de oude walnotenboom staat een tafel en stoelen. De jongens vragen Klara of ze meedoet met mens-erger-je-niet. Ze gaan op zoek naar aardbeien. Dan zien de hun buurman. Klara gaat naar hem toe om hem te begroeten en de jongens begroeten hem ook. Hij is een vriendelijke oude man die alleen in zijn huis woont. Eerst gaan ze alles uitpakken. De jongens lopen naar hun kamer toe. Als David zijn tas uitpakt komt hem te binnen dat hij van de vriend van Klara Franz een grote trui heeft gekregen waar zijn moeder een robin hoodpak van gemaakt heeft. Hij gaat het pak zoeken maar kan het nergens vinden. David vind het stil in het huis hij roept Jonnie en Klara maar ze reageren niet. Misschien zijn ze in slaap gevallen. Hij gaat ze zoeken. Hij vindt Jonnie die in een stoel zit te denken. Hij heeft een wonder meegemaakt. Jonnie heeft vorig jaar een pot met buitenlands geld op de kast gezet. En nu staat het naast zijn bed op het nachtkastje. David vind Jonnie maar gek. KLARA roepen beide jongens tegelijk. Klara zegt dat iemand in het huis geweest is. Het wollen dekbed is weg. Ze kijken elkaar radeloos aan. Op de trap zien ze allemaal bruine aarde. Ze gaan na wie er allemaal voor hun in het huis zijn geweest. De laatste was Marie dat was 3 maanden geleden. Daarna gaan ze nog even buiten zitten. Maar dan gaan ze uiteindeljk toch slapen. Iemand bespioneert ze. Hoofdstuk 4: Im Wald E Het is de volgende ochtend. Jonnie denkt na. In het huis is het nog rustig. David komt in de kamer van Jonnie. Ze vervelen zich. Naar de schildpadden of naar het zwembad? Ze vragen of Klara ze wil brengen, maar dat wil ze niet omdat ze gaat werken, en dan wil ze niet gestoord worden. Maar eerst gaan ze ontbijten. Maar ze gaan naar een grot toe. Jonnie heeft in zijn kamer een kleine rugzak en daar gaan alle dingen in. De grot is hun geheim. Als ze op een hoge plek zijn gaan ze wat drinken. Het huis ziet er klein uit. Ze zien de oude buurman. Ze maken een weggetje. De appelboom die er staat is al zo oud dat het schors ervan afvalt. De rugzak van Jonnie is zo nat dat ze hem niet meer mee kunnen nemen. David komt op het idee om de rugzak aan een tak ze hangen zodat hij opdroogt, en dat ze hem op de terugweg weer meenemen. Ze proberen verder te lopen. Dan zien ze een open plek, daar stond eerst een huis. Er is nog een betonnen plaat waar je onder kunt liggen. Als ze verder lopen. Lukt het niet zo goed omdat er allemaal troep op de grond ligt. Het is zo donker dat Jonnie David niet kan zien, en even later ook niet meer kan horen. Even later hoort hij David weer. Hij was even wat gaan drinken. Ze horen de hele tijd gerommel in het bos, maar ze lopen verder naar de grot. Hoofdstuk 5: Freund oder Feind? V Ze zien een jampotje staan, waar iemand al uit gegeten heeft. Het potje is 1 van de potjes uit de kelder. Dat kunnen ze zien aan het etiketje wat ze zelf gemaakt hebben met Klara. Als ze bij de grot zijn, zien dat zat er iets niet klopt. Ze denken dat er iemand in zit. Dan ineens staat er een jongen achter ze, minstens 2 meter lang. Hij heeft een stok in zijn hand. Gelukkig had hij de jongens niet geraakt. David ziet dat hij het Robin Hood kostuum van hem draagt. De jongen laat de stok vallen. De jongens stellen wat vragen, maar de jongen antwoord niet. In de grot ligt ook Klara’s deken. Ze gaan op de deken zitten. De jongen bied ze een stuk ham aan. David vraagt of hij een buitenlander is. Hij komt uit Polen en heet Krysztoff. Jan en Frans hebben hem meegenomen naar het treinstation van Hamburg. Toen is Krysztoff weggelopen en zijn de mannen hem achterna gerend. Een eindje verderop horen ze een auto rijden. De jongens discusseren met elkaar. Klara mag niet weten dat ze Krysztoff gevonden hebben. Krysztoff heeft een nooduitgang gemaakt in de grot van de jongens. Kryszstof heeft de hele grot weer mooi gemaakt en heeft er zelfs een slaapkamer en een woonkamer van gemaakt. David en Jonnie gaat weer naar huis toe. Ze gaan morgen weer naar Kryzstoff toe. Als ze bij het huis aankomen zien ze dat er wat mis is, maar de zien niet wat er mis is.
