15, Jungfrau, Schlampe door Christian Bieniek

1. Welke dingen maken het boek voor jou interessant?
   1. Ik vond de kaft er leuk uitzien en het verhaal op de achterkant was goed te begrijpen.
   2. Toen ik een stukje op de eerste bladzijde las werd er op een grappige manier beschreven hoe 2 meisjes ruzie hadden.

2. Hoe hebben deze dingen je keuze beïnvloed?
   1. Als een boek er leuk uitziet pak ik het sneller van de plank. Doordat de achterkant goed te begrijpen was dacht ik dat het boek misschien ook wel goed te begrijpen was.
   2. Ik vond het grappig dat gelijk op de eerste pagina al een ruzie werd beschreven, en ik was benieuwd hoe het verder zou gaan.

3. Karakterbeschrijving

1. 
    

2. Schrijf een samenvatting

   Chloe is een meisje van 15. Haar ouders zijn voor ze geboren was gescheiden en ze woont nu alleen met haar moeder. Chloe vindt zichzelf niet zo bijzonder, gewoon gemiddeld. Een grijze muis. Ze wil zoals haar beste vriendin Melanie zijn, knap, lang en blond. Ze is ook best jaloers op Melanie, ze zou ook wel eens aandacht willen krijgen van een jongen. Voor de rest gaat het goed bij Chloe op school, ze rookt niet, drinkt niet en liegt niet. Haar moeder moet blij met haar zijn. Maar haar moeder is te druk bezig met jong zijn. De moeder van Chloe gaat vaak naar feesten en ze heeft veel piercings en tattoos en ze veel bezig met jongens. Ze vertelt Chloe dat ze Dennis wel een leuke jongen vindt en haar moeder gelooft dat hij haar ook wel ziet zitten. Ze gaat ermee naar Melanie en die zegt ook dat Dennis haar leuk vindt. Ze is er trots op dat Melanie ook eens ziet dat een jongen voor Chloe valt. Maar ze weet niet wat ze moet vinden van Dennis. Ze gaan een paar keer afspreken en het blijkt dat Dennis haar wel echt leuk vindt. Maar Chloe vindt hem niet erg leuk. Sommige acties van hem begrijpt ze niet. Hij nodigde haar bijvoorbeeld een keer uit om iets te gaan eten en toen had hij geen geld mee. Chloe weet het niet. Ze wil graag een vriendje maar Dennis vindt ze niet leuk. Ze voelt zich best ongelukkig maar als ze op een dag Leon tegenkomt in het park, een jongen die ze nog niet kent, maar ze wist dat het liefde op het eerste gezicht was. Dus besloot ze met hem te gaan praten en uiteindelijk spraken ze vaak met elkaar af. Ze blijken elkaar allebei leuk te vinden en ze krijgen iets met elkaar. Chloe is heel erg blij. En ze is ook erg blij met Melanie, die is ook blij voor haar en ze doet niet jaloers. Gek genoeg draait haar moeder ook een beetje bij, die haalt wat piercings weg en ze is ook blij voor Chloe. Alleen Dennis vindt het lastig maar dat kan Chloe niet zoveel schelen, Ze hoopt dat ze nog lang met Leon samen blijft.

   5. Beschrijf een van de hoofdpersonen en leg uit of je met diegene bevriend zou willen zijn.
   Melanie: Melanie lijkt op het eerste gezicht een meisje dat iets te zelfverzekerd is, Ze krijgt veel aandacht van jongens en dat vindt ze ook leuk. Maar als haar vriendin dan een vriendje krijgt is  ze ook erg blij voor haar. Dus het is wel een goede vriendin en ze heeft ook een lief karakter. Ik zou best wel vriendinnen met Melanie willen zijn omdat ze toch een goede vriendin kan zijn.
   
   6. Vergelijk de beginsituatie met de eindsituatie.
   Er zijn zeker dingen veranderd als je het begin en het einde vergelijkt. De hoofdpersonen zijn dingen te weten gekomen, en relaties zijn verbeterd. Tijd is voorbij gegaan. De hoofdpersonen zijn vooral zelf erg ontwikkeld.
   
   b) Hoe zijn de hoofdpersonen ontwikkeld?In het verhaal hebben vooral de hoofdpersonen een ontwikkeling meegemaakt en de relaties tussen hun zijn ook ontwikkeld. Chloe is over zichzelf te weten gekomen dat ze geen grijze muis is, want er zijn jongens die haar leuk vinden. Ze is daar zelfverzekerder door geworden. Ze heeft ook Melanie beter leren kennen. Die kan ook heel lief zijn voor Chloe, zelfs als ze wet dat Chloe jaloers op haar is. Dennis is te weten gekomen dat Chloe haar niet leuk vindt. En de moeder van Chloe is ook veranderd, Ze is volwassener geworden en ze is ook blij voor Chloe.
   
