Brieven van 4 Mei - 30 Mei
Na een kort berichtje van de Redacteur waarin de lezer wordt aangespoor sympathie te voelen voor het lot van Werther, begint het boek Die Leiden des Jungen Werthers met Werther in een opgetogen stemming, nadat hij ontsnapt is aan ene Leonora, van wie hij meent dat zij verliefd op hem is. Werther heeft zich teruggetrokken naar het Duitse land om zo tijd te besteden aan schilderen. Hij heeft daarbij zijn beste vriend Wilhelm achtergelaten en zijn moeder, die niet bij naam wordt genoemd. Werther en zijn moeder lijken het niet goed met elkaar te kunnen vinden - iets wat wij kunnen aannemen omdat hij haar nooit direct aanspreekt; in plaats daarvan spreekt hij tot haar via Wilhelm. Hij maakt echter wel duidelijk dat hij wat familiezaken gaat regelt die ontstaan is door een onenigheid tussen zijn moeder en zijn tante.
Werther is niet echt een zorgvuldige kunstenaar; hij loopt meestal door het platteland rond en kijkt naar hoe de stand van de boeren te werk gaat. Hij vind het fascinerend om de boeren te zien en kijkt naar ze terwijl ze dagelijkse klussen doen. Op een gegeven moment ziet hij jonge vrouwen water halen bij een put, dat doet Werther denken aan vrouwen uit de Bijbel die hetzelfde doen. Over het algemeen ziet hij dat de werkingen op het platteland gaan volgens een oude patriarchische code, onaangetast door de ontwikkeling van de kennis.
Een aantal voorbeelden laten zien dat Werther er genoeg van heeft om uit boeken te lezen. Hij zegt Wilhelm dat hij hem niet zijn hele boekenverzameling hoeft te versturen; hij is tevreden met zijn Bijbel en zijn Homerus en verder niets. Later heeft Werther het over een gesprek dat hij had gevoerd met ene jongeman die hij 'V.' noemt, die geïntresseerd is in de recente ideeën en denkers van de Verlichting. Werther mag V. op zich wel, maar stelt zich ijdel op tegenover zijn geleerdheid. Nog een kennis die Werther leert kennen is de hoofdofficier van de Prins, S. Hij merkt op dat de oudste dochter van de officier veelgeliefd is. Werther zal haar later ook - op zijn zachtst gezegd - gaan bewonderen.
Alhoewel Werther over het algemeen vrolijk wordt van zijn omgeving, is Werther's minder vrolijke kant ook al meteen duidelijk. Hij noemt vele van de mensen die hij ontmoet "afgrijselijk en heel intelorabel in hoe ze vriendschap demonstreren." Hij zegt ook dat de gelukkigste mensen vaak ook ontwetend zijn - d.w.z., degenen die niet genoeg intelligentie hebben of nieuwsgierigheid om al het onrecht in de wereld te zien. Deze trotse opmerking wordt nog eens aangevuld met een obsessie voor de dood. In de brief van 22 Mei maakt Werther allures naar zelfmoord, waarbij hij zegt dat men daardoor "deze gevangenis kan verlaten wanneer hij wil."
Werther schrijft dat hij reeds is begonnen met het regelmatig wandelen naar het dorpje Wahlheim. Terwijl hij daar is leert hij de landeigenares kennen en een paar boerenkinderen. Hij maakt een schets van de oudere broer die de jongere broer in zijn armen laat rusten. Werther vindt zijn schets subliem (niet bepaald bescheiden) and schrijft zijn succes toe aan de spontane schoonheid van de natuur. Hij ontmoet ook de moeder van de kinderen, wier man naar Zwitserland is afgereisd om een erfenis op te eisen van een koppige neef.
