A. Beschrijving
1. Verantwoording keuze werk
In periode 11 bespraken we verschillende boeken uit de Duitse literatuur. Daarbij werd ook Schachnovelle genoemd. Uit wat er over het boek vertelt werd leek het me een ‘leuk’ boek om te lezen. Daarom heb ik het boek gekozen.
2. Inhoud werk
Het verhaal speelt zich af op een schip dat onderweg is van New York naar Buenos Aires. Het verhaal wordt vanuit een persoon vertelt. Behalve het feit dat hij uit Oostenrijk komt, is er weinig over de ikfiguur bekend. Hij hoort van een medereiziger dat de wereldschaakmeester Mirko Czentovic zich aan boord bevindt. Deze Czentovic is wel heel erg goed in schaken, maar hij kan absoluut geen sociaal gesprek voeren. Mensen uit de schaakwereld mogen hem ook niet, omdat hij belust is op geld. De wereld van Czentovic bestaat alleen uit schaakspelen en geld. Als de ikpersoon dit hoort wordt hij heel nieuwsgierig naar de schaakmeester. Hij gaat een potje schaken met zijn vrouw, om de schaakmeester te lokken. Er komen veel mensen kijken en ja, ook Czentovic komt kijken, maar na een minachtende blik op het bord geworpen te hebben, is hij ook alweer verdwenen. Maar dan loopt een van de andere toeschouwers, de ingenieur Mc. Connor, Czentovic achterna. Hij weet de schaakmeester over te halen voor 250 dollar een potje schaak te spelen. Natuurlijk wint Czentovic. Mc. Connor kan dit niet accepteren en wil nog een potje spelen. Als ze daar mee bezig zijn helpt ineens een vreemde man. Door dit ingrijpen eindigt het potje remise. De vreemde man is dan ineens verdwenen, voordat ze hem kunnen overhalen alléén een potje schaak te spelen met Czentovic. De ikpersoon gaat hem zoeken. Hij vindt hem op het dek. Hij stelt zich voor als Dr. B. Dr. B vertelt dat hij al minstens 20 jaar niet meer geschaakt heeft: ‘In de Tweede Wereldoorlog heb ik opgesloten gezeten in een hotel. Ik werd geïsoleerd van alles. Ik zat alleen in een kamer, zonder ook maar iemand te zien. Soms werd ik verhoord. Na vier maanden werd ik weer gehaald om verhoord te worden. Ik moest uren in een kamertje wachten, maar dat vond ik helemaal niet erg. Het was een andere kamer! Mijn ogen namen elk detail gretig op. Aan de wand hingen legerjassen. En in een van die jaszakken zat een boek. Ik werd helemaal gek- dat boek moest ik hebben! Ik schuifelde er langzaam naar toe. De wachter had niks door. Uiteindelijk had ik het boek en verstopte het onder mijn riem. Na het verhoor nam ik het mee naar mijn cel. Daar gekomen liet ik eerst het idee op me inwerken dat ik een boek had. Ik probeerde te raden wat het voor een boek was. Uiteindelijk kon ik mezelf niet meer bedwingen. Ik pakte het boek en ik voelde een steek van teleurstelling: het was een verzameling van 150 meesterschaakpartijen. Maar toch, het was iets om te lezen! ik probeerde elke partij na te spelen. Mijn sprei was geblokt, en ik spaarde broodkruimels, die de schaakstukken moesten voorstellen. Na enkele weken kende ik elke partij uit mijn hoofd. En na een paar maanden kon ik het allemaal in mijn hoofd naspelen. Ik speelde tegen mezelf- Ich WeiB- Ich Schwarz. Ik werd opgenomen in het ziekenhuis, omdat ik koorts had--- schaakvergiftiging. Mijn arts hielp mij toen, maar hij waarschuwde mij dat ik niet meer moest gaan schaken, want dan zou ik gek worden’.
Toch stemt deze Dr. B. toe een potje schaak te spelen tegen Czentovic. Maar hij kan er niet tegen dat Czentovic zo lang na moet denken over elke zet. Na de negentiende zet roept Dr. B.: ‘Schaakmat!’ maar dat is helemaal niet waar. Dr. B. ziet het dus allemaal niet zo helder meer, waarna hij vertrekt. De grootmeester zegt dat Dr. B. eigenlijk best begaafd is.
