Informatie over de schrijver Max Frisch:
Max Frisch werd op 15 mei 1911 geboren in Zurich. Hij ging naar het Realgymnasium en
hierna begon hij aan een studie Germanistiek, waar hij na een tijdje mee stopte. Hierna is hij een tijdje journalist geweest, en daarna heeft hij architectuur gestudeerd. In de Tweede Wereldoorlog werkte hij als kanonier in militaire dienst, en daarna ging hij werken voor een architectenbureau. In 1954 stopte hij hiermee en vanaf toen leefde hij van het schrijven.
Max Frisch heeft veel gereisd. Voordat ‘Homo Faber’ uitkwam reisde hij door de Verenigde Staten, Mexico en Cuba. Hieruit heeft hij dus misschien inspiratie voor het boek gehaald.
Zijn dagboeken zijn erg belangrijk voor zijn werk; hij verwerkt vaak gebeurtenissen hieruit in zijn boeken.
Hij behoort samen met Friedrich Dürrenmatt tot de belangrijkste vertegenwoordigers van de moderne Zwitserse literatuur. Behalve romans heeft hij ook drama’s en hoorspelen geschreven.
Het hoofdthema van zijn werken is het besef van de zelfvervreemding van de moderne mens.
Verder bevatten zijn werken een scherpe kritiek op de maatschappij, en de valse zekerheden hierin. De personen in zijn boeken zijn meestal eenzame mensen.
In 1958 ontving hij de ‘Georg-Büchner-Preis’.
Max Frisch stierf in 1991.
Een ander werk van de auteur: Andere werken van de auteur zijn ‘Biedermann und die Brandstifter’, en ‘Andorra’.
Verwachtingen en eerste reactie van het boek:
Mijn leraar had gezegd dat het een pittig boek zou zijn. Dat was in eerste instantie ook wel zo. Het boek is lastig door heen te komen. Maar ik dacht dat het wel zou gaan. Klein beetje onderschat maar uiteindelijk ging het wel. De eerste paar bladzijde waren wat lastig om doorheen te komen. Ik moest erg wennen aan de lange zinnen. Maar besloot om toch maar door te lezen.
Samenvatting:
Walter Faber, een vijftigjarige Zwitser, vliegt voor zijn werk van New York naar
Mexico. Hij werkt voor de UNESCO, en verleent technische hulp aan onderontwikkelde
volkeren.
In het vliegtuig ontmoet hij een Duitser, die onderweg is naar zijn broer in Guatemala.
Zijn broer bouwt daar een tabaksplantage op.
Tijdens een tussenstop in Houston krijgt Faber in de toiletten op het vliegveld last van zijn maag, en hij besluit het vliegtuig zonder hem te laten vertrekken. Maar een van de stewardessen ontdekt hem en neemt hem mee terug.
Even later vallen twee van de motoren van het vliegtuig uit en ze moeten een noodlanding maken in de wildernis van Tamaulipos, in Mexico. In de drie dagen dat ze vast zitten, komt Faber erachter dat de Duitser, die Herbert Hencke blijkt de heten, de broer is van zijn jeugdvriend Joachim. Hij komt er ook achter dat Joachim getrouwd is geweest met Fabers jeugdvriendin Hanna. Als ze eindelijk uit de wildernis gered worden, besluit Faber met Herbert mee te gaan naar de plantage om Joachim weer te zien. Om bij de plantage te komen hebben ze een jeep nodig, en daardoor komen ze vast te zitten in een klein dorp waar ze op een jeep wachten. Hier denkt Faber terug aan 1936, en aan Hanna.
Hanna en Faber hadden een relatie toen ze allebei nog studeerden. Omdat Hanna half joods was, had ze Duitsland moeten verlaten, en was ze naar Zwitserland gekomen. Maar op een dag kreeg ze te horen dat ze Zwitserland binnen veertien dagen moest verlaten. Toen Faber en Hanna naar het bureau van de vreemdelingenpolitie gingen, bleek dat het om iemand anders ging. Faber besloot met Hanna te trouwen zodat ze zeker in Zwitserland mocht blijven. Voordat dit gebeurde, kreeg Faber een fantastische baan in Bagdad aangeboden.
Maar op de dag dat hij had besloten de baan te nemen, vertelde Hanna hem dat ze een kind verwachtte. Omdat ze het kind niet wilden, zou Hanna een abortus laten plegen, en Joachim, die medicijnen studeerde, zou hierbij helpen.
