Crazy door Benjamin Lebert

Duits Leesverslag 1 ‘Crazy’.
H1

Benjamin is 16 jaar en doet de 6e klas opnieuw, omdat hij in de klas is blijven zitten. Hij heeft een onvoldoende voor wiskunde, en die moet hij ophalen om zijn examen te kunnen doen. Hij staat voor zijn nieuwe internaat in Neuseelen. Zijn moeder geeft hem een brief waarop zijn personalia staat. Ze gaan naar het secretariaat. Vanbinnen vind hij het internaat wat onvriendelijker lijken dan van buiten. Bij het secretariaat wacht er een dikke vrouw. Ze heet Angelika Lerch. Ze geeft hem kleding van het internaat. Ze nemen plaats op de bank. Na 5 minuten komt de internaatsleider Jorg Richter. Zijn gezicht komt vriendelijk voor. Wanneer Benjamin in zijn kamer is gekomen, geeft Richter hem kleding van het internaat. Die zijn moderner dan die van mevrouw Lerch. Hij stopt ze in de tas van zijn moeder. Benjamin geeft de brief aan hem. Hij leest voor, er staat dat Benjamins linkerkant verlamd is. Hij kan zo moeilijk bewegen. Ze gaan naar Benjamins kamer. Op de 1e verdieping. De school is nog niet teruggekeerd van de vakantie. Lukas Landorf is een leraar bij wie je vragen kan stellen en ook geld kan krijgen om inkopen te doen. Benjamins moeder loopt zijn kamer binnen. Hij gaat haar achterna. De kamer is klein. De vloer is beige gekleurd. beide bedden zijn oud. In het midden staat een groot bureau met 2 stoelen. De muren zijn witgekleurd. Zijn kamermaat is er nu niet. Hij leest op de deur dat zijn kamer maat Janosch Alexander Schwarze heet. Hij neemt een tas en begint uit te pakken.

Janosch zegt dat het eten hier slecht is. Hij wast zijn voeten. De badkamer is best groot, 6 wastafels en 4 douchecabines. Het duurt nog wel, Janosch drukt zijn puist uit. Wanneer Benjamin aan de beurt komt, wacht Janosh op hem. Hij wast snel zijn gezicht en poets zijn tanden. Ze lopen door de gang. Het heet de hoerenvleugel, heeft hij gehoord van mensen. Of ook Landorfgang, wegens de leraar. Hier wonen 16 scholieren. Er is ook eenpersoons kamer voor bijzonder gezelschap. Hij heet Troy. Janosch vertelt veel over hem. Lukas Landorf loopt over de hoerenvleugel. Hij komt naar hen toe. Zijn gezicht is jong. Hij vraagt of Janosch Benjamin alles al heeft getoond. Ja zei Benjamin, alles. Behalve de bibliotheek zei Janosch, die moe ik nog laten zien. Morgen is een vermoeiende dag zegt Lukas. Maak dat je in je bed komt. Met deze woorden gaat Landorf weg. Benjamin mist de vakantie, met mijn zus ook erbij. Ze gaan in de kamer. Janosch wil praten met hem. Het gaat om een meisje. Benjamin is hier maar 7 uur en hij moet zich nu al bezighouden met meisjes, denkt hij. Janosch praat en praat. Zo een meisje is wel fijn. Benjamin ligt op het bed. Zijn linker been doet pijn. Dat is altijd zo in de avond. Spoedig zal hij het laten afsnijden. Wegwerken met ook de linkerarm. Waarvoor gebruikt hij die? Misschien gebruikt hij ze nog om wiskunde te leren, denkt Benjamin. Janosch is van thema veranderd en vertelt over zijn kinderjaren. Dat het leven vroeger leuker was. Ze roken sigaretten, wat eigenlijk verboden is. Wanneer Lukas komt, zullen ze de sigaretten uit het raam gooien. Janosch kijkt hem aan. Hij ziet er moe uit. Ze zitten beide in de goede positie. Zijn ogen tranen. Hij drukt zijn sigaret uit en gooit het uit het raam. Benjamin gooit ook zijn sigaret weg en dan proberen ze te slapen. Janosch begint te vertellen over Malen, zijn Meisje. Hij zegt dat ze enorm duur is. Dat zei hij alleen. Die avond was er volle maan. Af en toe ging Benjamin bij het raam zitten.

