Das Mädchen unter der Brücke door Nina Rauprich

Dit is een uitgebreide samenvatting per hoofdstuk over het boek "Das Mädchen unter der Brücke".

Hoofdstuk 1

Susanne (15 jaar) heeft geen zin om naar pianoles te gaan. Haar ouders zijn gescheiden. Ze woont nu bij haar moeder, die alles heel positief inziet. Tegen 3 uur pakt ze haar fiets en neemt ze een sluiproute. Ze komt onder de brug een meisje tegen, Katja (16 jaar, maar lijkt 18). Katja Moll is dakloos. Susanne en Katja gaan samen naar een telefooncel. Ze hebben alleen alletwee geen geld bij. Katja krijgt met een smoes (Susanne haar moeder ligt in het ziekenhuis en ze wil graag bellen) geld van een vrouw. Susanne belt mevrouw Wunderlich op om te zeggen dat ze niet naar de pianoles komt, omdat ze speelt dat ze ziek is. Ze gaan samen naar het jeugdcentrum Treffpunkt, waar Susanne nog nooit is geweest. Katja ontmoet daar Thomas Knollman, een jongen bij Susanne uit de klas. Susanne blijft daar een tijdje en gaat daarna naar huis.

Hoofdstuk 2

Susanne moet de volgende dag steeds aan Katja denken. Ze gaat daarom weer terug naar het jeugdcentrum. Katja gaat later met Susanne mee naar huis. Ze laat het hele huis zien. Katja heeft onzettende honger, daardoor geeft Susanne haar een paar boterhammen om op te eten. Ook wast Katja in de douche haar ondergoed en laat het op de verwarming drogen. Susanne vindt die allemaal maar een beetje raar. Susanne komt er ook achter dat Katja van huis is weggelopen (daarom heeft ze zo’n honger en wast ze haar ondergoed). Katja heeft een broer Burkhardt; Buddi. Hij zit in een ander land. Thuis bij Katja ging het niet goed, daardoor kwam ze in een pleeggezin. Katja kan nergens slapen en Susanne denkt erover na om haar in huis te nemen. Alleen denkt haar ze dat haar moeder daar niet zo blij mee is.

Hoofdstuk 3

Susanne vertelt haar moeder niets over Katja. Als Susanne in bed ligt droomt ze over een vogel die tegen haar raam aan tikt. Ze wordt wakker en hoort het geluid nog steeds. Het is geen vogel, maar Katja die steentje tegen haar raam aangooid. Ze heeft het zo koud dat ze vraagt aan Susanne of ze daar mag slapen. Susanne moet hier eerst over nadenken en dan besluit ze het toch maar te doen. Ze sluipt naar beneden zodat haar moeder haar niet kan horen. Katja komt door het keukenraam naar binnen. Als ze met zijn tweeën naar boven lopen gaat de telefoon. Haar moeder neemt op. Na een tijdje legt ze de telefoon neer en denken ze dat ze weer is gaan slapen. Susanne maakt voor Katja een bed op. Dan horen ze een politiewagen bij hun huis aankomen. Katja springt uit het raam. De politieman pakt haar beet, Katja stribbelt tegen. Susanne’s moeder komt de kamer binnenstormen en verteld aan haar dat het meisje een inbreker is. Beneden aangekomen verteld Susanne dat ze het meisje kent. Ze stelt haar moeder voor om Katja in huis te nemen. Haar moeder moet hier nog wel over nadenken.

Hoofdstuk 4

De politieman komt zaterdag een protekol maken bij Susanne thuis. Moeder wil geen verwaarloost meisje in huis, maar wil haar opzich wel helpen. Op dinsdag hebben Susanne en haar moeder een gesprek met mevrouw Bliesmann. Mevrouw Bliesmann is aangesteld om voor Katja te spreken. Ze verteldover Katja haar jeugd; Toen Katja 4 jaar was ging ze naar haar eerste weeshuis, want haar moeder was alcholist. Ze had Katja en haar 2 jaar oudere broer opgesloten en was zelf spoorloos verdwenen. Met haar 5 jaar zat ze in een pleeggezin. Ze miste haar broer heel erg, want er zaten geen andere kinderen in dat gezin. Ze ging daarom terug naar het weeshuis om haar broer te kunnen vergeten. Met 7 jaar wilde haar moeder Katja terug. Ze haar haar alcoholkuur met succes gehaald. Ze miste haar broer nog steeds. Hij wilde alleen niet thuis komen wonen. Hij was weggelopen en kwam in een ander weeshuis terecht en was weer opnieuw weggelopen. Nu is hij spoorloos verdwenen. Katja weet van Katja dat haar broer in Ijsland woont. De vrouw denkt dat Buddi niet meer leeft. Maar thuis ging het ook niet goed tussen Katja en haar moeder. Katja at niets meer. Haar moeder leerde een andere man kennen, die Katja niet moest. Haar vriend was gewelddadig. Haar moeder ging weer drinken. Katja is daarom weggelopen en kwam in een weeshuis terecht. En daar is ze weer weggelopen. Met zijn drieën komen ze eruit dat Katja bij Susanne en haar moeder kan komen wonen. Katja mag in de oude studeerkamer van haar vader gaan slapen. Nu ze bij hun woont is de voorwaarde wel dat ze weer naar school moet.

