Titel: Das Parfum
Auteur: Patrick Süskind

Samenvatting:
Hoofdstuk 1
Genie op het gebied van de reuk, Jean Baptiste Grenouille. 17 juli 1738 geboren. Moeder in Parijs. Was 5e kinddoodgeboorten/halfdoodgeboorten. Viskraam, krijgt kind, valt flauw. Heeft mes in hand. Moeder dood al 3x van voedster verwisseld.

Hoofdstuk 2
Pater Terrier  geur anders ruikt. Allemaal uit op geld. Maar pater biedt geweldig bedrag maar Amme Jean Bussie weigert. Michdunst Amme geur van melk. Pater blij dat hij wat vrouwelijks ruikt.

Hoofdstuk 3
Pater Ternet denkt over kind. Neemt hem mee. Monoloog wat er kan gebeuren en duivels. Moet naar karamel ruiken, maar ruikt nergens naar. Baby doet ogen open maar ziet pater niet. Baby ruikt en schrikt rook pater af. Hij brengt het weg en hij wil het niet meerGaillard. Zij is dertig jaar en kan niet ruiken.

Hoofdstuk 4
Gaillard is oud en heeft geen gevoel van liefde of warmte bij mensen. Is ooit getrouwd geweest, emotieloos. Het enige wat ze voelt is migraine. Met geldzaken bezig, treurt niet om dood man. Ze wil privé sterven. Kostgeld. Grenouille reddende engel. Geslagen door vader met pook, reuk kwijt. Grenouille gedraagt zich niet volwassen. Kind heeft geen geur Gaillard merkt dat niet. Enkele vorm van emoties herkent ze niet. Kind hoort naar karamel te ruiken. Enige plek om te overleven. Daarvoor wilde geen mens het. Kinderen worden evengoed verpleegd. Grenouille taai vergeleken met een teek, parasiet om van weinig te leven. Gaf niks af aan de wereld alleen mest. Andere kinderen merkten dat wel en probeerden hem te wurgen, maar lukt niet taai.

Hoofdstuk 5
Gebruikt geur. Kan dingen voorspellen op onverklaarbare wijze niet goed om hem in huis te brengen, plaatst hem uit huis. Gaillard sterft niet op de wijze zoals ze wilde. Had geld weggelegd ervoor maar lukte niet. Bij Gaillard is de reukzenuw beschadigd. Grenouille heeft een reukvocabulaire. Gaillard ziet dat hij bovennatuurlijke gaven heeft, maar Grenouille ruikt vooruit (2e gezicht). Grimal Gerber= leerlooier. 1799 dood.

Hoofdstuk 6
Gaat bij Grimal werken overleeft dit, niemand kan dat vaak overleven(miltvuur). Krijgt een bed en soms avonden vrij. Dan kon hij doen wat hij wou. De stad Parijs voor hem open Parijs ruiken grootste reukgebied. Hij had miltvuur gekregen, maar gaat niet dood, abnormaal. Grimal waarderen.

Hoofdstuk 7
Jachtgebied uitbreiden door vrijruiken. En wordt steeds groter. Doel is alle geuren te kennen die wereld heeft. Beschrijft geuren die hij leert kennen. Zelfs stank van een insect ruiken. Heel gedetailleerd. P 47 Parfum voor het eerst gebruikt
P48. Das Ziel
Zijn hart lijdt. Hij moest per se die geur hebben komt van een meisje af, anders geen leven. Mirabel soort parfum.

Hoofdstuk 8
Geen samenvatting

Hoofdstuk 9
Het kon hem niks schelen om een moord te plegen om een geur te stelen. Baldini. Pont au Change brug huisjes gerenommeerde winkels van Parijs. Verkoopt dingen wat ook maar ruikt. Wanorde. Oorzaak: chaos en geuren. Niet verrassend dat klokkenspel en Reiger zelden speelden en sproeiden zaken gingen niet goed.

Hoofdstuk 10
Parfum maken, maar Chénier gelooft er niet in. Voorspelt de catastrofe die zoals altijd kwam. Geen ingeving, anders verkeerde recept.

Hoofdstuk 11
Amor & Psyche kopiëren van Pélissier. Dacht dat hij moest halen (Chénier), maar Baldini had het al. Nooit ingeving gehad. Was nooit parfumist geweest (van vader geërfd). Was geen uitvinder. Anderen hadden het hem aangereikt en wilde het namaken. Pélissier elk seizoen een geur goed en geweldig. Baldini haat de vooruitgang in de maatschappij en gebruikt alcohol om de geur vast te houden Frangipanni. Het zal slecht aflopen

Hoofdstuk 12
Baldini is een geleerd parfumeur. Belangrijk voor Grenouille. Hij ruikt goed aan A&P jaloers, maar geen ziel. Kwaad op Pélissier. Hij wil het namaken en zal het beste worden ekelhaft gut. Walgelijk goed is Pélissier.

Hofodstuk 13
Hij zal dan Parijs verlaten, lukt niet te analyseren. J.Baptiste leer brengen.