   7. Welke twee vragen zou je de auteur willen stellen, zodat je het boek beter begrijpt?
   1. Hoe weet Chloe gelijk al de naam van Leon? En waarom durft ze opeens tegen een jongen te gaan praten die ze amper kent, terwijl ze heel verlegen is?
   2. Hoe kan het dat de moeder van Chloe zo jong wilt zijn en zo doet? En waarom wordt Chloe daar niet door beïnvloed?
   
   8. Geef je mening over het boek
   Het was een leuk boek om te lezen. De dialogen tussen de personen waren grappig beschreven en het boek was goed te begrijpen. Er gebeurde niet heel veel in het boek maar de gebeurtenissen die gebeurde waren wel leuk om over te lezen. Het was een leuk boek over meiden dingen en uiteindelijk kwam het allemaal goed. De personages waren erg verschillend en het was soms ook grappig om dan te lezen wat Chloe over hen dacht, omdat het boek uit  haar gedachtes is geschreven.
   
   9. Kies vijf passages die het belangrijkst zijn voor het begrip van het verhaal.
   1. Pagina 13 regel 15-22 – „Ich könnte jetzt in dder Nase bohren, ohne dass es jemand bemerken würde. Ich könnte wilde Verrenkungen machen, auf allen vieren gehen, Grimassen schneiden oder auf meine Schuhe spucken. Kein Schwein würde mirauch nur die geringste Beachtung schenken. Melanies Nähe verwandelt mich in ein unsichtbares Wesen aus der Vierten Dimension.“
   Dit stukje tekst is belangrijk omdat het de vrendschap van  Melanie en Chloe beschrijft.
   
   2. Pagina 40 regel 6-11 – “Mutter lässt sich im Schneidersitz neben dem Jungen nieder und bietet ihm eine Zigarette an. Immer noch kichernd greibt er zu. Sie gibt ihm Feuer. Beim ersten Zug bekommt er einen Hustenanfall und fällt fast von seinem Brett. Aber… Das ist Dennis! ‚Er ist ganz toll!‘, lacht Chloes Mutter.“ Deze alinea is ook belangrijk want het laat het karakter zien van de moeder van Chloe en het laat zien hoe Chloes moeder over hem denkt.

3. Pagina 62 regel 18-22 – “’Danke für die Einladung! Tschüs!‘, sagt Dennis. ‚Eindladung? Welche Einladung?‘ ‚Wie bitte?‘, sagt er. ‚Ich hab keinen einzigen Cent in der Tasche.‘ Und er lauft weg.

   Dit stukje vind ik belangrijk omdat dit een van de belangrijkste dingen is waarom Chloe Dennis niet leuk vindt.

4. Pagina 135 regel 18-21 – “Ich sitze und warte. Es ist ein herrlicher Freitagnachmittag. Aber? Wer ist das. Er ist hübsch. Er ist sehr hübsch. „Ich laufe und sage ‚Hallo.‘ Dit stukje is belangrijk omdat het het begin is van de relatie van Leon en Chloe.

5. Pagina 212 regel 3-6 – „Sie ist doch nett. Melanie kannt doch nett sein. Sie ist froh über mir und Leon. Mutter ist froh. Leon ist froh mit mir. Und natürlich bin ich auch froh.“ Dit stukje is belangrijk omdat het laat zien hoe blij iedereen is op het einde.

