Das Mädchen unter der Brücke door Nina Rauprich

Beoordeling 7.5
Foto van een scholier
Boekcover Das Mädchen unter der Brücke
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas havo | 2543 woorden
  • 17 mei 2008
  • 37 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
37 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Nina Rauprich
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
1993
Pagina's
123
Oorspronkelijke taal
Duits

Boekcover Das Mädchen unter der Brücke
Shadow
Das Mädchen unter der Brücke door Nina Rauprich
Shadow
ADVERTENTIE
Slim oefenen met Mijn Examenbundel

Wil jij onbeperkt online oefenen met examenopgaven, uitlegvideo's en examentips bekijken en je voortgang bijhouden? Maak snel een gratis account aan op mijnexamenbundel.nl. 

Ontdek Mijn Examenbundel
Samenvatting

Susanne’s beste vriendin Doris is verhuist, ze woont nu 600 kilometer van Susanne verwijderd. Ze schrijven elkaar nog wel, maar toch mist Susanne haar best wel erg. Bij haar thuis is het best wel grauw, maar haar moeder ziet alles positief in, ze zegt altijd: ‘Anderen hebben problemen, wij niet.’ Haar vader woont ergens anders, want haar ouders zijn gescheiden. Susanne speelt ook piano, dus krijgt ze ook pianoles. Als ze op een dag weer pianoles heeft en totaal geen zin erin heeft, fietst ze langs een andere weg lang een brug, zodat ze zich ziek kan melden de les die dag.
Als ze langs die brug fietst, ziet ze dat er iemand onder zit. Nieuwsgierig gaat ze op het meisje af, die er ongeveer uitziet als 18. Ze stelt zich voor, en het meisje ook, ze heet Katja zegt ze. Ze is 16 jaar, 2 jaar jonger dus dan zoals Susanne haar eruit vind zien. Dan vraagt ze welke dag het is, en Susanne antwoord dat het donderdag is. ‘En welke datum?’, vraagt ze erna. Susanne vraagt zich af waarom ze dat wilt weten, en waarom ze dat niet aan een eerdere voorbijganger heeft gevraagd. Toch antwoord ze: 17 oktober. Dat vind Katja niet leuk, omdat de zon dan niet meer zo vaak schijnt en het steeds kouder wordt. Dan ga je toch naar huis, zegt Susanne. Als dat zou kunnen, antwoord Katja. Dan snapt Susanne het, Katja is dakloos. ‘Ga je mee naar het jeugdcentrum?’, vraagt Katja. Dat vind Susanne goed, maar ze moet nog wel afbellen voor pianoles. Ze vraagt aan een vrouw die langskomt geld om te bellen, omdat haar moeder zogenaamd in het ziekenhuis ligt. Tegen de pianolerares verteld ze dat ze ziek is.

Samen gaan ze naar het jeugdcentrum, genaamd Treffpunkt. Susanne is daar nog nooit geweest, maar komt al gelijk een bekende tegen, Thomas Knollman uit haar klas. Susanne stelt hem voor aan Katja waarna de standaartvragen zoals ‘Hoe heet je’, ‘Hoe oud ben je’, enzovoorts gevraagd worden. Na een tijdje gaat Susanne weer naar huis, zodat ze ongeveer even laat als normaal thuis komt.

De volgende dag op school moet ze de hele tijd aan Katja denken, en kan haar aandacht niet bij de lessen houden. Ze besluit na school weer naar het jeugdcentrum te gaan, in de hoop dat Katja er ook weer is. Ze heeft geluk, Katja is er. Ze neemt haar mee naar haar huis, en geeft een rondleiding. Ook geeft ze Katja een paar boterhammen te eten, omdat ze hele erge honger heeft.

Katja verteld dat ze nog een broer heeft, Burkhardt, alleen wordt hij door iedereen eigenlijk Buddi genoemd. Hij woont in een ander land. Bij Katja thuis ging het niet helemaal goed toen ze nog thuis woonde, dus werd ze in een pleeggezin geplaatst. Nu is ze dakloos, omdat ze weg is gelopen omdat ze het daar helemaal niet leuk vond. Ze heeft dus logischerwijs ook geen slaapplek, eten en geld. Susanne vind het zo zielig dat ze Katja eigenlijk in huis wilt nemen, maar ze denk niet dat haar moeder dat leuk zal vinden.