Moe zit hij overeind. Weinig geslapen. De wekker gaat. Het klinkt naar 1e schooldag. En het klinkt naar wiskunde, denkt hij. Hij ze de wekker uit en kleed zich aan. Die had hij al op mijn bureau gelegd. Tot het ontbijt heeft hij nog tijd. De weg kent hij al. Janosch slaapt nog. Benjamin vindt in zijn tas een papiertje van zijn vader.Er staat dat hij altijd alleen is geweest voor bepaalde dingen en dat hij dapper moet zijn. Hij zet de brief terug. Dan gaat hij naar het ontbijt. Hij loopt door de hoerenvleugel naar de eetzaal. Hij zit bij een tafel waar nog een 5e klasser bij zit. Hij probeert brood te smeren maar het lukte hem niet echt. De meisjes tegenover beginnen te giechelen. De jongen die bij Benjamin zit vraagt naar zijn leeftijd. De jongen zegt dat als hij 16 is toch wel een brood kan smeren. Benjamin drinkt maar thee.

Met 16 moet men toch kunnen weten hoe die een geodriehoek moet houden, zegt de wiskundeleraar Falkenstein. De 1e lessen zijn goed verlopen. Hij zit nu in klas 8B. De Frans lerares zei nog dat het niet uit maakte of je nou een overlast hebt of niet voor dit internaat. In hun klas zitten weinig kinderen. Maar 12. In normale scholen is het meestal iets van 35 scholieren in 1 klas, maar die hoeven ook niet te betalen. Hier betalen zij.

H2

In de middag gaat hij met de jongens naar het dorp. Ze blijven even staan om te roken. Ze doen allemaal mee, Janosh, dikke Felix, dunne Felix, Troy en de kleine Florian ( die ze meisje noemen.). Ze vroegen hoe het ging met zijn 1e schooldag. Benjamin vond het niks. Benjamin moet naar zijn thuis denken. Het mooiste huis van München. Eigenlijk is het niet bijzonder. Een blauwe baksteenbouw, bij een kleine straat. Omringd met 2 speeltuinen. Meer niks. Wat zou hij nou doen als hij niet op het internaat zat, denkt hij. Lezen, schrijven, een beetje slapen, misschien zijn moeder helpen met afwassen. Hij denkt aan Paula, zijn lesbische zus. Nu zit hij op de dorptrap. Florian begint harder te hoesten, door die sigaret. Janosch komt bij hun zitten en opent een blik bier. Troy hebben ze als wachter gezet, als ze worden gezien door een leraar volgt er een hele zware straf. Janosch begint te praten en hij pest dikke Felix. Benjamin staat op en gaat naar dikke Felix toe om te zeggen dat hij er niks van aan moest trekken. Ze gaan beneden de dorpplaats. Naast Felix loopt de kleine Florian. Janosch zei tegen Benjamin dat zijn ouders dood zijn gegaan toen hij 6 was bij een auto-ongeluk. Wanneer het vakantie is gaat hij naar zijn oma. Over dunne Felix valt er niet zoveel te zeggen. Hij is hier ook nog nieuw. Drie weken geleden kwam hij naar dit internaat. Hij is een nette gast, zei Janosch. Troy typeert Janosch als het oergesteente van Neuseelen. Hij zit hier al 8 jaar. Niemand weet wat er bij hem speelt. Men zegt dat hij een broer heeft die op sterven ligt. Ze lopen over de marktplaats. Florian heeft bier gekocht. En hij zegt tegen de anderen dat hij heeft gehoord dat er een seksueelpedagogie is. Men kan met diegene praten over seksueel gedrag. Ze zoeken naar de praktijk van Dr. Beerweiler. Ze staan voor de praktijk. Het is muisstil. De raam is beslagen. Er staat op het bord dat iedereen van 03:01 tot 12:01 kan komen. Ook homoseksuelen kunnen raad vragen staat er. Ze gaan naar binnen. Ze moeten en lange gang door. Er wacht een jonge vrouw bij het bureau. Janosch zegt dat hij naar het adviesbureau sex and so wil gaan. Zei zegt dat het de 2e deur links is. Ze belanden voor een bruine deur waarop sex and so op staat. De dikke Felix begint te lachen. Kom binnen zegt iemand. Ze komen in een kleine ruimte terecht. Achter het bruine bureau zit een blonde vrouw. Ze heet Katherina Westphalen. Ze vroeg of ze van het internaat kwamen. Ja zei dikke Felix. De vrouw vroeg aan Janosch wat zijn vraag was. Janosch draaide zich om en zei dat hij graag seks zou willen hebben met Troy. Maar hij zegt dat hij bang is dat de leraren hun pakken. Janosch vraagt Troy of hij zich ervoor schaamt. Troy zwijgt nog steeds. Na een half uurtje staan ze weer op de marktplaats.

Benni zit op de wc. Hij heeft diarree, hij denkt dat dat is gebeurd door het eten. De jongens staan buiten hem te pesten. Ze gooien met wc-papier. Benni heeft nog 5 minuten tot de huiswerkklas. Hij verlaat de wc door de hoerenvleugel. De Franse lerares heeft vandaag controledienst. Ze zegt dat het niet goed is om op de 1e dag al te laat te komen. Ze laat hem bij Malen zitten ( het meisje van Janosch). Anna zit daar ook, Malens vriendin. Ze heeft lang en blond haar. Haar gezicht is heel vriendelijk. Ze kijkt Benni aan en lacht. En hij lacht terug. Malen vraagt aan Benni of hij haar wiskunde kan uitleggen. Maar dat kan hij natuurlijk niet, want hij begrijpt het zelf niet.

