F. Springer

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Biografie door een scholier
  • Klas onbekend | 9725 woorden
  • 20 februari 2000
  • 42 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
42 keer beoordeeld

Persoon
Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Hulp nodig bij je toetsweek?

Met ToetsMij oefen je per hoofdstuk voor al je vakken, precies op het niveau van je toets. Zo weet je precies wat je kunt verwachten en met de uitleg bij de antwoorden kun je lastige dingen beter begrijpen. Zo zijn er geen verrassingen meer op de toets en haal je hogere cijfers!

Probeer nu 7 dagen gratis!

2 Inleiding Dit onderzoek naar het werk van F. Springer (ps. Voor Carel Jan Schneider) is opgegeven na de zomervakantie, maar toen had ik nog geen enkel idee over wie en over welke vijf werken ik het zou gaan doen en hoe het onderzoek eruit zou gaan zien. Maar toen ik eenmaal wist dat ik een onderzoek naar F. Springer en zijn oeuvre zou gaan doen (een schrijver uitkiezen is nog een heel probleem), ging het snel en het resultaat is hieronder te lezen. In het begin vlotte het niet zo, maar hoe verder je kwam hoe leuker het werd en al tijdens het lezen van de laatste boeken probeerde ik automatisch het boek al te analyseren voor mijn probleemstelling. Het is dus best wel leuk werk om doen, maar wel heel veel. Gelukkig is er veel informatie te vinden over F. Springer zodat je er ook genoeg over kunt schrijven.

3.1 Biografie van F. Springer: F. Springer is het pseudoniem voor Carel Jan Schneider, wie geboren is op 15 januari 1932 in Batavia. Zijn vader was daar leraar en later hoogleraar Duitse letterkunde aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Springer was tot 1946 in Nederlands-Indië; waaronder in Batavia, Malang, Bandung en Japanse kampen. Nadat hij in 1946 naar Nederland gekomen was heeft hij hier eerst het gymnasium te Rotterdam en later die van Den Haag doorlopen. In leiden heeft hij rechten gestudeerd. Tijdens zijn studententijd is hij begonnen met het schrijven van korte verhalen in De Uitkijk. Van 1958 tot 1962 heeft hij als bestuursambtenaar op Nieuw-Guinea gewerkt; onder andere in Hollandia, Fak-Fak, Kokonao en de Balliemvallei. Toen hij weer naar Nederland terugkeerde deed hij in 1963 examen voor de Buitenlandse Dienst, waarna plaatsing volgde op de Nederlandse consulaten en ambassades in New York, Bangkok, Brussel en Dacca. Van 1974 tot 1977 werkte hij op Buitenlandse Zaken in Den Haag. Maar sindsdien is hij weer buitenslands. Tot de komst van Khomeiny was hij gestationeerd in Teheran en in 1979 werd hij de eerste ambassadeur in Angola. Na een periode als permanent vertegenwoordiger van Nederland bij de Raad van Europa in Straatsburg gewerkt te hebben werd hij in 1983 ambassadeur in de DDR. Springer is getrouwd en heeft twee kinderen. Hoewel Springer zelden heeft meegewerkt aan publicaties in literaire tijdschriften heeft hij toch enkele malen geschreven voor het blad Tirade en heeft hij in 1978 meegewerkt aan de Achterpagina van het NRC Handelsblad. In 1982 kreeg Springer de F. Bordewijkprijs voor zijn boek Bougainville.

3.2 thematiek van F. Springer Springer maakt in zijn boek veel gebruik van illusies. Je denkt dat iets gebeurd is, maar je weet het niet zeker. Alles kan berusten op schijn. Grote historische gebeurtenissen komen vaak voor in zijn boeken (tweede wereldoorlog, afstand doen van de Nederlandse koloniën). Zij zijn wel niet het belangrijkste, maar spelen wel een rol. De personages in de boeken van Springer zijn vaak verblinde idealisten of patsers. Bij allebei speelt de macht een grote rol. Dit thema kan heel sympathiek bedoeld zijn, maar dat wordt het vaak niet. Deze personages brengen het overigens allemaal niet ver. Als hoofdpersoon gebruikt Springer ook vaak het Rimbaud-type; dat zijn personen die ineens verdwijnen, waarna er geruchten volgen dat deze persoon een ander leven heeft opgebouwd ergens anders. Dit heeft bij Springer overigens geen religieuze bijbetekenis, religie speelt namelijk in Springers\' boeken alleen maar een maatschappelijke rol. Toch maakt Springer wel degelijk gebruik van religies. In de boeken van Springer wordt ook het motief \'overspel\' veelvuldig gebruikt, omdat er veel conflicten uit kunnen voortvloeien. Wat ook opvalt is dat de boeken van Springer vaak sterk autobiografisch zijn. Er gebeurt veel dat betrekking heeft of zou kunnen hebben op zijn eigen leven. Zo komen bijvoorbeeld Java en diplomatieke gebeurtenissen vaak aan bod. Het is duidelijk te merken dat hij precies weet waar hij over schrijft