Susanne verteld haar moeder niks over Katja, omdat ze denk dat ze boos word omdat ze met een dakloze omgaat. ’s Nachts als ze ligt te dromen, droomt ze van een vogel die de hele tijd met zijn snavel tegen het raam aan tikt. Als ze wakker word is het geluid er nog steeds. Als ze gaat kijken ziet ze dat het geen vogel is, maar Katja, die met steentjes tegen het raam aan gooit. Ze zegt dat ze het koud heeft, dus vraagt ze of ze bij Susanne mag slapen. Susanne twijfelt, maar geeft toe.
Ze sluipt naar beneden en laat Katja via het keukenraam binnenkomen. Als ze weer zachtjes naar boven lopen horen ze de telefoon gaan, en Susanne’s moeder opnemen. Ze wachten net zo lang totdat ze weer opgehangen heeft, en als ze denken dat ze slaapt sluipen ze verder. Susanne maakt voor haar een bed op, maar opeens klinkt vanuit buiten een politiewagen die stopt voor haar huis. Katja wil vluchten en springt uit het raam, maar de agent houd haar tegen. Dan komt Susanne’s moeder de kamer binnen, en zegt tegen haar dochter dat het meisje een inbreker is. Susanne zegt dat ze het meisje kent, en legt alles uit aan haar moeder. Ook vraagt ze meteen of Katja bij hun mag komen wonen, maar daar moet ze nog over nadenken.

De agent komt de zaterdagochtend erna een protekol maken bij Susanne thuis. Susanne’s moeder wil eigenlijk geen verwaarloost meisje in huis hebben, maar aan de andere kant wilt ze Katja wel helpen. Op dinsdag hebben Susanne en haar moeder een gesprek met mevrouw Bliesmann. Mevrouw Bliesmann is aangesteld om voor Katja te spreken. Zij geeft Susanne en haar moeder meer informatie over Katja’s jeugd, en waarom ze weggelopen is. Toen Katja 4 jaar was ging ze naar haar eerste weeshuis, want haar moeder was alcoholist. Ze had Katja en haar 2 jaar oudere broer opgesloten en was zelf spoorloos verdwenen. Toen ze 5 jaar oud was zat ze in een pleeggezin. Ze miste haar broer heel erg, en dat gevoel werd extra versterkt doordat er geen enkel andere kind in het pleeggezin zat. Ze ging daarom terug naar het weeshuis om haar broer te kunnen vergeten. Toen ze 7 was wilde haar moeder Katja terug. Ze haar haar alcoholkuur met succes gehaald. Dus ging Katja weer thuis wonen, in de hoop dat het beter zou gaan dan eerst, en dat ze haar broer niet zoveel zou missen. Echter, hij wilde niet thuis komen wonen. Hij was weggelopen en kwam in een ander weeshuis terecht .Vanuit daar was hij nog een keer weggelopen. Sindsdien is hij spoorloos verdwenen. Mevrouw Bliesmann denkt eigenlijk dat ‘Buddi’ niet meer leeft.
Maar thuis ging het ook niet goed tussen Katja en haar moeder. Katja at niets meer. Haar moeder leerde een andere man kennen, maar die man mocht Katja echt totaal niet. Ook was hij gewelddadig en sloeg hij Katja. Ook begon haar moeder weer met drinken. Katja wilde niet nog een keer door een hel gaan en besloot daarom nog een keer weg te lopen, om voorgoed van alle ellende thuis verlost te zijn. Als gevolg daarvan kwam ze weer in een weeshuis terecht.
Toen kwam de laatste keer dat ze wegliep. Zo eindigde ze onder de brug.

Met zijn drieën komen ze eruit dat Katja bij Susanne en haar moeder kan komen wonen. Ze mag van Susanne’s moeder wel in de oude werkkamer van Susanne’s vader gaan slapen. Maar dit alles is op één voorwaarde: dat ze wel weer naar school moet.

Katja woont inmiddels alweer 4 weken bij Susanne en haar moeder. Op een dag vraagt Katja geld aan Susanne, en ze gaat naar het sigarettenautomaat. maar Katja komt maar niet terug en Susanne en haar moeder maken zich ongerust over waar ze zou kunnen zijn. Susanne bedenk dat ze misschien in het jeugdcentrum kan zijn, en wil gaan zoeken daar. Alleen mag ze van haar moeder daar niet heen, dus zegt ze tegen haar moeder dat ze een boek gaat terugbrengen naar een vriendin van school. Maar ze is ook niet in het Treffpunkt. Moedeloos gaat Susanne weer naar huis, maar op weg naar huis denk ze aan Thomas Knollman, die Katja heeft ontmoet toen Susanne voor het eerst met Katja in het jeugdcentrum was. Dus ze gaat langs zijn huis, maar daar is ze ook niet. Gelukkig komt Katja die avond om 11 uur terug. Als ze vragen waar ze de hele dag geweest is zegt ze dat ze naar haar broer Burkhardt is geweest.