H3

Voor het avondeten zijn er vanillecroissants. Vele klassen zijn weggegaan, dus voor ons blijft er meer over. Dikke Felix heeft plastic tasjes meegenomen om eten naar de kamer te brengen. Buiten sneeuwt het. Janosh vraagt aan de jongens of ze vanavond naar de meisjes gaan. Dikke Felix zegt dat hij met hun nergens meer heen gaat. Hij zegt dat Benni heel cool is. Het hele groepje zegt dat. Benni moest denken aan zijn zus. Zijn zus nam hem altijd mee naar een lesbiefeest. Stiekem natuurlijk. Hun ouders merkten het niet eens. Ze begrijpen het toch niet, ouders… Meestal was ik de enige jonge. Janosh vraagt of ze nog gaan. Iedereen komt mee. Om 0:50 gaan ze verzamelen bij Lebert en in zijn kamer.

Waarschijnlijk is het 10, denkt Benni. Naast hem zit Janosh, hij rookt. Benni vraagt Janosh hoe het voelt niet vrij te zijn, niet gehandicapt, niet zwak. Hoe voel het als je met je linker hand goed kan bewegen, vraagt Benni. Janosh zegt dat hij het leven voelt. Benni zegt dat hij niet gehandicapt wil zijn. Hij zegt dat mensen kunnen zeggen wat ze hebben maar hij niet. Dat zijn halve lichaam verlamd is kan hij niet eens zo goed uitleggen. Janosh wil hem troosten en zegt dat hem helemaal niks mankeert, en dat hij crazy is(hij gebruikt dat woord wel vaker als hij iets leuk vind). Hij staat nu voor Benni. 16 jaar is Janosch, is goed in wiskunde en zit in de 9e klas.

H4

Janosch ligt in bed en houdt de deken over zijn hoofd. Benni zit aan de rand van zijn bed. Ze moeten nog wachten. Janosch heeft Benni verteld wat ze precies gaan doen. Hij moet hem wakker maken. Janosch staat op. Wil jij een kind? Vraagt Benni aan Janosch op dat moment. Ja, natuurlijk wil ik dat, zegt hij. Zelfs 2 als het kan. Janosch heeft niet zo veel leuke dingen meegemaakt met zijn ouders. Benni moet aan zijn vader denken. 16 jaar is hij al zijn vader, en hij begrijpt hem nog steeds niet. Hij heeft vroeger bij zijn moeder een sterrenwacht gebouwd. Het staat in haar garage. Hij rookt veel. Zijn vader had met zijn moeder veel ruzie. Benni’s vader meent het goed met hem. Dat weet hij. Janosch zegt op dat moment dat hij wil neuken met een meisje van spice girls. Dan komt de dikke Felix binnen. Florian, Troy en dunne Felix komen daarna ook in de kamer. Ze pesten dikke Felix om zijn dikheid. Ze vragen of ze alles hebben. Bier heeft Troy meegenomen in tasjes. Ze zijn er nu klaar voor.

Naast Benni loopt de dikke Felix. Janosch zei tegen hem dat de dikke Felix minder goed om kan gaan met meisjes. Hij praat teveel onzin. Dingen waarmee hij geen meisjes kan krijgen. En die andere Felix drinkt teveel. Als hij veel drinkt, slaapt hij ook veel. Troy is nog nooit verliefd geworden. Ze lopen steeds verder. Eigenlijk is Benni niet zon type dat elke nacht activiteiten heeft. Hij houdt het bij slapen. Maar Janosch zegt dat als hij Malen ziet, dat hij dan vergeet dat hij slaap heeft. Hij loopt langzamer. Hij probeert zo goed mogelijk te lopen. Opeens maakt hij geluid. Janosch kijkt om en gaat naar hem toe. Hij wil Benni dragen. Dan gaat hij langzaam op zijn rug. Het gaat veel sneller zo. Benni moet aan zijn bed denken. En aan Malen. En aan zijn ouders, die nu slapen.