In Wahlheim komt Werther ook nog een 'boerenjongen' tegen die een triest verhaal heeft: hij is verliefd op de weduwe voor wie hij werkt en verlangt de hele dag ernaar om bij haar te zijn. Werther vindt de plattelandse woordkracht van de boerenjongen wanneer hij het over zijn geliefde heeft even mooi als de perfect verwoorde gedichten van de intelligentia. Hij heeft waardering voor de spontane hartstocht die zich uit door de rauwe aard van de jongen.
Brieven van 16 Juni - 26 Juli
Sinds zijn vorige brief tweeëneenhalve week geleden is Werther nu hevig verliefd geworden. Hij is zelfs zo door zijn emoties gegrepen dat hij niet het geduld heeft erover te schrijven; hij onderbreekt het schrijven van zijn brief om op bezoek te gaan bij zijn geliefde, waarna hij Wilhelm informeert over de dingen die zojuist hebben plaatsgevonden. Het lijkt erop dat hij de dochter van de hoofdofficier heeft ontmoet, Lotte, en zij blijkt de vrouw van zijn dromen te zijn. Haar moeder was een aantal jaar voorheen overleden, en sindsdien zorgt zij volledig voor al haar broertjes.
Werther ontmoet Lotte op weg naar een dans. Hij denkt eerst dat zij een moeder is die haar uitziet naar haar kinderen. Haar vrolijkheid, mooie uiterlijk, gratie en charmes maken meteen indruk op hem, en Lotte is meteen bevriend met Werther; ze zegt tegen haar kinderen dat ze hem "ome Werther" moeten noemen. Op weg naar de dans hebben ze het over literatuur, en het blijkt dat ze interesses hebben voor dezelfde sentimentele Engelse literatuur, zoals The Vicar of Wakefield. Bij de dans zelf komen ze er allebei achter dat ze vrij goed met elkaar kunnen dansen. Werther komt er helaas achter dat Lotte is verloofd aan ene man genaamd Albert. Er breekt buiten een storm los, wat de gemoedstand van Werther reflecteert, en het gezelschap van de dans gaan een hofspel spelen. Werther is erg van streek.
Werther komt vaak op bezoek bij Lottes jachthut. Hij verhuist naar Wahlheim zodat hij altijd dichtbij haar kan zijn. Werther speelt met haar jonge broertjes en zusjes alsof het zijn eigene zijn, de deugden van het gezin prijzend, en woont Lotte bij tijdens haar tochten door de streek. Tijdens een zo'n bezoek naar een dorp komen Lotte en Werther in de gezelschap van Friederiek en Herr Schmidt. Werther mag Herr Schmidt niet vanwege zijn ongelukkige houding; hij vind niets vervelender dan een persoon met een slecht humeur. Later heeft Lotte een afspraak om op bezoek te gaan bij ene Frau M., een vrouw in het dorp, terwijl zij op haar sterfbed ligt. Iedereen lijkt Lotte lief te hebben en iedereen wil haar in de buurt hebben in duistere tijden.
Lottes gevoelens voor Werther zijn dubbelzijdig. Lotte mag Werther duidelijk wel, maar raakt haarzelf niet helemaal kwijt aan hem zoals Werther aan haar. Lottes gevoelens voor Werther komen nooit aan het licht, alhoewel Werther denkt hij zij hem sympathtique blikken toewerpt. Hij speelt vaak het klavichordium om de spanning van zijn bezoeken te verlichten. Werther zegt nooit gelukkiger te zijn geweest dan de dagen waarop hij Lotte bezoekt. Hij probeert het te bewaren door haar te schetsen, maar kan het nooit naar voldoening doen, and neemt daardoor genoegen met haar silhouette.
In de tussentijd komt ook Wilhelm aan het woord, waarin hij adviseert aan Werther dat hij meer tijd en energie moet steken in zijn kunstenaarswerk (als dat de reden is dat hij naar Wahlheim is gegaan) of dat hij werk zoekt bij de overheidsvertegenwoordiging. Wilhelm belooft te zorgen voor een positie bij de overheid. Werther is het voorlopig nog niet van plan.