Dan plotseling een paar dagen later belt Susanne’s vader op, om te vragen hoe alles met zijn dochter gaat. Tijdens een lang telefoongesprek komt hij erachter dat Susanne veel meer zelfverzekerd is geworden. Hij wil wel weer eens een keer afspreken om haar weer een keer te zien. Susanne is heel enthousiast en ze spreken af voor zondag. Alleen heeft hij liever dat ze naar hem toe komt, omdat hij denk dat Susanne’s moeder het niet goed zal vinden als hij naar Susanne toe gaat.

Ondertussen denk Susanne nog na over de ‘verdwijning’ van Katja een paar dagen eerder. Ze gelooft eigenlijk niet dat ze naar haar broer toe was, maar durft ook niet aan Katja te vragen waar haar broer dan was en hoe ze hem tegenkwam bijvoorbeeld. Die avond belt ze haar vader, met de vraag of hij niet die zondag naar haar toe kan komen. Daarop antwoord haar vader dat hij het met haar moeder gaat overleggen.

Dan is het zondag en is Susanne’s vader er. Katja blijft alleen boven zodat Susanne gewoon haar gang kan gaan en kan praten wat ze wilt, maar Susanne’s vader wilt Katja ook ontmoeten. Dus Susanne haalt Katja, maar zodra die Susanne’s vader ziet rent ze snel naar boven en slaat de deur dicht. Niemand snapt er wat van. Susanne gaat kijken wat er met Katja aan de hand is, maar Katja is weg. Er ligt wel een briefje dat ze Susanne’s rode trui mee heeft genomen. De ochtend erna is Katja terug met warme broodjes. Susanne’s moeder is boos en vind dat Katja discipline moet opbrengen. Ook moet ze zich beseffen dat ze zo weer terug kan naar het weeshuis. Katja heeft met het middageten haar rode trui met een andere trui (een zwarte) geruild. Susanne is hier boos over, omdat dit haar lievelingstrui was. Ook Susanne’s moeder vind dat zoiets ook gewoon niet kan; een kledingstuk tegen een ander kledingstuk ruilen. Zeker niet als het niet van jezelf is.

Het is al bijna Kerstmis. Susanne en Katja gaan samen cadeautjes kopen. Susanne is van plan voor Katja een meeuwenposter kopen, voor haar moeder een sjaal voor haar nieuwe jas, voor haar broer briefpapier en een boek. Alleen voor haar vader heeft ze nog geen idee wat ze gaat kopen. Dan is er een akkefietje tussen Susanne en Katja, wat ertoe leid dat Katja Susanne uitscheld, wat Susanne uiteraard niet leuk vind.

Het is 24 december. Dan verteld Susanne haar moeder dat ze wil gaan stoppen met piano spelen. Dit vind haar moeder vindt dit jammer, omdat een heel groot gedeelte van haar vaders kant ook piano speelt.
Als Susanne de kerstboom wilt optuigen samen met Katja, kan ze Katja nergens in het huis vinden. Susanne denkt dat Katja weer een geheime ontmoeting heeft met haar broer, Buddi. Daarom belt Susanne’s moeder mevrouw Bliesmann, omdat ze denk dat ze naar een denkbeeldige vriend toegaat. Mevrouw Bliesmann stelt voor dat Katja één of twee keer per week naar een psycholoog gaat. De volgende ochtend gaat de bel en Katja staat voor de deur met twee vrienden. Ze vrienden heten Ralf en Micha. De moeder van Susanne is er niet zo blij mee dat Katja ze heeft meegenomen. Zij had liever een Kerst gehad met zijn drieën. Susanne vindt dat ze de twee vrienden van Katja niet zomaar buiten kunnen laten staan. Haar moeder besluit dan toch maar dat ze mogen blijven eten. Als ze de cadeautjes gaan uitdelen krijgen Micha en Ralf appels, maderijnen en koekjes van de moeder van Susanne. Het wordt steeds later en Susanne’s moeder vindt dat de twee kinderen ook niet met Kerst buiten moeten slapen. Daarom mogen ze ook blijven slapen op luchtbedden in de hobbykamer. De volgende morgen zijn Ralf en Micha echter door het keldervenster samen verdwenen.

