Romulus der Grosse – Friedrich Dürrenmatt
Pyramus en Achilles zijn de hulpjes/bewakers van de Keizer.
Spurius Titus Mamma wil graag de keizer spreken, omdat de Germanen er aankomen. Alleen de bewakers zeggen dat hij zich volgens normaal principe moet aanmelden.
Het Iden des Märs is de salaris dag.
De financiën minister is gevlucht, op deze manier probeert hij de staatsschuld te verbergen. Daarom betaald de keizer loon met de gouden blaadjes van zijn kroon.
Het ontbijt van de keizer is heel erg uitgebreid en hij wil ook een ei van de kippen die naar keizers zijn vernoemt. De kip die naar Odoaker is vernoemd legt wel goed eieren waar hij sympathie voor heeft. Hij en zijn voorgangers namen van kippen leggen niet veel eieren en hebben ook niets bereikt.
Tullius Rotundus (Innenminister) komt naar de keizer en Romulus (de keizer) is opgelucht dat hij niet voor geld komt. Hij komt om te vertellen dat Spurius Titus Mamma in twee dagen en twee nachten van Pavia (noord-Italië) naar Campanien is gekomen en nu met de keizer wil spreken. De keizer vindt dat Spurius eerst moet slapen.
Apollyon is de kunst handelaar, Romulus verwijt Apollyon dat hij zo lang op hem moest wachten. De kunsthandelaar verkoopt gipsbeelden, van boxers en vrouwen want die verkopen goed.
Romulus zegt; als de Germanen naar Italië komen ontwikkelen wij ze en als ze in Germaniën blijven ontwikkelen ze zichzelf maar wel moeilijker.
Romulus en Julia (koningin) denken dat de Oberhofmeister; Abius, Germanisch is omdat hij veel talen kent. Julia heeft van hem gehoord dat er een bericht voor de keizer is maar dat de keizer hem laat slapen. Romulus zegt tegen haar; dat hij dan wel geen trotse positie in de wereldgeschiedenis zal krijgen als laatste keizer van Rome, maar ze kunnen nooit zeggen dat hij de slaap van een mens verstoord heeft.
Rea (de dochter) zij wil niet meer ten, omdat ze een droevig toneelstuk speelt, en dat vindt Romulus onzin. Maar Julia vindt het niet gek als ze al 3 jaar in Germanisch gevangenschap zit.
De kriegminister Mares wil de keizer ook spreken. Hij verteld de keizer dat Spurius Titus Mamma hem zonder te slapen wil spreken. De plicht van zijn officier irriteert Romulus.
Door het leggen van de kippen van eieren ziet Romulus dat de Germanen Pavia hebben veroverd. Julia vindt zijn hanen liefde onzin, maar Romulus gaat hier tegenin; De ganzen hebben ook een keer het kapitaal gered toen de Galliërs Rome aanvielen en de ganzen de keizer wakker maakte. (300 v.Chr. / 800 jaar geleden).
Romulus zegt dat de laatste woorden van zijn veldheren zijn: Zolang er nog een ader in ons leeft, geeft niemand op.
Romulus verkoopt beelden van Romeinse denkers en staatsmannen aan Apollyon, maar Julia vindt het belachelijk dat hij dit zo voor een krast aan hem verkoopt.
De keizer van oost Rome; Zeno is gekomen om asiel aan te vragen, omdat hij niet meer veilig is in konstantinopel. Hij mag van de keizer binnenkomen als hij Sulphurides en Phosphoridos buiten laat. Zeno wordt zelf ook gek van zijn Kamaraden. En als ze dan toch binnenkomen laat Romulus ze opsluiten in het kippenhok. Zeno is daarom opgelucht, want hij werd bedolven onder een chaos van formelen en regels sinds ze bij hem waren.
Zeno zegt dat Romulus en hij eigenlijk 7 jaar al oorlog hebben. Zeno moest vluchten omdat zijn schoonmoeder zich met de Germanen verbonden had. Zeno wil nu de cultuur van zijn rijk redden.
Zeno is geïrriteerd door Romulus omdat er zoveel mensen sterven en hij denkt allen maar aan het kippenvoer.
Volgens Zeno hebben de Germanen zo’n succes doordat de steden zich overgegeven en hun soldaten lopen over, het volk gelooft niet meer in hun, omdat ze aan zichzelf twijfelen. Romulus en Julia geloven wel in hun en hun volk.
Mares komt zeggen dat de Germanen al bij Rome zijn. Zeno wil daarom met het volgende schip naar Alexandrien. De kriegminister Mares wil het rijk redden door een totale Mobilmachung. Maar Romulus wil dit niet, hij geeft maar 50 man van zijn lijfwachten. En zegt; hoe groter een veldheer, deste minder troepen hij nodig heeft. En hiermee laat hij Mares diep zinken.
Apollyon noemt de beelden van de oprichters van Rome rommel, omdat het geen historische betekenis heeft maar gewoon een erfenis is. Als Zeno Apollyon heeft leren kennen wil Zeno dat Apollyon bij zijn kunst komt kijken maar hem nu alvast een voorschot doet, maar dat is niet gebruikelijk.