Hoofdstuk 14
Baldini geiteleer bij Grimal besteld  Grenouille leveren parfumerie, nooit in een parfumerie geweest en blijft daar hangen. Wordt niet serieus gnomen.
Baldini wilde stoppen met winkel Grenouille wilde daar blijven.
Der Zeck.. ev
Baldini naar Messina
Grenouille zei dat hij wilde werken bij Baldini wilde het leer laten ruiken met ‘amor en psyche’ van Pélissier wist dat niet maar rook het en noemde op welke bestanddelen er in andere mate in hoorden Baldini twijfelde. Hij kon zo raden waar de flesjes stonden die hij nodig had om de geur na te maken. Baldini zegt dat hij nooit alle geuren kan kennen, en Baldini denkt dat hij voor de gek gehouden wordt. Grenouille is zeker van zijn doel. P90 (midden) der Zeck, P 99 olfactorisch.
Baldini dacht, laat die gek maar morsen, ik zou ze zelf ook vermorst hebben. Waren heel duur. Geeft hem de kans en geeft hem wat hij nodig heeft. Baldini heeft er weinig vertrouwen in.
Laatste zin belangrijk.

Hoofdstuk 15
Baldini denkt dat het Grenouille’s onvermogen is. Grenouille gebruikte geen instrumenten die de parfumeurs wel gebruikten. Toen Baldini uitviel naar Grenouille, was de ruimte al met de geur verzadigd. Het was hem gelukt. Grenouille vond het geen goed parfum, slecht samengesteld en ging het verbeteren. Baldini zou erover nadenken of Grenouille mocht komen werken. Het was beter dan de oorspronkelijke geur van Pélissier. Hij voelde zich helemaal geweldig. Het kreeg de naam ‘Nuit Napolitiane’. Zijn vrouw wist van niks maar merkte dat hij opgewekt was en was hiermee tevreden. Hij vergat te bidden voor het slapengaan.
Blz 110,111,112 Dieses Parfum war kein…so gut.. 112 laatste regel onder indruk

Hoofdstuk 16
Baldini kocht Grenouille af bij Grimal. Grimal bezatte zich met wijn en viel noodlottigerwijze op de Quai des Ormes, wan waaraf hij in zijn volle lengte met zijn gezicht naar voren in het water plonsde als in een zacht bed. Hij was onmiddellijk dood. Hij dreef de Seine af. Vergelijking met teek. P114 ‘Glockenspiel..Pont au Change’

Hoofdstuk 17
Opbloei van Huize Giuseppe Baldini tot nationaal/Europees aanzien. Veel verkocht. Veel hoogheden. Baldini zat met Grenouille in werkplaats en Chénier moest de clientèle doen. Alles in de hoogste klasse, met succes. Chénier wist niet hoe dit kwam. Grenouille volgde de procedure op die professioneel was en Baldini kon nu de handelingen volgen en vastleggen en noteerde alles. Het was een wonder. Hij schreef alle formules op die hij opborg in een brandvrije geldkist en altijd bij zich droeg en zelfs mee naar bed nam. Omgang met maatbeker en weegschaal hielp Grenouille ook. Hij kon alles uitdrukken in grammen en druppels en ook experimentele tussenstadium overslaan. Hij kon de formule meteen opstellen als dat hem gevraagd werd. Hierdoor was de meester niet meer achterdochtig en angstig. Twee voorwaarden moesten vervuld worden: de ene was de dekmantel van een burgerlijk bestaan, minstens de status van gezel, onder de hoede waarvan hij zijn eigenlijke hartstocht kon koesteren en zijn eigenlijke doel ongestoord kon najagen. De andere was kennis van de ambachtelijke procédé’s waarmee men geurstoffen fabriceerde, isoleerde, concentreerde, en zodoende pas voor hogere toepassing beschikbaar stelde. Hij moest de geuren tastbaar maken. Samenwerking had voor beide voordelen. Gezel met vaardigheden. Procédé en apparatuur (alambic) maakten enorme indruk. Laatste zin!
P.121 ‘was er bei.. konnte’. ‘die andre war..machte’

Hoofdstuk 18
Leerde alles van het vak. Alle watertjes, poedertjes, toilet en schoonheidsartikelen, thee, specerijmengsels, likeur, marinades etc. Hij was zeer ijverig in bereiding van tincturen, extracten en essences. Beschrijving over hoe ze te werk gingen. Leerde het destilleren en geuren tot olie maken.
P125 ‘Der blöde Rest.. Ballast’

Hoofdstuk 19
Alles vereiste een bijzondere aanpak. Geur van glas destilleren. Veel teleurstellingen, hij wilde door destillatie radicaal nieuwe geuren produceren, die er nog niet op aarde waren geweest. Maar het is slechts scheiding van geuren. Tot hij doorhad dat hij er niet in ging slagen, staakte hij zijn pogingen en werd levensgevaarlijk ziek. Hij was een specialist geworden en kreeg vrije hand in de omgang en benutte het in dit hoofdstuk.
P128 ‘dass die Hitze. P129 Er wusste ja nicht.. absöndern konnte. P130 Als er sich….krank.’