3.3 Stroming van F. Springer: Springer is iemand die met zijn verhalen het liefst \"dicht bij huis blijft\", dus hij schrijft over gebeurtenissen en verhalen waarin hij zichzelf gedeeltelijk terug kan vinden. Hij schrijft niet echt autobiografisch, want de verhalen staan op zich, maar vooral in de personages zijn sterk overeenkomstige kenmerken met Springer te zien en zo ook met de achtergrond waar de verhalen zich afspelen, meestal in de tropen. (wat meestal zo is met schrijvers met een Indische jeugd). Vanwege dit tropische decor zijn zijn verhalen wel te vergelijken met die van Alberts en Somerset Maugham, maar de stijl waarin de verhalen zijn geschreven verschillen van elkaar. Het is dus niet zo makkelijk om Springer tot een bepaalde stroming te laten behoren. Maar je zou hem misschien tot het ironisch-realisme kunnen rekenen, omdat hij zeer realistisch en eenvoudig schrijft; zijn boeken zijn heel simpel opgebouwd met veelal korte zinnen. En het ironische in zijn boeken is dat (meestal) de hoofdpersoon een leven leidt, dat heel goed lijkt te gaan maar dat hij uiteindelijk toch met lege handen en gedesillusioneerd achterblijft. Dus eigenlijk een soort trieste teloorgang van het leven en de fantasieën van vroeger. Springer is een stilist, die de emoties net als de schrijver Elsschot probeert op een afstand te houden. Zelf heeft hij hierover gezegd: \"genoeglijk, relativerend en ironisch de rotzooi waarin de anderen terechtkomen, vrijblijvend te beschrijven is voor mij de enige manier om juist mijn snelle emotionele betrokkenheid bij vele gebeurtenissen niet te zeer te laten meespelen\".

3.4 Het tijdsbeeld van F. Springer: Springer schrijft zijn verhalen in het heden, maar de flashbacks naar de vroegere tijden toen Nederlands-Indië nog maar net zelfstandig geworden was overheersen de verhalen. Het gaat er vooral om hoe het was om in die tijd als kind te leven (zoals in \"Kandy, een terugtocht\" en in \"Tabee, New York\"). Maar ook hoe het is om als zakenman/consul in het buitenland door te moeten brengen. Het tijdsbeeld van Springer ligt dus rond de jaren vijftig.

3.5 Primaire bibliografie van F. Springer: Aangezien Springer niet zo\'n snelle en regelmatige schrijver is, heeft hij nog niet zo heel veel werken gepubliceerd. Hieronder zijn zijn reeds gepubliceerde werken vermeld.

Bericht uit Hollandia \'s Gravenhage 1962, Stols, VB. (tweede druk: A\'dam 1979 Querido, Salamanderpocket 475, samen met Schimmen rond de Parula.

Schimmen rond de Parula Amsterdam 1966, Querido, De Boekvink, N. (tweede druk: 1979 Querido salamanderpocket 475, samen met Bericht uit Hollandia.

De gladde paal van macht. Een politiek legende. Amsterdam 1969, Querido, R. (tweede druk: 1980, Salamanderpocket 501)

Tabee, New York. Amsterdam 1974, Querido, N. (tweede druk: 1978, salamanderpocket 443)

Zaken Overzee Amsterdam 1977, Querido, VB. (licentie-uitgave: Vianen 1978, ECI; tweede druk: Amsterdam 1982, Querido, salamanderpocket 533)

Bougainville, een gedenkschrift Amsterdam 1981, Querido, R.

Quissama, een relaas Amsterdam 1985, Querido, R.

Een glimlach in september. In: De tweede Ronde, jaargang 4, nr. 1, lente 1983 pp. 27-37, V.

Ontmoetingen met Multatuli. In: Over Multatuli, nr. 12, 1984, pp. 1-14 Memoires.

Korte beschrijving van een debuut. In: Het land der letteren. \'s Gravenhage. Samenstelling Tilly Hermans, Harry Scholten en Lodewijk van Zonneveld. Amsterdam 1984, Meulenhoff, pp. 99-101, V.