Tillius Rotundus komt weer en deze keer om te melde dat Cäser Rupf er is (een broeken fabrikant die erg rijk is). Romulus vindt het daarom een verstandig mens. Rupf wil graag broeken verkopen aan de keizer maar Romulus zegt; waar de broek begint houdt de cultuur op. Maar Rupf zegt dat de broek bij de toekomst hoort en een moderne staat die geen been kleding draagt gaat in ieder geval naar de maan. Cäser Rupf draagt ook geen broek, omdat hij gezworen heeft het pas te doen als de kerk het ook gaat promoten. Rupf zegt dat achter het rijk van Romulus de pure afgrond staat. De keizer wordt freudig erregt als Rupf zegt dat hij eerst bedacht had het hele romische Rijk op te kopen. Maar het wordt hem te duur, dus hij wil het niet kopen, maar hij zou wel een nauwe samenwerking willen. Odoaker heeft Rupf gezegd dat hij tegen een betaling van 10miljoen uit Italië zal vertrekken, en dat had Romulus niet van hem verwacht. Cäser Rupf doet dit alleen als hij met de dochter Rea mag trouwen. Maar Romulus zegt dat ze al verloofd is, maar dat haar verloofde al 3jaar in Germaans gevangenschap zit. Als Romulus het aanbod niet accepteert trouwt Rupf met de dochter van Odoaker.
Romulus wil niet dat zijn dochter met hem trouwt (ookal willen Julia, Zeno en Rea het wel), want ze hebben al genoeg opgeofferd voor de staat en nu moet de staat zich voor hen opofferen.
Julia is boos op hem, omdat hij niks doet en het rijk niet red. En Zeno vindt dat een mens als Romulus geen keizer mag zijn. Het enige wat hij hierop te zeggen heeft (Romulus) is dat hij de wereldgeschiedenis niet wil verstoren.
Spurius Titus Mamma is toch bij de keizer gekomen, maar de keizer zegt dat hij zich opoffert voor een allang uitgestorven rijk. Daarom vindt Spurius hem een schandelijke keizer.
De kok maakt voor het avondmaal 3 kippen klaar; Julius Nepos, Orestes, Romulus. Zeno vindt het niet normaal dat de keizer alleen maar met kippen bezig is en nu de keizer ook nog eens ligt te slapen.
Tullius Rotundes verteld Zeno dat de archieven worden verbrand omdat de waardevolle documenten van het romische rijk niet in de handen van de Germanen mogen komen.
Spurius Titus Mamma stoort zich aan het gekakel van de kippen, omdat hij zo moe is. Maar hij wil niet slapen, hij wil zich wreken.
Marus wil graag een vlot bouwen om de Germanen te overwinnen. Tillius Rotundus vindt het belangrijkst hoe ze naar Sicilië komen.
De keizerin zoekt Abius maar die is waarschijnlijk gevlucht.
Ämilian is gekomen, maar de Innenminster Tullius Rotundus herkent hem niet.
Tullius Rotundus vindt ondanks de bittere tijd het Romeinse Rijk een goed doorgeorganiseerde product en het komt ook de ergste crisis door.
Ämilian houdt van de Horaz omdat hij een hogere cultuur was, dichter.
Als Rea en Ämilian elkaar voor het eerst weer zien herkennen ze elkaar niet. Ämilian zegt dat hij Ämilian niet meer is na die gevangenschap.
Amilian vindt dat ze tegen de Germanen moeten vechten maar Rea vindt dat ze zich moeten overgeven. De Germanen zijn bijna in het zuiden.
Mares komt melden dat er geen boot is, want die is door de Germanen over meestert.
Rupf verschijnt en die verteld ook aan de andere dat hij met het rijk wil samen werken om het te redden. Rea moet van Amilian met Rupf trouwen en niet meer met hem, om het rijk te redden. Hij verplicht het haar. Rupf heeft tranen in zijn ogen, omdat zijn bedrijf een hoogtepunt heeft bereikt. Mares (der Kriegsminister) denkt dat het rijk gered is.
Amilian begroet Romulus met; Welkom keizer van het goede eten, keizer van de hanen. De keizer is de enige die hem herkent. Amilian verontschuldigd zich voor zijn begroeting. Rea en Rupf mogen van Romulus niet trouwen. Amilian zegt ook; Deze keizer moet weg.
Romulus besluit vandaag na zijn bad niet meer te regeren. De keizerin heeft de bezittingen van de keizer ingepakt. En de geschiedenisschrijvers vinden het niet leuk dat de keizer de staatsarchieven heeft laten verbranden.
De keizerin Julia gaat met een vloot naar Sicilië, omdat het daar veiliger is. Ze is daar van plan de tegenstand tegen de vijand voort te zetten. Romulus vindt het onzin, want als ze zich verzetten wordt de ondergang nog bloederiger. Romulus zegt dat hij Julia alleen maar getrouwd heeft om keizer te worden. Romulus zegt dat Julia het allemaal uit eerzucht doet, hem trouwen, naar Sicilië gaan, de verloren oorlog niet op geven. En Julia verwijt Romulus dat hij zijn hele regeer periode niks anders gedaan heeft als eten, drinken, slapen, lezen of met zijn kippen bezig geweest.