Hoofdstuk 20
Eerst zweetuitbarstingen, puisten. Veel zweren. Baldini maakte zich zorgen. Veel nieuwe bestellingen vanuit de provincie, maar ook van buitenlandse hoven. Hij dacht aan nog een filiaal. Hij wilde voor een aantal hoge en zeer hoge klanten persoonlijke parfums maken, of laten maken, die alleen bij een persoon pasten. Dromen hierover. Hij liet alles eraan doen om Grenouille beter te maken. Hij had een syfilitische vorm van zwarte pokken(stadio ultimo) en mazelen. Een bloedzuiger kon niet worden aangebracht. Er was geen stank aanwezig. Ze dachten dat hij ging overlijden binnen 48 uur. Baldini verdrietig. Hij probeerde Grenouille een parfumistische biecht af te nemen. Alles tevergeefs. Grenouille zweeg. Toen vroeg hij of er nog andere methoden waren om geur te winnen uit een voorwerp behalve persen en destilleren. Drie manieren; de enfleurage à chaud, de enfleurage à froid en de enfleurage à l’huile. Voor winning van allerfijnste geuren. Grenouille sloot zijn ogen en Baldini was gedeprimeerd. Grenouille sliep alleen maar. Na een week was hij genezen.
P133 und opwohl…Procope heisse.
P137 Es gibt..Stadt Grasse
Laatste alinea!

Hoofdstuk 21
De inwilliging kwam na drie jaar. Er kwam een filiaal en brak met zijn exclusieve parfums door aan hoven en ontving koninklijk privilege. Overal Baldini’s parfums. Grootste parfumeur van Europa en tot een van de rijkste burgers van Parijs 70 jarige Baldini.
1756. huis volgestopt met stoffen en kruiden. Grenouille mocht in de toekomst geen parfums zelf maken, niet formules doorgeven en moest Parijs verlaten en mocht tijdens Baldini’s leven de stad niet in en moest hierover stilzwijgen. Hij was het hiermee eens om zijn gezellenbrief te krijgen en dan was ie tot burger geworden met enig aanzien.Hij zwoor dit. Hij wilde gezellenbrevet. Hij wilde zijn innerlijk tot uitdrukking brengen. Dit was alles wat hij te bieden had. Grenouille verliet hem. Baldini wilde zijn oude dag slijten in Messina. Geen hand gegeven. Hij had een hekel aan Grenouille en vond hem vies. Gaf hem wel een kleine fooi mee. Grenouille wilde naar het zuiden voor nieuwe technieken. ‘Im Frühjahr..zu vergessen.’

Hoofdstuk 22
Baldini keek hem na. Hij had zich onbehaaglijk gevoeld met hem. Hij was bang voor boetedoening voor dat hij zich met hem ingelaten had. Geweten en nervositeit. God zou een oog dichtknijpen. Hij zat buiten de gildenregels gaven van ongeschoolde jongen uitbuiten en als zijne voordoen. Hij bedroog hem, maar aanvaardde hij zonder spijt en schaamte. Zou God Pélissier straffen? Hij had veel geld en geluk. De griezel was weg en had 600 formulesrijkkom. Grenoulle zou hij niet meer zien. Hij zou nog naar de Notre Dame gaan met een gevoel van dankbaarheid, maar er kwam wat tussen.
Engeland en Frankrijk in oorlog. Hij wilde parfums naar Londen uitstellen.
Wilde parfum maken  ‘Prestige du Québec’. Voor aanstaande krijgshandelingen om koloniën in de Nieuwe wereld. Dit bedacht hij voor het slapen gaan. Hij sliep en ontwaakte niet meer. De 3e en 4e pijler van de Pont au Change stortte in en twee huizen in de rivier. Geen bewoner gered. Het ging om twee personen, Giuseppe Baldini en vrouw Theresa, personeel was uitgegaan. Chénier kreeg een zenuwinzinking en hoopte om testament van Baldini, maar nu was heel de erfenis weg. Er werd niks gevonden er bleef alleen geur over. Ironie: laatste regels H22 belangrijk.

Hoofdstuk 23
Het huis van Baldini weg, Grenouille op weg naar Orléans. Weinig geuren. Verlossingvrij ademen. Ademde liever uit dan in. Wilde weg van de mensen. Parijs was vol. Grenouille had er 18 jaar geleefd nu. Verdichting van de mens bij Orléans rook hij. Hij had een hekel aan de geur van mensen en ging met een boog om de stad heen. Hij ging naar het binnenland, maar ook niet in dorpen. Hij wilde weg van alle mensen en wist niet dat het oorlog was. Hij wilde niemand tegen komen en daarom ging hij voortaan alleen ’s nachts op pad. Overdag sliep hij, zodat hij geen mens zag. Hij had geen ogen of licht nodig hiervoor, omdat hij het kon ruiken. Zuivere lucht was in tegenstelling tot mensenlucht heel schoon. De mensenlucht was vies. Oorspronkelijke doel vergeet hij en hij was in eenzaamheid. P149 ‘Am dritten…Orléans’

Hoofdstuk 24
Auvergne, op de top van een vulkaan Plomb du Cantal. Het was onherbergzaam en eenzaam. 1756 in augustus bereikte Grenouille op achttien jarige leeftijd de top van de berg. Hier was zuivere lucht. Dit was zijn doel en hier zat hij gevangen. Hij was bevrijd, alleen, enige mens en dit was voor hem het geluk. Niemand woont op bergen. Behalve vleermuizen en kevers.
P 154. ‘Er war tatsächlich vollständig allein…welt.’