Na een paar dagen kunnen ze via een Amerikaan toch aan een jeep komen, maar als ze na
enkele dagen reizen bij de plantage aankomen, blijkt dat Joachim zich heeft verhangen. Herbert besluit op de plantage te blijven, Faber en de Amerikaan die met hen mee reisde moeten weer terug. In de jeep op de terugweg denkt Faber weer terug aan vroeger. Aangezien er veel joden terug naar Duitsland werden gestuurd, was Faber vastbesloten met Hanna te trouwen. Maar eenmaal bij het stadhuis wilde Hanna op het laatste moment toch niet trouwen. Faber vertrok naar Bagdad, en liet Hanna achter, terwijl hij dacht dat zij het kind niet zou krijgen.
Faber vliegt naar New York waar hij woont. Als hij daar aankomt wacht zijn vriendin Ivy al op hem. Hij had haar vanuit Tamaulipos een brief geschreven waarin hij het uitmaakte, maar zij heeft dit niet serieus genomen of niet willen geloven. Hij hoort dat hij de week daarop naar Parijs moet voor zijn werk, en om niet de hele week met Ivy te hoeven doorbrengen neemt hij de boot in plaats van het vliegtuig. Als hij op het punt staat zijn huis te verlaten, maar nog even zijn scheerapparaat wil repareren, krijgt hij een telefoontje dat hij onmiddellijk naar de haven moet komen. Hierdoor kan hij nog de volgende dag met de boot mee, zoals hij gepland had.
Op de boot ontmoet hij een meisje, Elisabeth genaamd. Faber noemt haar Sabeth omdat hij Elisabeth een onmogelijke naam vindt. Sabeth is twintig jaar oud en ze is onderweg naar haar moeder in Athene. Ze is van plan vanuit Parijs via Rome naar Athene te liften. Op de vijfde, en tevens laatste, dag op de boot is het Fabers vijftigste verjaardag. Hij vraagt Sabeth die dag ten huwelijk ook al is hij niet verliefd op haar. Maar ze nemen het allebei niet serieus en bij de aankomst in Parijs gaan ze uit elkaar.
In Parijs gaat Faber vaak naar het Louvre, waar hij met Sabeth op de boot over gesproken heeft, in de hoop dat hij haar terug zal zien. Daar ontmoet hij haar weer, en hij besluit met haar mee te gaan naar Athene in een geleende auto. Tijdens de reis krijgen ze een relatie, en Sabeth wordt verliefd op Faber. Hij komt erachter dat Hanna haar moeder is, en hij gelooft dat Joachim Sabeths vader is.
In Korinth vinden ze geen hotel, en Faber komt met het plan buiten te slapen. Nadat ze de nacht op een strandje doorgebracht hebben, wordt Sabeth bij het zwemmen door een slang gebeten. Ze rent het water uit, en als Faber haar achterna komt deinst ze achteruit en valt achterover een helling af. Faber brengt haar naar het ziekenhuis in Athene, wat veel moeite kost omdat er geen auto’s langskomen, en daar krijgt Sabeth een serum tegen de slangenbeet. Hier ziet Faber Hanna weer terug, en hij logeert zolang in haar huis. De volgende dag gaan Hanna en Faber terug naar het strand om hun spullen op te halen, en Faber vertelt wat er gebeurd is. Hanna vertelt hem dat hij de vader van Sabeth is, iets wat hij eigenlijk al langer wist. Als ze daarna Sabeth gaan bezoeken in het ziekenhuis blijkt dat ze gestorven is.
Niet aan de slangenbeet, maar aan een schedelbasisfractuur veroorzaakt door de val, die de
dokters over het hoofd hadden gezien. Na de begrafenis gaat Faber voor zijn werk naar Carácas waar hij het eerste deel van het bericht schrijft. Omdat hij steeds last van zijn maag heeft vermoedt hij dat hij maagkanker heeft. Daarna gaat hij naar Cuba, waar hij het heel mooi vindt en gelukkig is. Vervolgens keert hij terug naar Athene, en na nog een keer het graf van Sabeth gezien te hebben wordt hij in het ziekenhuis opgenomen. Hier schrijft hij het laatste deel van zijn bericht, met de hand omdat ze hem zijn typmachine afgenomen hebben. Hanna komt hem elke dag opzoeken in het ziekenhuis. Hij zal geopereerd worden aan zijn maag. In de laatste aantekening schrijft hij alleen ‘Sie kommen’, en aangezien het boek daarmee eindigt, wordt hieruit duidelijk dat hij de operatie niet heeft overleefd.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden
M.
M.
Goed verslag, dankje, maar wat is die belangrijke geestelijke persoonsverandering waar je het over hebt? Hoe ontwikkeld het personage zich?
11 jaar geleden
Antwoorden