4.1 De probleemstelling: In 5 werken van Springer ga ik onderzoeken hoe de ontwikkeling van de hoofdpersoon is en of deze overeenkomsten hebben met elkaar. Ook wil ik kijken of de eventuele (jeugd-)liefde iets te maken heeft met de verdere ontwikkelingen van die hoofdpersoon (bijvoorbeeld in het boek \"Kandy\"). Ik heb deze probleemstelling gekozen, omdat het me tijdens het lezen van de boeken erg opviel dat de hoofdpersoon altijd terugkijkt naar het verleden en dat daar eigenlijk zijn huidige leven op geworteld is. En op zich is dit heel normaal, want je vroegere ervaringen vormen je leven en daar ga je je ook naar gedragen, maar in de boeken van Springer vond ik dat de hoofdpersoon wel erg overdreven leeft in het verleden en de openbaring van een vergeten feit/verdwenen persoon zorgt er voor dat de hoofdpersoon ten onder gaat, of dat hij vreselijk teleurgesteld is in zijn eigen herinneringen. Het gaat in de boeken \"Kandy, een terugtocht\", \"Tabee, New York\" en in mindere mate ook \"Sterremeer\" vooral om de (jeugd-)liefde die in het verleden (in \"Sterremeer\" meer in het heden) een grote rol speelt. En het leek mij interessant om dit te onderzoeken. Er zijn wel eventuele beperkingen wat betreft de probleemstelling, omdat natuurlijk niet alles van de hoofdpersoon vertelt wordt tot in het kleinste detail. Hierdoor zul je sneller tot de conclusie komen dat de hoofdpersoon wel degelijk gevormd wordt door deze gebeurtenissen uit het verleden of juist niet.

4.2 Reeds bestaande onderzoeken over de probleemstelling: Hoewel er vele publicaties over Springer en zijn geschreven werk zijn verschenen (onder andere van Paul Reinders in Oosland (1986) nr. 91 p. 3) heb ik zelf geen onderzoeken kunnen vinden die over dezelfde probleemstelling gaan. Wel heb ik op Internet een ongeveer gelijk verslag gevonden met de probleemstelling of Springer in verschillende boeken dezelfde thema\'s, motieven en personages gebruikt. Dit verslag gaat ook over de hoofdpersoon en of deze in verschillende boeken hetzelfde is, maar niet zozeer over de ontwikkeling van hem. Het verslag gaat ook vooral over het boek \"Kandy, een terugtocht\". Hieruit blijkt dat de boeken allemaal redelijk dezelfde structuur hebben ten aanzien van de verhaallijn. Ook dat het motief verlangen een grote rol speelt bij alle hoofdpersonen en het tragische einde geldt ook voor alle verhalen. Ook het motief verraad speelt een grote rol in de verhalen en in de levens van de hoofdpersonen. Bijvoorbeeld ook het werk \"Bougainville\" is op deze basis gebouwd.

4.3 De hypothese: Ik verwacht dat uit de analyse van de vijf werken van Springer tevoorschijn komt, dat de hoofdpersonen in alle werken ongeveer dezelfde ontwikkeling meemaken; namelijk dat de hoofdpersoon door de kijk op zijn verleden de weg kwijtraakt en een dramatische gebeurtenis krijgt te verwerken doordat zijn herinneringen aan het verleden hem verblind hebben voor de werkelijkheid en dat de werkelijkheid nu als een klap aankomt.

4.4 De gegevens: Voor mijn onderzoek heb ik vijf werken van F. Springer gelezen en deze vijf zal ik dan ook gaan analyseren.

Eerste werk: Sterremeer; 1990, boekenweekgeschenk
Tweede werk: Quissama; 1990, zevende druk
Derde werk: Bandoeng-Bandung; 1993, eerste druk
Vierde werk: Kandy, een terugtocht; 1998 tweede druk
Vijfde werk: Tabee, New York; 1988, vierde druk

4.5 De analyse van de gegevens: Ik ga de analyse van de gegevens per gelezen werk doen in de volgorde zoals die bij punt 4.4 is aangegeven.