Brieven van 30 Juli - 10 September
Lotte's verloofde Albert komt terug van een zakenreis (na de dood van zijn vader, hij heeft zich ook aangemeld voor een officiële positie) en Werther besluit om te vertrekken. Werther mag Albert op zich wel; hij vindt het moeilijk hem te zien "in bezit van zoveel perfectie." Werther schrijft dat hij Albert waardeert voor zijn 'gelijkmoedigheid', in tegenstelling tot zijn eigen "innerlijke rusteloosheid" and schrijft ook dat Albert Werther mag.
Werthers vasbeslotenheid om te vertrekken lijkt niet lang te bestaan, en zonder nadere verklaring leren we dat Werther vrijwel iedere avond op bezoek komt bij Lotte en Albert. Albert vertelt Werther over de deugd van Lottes overleden moeder, wier positie zij foutloos inneemt, in zij ontwikkelen een eigen vriendschap, aanvullend op die van hem. Albert lijkt een waardig debatspartner te zijn voor Werther; wanneer Werther zijn jachtgeweren leent debateren ze over zelfmoord, waarbij Werther zelfmoord beschrijft als een daad wat absolute vrijheid gunt, waartegen Albert inbrengt dat niemand met een groter beeld op het leven geëxcuseerd zou kunnen worden van zelfmoord.
Steeds geconfronteerd met het geluk van Lotte en Albert, en tegelijkertijd aangetrokken tot Lotte, haar familie, en zelfs Albert, wordt Werther steeds ongelukkiger. We leren door de reacties van Werther dat Wilhelm probeert Werther over te halen om een functie te zoeken bij de Legatie onder Graaf C. om weg te komen van een onmogelijke situatie. In de tussentijd groeit de vriendschap van Werther met Lotte an Albert; voor zijn verjaardag geeft Albert aan Werther een van de roze strikken die Lotte aan had toen zij elkaar eerst onmoetten en Lotte geeft Werther een duodecimo druk an Homerus.
Niet in staat zijnde de vriendschap te onderhouden meldt Werther zich aan voor de fucntie bij de Legatie en verlaat de gezelschap van Lotte en Albert. Op zijn laatste bezoek bij hen, terwijl Albert en Lotte niet weten dat Werther vertrekt, hebben ze een intensief gesprek over Lotte's overleden moeder. Lotte begroet hem na afloop zoals altijd, maar Werther stort ineen met verdriet wetende dat hij niet meer nabij zijn geliefde kan zijn.
Brieven van 20 Oktober - 24 Maart
Een maand en tien dagen zijn verstreken sinds het laatste wat wij van Werther hebben vernomen. Het is onduidelijk wat hij heeft gedaan met de afgelopen maand, maar op 20 oktober is hij aangekomen bij zijn nieuwe werkplek.
Werther is twijfelachtig optimistisch: hij neemt het zich voor om de beproevingen van zijn nieuwe leven te doorstaan. Aan de positieve kant: Werther kan het goed vinden met Graaf C. Aan de negatieve kant, hij ergert zich aan zijn directe meerdere, de afgevaardigde. Hij is een man die op feiten is gebrand en moeilijk doet - compleet het tegenovergestelde van Werther. Hierbovenop wordt de afgevaardigde jaloers op hoe Graaf C. Werther mag.
Werther ergert zich aan de strenge omgangsnormen die heersen in de stad waar hij nu werkt. De aristocratie blijft de macht van het gebied oogsten door aan oude normen en waarden vast te houden boven alles. Wether leert ene Fräulein B. kennen, een "charmant wezen" van aristocratisch geslacht, van wie hij vindt dat ze een sympathique geest heeft; echter zijn bezoeken aan de vrouw houden op door de aanwezigheid van haar vervelende kakkerige tante.
