Novemberschnee door Jürgen Banscherus

1

Auteur

Jürgen Banscherus

2

Titel

Novemberschnee

3

Eerste druk

2002

4

Waarom heb je dit boek gekozen?

Aangeraden door een klasgenoot

5

Wat was je eerste reactie, nadat je het boek gelezen had?

Negatief.

6

Wat is het thema van dit boek?

Een bankoverval

7

Verklaar de titel ( en geef daarbij het verband tussen titel en thema aan).

Het speelt zich af in November. Schnee (sneeuw) komt omdat het al sneeuwt en het plot om ontsnappen naar Australië draait

8

Kun je het thema van dit boek vergelijken met dat van andere boeken, films of tv-series? Leg uit.

Ja, het heeft een soap-achtig gevoel.

9

Heeft het boek een motto? Wat heeft het motto met de gebeurtenissen of met de thematiek te maken?

Volgens mij niet echt.

10

Wat voor soort tekst is het? Welk genre: oorlogsverhaal, science fiction, fantasie, romantisch verhaal etc

Moord/misdaad

11

In welke tijd speelt het verhaal zich af? Hoe weet je dat?

hedendaags

12

Waar speelt het verhaal zich af? Welke aanwijzingen heb je gekregen? Is het belangrijke, dat het verhaal zich juist op die plaats afspeelt?

Duitsland, zo rond Frankfurt

13

Heeft het verhaal een open of gesloten einde? Leg uit.

Gesloten. De hoofdpersoon komt in de gevangenis

14

Wordt het verhaal chronologisch verteld?

nee

15

Hoe lang duurt het verhaal? Is de vertelde tijd gelijk aan de verteltijd?

Ik gok een week

16

Manipuleert de schrijver met de tijd? (Noteer de belangrijkste voorbeelden van het gebruik van bijv. flashbacks, vertragingen en/of tijdsprongen.)

Ja, alles is een flashback.

17

Wie is de hoofdpersoon? Zijn er meerdere hoofdpersonen? Geef een uitgebreide karakteromschrijving.

Lina Marx: Hoofdpersoon en enige overlevende van de ‘fietsbende’. Haar 2 vrienden zijn dood en zij komt in de gevangenis na een bankoverval.

18

Wat is het ‘probleem’ van de hoofdpersoon’? Wat wil de hoofdpersoon bereiken? Welke rol speelt de hoofdpersoon? Welke handelingen zijn bepalend voor het lot van de hoofdpersoon? Wat had hij/zij kunnen doen om dit te voorkomen?

Ze heeft een bank overvallen en is/was op de vlucht. Zij had dit kunnen voorkomen door de bank niet te overvallen en zo ver in de gedachte op te gaan.

19

Is er sprake van meerdere verhaallijnen?

Nee.

20

Wie zijn de belangrijkste bijfiguren? Geef van elk één of twee karaktereigenschappen.

Jurij Holzmann: Ex van Lina en slachtoffer van Tom.

Tom Gatow: Bedenker van het plan om een bank te overvallen en goede vriend van Lina.

21

Waarom zou je wel/niet op de hoofdpersoon willen lijken?

Niet, haar beide vrienden zijn dood/vermoord

22

Welke personages zou je in het echte leven tegen kunnen of willen komen? Leg uit.

Geen, het is niet realistisch.

23

Wie vind je het meest sympathiek en onsympathiek?

Ik heb niet echt een voorkeur, ik voelde me niet verbonden met de personages.

24

Welke fragmenten uit het boek hebben grote indruk op je gemaakt? Leg uit waarom.

De moord op Jurij, want het laat zien hoe ver iemand kan gaan om mensen stil te houden.

25

Zijn de gebeurtenissen in het verhaal realistisch?

Nee, dat heb ik al gezegd…

26

Is het een boeiend/spannend/saai/ langdradig verhaal?

Redelijk agressief en onnodig ‘grafisch’. Ook: is het echt nodig om 2 van de hoofdpersonen af te slachten? Was het boek erop achteruit gegaan als dat niet was gebeurt? Ik denk het niet.

27

Is het taalgebruik makkelijk/begrijpelijk/ moeilijk/ingewikkeld?

Niet al te moeilijk.

28

Kan je dit boek aanbevelen aan medeleerlingen?

Nee, ik vond dit persoonlijk geen goed boek en zou het niemand aandoen om dit te moeten lezen

29

Heb je door het lezen van dit boek iets (erbij) geleerd over het onderwerp?

Overval geen banken, anders gaan je vrienden dood en krijg jij de schuld.

Samenvatting van de inhoud + aantal bladzijden van het werk

Belangrijk is een goede samenvatting van het verhaal. Die zorgt ervoor dat je vlak voor je mondeling niet alle boeken opnieuw hoeft te lezen. De samenvatting mag je natuurlijk zelf maken, maar je mag hem ook van het internet halen of van het internet bewerken. Zet het er wel even bij: zelfgemaakt of van internet (bewerkt).

Bronvermelding

Noteer hier, op de juiste manier, alle bronnen die je hebt gebruikt bij het maken van je leesverslag. Denk daarbij dus ook aan boeken, artikelen, uittreksels of sites die je hebt geraadpleegd om de vragen te beantwoorden!