Roman, 1954 - tijd: ca. 1954? - plaats: in een stad - omvang: ca. 160 blz. in 2 \"boeken\" - thema: hoe een vrouw, in een poging om het leven voor een meisje te verbeteren, zichzelf en vele anderen verstrikt in schuld en moord.
Het boek begint met een citaat uit de bijbel (3e boek van Moses, hoofdstuk 16, vers 8,9,10 en 12) over een bok die alle zonde op zich moet nemen, zodat een andere bok vrijuit kan gaan.
Erstes Buch De bakkersjongen merkt dat de rijke oude Franse mevrouw Grasset in de villawijk haar broodjes van de vorige dag niet opgegeten heeft: Ze hangen nog steeds in het zakje aan haar deur. Via zijn baas wordt de heer Karel gewaarschuwd, de neef van de vrouw. De bakker moet zijn best doen om Karel te overtuigen, dat men eens een kijkje neemt in het huis. De heer Karel woont samen met ene Martha, zijn huishoudster, hun dochter Alexandra en zijn vrouw. Zijn vrouw is al vijftien jaar ongeneselijk ziek, nadat ze hun enige kind, Alexandra, in een brandend huis, dat getroffen was door de bliksem, ter wereld gebracht had. Ze kan niet meer spreken. De dure kuren hebben Karel geruïneerd en grote schulden bezorgd. En dat terwijl de steenrijke tante nooit naar hen omkeek. Daarom heeft hij geen enkele behoefte haar te zien. Hij belt bij haar aan, maar keert weer terug als er niet opengedaan wordt. Uiteindelijk gaat hij toch samen met de conciërge van de school waar hij werkt \'s avonds een kijkje nemen, gewapend met valse lopers. Hij vindt de tante onderaan de trap in een compleet gebarricadeerd huis. Hij denkt dat ze dood is, maar ze sterft enkele uren later in het ziekenhuis. Thuis reageert Martha merkwaardig op het bericht, met een geluid als het sissen van een kat. Martha heeft zich over Karels vrouw en hun dochtertje ontfermd, maar lijkt hen ook onder controle te hebben. Vooral Alexandra is haar lieveling, want zelf heeft ze nooit kinderen gehad. Vader Karel is een te zwak figuur om thuis de scepter te zwaaien. De jonge zuster die bij de dood van de oude vrouw aanwezig was ligt iets op het hart. Ze vertelt Karel dat de laatste woorden van de oude vrouw waren: \"Nu begrijp ik alles. Nu waren ze nog slimmer dan ik. Maar dat moeten ze boeten. Haalt u meteen de notaris, zuster. Op mijn angst speculeren, dat was een goed idee. Maar zo waar ik hier lig, ik zal het ze betaald zetten\". De zuster zegt, dat iemand ze misschien geduwd heeft. Karel vindt dat maar onzin. Hij wordt wel ongerust als blijkt dat Alexandra onlangs bij de tante was, om haar om geld te vragen. Alexandra lijkt op een bepaalde manier bang te zijn voor Martha.
Inmiddels heeft de plaatselijke commissaris lucht van de zaak gekregen. Hij gaat behoedzaam te werk. Hij bekijkt tijdens de pompeuze begrafenis de aanwezigen. Hem valt het bange en tere gezicht van de kleine Alexandra op. Bij hem meldt zich zijn schoonmaakster. Haar zwakzinnige nicht maakte bij mevrouw Grasset schoon en zou daarvoor op de spaarbank geld krijgen. Maar dat blijkt er nooit geweest te zijn. De zwakzinnige lijkt te weten waar mw. Grasset haar geld verstopt heeft, maar ze zwijgt als het graf.
Uit het testament blijkt dat Karel alleen 30.000 Mark contant erft. Het huis en de juwelen gaan naar Alexandra, op voorwaarde dat ze voor een lange tijd niet verkocht mogen worden en dat de heer Karel geen voet binnen mag zetten in het huis. De verborgen bewaarplaats van de juwelen zouden twee - niet genoemde - personen weten. Ze zouden dit vanzelf komen melden. Alexandra is blij, en hoopt dat haar moeder nu genezen kan worden. Maar de hoop van haar moeder lijkt vervlogen. De heer Karel verdrinkt vanaf nu elke dag zijn problemen en is meestal in het café te vinden.
De tuinman meldt zich bij de commissaris en bezweert zijn onschuld. Wel vertelt hij dat de zwakzinnige schoonmaakster moet weten, waar de juwelen zijn. De rechter meldt zich ook bij hem: Niemand meldt zich maar voor de juwelen, zo kan hij het testament niet goed uitvoeren. De commissaris ontmoet Alexandra, maar wordt niets wijzer, ze geeft vastbesloten de correcte antwoorden waarmee hij niets kan. Dan komt op een dag de zwakzinnige schoonmaakster. Ze vertelt dat de juwelen in de tuin begraven zijn. Daar blijken ze echter - tot haar ontzetting - niet te zijn. De commissaris vermoedt, dat iemand anders haar bedrogen heeft. Intussen laat de rechter advertenties plaatsen in de krant en looft een beloning uit voor diegene, die de plek van de sieraden weet.