H5

De dikke Felix vraagt of alle jongeren dezelfde dingen doen als zij. Want eigenlijk krijg je hiervoor een hele zware straf. Vooral als je de vuurladder hierbij gebruikt. Janosch zegt dat ze dit al heel lang aan het doen zijn. Door de raam kijkt Benni naar de hemel. Het ziet er mooi uit. De 5 jongens staan stil aan het eind van de gang. Voor hun staat een grote raam. Dunne Felix opent het. Daar moeten we heen zegt hij. De vuurladder. Janosch bukt zich om Benni van zijn rug af te halen. Benni glijd langzaam af. Hij krijgt een bijzonder gevoel als hij op zijn benen staat. Alsof hij al eeuwen niet heeft gelopen. Hij loopt naar het raam. Janosch, Florian en de beide Felixen komen naast hem staan. Ze beginnen te roken. Troy staat achter. Benni rookt nog niet. Dat kan hij boven doen. En hij moet ook wel uitkijken, want voor een 16- jarige rookt hij best veel. De wind blaast in zijn gezicht. De vuurladder bevindt zich niet zo ver van het raam. De anderen stoppen hun sigaretten weg. Janosch steekt zijn rechter voet naar buiten. Wanneer hij springt, vraagt hij of ze nou crazy zijn of niet. Dikke Felix vindt van niet. Na Janosch gaat Florian uit het raam. Na hem is het tijd voor dikke Felix. Hij aarzelt eerst. Janosch wenkt naar Benni zodat hij met hem eruit kan, net als dat helden doen. Zijn knieën beginnen te knikken. Janosch springt. Hij hangt mooi aan de ladder. Benni zegt dat hij hoogtevrees heeft. Maaryah de anderen hebben hem toch overgehaald en nu gaat hij dus springen. Maar hoe hoger ze gaan, des te meer wordt Benni bang. Hij hoopt dat hij snel boven is. Dit doet hij alleen maar om naar de meisjes te kunnen gaan. Daar hangt hij dan, de 2e nacht, aan de schoolmuur. Hij is al boven. Hij ziet de meisjesraam. Hij is open. Ze zijn al in de meisjesgang. Wanneer ze voor de deur zijn, klopt Janosch op de deur. De meisjesgang is groter dan de hoerenvleugel. Janosch lacht en drinkt een slok bier, en gaat zo naar binnen. Benni wacht nog buiten. Hij springt van de ene voet nar de andere. Ik denk dat hij pijn begon te krijgen. Hij kijkt naar de foto’s die op de muur hangen. Binnen wordt gevraagd of de nieuwe niet naar binnen wil komen. Hij wil aan de ene kant wel naar binnen, want hij is toch nog helemaal van beneden gekomen, en aan de andere kant weer niet, omdat ze anders boos op hem worden ofzoo. Hij komt toch de kamer binnen. Er zijn 3 bedden. 3 ramen en ook 3 bureaus. Er zijn posters op de muur. Meer kan je niets zegen. Eigenlijk vindt Benni het normaal dat ze het hebben over Leonardo DiCaprio maar hij haat hem. Want alle vrouwen houden van hem.

H6

Ze zitten op de grond. De beide Felixen, Troy, Janosch en Florian zitten ook. Malen, Anna en Marie zitten daarnaast. Minstens drie flessen wijn hebben de meisjes al gedronken. Janosch vindt dat de meisjes hier veel drinken. Benni moet toegeven dat hij best weinig drinkt. Marie wil dat hij naast haar plaats neemt. Hij pakt snel een bier en zit naast haar. Hij bekijkt haar. Ze heeft een rond gezicht, groene ogen, lange donkerbruine haar. En heeft grote, rode lippen. Haar tanden zijn wit. Ze is heel dun, maar haar borsten zijn best groot. Ze vraagt aan Benni of het internaat hem bevalt. Benni vraagt dan aan haar hoe haar 2e dag op het internaat was. Ze zei dat dit haar 2e dag was. Ze staat na een tijdje op en pakt nog een blikje. Nu kan Benni zien dat Malen naast Janosch zit, dat vind hij vast heel leuk. Hij ziet dat Malen mooie benen heeft. Hij kijkt steeds naar Janosch. Hij ziet dat zijn hand beetje bij beetje naar Malens benen gaan. Janosch is heel zenuwachtig. Wanneer ze aangeschoten zijn vraagt Benni zich af hoe ze terug met de ladder naar beneden gaan. Hij neemt nog een slok van zijn bier. Ineens gaat het licht uit. Marie komt met kaarsen in haar handen. Benni dwaalt weer weg en denkt aan zijn moeder. Zij had altijd kaarsen. Na een tijdje ziet Benni de anderen zitten. Dat waren Anna, Dikke en dunne Felix, en Florian. Zij ziet er ook heel mooi uit. Zij loopt ook net als Malen in haar onderbroek. Marie zat weer naast Benni, en hij kan niet zonder te kijken naar haar mooie decolleté. Wanneer Marie over Benjamin heen buigt om wat chips te pakken, krijgt hij een lekker gevoel. Hij vindt haar leuk. Ze gaan daarna wat roken. Langzaam merkt hij dat hij dronken is. Wanneer Benni naar de wc is gegaan, komt Marie. Ze vraagt hem wat hij daar doet. Hij zegt dat hij zijn gezicht kwam wassen. Marie komt dichterbij en trekt haar kleren uit. Benjamin ziet haar mooie lichaam. Ze begon hem te kussen. En ze gingen steeds verder. Na een tijdje lag Benni alleen op de grond en had veel hoofdpijn. Hij was duizelig van al dat drinken. Hij buigt zich om en begint te kotsen. Hij deed zijn condoom af en gooide het op de grond. Hij ging zich aankleden en ging weer terug naar de kamer van Malen.