Susanne’s moeder verteld aan Katja dat ze ’s middags mee moet naar meneer Kranau, de psycholoog. Alleen Katja wil absoluut niet naar de psycholoog toe. Zij denkt dat het dan alleen maar over Buddi gaat. Susanne begrijpt dit wel en daarom besluiten ze dit maar geheim te houden. ‘s Avonds haalt moeder het spel Monopoly tevoorschijn. Katja vindt dit heel leuk, omdat ze dit ook in het weeshuis met veel kinderen deed. Maar na drie dagen wordt het spel toch behoorlijk saai. Ook gaan ze een keer met zijn drieën naar het Chinees restaurant. Dit vind Susanne erg leuk omdat ze sinds de scheiding van haar ouders niet uit eten is geweest.

Na een paar weken belt meneer Kranau op en vraagt of Katja nog steeds ziek is. Dit is een smoes van Katja, zodat ze al een paar weken niet naar de psycholoog hoeft. Als Susanne hierover met Katja wilt gaan praten die avond, is Katja verdwenen van haar kamer.

De volgende dag is Katja wel weer gewoon bij het ontbijt. Susanne wil graag met Katja praten. Katja zegt dat ze het laatste uur maar naar de gymzaal moet komen. ’s Middags liegt Susanne dat ze hoofdpijn heeft. Nu kan ze naar Katja toe. Ze vertelt het verhaal dat ze van meneer Kranau heeft gehoord. Katja gaat het niet echt op in. Om Katja een beetje afleiding te geven neemt Susanne Katja mee naar het casino. Afleiding krijgt Katja ook een beetje via Thomas Knollman, waarmee ze vaak in het jeugdcentrum zit.

Katja’s mentor belt op en verteld dat Katja waarschijnlijk geld heeft gestolen op school. Susanne’s moeder schrikt hiervan en belt meneer Kranau op. Hij vertelt dat Katja ook niet op zijn afspraak met haar is gekomen. Susanne fietst naar het jeugdcentrum en neemt Katja mee naar huis. Daar krijgt Katja een preek van Susanne’s moeder. Katja ontkent echter dat ze op school geld uit jaszakken heeft gestolen. Ze zegt dat ze haar jas vergeten om de gymzaal. Gabi (een meisje uit haar klas) heeft hem toen meegenomen en aan een klassenkapstok gehangen. Daar is veel te weinig plaats. Ze moest flink zoeken voordat ze haar jas gevonden had. Ze zegt dat kinderen uit weeshuizen altijd worden verdacht van diefstal. Haar moeder vindt dit onzin.

Als Katja later boven zit vertelt ze aan Susanne dat ze haar broer nog wil zien. Ze wil uit het raam springen. Om haar moeder af te leiden gaat Susanne piano spelen. Als ze weer terug komt op Katja’s kamer ziet ze dat Katja uit het raam is gesprongen. Susanne vindt op Katja’s bed een briefje: “Je bent de beste vriendin die ik ooit gehad heb”.

Susanne ziet Katja aan het einde van de straat wegrennen. Susanne pakt haar jas en gaat naar buiten. Ze rent achter Katja aan, maar doet dit voorzichtig zodat Katja haar niet kan zien. Katja rent naar de plek waar Katja en Susanne elkaar voor het eerst hebben ontmoet, het plekje onder de brug. Susanne denk dat het verstandiger is om Katja eerst een beetje te laten afkoelen, en wacht een uur voordat ze eindelijk naar Katja toeloopt. Katja vertelt dat ze net haar broer heeft ontmoet. Maar dit kan helemaal niet, want Susanne heeft de hele tijd zitten wachten en heeft hem niet gezien.

Eindelijk snapt Susanne Katja. Buddi leeft niet meer, maar ze beeld hem in. Na een tijdje zegt Katja dat Buddi in een ander land leeft, in een ander paradijs. Katja begint te huilen, en om haar te troosten omarmt Susanne haar. Ze vraagt aan Katja of ze meegaat naar huis, maar dat wil ze niet. Ze vindt de plek onder de brug haar plek, de plek waar ze thuishoort.

REACTIES

M.

M.

zpellingz un gramatikaa: 24 vouten.
LET OP! deze fouten kun je er zelf makkelijk uithalen met je kritische oog en Word (en nee, niet alles wat Word fout vindt is ook fout).

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.