Regelmatig lijkt het, dat Alexandra de spanning te veel wordt, maar Martha zegt dan dat ze een boze droom heeft of ziek is. De schoonmaakster van de commissaris meldt, dat ze geld bij haar zwakzinnige nichtje gevonden heeft. Kort daarna heeft een antiekhandelaar zelfmoord gepleegd. Hij is bij mw. Grasset in huis geweest om haar juwelen te taxeren en wilde een aantal stukken kopen. Maar ze had hem toen uit het huis gesmeten. Bij het lijk worden sieraden van mw. Grasset gevonden. Ook de commissaris merkt, dat de spanning Alexandra bijna te veel wordt; ze trilt over haar hele lichaam, als hij met haar praat.
Zweites Buch Een man komt met een jongen naar de commissaris: De jongen heeft een ring gestolen, beweert de man. De jongen zegt, dat hij de ring van een meisje heeft gekregen, dat hij in het donker niet herkend heeft. Bovendien wil hij haar absoluut niet verraden, en is woedend op zichzelf dat de commissaris met de gegeven informatie al iets blijkt te kunnen. In de nacht en ochtend daarna beweert hij, dat hij zijn Großonkel (de man die hem naar de commissaris bracht) vermoord heeft. Dit blijkt niet het geval, maar de jongen zelf wordt even later dood gevonden. Daarna meldt zich een priester. Hij overhandigt een pakketje met juwelen, dat hem in de biechtstoel overhandigd werd. Hij is niet bereid iets te zeggen, alleen dat het niet een jong meisje was. Inmiddels schrijft de pers dat de politie veel te weinig doet in deze zaak, ja, zelfs de zaak in de doofpot lijkt te willen stoppen. De commissaris bezoekt de vrouw van dhr. Karel. Maar zij schrijft op haar leibordje: \"Ik weet niets.\". De schoonmaakster van de commissaris - die graag een wit voetje bij hem wil halen - meldt zich weer eens. Ze zegt dat Martha telkens kaarsjes aansteekt in de kerk. Thuis bij de Karels leest Alexandra ook de persberichten en wordt weer onrustig. Martha doet alles af met de opmerking, dat mensen allerlei onzin bedenken en schrijven. Als de commissaris Martha verhoort ontwijkt ze slim alle vragen en antwoordt net als Alexandra precies met datgene, wat geen verdenking kan veroorzaken. Even later zoekt Martha \'s avonds de zwakzinnige nicht van de schoonmaakster van de commissaris op. Ze vraagt of zij voor een tijdje bij de Karels wil schoonmaken, als ze binnenkort op reis moet. De zwakzinnige gaat akkoord, maar lijkt in de ban te zijn van Martha. De schoonmaakster meldt meteen aan de commissaris, dat Martha er kennelijk vandoor wil. Ook zoekt Martha de tuinier op, die eveneens bang voor haar lijkt te zijn. Hij moest kennelijk een deel van de juwelen voor haar bewaren en wil ze graag weer kwijt, uit angst voor medeschuld in deze zaak. Uiteindelijk neemt ze de juwelen mee, maar bedreigt hem nog eens door te zeggen, dat hij wèl geld van haar aangenomen heeft en dus toch al schuldig is. Buiten wordt ze gearresteerd. De schoonmaakster en andere vrouwen in de stad beschuldigen haar nu luidkeels van de moorden van de laatste tijd. Dan wordt bekend, dat de tuinman zelfmoord gepleegd heeft.
Alexandra komt thuis in een verlaten huis. Ze hoort een vreemd geluid. Haar moeder krijgt een hartaanval. Normaal helpen de druppeltjes en een open raam, maar nu lijkt haar moeder te sterven. Ze rent naar het café tegenover, maar vader Karel is zo dronken, dat hij niet kan komen en het bericht niet goed tot hem doordringt. Eenmaal in het ziekenhuis sterft kort daarna haar moeder. Vader Karel is een verdieping lager in desolate toestand. Ze verwijt hem dat hij nu zijn zin heeft: Nu heeft hij immers al het geld voor zichzelf. De volgende dag loeien de brandweersirenes. Het huis van mw. Grasset staat in brand. Het is aangestoken door Alexandra, die nog even in de vlammen te zien is, voordat ze omkomt. In het laatste verhoor bekent Martha, dat ze de aanstichter van alles is, nadat het bericht van de dood van haar \"kindje\" Alexandra haar gebroken heeft. Ze vertelt dat ze de oude vrouw Grasset via het kind alleen maar bang wilde maken in de tijd dat de financiële nood van de Karels zo groot werd. Ze wilde niemand vermoorden, maar heeft het toch op een bepaalde manier gedaan, zegt ze. Ze zal nu moeten boeten als een zondebok, zegt ze.
De volgende dag levert de commissaris zijn ontslagverzoek in.
REACTIES
1 seconde geleden
F.
F.
heb je goed gedaan hoor, vaker doen! zet hem op hoor!
21 jaar geleden
AntwoordenN.
N.
Ik hou van je, de manier waarop je schrijf.. bedankt!!!!!!!!!!
20 jaar geleden
Antwoorden