Hoofdstuk 25
Hij eet beesten, gras, salamanders en ringslangen. Hij zou het hier niet snel verlaten, had geen genot, hij vond iets beters. Een natuurlijke mijngang, waar het stil en donker was. Hier was nog nooit iemand geweest, rook hij. Hier was het veilig en leefde hij in geluk. Hij bleef in die gang. Zijn boete was eenzaamheid. P157 ‘Man weiße, verbreiten wollen.’
Grenouille: eigen enige behoefte om dicht bij zichzelf te zijn. 20 uur in de grot.

Hoofdstuk 26
Hij ging geuren oproepen. Van Gaillard, Bussie, Cimetière des Innocents, moeder, Grimal. Hij wilde de gruwelijke geuren vervagen. Dan kon hij de fijne geuren ruiken. Hij was rijk als hij lekker kon ruiken. Het was zijn ‘geurvolk’.
Innerlijke imperium, hij vergelijkt zichzelf met God.
Und als er sah…erfreute.
P162 das es gut war..sehr.
Und der Große..

Hoofdstuk 27
Hij is moe van de goddelijke scheppings- en representatieverplichtingen. Droomwereld, zieletheatergeuren herinnering.
3e en 2e laatste alinea  teek.

Hoofdstuk 28
Hij is er 7 jaar lang. Er is oorlog in Silezië, Saksen, Hanover, België, Bohemen en Pommeren.
Troepen van de koning sneuvelden in Hessen, Westfalen, op Balearen, in Indië, aan de Mississippi en in Canada.
Veel levens, koloniën en geld verloren  punt erachter.
Grenouille was bijna bevroren.
5 dagen in purperen salon, droom.
Sneeuw, hij voedde zich met vleermuizen en een dode raaf.
Laatste alinea!
Catastrofe in de wereld.

Hoofdstuk 29
Geen externe catastrofe maar intern. Het gebeurde in de droom in de slaap in het hart in zijn fantasie. Hij lag in zijn salon en sliep. Veel van zijn geuren had hij gedronken. Hij weet dat de mist die hij ziet zijn geur is en deze moest hij inademen om niet te stikken door de geur van het roodharige meisje. Hij brak de muren van de salon met een schreeuw. Hij werd bang wakker. Hij zou leven veranderen, ookal was het alleen maar omdat hij zo’n vreselijke droom niet nog eens wilde.
Hij ging uit de grot en hij voelde zich veiliger en herwon koelbloedigheid.
P136 Het was sierlijk om zeer goed te kunnen ruiken.
Hij daalde weer af naar de grot tegen de avond. Er was geen geur in zijn kleren. De kleren bevatten een olfactorisch dagboek van de laatste 7, 8 jaar. Alleen zijn eigen geur, de geur van degene die de kleren gedragen had, bevatten ze niet. Hij was bang, het was een raadsel van zichzelf. Aan het einde van de mijngang vielen de angsten. Hij bestreed de angst niet te weten, de angst voor het weten. Het rook hetzelfde als voorheen, verliet de Plomb du Cantal in zuidelijke richting.

Hoofdstuk 30
Hij had veel haar en lange nagels. Hij kwam boeren tegen op de akker bij Pierrefort. Mensen zagen hem als sensatie. Boswezen? Gevluchte Galeislaaf? Zeeman van indianenstam?
Hij moest naar de burgemeester en toonde zijn gezellenbevret en praatte na 7 jaar. Hij zei dat hij gevangen gehouden was in rovers in een grot, want dat was geloofwaardiger. De burgemeester maakte een verslag en stuurde dat naar markies de la Taillade Espinasse, leenheer van de stad en lid van parlement van Toulouse. Hij was erg geïnteresseerd in de wetenschap.
Grenouille was 25 jaar. Hij kwam bij hem in het laboratorium voor onderzoek.
Fluidum letale  kracht lamleggen eten van planten die van aarde af groeiden hadden hem in leven gehouden. Naar Montpellier.
Taillade Espinasse ontbindingsgas, letale aardfluïdumtheorie pokken en littekens en organen aangetast.  Ventilatietherapie en vitaaldieet; juistheid van zijn theorie kon volgens hem bewezen worden. Grenouille voelde zich gezond en sterk. Kuur en dieet  na vijf dagen in bad geknipt en verzorgd. Dier  mens. Grenouille verbaaste zich erover dat hij er zo normaal uitzag en keek voor het eerst in de spiegel. Alleen kleren, kapsel en cosmetica hadden een mens van hem gemaakt in plaats van het dieet. Hij bewondert zichzelf in de spiegel.
Fluïdum lethale theorie  samenhang van nabijzijn van de aarde en Vitalkraft. Leven alleen ontwikkelen op bepaalde afstand van de aarde aarde stoot rottingsgas uit en dat heet fluïdum lethale, zou de vitale krachten verlammen en laten verdwijnen  theorie door groei van de aarde te verwijderen. Hij wilde de theorie bewijzen met Grenouille.