H7

Benjamin voelt zich heel eenzaam op het internaat. Hij beschrijft zijn dagelijkse routine. Benni wordt om half 7 wakker. Landorf staat voor de deur en zegt dat het ontbijt om 7 uur begint. Benjamin kijkt naar Janosch. Die ligt nog te slapen. Hij is al 4 maanden inmiddels op het internaat.

Hij gaat de 1e keer naar de kamer van Troy. Hij beschrijft zijn kamer. Na het rondkijken in de kamer beginnen ze te babbelen. Benni vraagt hem waarom hij alleen is. Hij zegt dat hij anders is. Hij zegt dat de mensen andere mensen niet mogen. Benjamin zegt dat zij hem wel mogen. Hij zegt dat zij hem eigenlijk ook niet mogen, en dat ze alleen maar voordoen alsof. Om bijv. bier te laten dragen. Benjamin zegt dat hij erbij hoort, en dat hij ook een held is. hij vindt van niet en zegt dat hij ’s avonds in zijn bed plast. Daarom wil hij altijd alleen zijn. Daarna gaan ze beginnen met een serieus gesprek. Uiteindelijk krijgt Troy toch tranen in zijn ogen. Benjamin probeert hem te troosten.

Troy wil graag naar München. Ze zijn dat van plan. Ze willen naar München gaan terwijl dat strafbaar is. Troy praat heel serieus daarover en begint Benjamin ook over te halen. Daarna hebben ze geplant dat ze met z’n zessen naar München gaan.

H8

Als Janosch hoort dat Benjamin weg wil, vindt hij dat ook goed. Benjamin heeft iedereen in zijn kamer verteld dat hij weg wil. En iedereen vond het goed. Hij pakt zijn belangrijke spullen al in. Water, repen chocola en een boek. Daarna merken ze dat dikke Felix dit niet heeft gehoord, omdat hij aan het slapen was. Janosch maakt hem wakker en neemt hem mee naar de kamer. Als hij het hoort, zegt hij dat die jongens heel waanzinnig zijn voor dit idee. Hij vraagt of hij een zak snoep mag meenemen. Janosch zegt dat hij dat wel mee mag nemen. Hierna maken ze grapjes over dikke Felix. Daarna praten ze over dat München heel cool is. en om 18:15 gaan ze op pad. Florian vraagt zich af waar ze in München gaan overnachten. Janosch zegt dat ze een plek zullen vinden omdat München heel groot is. Onderweg moest Benjamin denken aan de Renault van zijn vader. Hij had 2 cd’s van de Rolling Stone. Het bracht hem energie zei hij. Wanneer ze zijn aangekomen, hebben ze gerookt. Ze beginnen te praten over wat ze nou hebben gedaan. Ze zeggen dat ze nu vast hen aan het zoeken zijn in het internaat. Janosch vind van niet. Janosch zegt dat als ze geluk hebben, dat ze de laatste bus nog net niet missen. Ze gaan met de bus naar Rosenheim. Daarna stappen ze over naar de trein en gaan zo naar München. Waar Benjamin woont, een grote stad. Hij kijkt naar Janosch en beschrijft wat hij aan heeft en hoe hij eruit ziet. Hij gat langzaam het rijtje af en verteld over iedereen van alles. Als laatst begint hij over zichzelf. Hij draagt een pink-floyd T-shirt, waar hij veel van houdt. Hij heeft een Levi’s broek aan. Daarna denkt hij aan de vriendin van zijn zus die hem heel zeldzaam vond. Hij heeft haar wel een keer gekust zegt hij.