Deze plaatselijke obsessie voor etiquette en traditionele omgangsnormen eisen hun tol op Werther. Het voelt voor hem alsof zijn geest hem verlaat. Een week slecht weer geeft hem denktijd, wat hem ertoe drijft een brief naar Lotte te sturen over de verschrikkingen van zijn functie, evenwel als zijn vriendschap met Fräulein B. Echter, Werther begint het geduld te verliezen voor alle mensen en regeltjes waarmee hij moet werken in zijn baan.
In de tussentijd ligt hij steeds meer dwars met de afgevaardigde. Hij zeurt naar Werther dat hij een te hartstochtelijke manier heeft om met de minister van het hof, die Werther eerst vermaant maar daarna een begripvolle brief schrijft. In de tussentijd heeft Werther vernomen dat Albert en Lotte getrouwd zijn. Ze hebben hun huwelijk geheim gehouden van Werther, waar hij dankbaar voor is.
Terwijl Werther nog bijkomt van het nieuws dat Lotte en Albert getrouwd zijn, doet er zich nog iets voor waardoor hij zijn ontslag indient. Graaf C. nodigt Werther uit voor eten waarna het gebruikelijk is voor de aristocratie om daarna bijeen te komen. Na de maaltijd praten Werther en Graaf C terwijl de aristocratie langzaam samenkomt. Werther is het niet opgevallen en voordat hij het doorheeft is de hele aristocratie aanwezig. Ze gedragen zich allemaal koud naar Werther toe - zelfs Fräulein B - en Werther ziet dat er iets niet pluis is; hij vertrekt pas wanneer graaf C hem vraagt weg te gaan.
De volgende dag gaan doen er plaatstelijke geruchten de ronde over hoe de arrogante Werther 'verplet.' Werther is vernederd door alle geroddel. Hij benadert Fräulein B. en vraagt haar waarom zij zich ook zo kill jegens hem opzette; spijtig zegt ze dat ze zich zo moest gedragen van de rest van de aristocraten, en dat overigens haar tante haar heeft bepreekt om hem niet meer te zien. Dit is voor Werther de druppel en hij levert zijn ontslag in. Zodoende verlaat hij zijn veelbelovend begin in de juristie en, zoals hij zegt, verzegeld dat zijn moeder teleurgesteld moet zijn in haar zoon. In de tussentijd heeft Werther andere plannen. Prins, die Werther wel mag, heeft hem aangeboden op zijn landgoed te komen slapen, en Werther heeft het aanbod aangenomen.
Brieven van 19 April - 6 December
Nadat zijn ontslag is geaccepteerd reist hij naar het landgoed van Prins, onderweg komt hij bij zijn geboorteplaats. He schrijft over hoe blij hij wordt als hij dingen terugziet van uit zijn jeugd, en hoe slecht hij het vindt als er dingen aan het landschap zijn toegevoegd. Zodra hij bij Prins is binnengetrokken, beweert Werther dat alles op rolletjes loopt, maar het praten met zijn gastheer begint hem te vervelen. Hij geeft toe dat hij "slechts een keer weer dichterbij Lotte wil zijn" alhoewel het huwelijk tussen haar en Albert hem koude rillingen geeft. Hij maakt plannen om terug te gaan naar Wahlheim.
Op weg naar Wahlheim ontmoet Werther twee oude kennissen. Eerst ontmoet hij de moeder van Hans en Philip, die hem tragisch nieuws komt brengen: Hans is dood, en haar man is terug uit Zwitserland zonder geld. Hij komt daarna ook weer de boerenjongen tegen, die verliefd is op zijn weduwe werkgeefster. Het noodlot heeft ook bij hem toegeslagen: hij maakte avances naar zijn werkgeefster die hem van zich af sloeg. De jongen wilde ging haar uit gekheid verkrachten, totdat de broer van de weduwe op kwam dagen en hem uit het huis verjoeg. De jongen vertelt dat hij vervangen is door een ander. Hij is nu erg jaloers.