Hoofdstuk 31
Grenouille viel flauw en doet alsof. Hij riep dat hij het parfum niet wilde. Hij vertelde de markies dat hij als parfumeur een gevoelige neus bezat en hevig op bepaalde parfums reageerde. Het was gelul maar wilde zelf een parfum maken. Viooltjesgeur was volgens hem een herinnering aan zijn aardhol bestaan en daar kon hij niet meer tegen. Hij wilde zelf een parfum ontwerpen. P 190! Heel het huis en de kleding werden gelucht en Grenouille werd naar de beste parfumeur gebracht. Runel stond zijn parfumerie voor een uur af. Niet veel stoffen, maar die Grenouille nodig had voor zijn herstel waren aanwezig. Hij creëerde een merkwaardig parfum verrotte kaas, kattepoep, azijn, zout, sardienengeur, rot ei, ammonia, nootmuskaat etc. Civet en alcohol. Het rook meer naar een kadaver. Daarna voegde hij er frisse geuren aan toe. Niets akeligs meer ruikbaar. Hij deed het in twee flacons en nog een parfum met hetzelfde als het vorige mar dan geen heksenbrouwsel. Hij wilde onderscheiden worden. Hij bracht het heerste parfum overal aan en verliet de werkplaats.

Hoofdstuk 32
Hij vond zelf dat ie stonk en voor het eerst verspreidde hij een menselijke geur. Nu had hij wel uitwerking op mensen en daar was hij trots op. Geen afkeer reacties van mensen, maar vriendelijkheid. Hij wilde zijn lucht verspreiden acceptatie. Hij tilde een kind op om bruid te zien. Hij was niet bang, haatte de mens nauwelijks, maar verachtte hen uit het diepste van zijn hart stinken, dom, voorliegen, bedriegen. Ze waren niets en hij alles. Hij ging de kerk in. Tevredenheid. Hij kon de geur verbeteren dacht hij. Hij wilde de God van de geur zijn. De geur kon men niet aan ontkomen, deel van de adem. Wie geuren beheerste, die beheerste het hart van de mensen. Hij wilde mensen beheren, omdat hij door en door slecht was. God stonk wierook, geen echte. Laatste regel!

Hoofdstuk 33
Markies was onder de indruk, ook op de invloed die het had op de toestand van het individu. Persoonlijkheid. Markies voelde zich door het parfum bezield, jaren jonger. Recept  50 Louis d’or. Enorme toeloop bij presentatie van de markies om Grenouille. Succes! Onder indruk. Grenouille luisterde niet in de ban van zijn geur. Iedereen dacht dat het van de markies zijn theorie was. Leve het vitale fluïdum! Laatste alinea.

Hoofdstuk 34
P 204, 205. roem verhaal van de rovers vertellen. Oefening in taal en in de leugen. Vertrouwen en zekerheid.
Begin maart ging hij weg en had het parfum niet opgedaan. Niemand herkende hem, wachten hadden hem ook niet herkend. Markies zei maar dat hij voor de familie aangelegenheden naar Parijs mocht. Artikelen over fluïdum lethale Taillade verschenen. 1764 eerste loge.
Expeditie naar Pic du Canigou, hoogste berg Pyreneeën. Hij wilde 2800 naar boven naar de top laten dragen  zuiverste, friste, vitale lucht. Na Vernet, de laatste mens, gaven de mensen het al op. Hij ging alleen verder. Sommigen zoektocht, maar vonden niks meer van hem. Zijn leer bleef belangrijk. Mythe dat hij wilde blijven daar boven voor eeuwig en er opgelost was. P207! Wie zo hoog kwam, werd een deel van hem. Dan was je een jaar lang niet ziek of had je geen last van ouderdom. Nu nog Tailladistenloges  berg beklimmen om eeuwige leven en huldiging van hun meester.

Hoofdstuk 35
Eerste etappe van de reis van Grenouille duurde 7 jaar. De tweede 7 dagen, zonder omwegen. Hij had zich op een boot naar Marseille in laten schepen in Le Grau-du-Ri. Twee dagen later in Toulon, drie dagen later in Cannes. Rest te voet. Stad Grasse, handelsmetropool voor de geuren. Zocht altijd eerst de buurt van de looiers op voor zekerheid. Het was een vieze stad.
Rue des Marais Parijs 1753 had hij geur van roodharige meisje geroken en haar gedood. Nu geur terug gevonden geluk dodelijke schrik. Hij ging naar Grasse om andere geuren vast te leggen. De geur was niet identiek, maar leek er veel op en kwam ook van een roodharig meisje, met witte huid, groene ogen, sproeten. Geurherinnering. Het rook fijner, maar het meisje uit Parijs was nog een kind. Hij bewondert het meisje wat de geur zou dragen en wilde de geur bezitten, tuin. Geur was nog niet volmaakt en ging terug naar de stad, hij had 2 jaar de tijd nog nodig om de geur van hem te maken. P. 216,217,218.

Hoofdstuk 36
Vroeg bij parfumerie om werk, Arnulfi. Patroon net overleden. Vrouw geen geld, onderdak en eten bieden maar Grenouille en de vrouw werden het eens. Hij was het eerste gezel van Druot.
Geur van bloemen bewaard vet. Volgende dag met nieuwe bloemen verrijken, vet verzadigd. Geurende pommade  essence absolue.