3. Reactie op het werk
Toen ik eenmaal ‘in’ het boek zat was het een leuk boek. Of leuk… dat is niet het goede woord. Interessant. Uit het verhaal van Dr. B. blijkt dat isolering misschien nog wel erger was dan het zitten in een concentratiekamp.
B. Verwerking
1. Bespreek enkele belangrijke passages uit het boek
Het boek begint met een schaakpartij (tussen Czentovic en een groepje) en eindigt met een schaakpartij (tussen Czentovic en Mr. B.). Daartussen in vertelt Dr. B. over zijn oorlogservaringen. Dit beslaat het grootste deel van het boek. Als hij begint te vertellen lijkt dit eerst helemaal niet in het boek te passen. Hij begint te vertellen over zijn jeugd en over zijn bezigheden in de oorlog. Maar dan zegt hij dat hij opgesloten heeft gezeten in een hotelkamer. Het enige wat hij daar had was een bed, een tafel, een tapijt en een venster. Geen boek, geen sigaretten, geen pen, geen papier. Niks van dat alles. Dan zie je hem langzamerhand gek worden. Vooral als hij dat schaakboek heeft gestolen en hij tegen zichzelf gaat spelen. Mr. B. vertelt dan ook heel verward alles door elkaar. Datzelfde zie je terug bij zijn schaakpartij tegen Czentovic. Ook dan wordt hij langzaam gek en gaat hij verward doen. Ik denk dat dit twee belangrijke passages uit het boek zijn. Het geeft heel goed weer dat het schaken een eenzame bezigheid kan zijn en als je niks anders dan dat hebt, ga je er helemaal in op en is dat het enige dat telt.
2. Beschrijf de personages die in het werk voorkomen en geef de ontwikkeling van de personages weer
* over de ikpersoon is, zoals ik al eerder zei, weinig bekend. Hij is een Oostenrijker en getrouwd. Hij kan redelijk schaken. Er wordt verder niks over hem verteld. Hij komt erg ‘normaal’ over. Verder kan hij goed luisteren- als Dr. B. hem zijn hele verhaal vertelt, onderbreekt hij hem niet een keer, maar luistert aandachtig. Hij komt een beetje over als een psycholoog voor mijn gevoel.
* Mirko Czentovic is wereldschaakmeester. Zijn leven wordt verteld door een medereiziger van de ikpersoon. Als hij op zijn twaalfde wees wordt, komt hij bij een dominee te wonen. Hij helpt de man in het huishouden en gaat niet naar school. Lezen en schrijven leert hij niet. Bij toeval ontdekt de pastoor dat Mirko kan schaken en dan moet hij tegen alle schakers uit de buurt spelen. Hij wint het van allen. Hij komt in de leer bij een schaker. Na een half jaar kent hij alle technieken, maar hij kan niet zonder bord spelen, of zoals men het in de schaakwereld zegt; blind. Op zijn achttiende is hij Hongaars schaakmeester en op zijn twintigste al wereldschaakmeester. Maar schaken is ook het enige wat hij heeft; hij heeft geen vrienden en hij sluit zich af voor de buitenwereld.
* Mr. B. lijkt het tegenovergestelde van Mirko Czentovic. Ik heb hem al uitvoerig beschreven in de samenvatting van het boek, dus dat ga ik hier niet weer doen. Toch wil ik enkele duidelijke verschillen en overeenkomsten tussen de twee schakers aangeven: Czentovic is erg bekend om zijn schaken, Mr.B. niet- niemand kent hem, terwijl hij qua schaakprestaties ongeveer gelijk staat aan de schaakmeester. Toch is een duidelijk verschil tussen hen dat Mr. B. het schaken eigenlijk in zijn hoofd heeft geleerd en Czentovic kan zonder bord juist niet schaken. Czentovic is eenzaam; hij heeft geen sociaal leven. Mr. B. komt niet zo over, maar uiteindelijk blijkt hij het ook te zijn, want als hij eenmaal in het schaken opgaat bestaat ook niets of niemand meer om hem heen: hij wordt helemaal gek. Ze zijn beiden eigenlijk min of meer gedwongen om te gaan schaken. Czentovic is door de pastoor overal naartoe gesleept waar hij weer moest schaken. Zijn eigen wil komt niet erg naar vorenà wilde hij dit wel? En voor Mr. B. was het schaken het enige in maanden dat hij te doen had. Eigenlijk had hij dus ook geen keus. Een verschil is dat Czentovic heel rustig en arrogant overkomt. Hij neemt de tijd voor een potje schaak. Mr. B. Kent alle zetten al uit zijn hoofd- hij kan bijna alle zetten al van te voren voorspellen. Dus als Czentovic een zet heeft gedaan doet Mr. B. meteen de volgende zet, waarna Czentovic weer heel lang moet nadenken. Dit werkt op de zenuwen van Mr. B. Hij kan hier niet tegen. Mr. B. komt hierdoor erg labiel en onzeker over.