Eenmaail terug in Wahlheim probeert Werther weer zijn vriendschap met Lotte op te bouwen, voelt zich gevaarlijk sterk tot haar getrokken. Zijn gebrek aan fysieke contact met Lotte wordt voor hem een obsessie. Doordat Lotte hem nog steeds erg mag en hem vertrouwt, voedt hij onbewust zijn groeiende obsessie. Zij heeft bijvoorbeeld een klein vogeltje die eerst Werthers mond zoent en daarna de hare. In de tussentijd blijkt Wahlheim ook niet het mooie plattelandsdorpje te zijn die Werther voor zich had gehouden; the nieuwe vrouw van de pastoor heeft in haar onachtzaamheid voor de natuur de plaatselijke kastanjebomen omgehakt. Werther is daardoor flink van streek.
Passend bij Werthers turbulent wordende geest is Homerus inmiddels vervangen door Ossia, de legendarische Schotse dichter. Werther denkt steeds meer en meer aan de dood en zelfmoord. Aanvullend daaraan zijn zijn constante gedachts van sex. Hij verlangt naar Lotte als nooit tevoren, en hij voelt dat de waanzin steeds meer een grip op hem heeft. Ossian en religie worden zijn zijn steun en toeverlaat - religie wordt steeds een dubbelzinnigere en onbegrijpelijke kracht in Werthers leven.
Een toevallige ontmoeting representeert alles waar Werther bang voor is. terwijl hij door het winterweer wandelt komt hij een man tegen, Heinrich, die in een "verlepte oude jas" rondloopt en zich vreemd gedraagt. Hij blijkt op zoek te zijn naar wilde bloemen, want "hij heeft zijn geliefde een bosje bloemen belooft." Heinrich praat steeds over een verleden waarin hij het beter had, en hij vervloekt zijn huidig bestaan. De moeder van deze rare man komt langs en vertelt Werther dat dit geïdiealiseerde verleden eigenlijk zijn tijd in het asiel was, "toen hij zichzelf not niet kende." Werther is tot wanhoop gebracht door deze gedachte. Daarbovenop vertelt Albert dat Heinrich ooit een werknemer was van de vader van Lotte, en een onmogelijke passie voor haar had ontwikkeld. Toen hij uitkwam voor zijn liefde werd hij ontslagen en werd hij gek.
Werther wordt nu meer dan ooit gekweld door zijn verlangen naar Lotte. Hij heeft het gevoel dat wat dit betreft zijn lot is gelinkt aan anderen die hij heeft gezien - Heinrich en de boerenjongen - hij wenst zelfs eerder dat Albert dood zou mogen gaan voor hijzelf. Nu neemt de redacteur het vertellen over terwijl Werther in een steeds diepere ongelukkigheid dwaalt.
De Redacteur naar de lezer
In het laatste deel van het boek doet de Redacteur zijn intrede, waarbij hij ons informeert dat hij veel moeite heeft gedaan om het verloop van Werthers laatste maanden aan de hand van interviews en documenten samen te stellen.
Albert begint zich steeds minder op zijn gemak te voelen met Werther op bezoek. Hij verlaat nu steeds de kamer als Werther langskomt, zodat die ze niet samen worden gezien door andere mensen. Werther ziet de hint niet en benijdt hem voor zijn conventionaliteit; zijn overtuiging dat Lotte gelukkig zou zijn met hem wordt sterker. Lotte, die temidden is hiervan, probeert noch haar echtgenoot noch haar goede vriend kwetsen, maar Werthers bezoeken beginnen haar nu ook te vervelen.
Terwijl hij met Lotte aan het wandelen is, hoort Werther dat de boerenjonger zijn vervanger heeft vermoord. Werther probeert voor de hoofdofficier te pleiten voor de boerenjongen door zijn motieven uit te leggen; natuurlijk luistert de officier niet. Tijdens Werthers pijn over deze zaak schrijft hij naar Wilhelm dat hevige regenstormen, die de toestand van zijn geest weergeven, Wahlheim hebben onderstroomt. Intussen groeit zijn obsessie voor Lotte: in een brief geschreven op 14 december schrijft hij dat hij haar in zijn armen heeft vastgehouden en haar heeft onder gezoend.