Hoofdstuk 37
Hard werken. Druot. Grenouille kon alles goed en verbeterde Druot telkens. Hij deed alles nauwkeuriger door zijn neus en Druot volgde zijn adviezen op. Druot naar ‘Quatre Dauphins’ naar boven madame Arnulfi?. Essence absolue zuiverder dan die hij met Druot maakte. Hij moest de bloemen met zorg behandelen koude enfleurage jasmijnpasta, huile Antique de Tubéreuse meest effectieve manier om tere geuren vast te leggen. Opbrengst wel kleiner dan bij het macareren. Bij slachthuis vetten kopen, moest nauwkeurig  vond Druot moeilijk en liet de beslissingen aan Grenouille over. Druot snapte er niks van. 3e laatste alinea, waarom Druot en Grenouille zo goed met elkaar overweg kunnen.
Herfst en winter rustiger, olieolijven. Wijn alcohol destilleren. Druot veel seks met madame. Grenouille zag zelden iemand behalve de meid  soep ’s middags en ’s avonds met brood en olijven. Ging zelden uit. Deed wel mee aan bijeenkomsten van gezellen en optochten. Wilde verveling uitstralen en dat er spot met hem gedreven werd. Hij wilde oninteressant zijn rust.

Hoofdstuk 38
Atelier. Wilde recept voor eau de cologne uitvinden maar experimenteerde met andere geuren nieuw parfum. Wilde aantal persoonlijke geuren aanleggen. P.231 laatste zin eerste alinea.
1. onopvallendheidsgeur
2. zweterig parfum: bescheiden geur: boodschappen doen anders te onopvallend
3. meelijwekkende geur: marktvrouwen roken hem hongerig en hulpeloos
4. geur van walging: alleen zijn en gemeden worden.
Jacht op geuren, wilde geur verkrijgen van levenloze dingen  absorberende kracht van het vet en zelfs met alcohol. Hij wilde een drupje essence absolue van de geur illusie van het origineel onweerlegbaar voor de neus.
P233 Im Schutz.
- kalkgeur  olfactorisch miniatuurmodel van olijvebosje achter klooster.
- Beesten  resultaten niet bevredigend, moesten op gemak worden gesteld, doden
- Jonge hond lijkengeur won geur van de ziel en van een levend wezen.
Massa – aura, eerste individuele geur: buit in hospitaal van Charité. Aan de tering gestorven tassenmakersgezel. Geur niet de moeite waard.
Bedelares, had lapjes op haar huid (+vet en olie mengsel.
Daarna rusten, wilde geen levend mens in geheel bemachtigen en parfumistisch verwerken risico’s
Geen nieuwe inzichten. Menselijke geur deed hem niet veel.
Wel: geur van bepaalde mensen  zeldzaam tot liefde inspireren, die liefde opwekken Slachtoffer. Eerst mensen doden geur, maar laten zich zomaar niet de geur afnemen doden angstzweet geur niet origineel meer.

Hoofdstuk 39
Weduwe Arnulfi huwde haar 1e gezel Druot in januari Maître Gantier et Parfumeur. Ze hield Arnulfi aan, behield vermogen, financiële leiding van de zaak en sleutel van dek kelder. Grenouille eerste en enige geel tuin achter de muur kijken, hart klopte sneller van geluk hield van de geur  nog een jaar wachten op het meisje achter de muur. Grenouille  teek. Eind 3e en begin 4e alinea.
Verliefd gevoel van de geur meenemen in slaap, maar beseft dat geur weggaat. 5e laatste alinea teek. Wilde geur namaken en geur van het meisje bezitten, maar hier had hij andere geuren voor nodig meisjes geuren om vast te houden, vergelijkt hij met diamant.
P245 parfumistisch probleem. 246: natürlich ..sein.

Hoofdstuk 40
Mei in Opio, naakte lijk van een meisje gevonden(15). Wijze vermoorden geen angstzweet. Neergeslagen met knuppel. Boer vond haar. Ze was te mooi: beschuldigde de zigeuners mensenhaar in kussens, oude kleren kleedjes weven. Geen zigeuners in omtrek. Toen verdenking Italiaanse seizoenarbeiders geen Italianen (pas in juni).
Pruikenmakers, joden, geile monniken van benedictijnenkloosters, cisterciënzers, vrijmetselaars, bedelaars, zedeloze adel, markies de Cabris onderzoek gestaakt.
Juni Italianen kregen verbod om met vrouw en kinderen om te gaan.
Na jasmijnoogst weer twee mooie meisjes dood, warmbloedig, zwart haar, naakt, geschoren, ondiepe wond op achterhoofd op een bloemenakker. Meisjes Italiaans dochters van dagloner uit Genua. Geen motief. Maatregelen zinloos, daarna weer meisjes lijk Sardijnse wasvrouw.
Elke wek een meisje dood de mooiste, donkere, zwoele, net geen vrouw.
Daarna elk type meisje niet te mager.
Overalongrijpbare moordenaar.
Alle meisjes maagd, radeloos.
Eind september meisjesmoordenaar naar Grasse > 24 maagden dood  bisschop vervloekte hem.
Succes.
Moorden hielden op.
Oktober en november geen meisje dood. In Grenoble meisjesmoordenaar met zelfde werkwijze ( 7 dagreizen verder)
1 januari 1766  veiligheidsmaatregelen ingetrokken gedeeltelijk en geen angst meer, alleen wie dochter had van die leeftijd bang. (laatste alinea) genoeg dode meisjesgeur om andere geur van te maken. P253. Nur wer…zu wollen.

