Proloog in de hemel
God en Mephistopheles zitten in de hemel. Mephistopheles is een demoon, een soort onderduivel. Ze hebben het over Faust. Faust is een mens. God en Mephistopheles sluiten een weddenschap: god wed dat de goddelijke kern in Faust uiteindelijk zal overwinnen, en Mephistopheles wed dat hij uiteindelijk voor het kwaad zal kiezen. Ze spreken af dat Mephistopheles alles mag proberen om Faust te verleiden. Hij mag hem goud, lekker eten en vrouwen en vanalles geven. Maar Mephistopheles heeft de weddenschap pas gewonnen als hij Faust helemaal gelukkig kan maken, zo gelukkig dat hij zal rusten.
Deel 1
Faust zit op z’n werkkamer. Hij is heel geleerd, maar hij vindt dat hij daar eigenlijk toch niks aan heeft. Hij is op zoek naar de ultieme waarheid. Maar die vindt hij niet en hij wordt hartstikke depri en hij overweegt zelfmoord te plegen. In de lente gaat hij een eindje wandelen en komt hij een zwarte hond tegen. Hij neemt de hond mee naar huis. Eenmaal thuis verandert de hond in Mephistopheles. Mephistopheles belooft Faust vanalles, maar om dat allemaal te kunnen krijgen moet Faust wel eerst een contract met hem sluiten. Dat doet Faust. Nu kan Mephistopheles gaan proberen Faust gelukkig te maken. Eerst probeert hij dat door met hem naar het café te gaan, maar Faust vindt daar niet zoveel aan. Dan krijgt Mephistopheles het idee om Faust te verjongen. Faust, die nu ineens een jaar of twintig is komt Margareta tegen. Ze worden ontzettend verliefd en houden van elkaar en vanalles. Dan wordt Margareta zwanger. Dat is heel erg in de middeleeuwen, als je niet getrouwd bent. Ze wil het wel aan Faust vertellen, maar die is er vandoor. Margareta is wanhopig en na de geboorte verdrinkt ze haar kind in de rivier. Dat is moord, en dus wordt ze gevangen gezet in afwachting van de doodstraf. Faust is ondertussen op de Walpurgisnacht. Daar is feest en Faust is er erg gelukkig. Bijna zo gelukkig dat hij rust. Dus Mephistopheles had bijna gewonnen, als Faust op dat moment niet een visioen van Margareta had gekregen. Hij ziet dat ze gevangen zit en hij komt haar bevrijden. Margareta is in de gevangenis erg verzwakt en ligt op sterven. Ze is ook gek geworden geworden daar, en als Faust haar komt redden weet ze niet wie hij is en waar ze zelf is. Voor ze in zijn armen streft heeft ze nog een helder ogenblik. Ze zegt dat ze niet met hem meewil. Ze maakt zich dus van Faust (en daarmee Mephistopheles) los, en dus mag ze in de hemel.
Deel 2
Sinds de dood van Margareta heeft Faust in een soort coma-achtige toestand gezeten. Nu wordt hij wakker gemaakt door de elfen en door de luchtgeest Ariël. Hij wordt wakker op een Milka-alpenwei. Faust is nog steeds op zoek naar de ultieme waarheid. Eerst probeert hij die te vinden met de Magie, daarna met Verstand en Intuïtie en vervolgens in de Droom. Maar dat werkt allemaal niet. Op een gegeven moment staan Faust en Mephistopheles op een bergtop. Mephistopheles laat Faust alle heerlijkheden van de wereld zien, en hij zegt dat hij Faust alles kan geven wat hij daar ziet. Maar Faust wil niet. Hij heeft zonet weer een manier bedacht om ultieme waarheid en balans te vinden: door de Daad. Hij gaat werken en zorgen dat er dingen komen die goed zijn voor alle mensen. Faust wordt een rijk man. Als hij heel oud is kijkt hij terug op zijn daden. Hij voelt zich helemaal gelukkig. Dus Mephistopheles denkt: ha! Ik heb de weddenschap gewonnen! En hij neemt Faust mee naar de hel. Maar het blijkt dat Mephistopheles helemaal niet gewonnen heeft, want Faust was wel gelukkig, maar hij heeft niet gerust. En daar ging het uiteindelijk om in de weddenschap (Proloog in de hemel). Faust heeft niet gerust, want hij is tot het eind van zijn leven blijven streven. Dus God heeft gewonnen, en Faust mag de hemel in. In de hemel wordt hij herenigd met Margareta. Faust vind in de hemel eindelijk het antwoord op de vraag wat de ultieme waarheid is: de ultieme waarheid is het Zijn.
REACTIES
1 seconde geleden