Het samenloop van noodlot is wat Werther ertoe drijft om zelfmoord te plegen; hij wil het wat hem betreft meteen doen, maar wil even wachten tot hij wat rustiger is. Lotte heeft ook een eigen vastberadenheid verworven: ze kan Werther niet meer zo vaak zien doordat Albert het niet goed vindt. Drie dagen voor kerst, wanneer Werther haar 's nachts bezoekt vertelt Lotte dat ze haar pas weer kan bezoeken op Kerst; ze probeert hem over te halen haar te zien als een normale vriendin, ze voegt daar bij toe dat "de enige reden wat jou obsedeert mij te bezitten is de onmogelijkheid ervan". Werther, helemaal van slag, trekt zich terug.
Hij schrijft een lange zelfmoordbrief aan Lotte, waarin hij schrijft dat óf zij, óf Albert óf hijzelf moet sterven;. nadat hij begonnen is met schrijven komt hij - tegen haar wens in - toch nog één keer langs. Albert is op zakenreis, en wanneer Lotte hoort dat Werther naar haar vraagt, probeert ze vrienden over le laten komen, maar dat kan niet. Lotte en Werther zitten in een hele benarde positie, die Lotte eerst probeert op te lossen de het klavichordium te spelen, daarna door Werther te laten voorlezen van Ossian. Dit is een lange voordracht. Ossian drijft Lotte en Werther tot hysterie zodra "zij [voelen] hun eigen ongeluk in het lot van de nobele Gaelen." Zonder dat hij zich ervan kan weerhouden geeft hij Lotte een kus. Lotte is woest, beveelt hem het huis uit en verbiedt hem haar ooit nog weer te zien.
Eenmaal terug schrijft hij aan Lotte of hij Alberts jachtgeweren mag lenen. Albert is inmiddels terug en stuurt hem een jachtgeweer. Lotte geeft ze door aan Werther's bediende met haar eigen handen. Zodra Werther ze binnen heeft, verheugd op het idee dat Lotte zijn zelfmoordzuchtige ideeën steunt, brengt hij de rest van zijn avond door door zijn papieren te sorteren; sommigen verbrandt hij, anderen niet. Hij schrijft het allerlaatste aan Lotte, waarin hij vraagt om een begrafenis, en zegt dat zijn zul rust vindt in dit besluit. Net na middernacht schiet hij zichzelf in het hoofd.
Hij is niet op slag dood. De volgende ochtend wordt Werther gevonden met zijn hersens blootliggend. De arts probeert hem nog te redden, maar tevergeefs. Lotte, Albert en haar familie wonen zijn laatste momenten bij. Het boek sluit af: "Rond elven begraafte de officier hem op de plek die hijzelf had aangegeven. de oude man en zijn zonen volgden hem tot aan het graf; Albert kon niet. Het leven van Lotte was in gevaar. Werklui droegen de kist. Er waren geen kerklui aanwezig."
REACTIES
1 seconde geleden
E.
E.
Alhoewel Werther over het algemeen vrolijk wordt van zijn omgeving, is Werther's minder vrolijke kant ook al meteen duidelijk. Hij noemt vele van de mensen die hij ontmoet "afgrijselijk en heel intelorabel in hoe ze vriendschap demonstreren." Hij zegt ook dat de gelukkigste mensen vaak ook ontwetend zijn - d.w.z., degenen die niet genoeg intelligentie hebben of nieuwsgierigheid om al het onrecht in de wereld te zien. Deze trotse opmerking wordt nog eens aangevuld met een obsessie voor de dood. In de brief van 22 Mei maakt Werther allures naar zelfmoord, waarbij hij zegt dat men daardoor "deze gevangenis kan verlaten wanneer hij wil."
14 jaar geleden
Antwoorden