Hoofdstuk 41
Antoine Richis uit Grasse vertrouwde het niet weduwnaar, dochter Laure. Wilde haar laten trouwen met zoon van een baron van Bouyon. Hij wilde een dynastie stichten en nakomelingen krijgen met het hoogste maatschappelijke aanzien en politieke invloed. Hij had twee zoons nodig zaak overnemen en een juridische loopbaan. Parlement in Aixadel. Hij was rijk. Dochter was het kostbaarste(16) donkerrood haar en groene ogen, hij wilde liever een vreemde zijn dan haar vader uit begeerte. Bewaking van het huis versterkt, angst bij Antoine Richis, faam van haar schoonheid.

Hoofstuk 42
Laure naar buiten, blauwe jurk. Pure angst om dochter dood te vinden. Moordenaar bezat een systeem. Richis dacht dat de moordenaar zo’n verzamelaar van schoonheid was. Laure was dan de kroon op zijn werk besef van gevaar. Streven van de moordenaar was op Laure gericht. Moroden bekronen door haar te doden. Mutatis Mutandis opzet concurrent doorzien, stond je boven, niet in laten pakken. Hij hield wel van Laure maar wilde haar ook gebruiken. Frisse overmoed. Systeem zakelijke benadering.

Hoofdstuk 43
Ging naar Grenoble reizen met zin dochter, pistolen mee, geld, om 8 uur ’s ochtends karavaan in beweging. Richis voorop, dan dochter, dienstmaagd, bediende met twee pakpaarden, dozijn muildieren en twee knechten. Maakte veel indruk op mensen en riepen veel vragen op. Optocht was afleidingsmanoeuvre en ging niet naar Grenoble. Alleen muildierkaravaan wel. Hijzelf en Laure en de meid  Cabris. Naar de kust, overvaren naar Lerin, klooster Saint Honorat. Dochter onderbrengen en zelf naar Vence gaan overeenkomst met baron Bouyon huwelijk Laure en Alphonse. Voostel was enorm, voorwaarde: alleen huwelijk binnen 10 dagen en seks wonen in Vence. Faam van Laures schoonheid zou nog groeien en Richis rijkdoom ook en Bouyons financiële misère ook. Zaak ondermijnen van de moordenaar. Werk van de moordenaar zou dan zijn waarde verliezen, omdat Laure dan geen maagd meer was en getrouwd is. Dochter was nog niet overgevaren en plan nog niet voltrokken.

Hoofdstuk 44
Antoine en Laure verlieten de stad, Grenouille was op dat moment in Arnulfi’s atelier. Buiten in zijn hut had hij de geuren van de 24 maagden. 25e zou hij vandaag bemachtigen. Inbreken was zinloos in het huis van Antoine, hij wilde naar binnen sluipen bij schemering. Hij zou dan in het bezit van alle essences zijn voor het beste parfum van de wereld. Grasse verlaten als de bestgeurende mens op aarde. 2e alinea! Er klopte iets niet. Geur was weg en daar schrok Grenouille van. 5e alinea!
Neus rook dat ze naar Grenoble gereisd waren. Geur kwam van Cabris af. Grenouille volgde zijn neus. Op zee. Ze naderden La Napoule, waar Grenouille in een gasthuis verbleef in een stal. De Richis gingen daar ook overnachten en ze stelden zich voor als edelmannen uit Castellane. Grenouille als leerlooiersgezel uit Nice. Ze gingen slapen maar Richis zag geen enkel gevaar in Grenouille (geur). Grenouille stond op en had niet geslapen hij ging zich voorbereiden.

Hoofdstuk 45
Grenouille ging aan de slag. Doeken ingevet, klap met knuppel vindt Grenouille het ergst. Meisje verpakt, haar eraf 6 uur wachten. Enfleurage, bleef wakker, dacht over zijn verleden, hij was weg van zichzelf. Dit was zijn eind doel. Hij had vredige rust.
Dieses warten liebte er zinvol.
Blz 278 gelukkig wens
Laatste zin!

Hoofdstuk 46
Hij voltooide zijn werk, het werd ochtend, nu was ze pas echt dood voor hem omdat de geur ervan af was. Hij verliet het daar. Richis werd om 7 uur wakker en ontdekte haar dood. Blz. 280 Sie war für ihn.. sich.

Hoofdstuk 47
Nieuws verspreidde zich snel. Rijke Richis kon dochter niet beschermen terwijl hij alle beschikking had. Bidden.  nauwelijks nog gewerkt maatregelen, klopjacht. Individu was te onopvallend geweest. Stadswacht had hem voor het atelier van Arnulfi en Maître Druot gezien & hij hinkte een uur later Grenouille gearresteerd. Hij was het. Stadswacht wijst hem aan als schuldig. In de hut alle kleren en haren van de meisjes, knuppel en linnen ransel. Hij was eindelijk gepakt.