H9

In de verte zien ze de bushalte. Op de bank zit er een oude man. Zijn haar is wit en hij draagt een groene regenjas. Als hij ziet dat de jongens aan komen lopen, schuift hij een beetje. Als ze dichterbij komen vraagt de man of ze van het internaat zijn gekomen. Ja zegt dikke Felix, hij zegt dat het wel met toestemming is. maar de man zegt dat hij wel oud is, maar ook dat hij zelf ook veel wet van het leven. Hij zegt dat de jongens zonder toestemming zijn gekomen. De jongens praten verder met de man. Opeens vraagt dikke Felix zich af of hij ook zo oud gaat worden. De oude man zegt dat hij sowieso oud gaat worden. Zo is het leven. Dan beginnen ze te praten over het ‘oud zijn’. wanneer ze doorpraten zegt de man dat München een gevaarlijke stad is. hij zegt dat ze het beste bij hem gaan slapen. Dikke, dunne Felix en Florian draaien zich om, om hierover te praten. Janosch zegt dat hij de oude man niet mag. Hij zegt dat hij oud is en zij jong, dat past niet. Benjamin probeert tegen Janosch te zeggen dat hij niet weet of het een goede man is of niet. Hij zegt dat hijzelf ook een leerling was van het internaat. Maar Janosch kan hem nog steeds niet vertrouwen. Na een lange discussie zegt dikke Felix tegen de oude man dat ze met hem meekomen. De bus komt dan ongeveer over 5 minuten. in de verte zien ze de bus aankomen. Ze stappen de bus een voor een in. Eerst Florian, de beide Felixen, Troy en Janosch. de oude man en Benjamin zijn het laatst. Wanneer ze binnen zijn draait de man om naar Janosch en zegt dat hij zich nog niet heeft voorgesteld. Zijn naam is Sambraus. Marek Sambraus. Hij koopt 2 kaartjes in de bus. Een voor zichzelf en een voor Benjamin.

H10

Ze zijn allen in de bus, met nog een paar mensen. Die zijn verliefd op elkaar, ze zitten dicht naast elkaar. Ze moeten een half uur rijden. Misschien ook meer. Sambraus zet zich in het midden neer en gaat slapen. Janosch en Benni zitten helemaal achteraan, het laatste rij, naast de verliefde paar. Benjamin kijkt naar buiten en moet aan zijn grootouders denken. Zijn grootvader: een oud, bescheiden man. Moedig en dapper. Zijn moeder hield van zijn grootvader. Soms denkt hij zelfs dat ze meer van hem hield dan van Benjamin. Maar dat kan hij wel begrijpen omdat zijn grootvader een geweldig persoon is. Wanneer Benni in de problemen zat ging hij eerst naar zijn grootvader. Zijn grootouders wonen niet in de stad. Ze wonen in een landhuis.

Opeens vraagt Janosch of Benjamin een goed cijfer heeft voor Duits. Benni staat er niet redelijk goed voor. Janosch vroeg het omdat hij een liefdesbrief zou schrijven voor Malen. Hij zegt dat het niet heel makkelijk is om dat te doen. Janosch is niet echt Romantisch. Benjamin zegt tegen hem dat hij moet opschrijven wat hij voelt. Hij vraagt dan aan Benni of hij moet schrijven dat hij zich rot voelt. Hij zegt dat het niet zo gaat. Janosch moet opschrijven wat hij voelt als hij bij Malen is. maar hij weet nog niet wat hij opschrijven moet. Hij kan ook niet ‘ik hou van jou’ schrijven. Benjamin zegt dat hij dat moet zeggen als Janosch, en niet heel droog. Niet net als Leonardo DiCaprio, waar alle meisjes op verliefd zijn. hij schrijft op het blaadje, ‘Malen, ik hou van jou’. Meer kwam niks. Hij moest iets verzinnen maar er kwam helemaal niets. Daarna begonnen ze te praten over meisjes. Eerst vroeg Janosch wat Benjamin deed met Marie. Hij zegt ook dat ze een gek wijf is.

H11

Benjamin denkt aan zijn oude wiskundeleraar. Falkenstein. Hij heeft hem heel erg gepakt toen hij in zijn klas zat. Hij denkt aan de keer waar hem werd gevraagd voor een antwoord, en toen hij daardoor heel ver in de grond zakte. Hij kijkt naar buiten, naar de drukte. Ze rijden in Rosenheim. Veel auto’s en mensen zijn er op straat. Hij lacht en zegt tegen Janosch dat de anderen hen zeker aan het zoeken waren. Janosch denkt het ook. En waarschijnlijk hebben ze het aan de ouders gezegd. Benjamin vraagt Janosch of zijn ouders boos op hem zullen zijn. Janosch zegt dat zijn ouders altijd boos op hem zijn. Janosch vertelt wat meer over zijn ouders. Opeens zegt hij iets tegen Benjamin. Het was een stukje uit een gedicht. Benjamin vroeg hem sinds wanneer hij was geïnteresseerd in gedichten. Janosch zegt dat hij totaal niet van gedichten houdt. Hij zegt dat zijn broer tegen hem zei, dat je zo dichter bij meisjes kon komen. Benjamin was verbaasd toen hij hoorde dat Janosch een broer had. Hij vroeg hoe oud hij was. Janosch’s broer was 20 en woonde in Amerika. Na wat info over zijn broer kijkt benjamin weer naar buiten. Hij denkt nu aan zijn eigen ouders. Zijn moeder zou zeker in paniek raken. Misschien is ze zelfs onderweg naar Neuseelen. Zijn moeder geeft veel meer om hem. Ze wilt hem bij zich hebben. Ze wilt niet dat hij naar de internaat gaat. En zijn vader, die zeker van niets af weet. Hij slaapt nu in een hotel. Benjamin moet boos op hem zijn. Zijn zus had verteld over een ander vrouw in zijn vaders leven. Een 20 jarige met dikke borsten en lange benen. Dan denkt hij aan andere oude opa’s die met jonge meisjes zijn afgebeeld. Dan denkt hij aan zulke families. Opeens denkt hij dat hij zijn familie niet wilt verliezen. Hij is nu ergens in Rosenheim. De bus is gestopt. Hij staat op en voelt dat hij pijn heeft in zijn linkerbeen. Janosch ziet het aan zijn ogen, en ze gaan samen het bus uit. de anderen staan al buiten op hun te wachten. Het is heel druk buiten. Iedereen ziet er vrolijk uit. Ook de anderen van hun groep. Ze denken dat de politie op hen op zoek is. Felix denkt van niet. Sambraus is 7 treinkaartjes gaan halen. Benjamin wil opgeven. Hij kan niet meer verder. Hij wenkt Janosch naar zijn linkerbeen. Hij wilt niet meer verder. Hij kan het niet. Janosch probeert hem over te halen om verder te gaan. Hij zegt dat Benjamin een held is. daarna beginnen ze te discussiëren. Op het eind trekt Janosch Benjamin naar binnen.