Hoofdstuk 5

Katja woont alweer 4 weken bij Susanne en haar moeder. Katja vraagt Susanne om geld en gaat naar de sigarettenautomaat. Maar Katja komt maar niet terug. Misschien is ze wel in het jeugdcentrum. Susanne wil haar daarom gaan zoeken, maar omdat ze van haar moeder nooit naar het jeugcentrum mag verzint ze een smoes. Ze moet een boek naar een vriendin terugbrengen. In het jeugdcentrum kan Susanne Katja niet vinden, dan denkt ze aan Thomas Knollmann. Daar is ze ook al niet. De volgende dag om 11 uur zien ze Katja eindelijk weer. Ze vertelt dat ze naar Buddi is geweest.

Hoofdstuk 6

Susanne’s vader belt. Hij vindt dat Susanne veel meer zelfverzekerder is geworden. Ze maken samen een afspraak op zondag. Haar vader wil liever niet bij Susanne thuis komen. Susanne gelooft niet dat Katja gisteren bij Buddi is geweest. S’avonds belt Susanne haar vader terug of hij zondag toch niet naar Susanne’s huis kan komen. Haar vader zal dit met haar moeder overleggen.

Hoofdstuk 7

De vader van Susanne is bij Susanne op bezoek. Katja blijft alleen boven en haar vader vraagt of Susanne Katja kan halen, hij wil haar ook ontmoeten. Als ze naar beneden lopen ziet Katja Susanne haar vader. Ze vliegt naar boven en slaat haar deur dicht. Haar vader en moeder snappen er niets van. Susanne gaat naar boven om met Katja te praten. Katja denkt dat Susanne’s vader net zo is als haar stiefvader; hij slaat. Susanne vertelt dat haar vader niet zo is als haar stiefvader. Katja wil liever toch niet meer naar beneden komen. Susanne gaat daarom maar alleen naar beneden. Als ze later nog even op Katja’s kamer kijkt ziet ze dat Katja weg is. Op een briefje dat op Susanne’s bureau ligt staat “ik heb jouw rode pullover meegenomen. De volgende morgen is Katja weer terug. Ze heeft warme broodjes meegenomen. Susanne’s moeder is boos en vraagt of Katja wel weet dat ze zo het tehuis kan oproepen om Katja terug te nemen. Ook vind haar moeder dat Katja meer disipline moet tonen. Katja heeft met het middageten haar pullover (een rode) met een andere pullover (een zwarte) geruild. Susanne is hier boos over, omdat dit haar lievelings pullover was. Moeder vind dat zoiets ook gewoon niet kan; een kledingstuk tegen een ander kledingstuk ruilen.

Hoofdstuk 8

Het is al bijna Kerstmis. Susanne en Katja gaan samen cadeautjes kopen. Susanne wil voor Katja een meeuwenposter kopen, voor haar moeder een sjaal voor haar nieuwe jas, voor haar broer briefpapier en een boek en voor haar vader wist ze het nog niet helemaal. Op een gegeven moment beledigt Katja Susanne.

Hoofdstuk 9

Het si 24 december. Susanne vertelt haar moeder dat ze wil gaan stoppen met piano spelen. Haar moeder vindt dit jammer, omdat een heel gedeelte van haar vaders kant ook piano speelt. Susanne wil de kerstboom samen met Katja optuigen, maar ze kan Katja nergens in het huis vinden. Susanne denkt dat Katja weer een geheime ontmoeting heeft met haar broer; Buddi. Moeder belt daarom met mevrouw Bliesmann. Mevrouw Bliesmann steltvoor dat Katja één of twee keer per week naar een psycholoog gaat. Een tijdje later gaat de bel en Katja staat voor de deur met twee kameraden. De kameraden heten Ralf en Micha. De moeder van Susanne is er niet zo blij mee dat Katja ze heeft meegenomen. Zij had liever een Kerst gehad met zijn drieën. Susanne vindt dat ze de twee vrienden van Katja niet zomaar buiten kunnen laten staan. Haar moeder besluit dan toch maar dat ze mogen blijven eten. Met de cadeautjes krijgen Micha en Ralf appels, maderijnen en koekjes van de moeder van Susanne. Het wordt later en de de moeder vindt dat de twee kinderen ook niet met Kerst buiten moeten slapen. Daarom mogen ze ook blijven slapen; op luchtmatrassen in de hobbykamer. De volgende morgen zijn Ralf en Micha door het keldervenster samen verdwenen.