De keizerin heeft hem getrouwd omdat hij van hoge adel was en zo kon zij keizerin worden. De keizer wilde keizer worden om het Romeinse Rijk te laten instorten, hij had vanaf het begin af aan al gedacht aan de ondergang van Rome. Romulus zegt ten slotte: Rome gaat ten onder en stuurt Julia naar Sicilië.
Romulus praat princiepiel alleen met zijn adviseur over militerische dingen.
Romulus zegt tegen Rea dat het belangrijker is dat ze van Amilian houdt dan het rijk. Romulus vindt Amilian onuitstaanbaar, omdat hij het rijk wil redden. Rea vindt juist dat ze het vaderland moet dienen. Romulus vindt dat je meer van mensen moet houden dan van het vaderland en Rea vindt het andersom. Vaderland noemt zich een staat als hij zich op het punt staat een mensenmoord te plegen.
Romulus zegt Rea dat ze bij haar geliefde (Amilian) moet blijven ookal verstoot hij haar. Dus ze moet bij hem terugkeren. Hij neemt voor altijd afscheid van zijn dochter omdat hij denkt dat de Germanen hem zullen doden. En Rea gaat weg.
Amilian probeerde ondertussen stiekem zijn kamer in te komen maar Romulus zag het door de spiegeling van zijn glas. Ook blijkt Tullius Rotundes (Innenminister) in de kamer te zitten, hij wordt ontdekt doordat de keizer op zijn vinger staat. Ze hebben beide een zwarte mantel aan. Amilian staat vijandelijk en besluiteloos tegen over de lachende Romulus. Romulus doet de kist open en daar zit Zeno, de Isaurier in. Ook Sulphurides zit erin, en Phosphoridos komt onder het bed vandaan. Spurius Titus Mamma en Mares en een soldaat en de kok zijn er ook. Ze hebben allemaal een zwarte mantel aan, en willen hem vermoorden.
Romulus maakt een ironische opmerking door zich af te vragen waarom ze in een gecompliceerde ongemakkelijke opstelling zich in zijn kamer de halve avond hebben verstopt.
Ze willen de provinciën, de legioenen en het rijk weer terug hebben. Romulus vindt dat hij hun niks schuldig is, omdat hij niet met hun hulp de wereld veroverd heeft.
Amilian klaagt hem aan zijn rijk verraden te hebben, omdat hij niks gedaan heeft. Romulus zegt dat Rome zichzelf verraden heeft, het is zwak geworden. Amilian wil Romulus vermoorden, maar dan roept iemand ‘de Germanen komen’. Iedereen vlucht uit het raam. Behalve Pyramus, Achilles, Romulus en Spiritus Titus Mamma (ligt nog voor zijn bed te slapen).
Pyramus en Achilles hebben 11 keizer van Rome gediend. Het is de volgende dag en de twee dienaren moeten de keizer vertellen dat zijn vrouw, zijn dochter en alle mannen met de zwarte mantels aan, met het vlot zijn verdronken. Alleen Zeno kon zich redden met zijn kameraden. Hij is niet verdrietig, omdat hij toch spoedig zal sterven door de Germanen. Toch wil hij nog ontbijt.
Odoaker heeft 3 eieren gelegd, hij wordt record legger volgens Romulus.
Achilles en Pyramus zijn door Rupf gevraagd om bij hem te komen werken voor meer geld en vrijheid, en de keizer laat ze gaan. Hij geeft ze beide nog een blad van zijn kroon.
Romulus wil zijn rijks zwaard niet als de Germanen komen. Romulus vindt de Germanen er als een Byzantijn uitzien. En de Germaan had gehoord dat de Romeinse mensen moedig zijn, maar Romulus is de enige die nog niet weggelopen is.
De Germaan is ook een kippenliefhebber, want als landvader moet hij daar bezig mee zijn. Hij blijkt namelijk Odoaker te zijn. Romulus verwacht dat hij hem zal gaan vermoorden. Maar Odoaker wil juist zijn volk aan hem geven. Hij wil helemaal geen oorlog voeren en het rijk weer overdragen aan Romulus, maar die wil dood. Maar Odoaker zegt dat anders zijn neef aan de macht komt en dat het een soort 2e Romeinse Rijk wordt. Maar Romulus kan niet meer.
Odoaker kan hem niet doden, (maar Romulus denkt dan aan Spirius Titus Mamma). Ze geloofde allebei dat ze de wereld uit hun handen kunnen laten vallen maar nu zitten ze eraan vast. Romulus moet met pensioen en Odoaker moet regeren, hij wordt koning van Italië. Rome en Gemanien moeten vrede sluiten.
Spurius Titus Mamma wil hem nog vermoorden maar Odoaker houdt hem tegen, hij zegt de laatste keizerliche officier heeft de ondergang zijn vaderland verslapen.
REACTIES
1 seconde geleden