H12

Binnen is er een grote hal. In het midden zijn er informatiebalies. Er hangen borden met vertrek en aankomsttijden van treinen. De trein naar München vertrekt over 13 minuten. Omdat ze nog veel tijd hebben, gaat Janosch naar een tabakwinkel om 2 sigaren te kopen. Benjamin vraagt waarom hij het koopt. Janosch zegt dat ze nu mannen zijn en dat ze sigaren moeten roken. Wanneer ze aan het wachten zijn is de trein 5 minuten laat aangekomen. Ondertussen praatten ze over vriendschap en wat het nou precies is, en waarvoor het nodig is. In de trein zijn er niet vel mensen. De meesten stappen uit. als ze zitten haalt Sambraus een boek uit zijn tas. Naast Sambraus zit Florian, dunne en dikke Felix. Benjamin zit met Janosch naast Troy. Benjamin denkt aan zijn oude school. met grotere kinderen die hem lieten huilen. Waardoor hij een paar weken niet naar school hoefde. Hij pak een chocoladereep en een boek uit zijn tas. Dan denkt hij aan wat zijn vader zei. Hij vond dat het beste boek over het leven geschreven is. de reis duurde 70 minuten. Terwijl Benjamin aan het lezen was moest hij huilen. Door de verhalen in het boek. Janosch wilde weten welk boek hij aan het lezen was. Janosch had nm. 2 echte boeken in zijn leven gelezen. Ze praten verder over boeken. over een paar minuten zijn ze in München.

H13

Dikke Felix kijkt door het raam naar buiten. Hij vraagt zich af wat de grens is tussen dapper zijn en moedig zijn. Florian zegt dat er geen grens bestaat, als je dapper bent ben je ook moedig. Ze discussiëren over dit onderwerp. Sambraus is in Neuseelen naar het internaat gegaan. Hij wilde het liefst terug naar huis. Toen hij terug thuis was ging het niet meer. In de 2e wereldoorlog was hij bij de Russische front. Na de oorlog is hij met zijn verloofde naar Neuseelen gegaan. Ze zijn getrouwd. In 1977 iz zijn vrouw gestorven. Aan kanker. Hij heeft haar bij de graafplaats in Neuseelen gegraven. Hij hield van deze plaats. Hij ging in München boven een stripplaats wonen. Hij woont daar nog steeds. Nu gaat hij sinds 20 jaar een keer per 2 dagen naar Neuseelen met rode rozen in zijn hand, zijn vrouw hield van deze bloemen. Door de luidspreker horen ze dat ze in een paar minuten in München aankomen. Ze staan bij de deur. Janosch zegt dat het zover is. Benjamin begreep het eerst niet. Janosch zegt dat ze nu die sigaretten moeten roken, omdat ze in München zijn. Het zijn ‘dure’ sigaretten. Ze steken de sigaretten aan. Het rookverbod interesseert hun niet.

Ze zijn er. De deuren openen. Als Benjamin het hond van de blonde man achter zich ziet, denkt hij aan hun eigen hond. Charlie heette hij. In 2 jaar was hij dood. Benni hield van hem. Wanneer hij eenzaam was speelden ze steeds hun spelletje. Hij gooide een ring van 10 centimeter omhoog, en Charlie moest het vangen. Het was saai, maar het was wel HUN spelletje. Wanneer Benni niet kon slapen ging hij naar Charlie toe. hij leunde aan hem. Hij had zachte oren. Ze hadden de naam van de drummer van de Rollingstones gegeven.