* Ingenieur Mc. Connor is een bijfiguur. Ook over hem is niet veel bekend. Hij was erg rijk. Het geld voor de potjes schaak tegen Czentovic komt van hem. Hij kan niet tegen zijn verlies, dus wil hij steeds nog een keer schaken.
3. Analyseer het werk vanuit de biografie van de schrijver en zijn opvattingen
Biografie van Stefan Zweig: De Oostenrijkse schrijver Stefan Zweig werd in 1881 geboren in Wenen. Zweig groeide op in een joods milieu en studeerde Germanistiek, Romaanse kunst en Filosofie in Oostenrijk, Frankrijk en Duitsland. In 1913 vestigde Stefan Zweig zich in Salzburg.
Stefan Zweig werkte aan het begin van zijn loopbaan als vertaler van Ben Johnson. Als biograaf beschreef Zweig veel historische en literaire figuren uit het Europese cultuurgebied. Later schreef Stefan Zweig novelles en romans die opvielen door de psychologische benadering en het subtiele taalgebruik. Stefan pleegde in 1942 in Brazilië zelfmoord.
De ikpersoon in Schachnovelle is ook een psychologisch figuur. Hij benadert Mr. B. psychologisch. Ook wil hij Mirko Czentovic beter leren kennen. Czentovic is een ‘moeilijk geval’ zoals hij hoort van zijn medereiziger. Dat houdt hem zo bezig dat hij een schaakpartijtje organiseert om de schaakmeester te lokken. Hij wil weten waarom Czentovic zo is.
C. Evaluatie
Zoals ik bij A ook al aangegeven heb, vond ik het een mooi boek om te lezen. Het is maar een heel dun boekje, maar toch zit er een heel verhaal in. Of eigenlijk 2 verhalen. Twee verhalen van twee mensen die elkaar tegenkomen op een schip. Eerst het verhaal van Mirko Czentovic, die, al heeft hij veel geld en is hij wereldberoemd, een eenzaam leven leidt. Daarnaast het verhaal van Mr.B. die een heel ander beeld uit de oorlog laat zien dan de meeste andere boeken. Hij zat niet in een concentratiekamp, maar had een hotelkamer voor zich alleen. Dat lijkt op het eerste gezicht lux en mooi, maar dat is het dus niet. Je ziet in zijn verhaal Mr.B. steeds gekker worden. Ik vond dat erg mooi beschreven; hoe blij hij met zoiets kleins kon zijn- een boek. Je moet op den duur ook wel medelijden krijgen met die man, want hij probeert zichzelf bezig te houden met het schaken en hij wordt steeds creatiever: van broodkruimels schaakstukken maken, een dagindeling maken- ’s morgens 2 partijtjes schaak tegen zichzelf, ’s middags 2 partijtjes schaak tegen zichzelf en ’s avonds herhalen. Er triest is dat toch. Vooral als hij het Ich-WeiB en Ich-Schwarz gaat noemen. Hij houdt er voor de rest van zijn leven een schaaktrauma van over, dat blijkt wel uit het partijtje schaak tegen Czentovic. De twee verhalen van deze twee mannen hebben een overeenkomst: ze spelen allebei schaak, maar allebei op een geheel andere manier.
Ik vond het een mooi boek. Het was geen moeilijk boek om te lezen.


REACTIES
1 seconde geleden
E.
E.
Bij de inhoud zijn de hoofdlijnen/hoofdgedachtes er niet echt uitgehaald...
13 jaar geleden
Antwoorden