   10. Schrijf zelf een einde
   Het einde van mijn verhaal begint waar Chloe en Leon iets met elkaar krijgen. Snel fietste ik naar huis. Wat ben ik blij. Ik wist niet dat iemand zo leuk kon zijn en dat die mij dan ook leuk kon vinden. Maar het maakt me zeker. Ik kon niet wachten om het goede nieuws aan mama en Melanie vertellen. Melanie zou erachter komen dat ook ik een jongen kon krijgen, niet alleen zij. En ook aan mama zou ik het bewijzen. Laat ik maar eerst naar huis gaan en het mama vertellen. Toen ik thuis kwam zag ik dat mama gelukkig thuis was. Het gebeurde nog wel eens dat ze weg was zonder dat ik wist waar ze was. Maar gelukkig kwam ze altijd wel weer terug. ‘Hi mam!’, riep ik toen ik thuis was. ‘Hoi Chloe’, zei ze terug, op een rare toon. Ik besloot het maar te negeren en snel het goede nieuws te vertellen. Ik vraag me wel af of er iets is maar misschien maakt het het wel beter als ik het haar vertel. Dus vertelde ik hoe ik Leon had leren kennen, dat we hadden afgesproken en hoe leuk het is met hem. ‘En nu?’, vroeg mama na het hele verhaal. Ik zei haar dat we iets met elkaar hadden, logisch. ‘En je hebt Dennis dus gewoon laten zitten?’ Het was duidelijk dat zei Dennis leuker vond, maar ze kende Leon niet eens. ‘Mam?’, vroeg ik. ‘Ja, leuk hoor. Ik vroeg het me alleen  even af. Laat die Dion maar een keertje hier komen.’ ‘Leon’, zei ik en ik liep weer naar buitem. Ik had gehoopt dat ze wat blijer was geweest voor me. Ik ging naar Melanie. Enthousiast deed ze de deur open en ik was ook enthousiast om het verhaal te vertellen. ‘Ik moet je iets vertellen’, zei ik tegen Melanie. ‘Oh? Echt? Vertel!‘, zei ze nieuwsgierig. Dus ik vertelde haar het hele verhaal van voor naar achteren, ze luisterde geïnteresseerd. Ik merkte wel dat het leek alsof haar interesse langzaam wegraakte. Hoe enthousiast ze net was geweest, hoe ongeïnteresseerd ze nu was. ‘Wat leuk voor je Chlo’, zei ze kortaf, ‘nee, echt, ik ben blij voor je.’ Ik geloofde het maar half. Ik besloot om ook maar bij Melanie weg te gaan, niemand was toch erg blij. Ik ga naar Leon. Daar is het tenminste wel leuk.

6. Maak een woordenlijst van 50 woorden waarvan je de betekenis niet wist.

1. das Brett – de plank                                                         31. die Mauer – de muur
2. der Kai – de kade                                                              32. die Schwelle – de drempel
3. der Löffel – de lepel                                                         33. die Dämmerung – de schemering
4. der Zaum – de toom                                                         34. der Sakko – de colbert 
5. die Windel – de luier                                                       35. das Kleeblatt – het klaverblad
6. die Sehnsucht – het verlangen                                       36. der Lurch – de amfibie
7. die Droge – de drug                                                          37. die Überstürzung – de overhaasting
8. die Miene – de gezichtsuitdrukking                             38. die Rotzgöre – de snotaap, de plaag
9. die Gurgel – de keel                                                          39. das Kerngehäuse – het klokhuis
10. die Münze – de munt                                                       40. die Weitsicht – de vooruitziende blik
11. der Krempel – de rommel                                               41. der Haufel – de stapel
12. die Sackgasse – de doodlopende weg                           42. der Duft – de geur
13. die Enttäuschung – de teleurstelling                            43. das Rinnsal – het stroompje/beekje
14. der Trottel – de sukkel                                                    44. der Kamin – de schoorsteen
15. die Schlamperei – de slordigheid                                  45. das Gewirr – de verwarring
16. anstatt – in plaats van                                                      46. die Einreise – het binnenkomen
17. die Regungslosigkeit – de onbeweeglijkheid              47. der Mumps – de bof
18. der Schall – het geluid                                                     48. die Schmucksachen – de sieraden
19. jeweils – telkens                                                               49. der Ehrgeiz – de ambitie
20. der Durchfall – de mislukking                                       50. der Stolz – de trots
21. die Bude – de kraam (kermis/markt)
22. das Schaufenster – de etalage
23. sagenhaft – ongelofelijk
24. das Gift – het (ver)gif
25. die Mangelware – het schaarse artikel
26. die Laune – het humeur
27. die Tatsache – het feit
28. der Durchsnitt – de doorsnede
29. das Lenkrad – het stuur
30. der Klamotten – de kleren