Janosch vraagt hoe het smaakt om te leven. Ze lopen door de andere mensen heen. Als ze om zich heen kijken zien ze veel dingen. Er zijn veel winkels. Er is ook een pornobios. Dikke Felix plakt zijn neus aan een filmposter met een blote vrouw. Ze draagt alleen een rode slip en een witte balk over haar borsten. Janosch zegt tegen hem dat hij verder moet lopen. Vooraan loopt Sambraus, daarna Felix en Janosch. Florian Troy en Benjamin lopen achteraan. Benjamin vraagt hoe het met Troy gaat. Of het hem bevalt of niet. Hij zegt tegen hem dat hij altijd met hen wilt blijven.

H14

Wanneer ze naar de metro gaan vraagt Janosch aan Benjamin of hij een pas heeft voor Gehandicapten. Hij heeft dat niet. Ze hebben hem gezegd dat hij niet gehandicapt is. Janosch vindt dat niet goed omdat Benjamin niet veel grote afstand kan afleggen. Daarna praten ze over wie eigenlijk die metro’s heeft gemaakt en uitgevonden. Ze nemen waar dat zei mensen zijn en dat de mensen die dit hebben gemaakt GROTE mensen zijn. Ze praten dan over aliens en daarna ook over films. Janosch zegt dat hij van Schotland houdt.

H15

Het striplokaal, waar Sambraus boven woont, heet Leberts Eisen. Ze komen naar binnen. Er heerst slecht lucht. Je kan moeilijk adem halen. Er is een bord met aftellende seconden van 60 tot nul. Ze zijn al bij 42. Er komt een man aanlopen. Hij komt op Sambraus af. Hij vroeg hem waar hij was. Sambraus zei dat hij 6 jongens heeft van het internaat. ze maken kennis met die man. Hij heet Charlie Lebert. Benjamins achternaam is ook Lebert. Ze bestellen wat te drinken. Opeens komt er een halfnaakte vrouw naar binnen. Ze draagt een slip en haar bovengedeelte is bedekt tot haar tepels. Ze heet Laura en ze kent Sambraus. Er zijn nog 22 seconden. Ze praten wat met Laura. Wanneer Laura weggaat kijken ze haar achterna, Sambraus en Charlie lachen. Op het plaatje schijnt er een grote 10. Ze gaan allemaal los. Wanneer het tijd is komt Angelieque tevoorschijn. Haar haar is zwart. Het is kort. Ze heeft kleine bruine ogen. Ze is ongeveer 1,60 meter. Zwarte lerenschoenen. Ze begint uit te kleden. De jongens maken er een heel leuk avond van. Wanneer hij wakker wordt bevinden ze in de auto. Achter de stuur zit Lebert, en naast hem zit Sambraus. Ze worden een voor een wakker. Benjamin vraagt waar ze naartoe gaan. Ze gaan naar de begraafplaats, Sambraus zijn vriend is dood. Sambraus zegt dat ze na het begraafplaats naar Neuseelen internaat terug gaan. Ze hebben allemaal nog hoofdpijn van de avond.

Ze zijn bij het begraafplaats. Het is klein. Het grafsteen is grijs en vierkant. Sambraus legt een bos witte rozen neer. Hij zegt dat hij er ook nog gaat komen.

H16

Benjamin vraagt zich af hoe je het leven in het internaat het beste kan beschrijven. Janosch heeft hem bij het inpakken geholpen. Drie koffers en een tas. Wiskunde is weer een onvoldoende geworden. En Duits ook. Hij moet het internaat verlaten hij is blijven zitten. Zijn vader komt over 10 minuten om hem op te halen. In die tijd moet hij afscheid nemen van de jongens. Janosch zegt dat hij hem moet beloven dat hij goed zal oppassen op zichzelf. Benjamin zegt tegen de anderen dat ze voorzichtig moeten zijn. Hij zal hun komen bezoeken. Bij de deur staan Anna en Malen. Ze omhelzen hem, en over 5 minuten komt zijn vader. Hij pakt snel de resterende spullen en gaat gelijk weg. Janosch volgt hem en hij kijkt nog eens achterom. Hij ziet al zijn vrienden.

MENING

Ik vond het boek eerst heel erg leuk. Ik dacht sowieso dat het een ander einde zou hebben, dat de jongens een vrij leven zouden hebben. Na een tijdje was het veel saaier, elke keer als ze het hadden over Florian stond er ‘den alle nur Mädchen nennen’. Dat vond ik echt irritant. Als ze het een of 2 keer zeggen dan weet ik al dat ze hem meisje noemen maar dat ze het elke keer herhalen was niet leuk. Het boek werd verteld met ik-perspectief, dat was makkelijk om te lezen, maar veel dingen werden uitgebreid verteld. Dat vond ik minder leuk. Voor de rest was het makkelijk lezen. Er waren wel moeilijke woorden maar dat moest je gewoon opzoeken.