Hoofdstuk 48
Mensen geloofden het niet. Bewijzen publiekelijk getoond en Grenouille getoond voor het raam op de 1e verdieping van de Prévôté. Ongeloof. Grenouille snel terug naar kerker woede. Snel proces. Hij had geen motief: hij had ze nodig niet bevredigend. Hij werd geestesziek verklaard. 15 april 1766 vonnis gekruisigd worden met twaalf slagen van de ijzeren staven spieren onwerkzaam, binnen 48 uur. Grenouille had geen wensen meer. Ze mochten kijken voor geld. Hij at niks en sliep alleen. Dronk water, sliep zijn laatste uren. Hij was 27 jaar. Schavot. Sensatie. Leek feestdag, Richis walgde ervan en hoefde niks te zien (ekel) pas bij de executie wilde hij Grenouille pas zien.

Hoofdstuk 49
5 uur ’s middags  terechtstelling. Veel mensen verzameld 10 000. veel bedrijvigheid. 2 spankoetsen door de Rue Droite. Grenouille stapte uit. Wonder  hij kon onmogelijk een moordenaar zijn onschuld in eigen persoon. Iedereen had Grenouille lief overgave. Niet meer tot handelen in staat. God had de beulshand tegengehouden, sympathie en ontroering. Een orgie ontstond. Grenouille stond er glimlachend bij, aan zichzelf te danken. Eigen God. Grote Grenouille kon er niet van genieten, parfum. Walging voor mensen. Vergalde zijn triomf, hij wilde een keer in zijn leven worden opgemerkt en van een ander mens zijn respons ontvangen op zijn enige ware gevoel. Hij wil 1x omwille van zichzelf geliefd worden (niet om parfum).  haat. Het was zijn wezenlijkste droom. Richis ging op Grenouille af. Grenouille voelde zich bijna verlost en klampte hem vast. Hij wilde vluchten.  buiten bewustzijn.
299 Und dan geschah ein Wunder…
Er erstieg der Kutze wie ein frei Mann.

Hoofdstuk 50
Kwam bij in bed van Laure Richis. Antoine waakte. Alles van Laure was opgeruimd. Feestvierende stad. Grenouille voelde zich veilig. Vonnis werd vernietigdvrij. Antoine wilde dat Grenouille bij hem bleef als zoon. Richis was gelukkig toen Grenouille ja zei. Grenouille verliet. Hij geurde niet meer en kon onopgemerkt door de menigte lopen, wonder was voorbij. Hij verdween dwars door het landschap in westelijke richting.
Ervaring om dronken (kater)/ halfnaakt wakker te worden en public was beschamend en gruwelijk voor iedereen. Uit geheugen, beschaamd, allemaal schuld, schavot afbreken. Zaak Grenouille is afgedaan verklaard in de Prévôté. Onderzoek naar moord heropend. Volgende dag arrestatie Dominique Druot. Maître Parfumeur in de Rue de la Louve. Ze martelden Druot bekendterechtgesteld. Ze knoopte hem. Lijkbijzetten. Zaak afgedaan. Grenouille was vergeten, leven genormaliseerd. Mensen werkten hard en gedroegen zich goed. P.309 ogen dicht sfeer. Het is wel goed.

Hoofdstuk 51
Grenouille reisde ’s nachts. Steden uit de weg, meed wegen, overdag sliep hij. ’s Nachts trok hij. At wormen, gras, paddenstoelen, bloemen en dode vogels. Door Provence. Gestolen roeiboot Rhône ten zuiden Orange. Ardèche tot diep in Cevennen Allier naar noorden. Auvergne: vlak bij Plomb du Cantal. Holbestaan trok hem niet meer onleefbaar evenals leven onder de mensen. Hij wilde naar Parijs om te sterven. Flesje was nog bijna vol. Hiermee kon hij de wereld betoveren. In Grasse maar een druppel gebruikt. Beschikte over de macht. Alleen hij kon hem niet voor zichzelf ruikbaar maken. Kon zichzelf niet ruiken mensen zouden nooit weten wie hij was  maling overal aan, niemand weet hoe goed het parfum is en hoe goed het gemaakt is. Enige die het herkent is Grenouille geschapen en het de enige voor wie het zinloos is.
Orléans stak Loire over bij Sully. Dag later rook hij Parijs.
25 juni 1767 Parijs Rue Saint-Jacques. 6 uur ‘s ochtends.
4e alinea.. All das könnte er tun..etc.

stank. Pont Neuf naar rechteroever. Naar Cimetière des Innocents, Rue aux Fers kerkhof lijkengeur. Na middernacht dieven, moordenaars, hoeren, bandieten kampvuur en stank verdrijven. Grenouille ging zich tussen deze mensen begeven. Hij had de hele fles over zich heen gegoten. Normaal reageerden ze erg gevoelig op vreemd gezicht Grenouille geest/engel/bovennatuurlijks.
Ze deinsden terug uit eerbied en verbazing na ruiken geur flesje begeerte en enthousiasme naar hem toe. 20 à 30 personen om hem heen. Dichtstbij zijn. Vielen over hem heenaanrakenhyena’s. Mensenlijf was taaisneden hem open met dolken en aten Grenouille op. Half uur later was Jean Baptiste Grenouille van de aardbodem verdwenen. Ze waren overvallen door liefde opeten. Iedereen stil en verlegen, mens opeten had nooit iemand gedaan, was te afgrijselijk. Verbaasden mannelijkheid. Geen gewetensnood, opluchting. Prettig gevoel en geluk. Elkaar aankijken en glimlachen, trots, voor het eerst iets uit liefde gedaan.