Hoofstuk 6: Eine Freundschaft beginnt I Ze willen weer naar Kryzstoff maar Klara wil een fietstocht gaan maken. Dat komt de jongens niet goed uit. Ze verzinnen een smoes om naar Kryzstoff te gaan. Dan gaat Klara maar met de auto. Als ze er zijn vertellen de jongens dat ze Kryzstoff aan Klara voor willen stellen. Kryzstoff wil dat niet, hij is bang om verraden te worden. Kryzstoff vertelt de jongens over de 2 mannen die hem zoeken. Ze zijn allebei lang en dun. De ene is kaal en de ander heeft aanzienlijk lang haar en ze zijn gevaarlijk. Ze geven Kryzstoff wat ontbijt en dan gaan de jongens weer. Hoofdstuk 7: Besuch S De jongens maken samen met Kryzstoff een boomhut. Klara mag hem zien als hij klaar is. Klara vindt dat de jongens veel eten en drinken meenemen naar de boomhut. De jongens zeggen dat het veel moeite kost om een boomhut te maken. Als de jongens naar de boomhut willen gaan, komt er een auto aan rijden. Davids moeder is gekomen met Max, het kleine broertje van David. Ze zeggen niks tegen Max over Kryzstoff. Andris komt er ook aan met zijn vader die een vriend is van de familie. Die avond komen de vaders van Jonnie en David ook. Davids vader brengt Sibylle mee, dat is een vriendin van de familie. Als ze net gegeten hebben, komt de vriend van Klara Franz eraan. Andris weet veel over planten en dieren. Thuis heeft hij een terrarium met een beest. Andris slaapt samen met Jonnie in het stapelbed. David en Jonnie moeten helpen bij de aanbouw van de nieuwe kamers. Ze kunnen nu niet naar het bos en ze maken zich zorgen om Kryzstoff. Hoofdstuk 8: In der Nacht S Het is avond, als de jongens naar bed gaan, ziet Andris buiten iemand lopen. Hij is bang en maakt Jonnie wakker. Dan komt er nog een man bij. Ze breken klara’s auto in. Jonnie weet meteen dat het om de 2 mannen gaat waar Kryzstoff het over had. Hij rent naar de slaapkamer van David om hem te halen. Ze besluiten Andris het hele verhaal te vertellen. Morgen gaan ze meteen naar Kryzstoff toe, want als Kryzstoff in de boomhut slaapt zullen de mannen hem vannacht niet vinden. Van angt slapen ze met z’n 3en in Davids bed.
Hoofdstuk 9: Jonnies Traum E Jonnie heeft een rare droom. Hij heeft een bord met pannekoeken. Hij kan stappen van 2 meter zetten. Kryzstoff moet Jonnie vastpakken, maar hij pakt het bord met pannekoeken Hoofdstuk 10: Entdeckt R Als ze allemaal aan het ontbijt zitten horen ze dat klara’s auto is gestolen. De jongens vertellen het verhaal over Kryzstoff. Klara wil kennis maken met Kryzstoff. Ze gaan met z’n allen naar de boomhut waar Kryzstoff ligt. Ze nemen Kryzstoff mee naar huis. Maar hij twijfelt. Thuis is er een politieagent: de heer Dunkelmann, hij onderzoekt de diefstal van de auto van Klara. De oma van Kryszoff komt uit Duitsland. Iedereen vindt het een goed idee als Kryztoff zijn verhaal verteld van hoe hij hier terechtgekomen is. Hoofdstuk 11: Kryztoffs Geschichte Kryztoff vertelt zijn verhaal: Hij komt uit Polen, klein dorpje dat Swinoujscie heet. Hij woont er met zijn moeder en oma. Er was weinig werk in Polen dus gingen veel mensen in de zomer naar Duitsland. Hij ging mee met Jan en Frans. Ze gingen naar hotel in Hamburg. Jan en Frans sliepen overdag en gingen s’avonds weg. Het was iets met een levering auto’s (gestolen waarschijnlijk). Als Kryztoff op een avond in zijn hotelkamer zit hoort hij een explosie. Een auto is ontploft, er komt nog een 2de explosie. Kryzstoff ziet een man uit de auto hangen. Dat is waarschijnlijk Karel, Karel is een crimineel die Jan en Frans kennen. Ze moeten de stad uit, na een tijdje kunnen ze pas weer terug. Ze gaan met de trein weg. Kryztoff is onderweg ontsnapt en is vanaf Lüneberg helemaal hierheen gelopen. Hij had heel veel honger. Als Kryztoff zijn verhaal af heeft gaat iedereen slapen.
Hoofdstuk 12: Das Sommerfest Het is zomerfeest, er komen allemaal mensen uit het dorp en familie en vrienden op bezoek. Er is ook een meisje dat Sinje heet. David en Jonnie vinden haar best wel leuk. Ze gaan wandelen in de wei. Bij Sinje op de boerderij werken 2 Poolse mannen. Ze willen een camera halen en naar het huis gaan om de 2 mannen fotgraferen, want misschien zijn het Jan en Frans wel. Hoofdstuk 13: Gefahr Als ze Sinje naar huis hebben gebracht, willen Jonnie, David en Andris een foto proberen te maken van de 2 mannen die wel eens Jan en Frans kunnen zijn. Als ze de foto proberen te maken komen de 2 mannen naar buiten. De jongens proberen te vluchten, maar het is te laat. De mannen nemen de jongens gevangen in de zwijnenstal. Thuis hebben ze niks in de gaten, daar is nog steeds een feest. Hoofdstuk 14: Ein foto Iedereen gaat weg, als het feest is afgelopen. De rest blijft nog zitten praten. Sinjes vader brengt de jongens terug naar huis. Hij hoorde de jongens hard op de deur kloppen van de stal, hij deed de deur open, en zag daar de jongens. De 2 mannen waren hem gesmeerd. Toen de jongens thuiskwamen schreeuwden ze door elkaar heen. De camera weg weg, maar Andris had de foto wel. Iedereen wil de foto zien, de jongens zijn er zeker van dat het de 2 mannen zijn de Kryzstoff zoeken. Kryzstoff zegt niks, hij zit stil in een hoekje. De foto kan als bewijs naar meneer Dunkelmann. Als het heel vroeg is gaan ze pas slapen
Hoofdstuk 15: Ein Pirat und eine Botschaft Max is als eerste wakker. Ze zien op tafel een briefje van Kryzstoff liggen. Hij is weggegaan, want ze wouden naar de politie. In de krant zien ze staan dat Jan en Frans gearresteerd zijn.