Hoofdstuk 10

Moeder verteld aan Katja dat ze ’s middags mee moet naa meneer Kranau; de psycholoog. Katja wil absoluut niet naar de psycholoog toe. Zij denkt dat het dan alleen maar over Buddi gaat. Susanne begrijpt dit wel en daarom besluiten ze dit maar geheim te houden. ‘s Avonds haalt moeder het spel Monopoly. Katja vindt dit heel leuk, omdat ze dit ook in het weeshuis met veel kinderen deed. Maar na drie dagen wordt het toch behoorlijk saai. Ze gaan ook een keer met zijn drieën naar het Chinees restaurant. Susanne is al sinds dat haar vader weg is gegaan niet meer naar een restaurant geweest. Na een paar weken belt meneer Kranau op en vraagt of Katja nog steeds ziek is. Dit is een smoes van Katja, zodat ze al een paar weken niet naar de psycholoog hoeft. Susanne wil hierover met Katja praten. Maar als ze op die avond haar kamer binnenkomt, is Katja weer verdwenen.

Hoofdstuk 11

De volgende dag is Katja wel weer gewoon bij het ontbijt. Susanne wil graag met Katja spreken. Katja zegt dat ze het laatste uur maar naar de speelhal moet komen. ’s Middags liegt Susanne dat ze hoofdpijn heeft. Nu kan ze naar Katja toe. Ze vertelt het verhaal dat ze van meneer Kranau heeft gehoord. Katja gaat het niet echt op in. Later gaan ze samen gokken. ’s Avonds gaat katja naar Thomas Knollmann, samen zitten ze in het jeugdcentrum. Katja’s klassenleraar belt en verteld dat Katja waarschijnlijk geld heeft gestolen op school. Moeder schrikt hiervan en belt meneer Kranau op. Hij vertelt dat Katja ook niet op zijn therapieuurtjes is gekomen. Susanne fietst naar het jeugdcentrum en neemt Katja mee naar huis. Moeder is ontzettend boos op Katja. Katja ontkent dat ze op school geld uit jaszakken van klasgenootjes heeft gestolen. Ze was haar jas vergeten om de gymzaal. Gabi (een meisje uit haar klas) heeft hem toen meegenmoen en aan een klassenkapstok gehangen. Daar is veel te weinig plaats. Ze moest flink zoeken voordat ze haar jas gevonden had. Ze zegt dat kinderen uit weeshuizen altijd worden verdacht van diefstal. Haar moeder vindt dit onzin. Als Katja later boven zit vertelt ze aan Susanne dat ze haar broer nog wil zien. Ze wil uit het raam springen. Om haar Susanne’s moeder af te lijden gaat Susanne piano spelen. Als ze weer terug komt op Katja’s kamer ziet ze dat Katja uit het raam is gesprongen. Susanne vindt op Katja’s bed een briefje “Je bnet de beste vriendin die ik ooit gehad heb”.

Hoofdstuk 12

Susanne ziet Katja aan het einde van de straat weghollen. Susanne pakt haar jas en gaat naar buiten. Ze rent achter Katja aan, maar doet dit voorzichtig zodat Katja haar niet kan zien. Katja rent naar de plek waar Katja en Susanne elkaar voor het eerst hebben ontmoet; het plekje onder de brug. Susanne wacht een uur voordat ze eindelijk naar Katja toeloopt. Katja vertelt dat ze net haar broer heeft ontmoet. Maar dit kan helemaal niet, want Susanne heeft de hele tijd zitten wachten en heeft hem niet gezien. Eindelijk snapt Susanne Katja. Buddi leeft niet meer, maar ze beelt hem in. Na een tijdje zegt Katja dat Buddi in een ander land leeft, in een ander paradijs. Katja en Susanne ontarmen elkaar. Susanne vraagt of Katja meegaat naar huis, maar Katja wil dit niet meer. Susanne loopt daarom alleen naar huis; Katja en Susanne zijn elkaar voor altijd kwijt…