4.5.1 Sterremeer De titel van het boek is genoemd naar de hoofdpersoon ervan, namelijk Felix Sterremeer. Hierbij valt meteen op dat de initialen overeenkomen met die van F. Springer zelf. Felix is in het begin van het boek een jongen die nogal op zichzelf is, hij heeft bijna geen vrienden, leest literair verantwoorde werken en schrijft zelf poëzie. Bij de meiden is hij ook niet geliefd. Meteen in het begin van het verhaal wordt duidelijk dat er een hij-vertelsituatie is en die hij dat is Nikko. Het wordt ook meteen heel duidelijk hoe iedereen over hem denkt, bijvoorbeeld een meisje van dansles zegt over Felix: \"Die engerd (…)stopte hij haar en haar vriendinnen versjes in de mantelpak (…), hij was brutaal tegen bijna iedere leraar – een ouwelijk en eigenwijs mannetje, die Sterremeer\". Hij zakt twee keer voor z\'n examen en bij het leger gooien ze hem eruit omdat hij onhandelbaar is. Felix is ook iemand die al in het begin vreselijk precies is en zijn eerste dichtbundel moest ook perfect zijn. Later in het boek zal blijken dat dit vreselijke vormen aanneemt, want hij zal bijna geen gedichten meer publiceren, omdat hij ze zelf niet goed genoeg vindt en dan blijft hij er net zo lang aan schaven tot het helemaal niets meer is. Ook is Felix in het begin angstig en bang uitgevallen, hij vindt het moeilijk om vrienden te maken, maar ook om een gedicht voor te dragen. En als het dan fout gaat wordt het nog veel erger. Maar een aantal jaren later gaat het uitermate goed met hem, hij is getrouwd met Robie en heeft een dochtertje Princess. Hij is overgestapt op het engels dichten en zijn artiestennaam in Amerika was Starlake. Felix schept graag op en vertelt dat Nikko een hele goede vriend is, dit waarschijnlijk omdat hij in die tijd voor de rest helemaal geen vrienden had behalve Nikko. Felix is iemand die niet tegen domme en ongeïnteresseerde mensen (bijv. tijdens zijn werk als reisleider, waar hij Robie ontmoette) en haakt dan ook snel af. Daardoor komt het misschien ook dat hij niet veel vrienden had omdat die zich niet interesseerden voor poëzie. Ook in de tijd als reisleider had hij gedichten geschreven en voorgedragen en dan was hij ook vreemd aangekeken, niemand begreep hem. En hoewel het goed lijkt te gaan met hem in Amerika blijkt toch wel dat het fout zal gaan. Onder andere zijn vrouw zegt: \"Starlake, lake full of stars. Maar in water doofden ook de mooiste sterren snel\". In Amerika komt zijn perfectionisme nog sterker naar boven. Ook hier vindt hij alleen zijn eigen werk belangrijk en dat van anderen (zoals de scriptie van zijn vrouw) interesseren hem eigenlijk niet. Als in Amerika zijn eerste engelse debuut gepubliceerd wordt, gaat het weer helemaal mis doordat Robie de avond verpest. Hierdoor is Felix helemaal van de kaart. De relatie gaat de verkeerde kant op en hij en Robie werken op elkaars zenuwen. Felix wordt steeds meer in zich zelf gekeerd en steeds sarcastischer maar naar buiten toe is hij nog steeds dezelfde Felix Starlake. Aan het einde van het boek komt eindelijk naar voren dat Felix helemaal geen goed dichter is en dat iedereen dat eigenlijk vond maar deed alsof. Zo ook zijn vrouw Robie, die hem verried door te doen alsof ze hem goed vond en de afspraak met de drukker over zijn publicatie. Na de zelfmoordpoging van Robie kan Felix geen woord meer op papier zetten en stopt met dichten. Hij begint een boekwinkeltje zo een als waar hij vroeger gewerkt heeft en slaat na 23 jaar met zijn auto over de kop toen hij op weg was naar Robie.

4.5.2 Quissama De hoofdpersoon in dit boek heet Charles Enders (getrouwd met Vicky) en is een zakenman, die al de hele wereld bevlogen heeft en eigenlijk als laatste halte Luanda zou gaan hebben. Hoewel hij eigenlijk niet tot het departement Afrika behoorde vond men dat hij het beste kon gaan. Eigenlijk wilde hij nu een kantoorbaan, maar hij kon geen \"nee\" zeggen. In Luanda treft hij een zekere King Velderman en wordt aan hem overgeleverd. Weer kan hij geen \"nee\" zeggen. Uit zijn eerste rapport aan zijn firma blijkt dat hij hoewel hij bang was om op zijn leeftijd nog onderuit te gaan het nu uitstekend naar zijn zin heeft en denkt grote successen te behalen. Charles vindt het uitermate interessant om de verhalen \'s avonds te horen over Pauline die King aan hem vertelt. In het tweede rapport aan zijn baas Dalenoord vertelt hij dat hij het nog steeds naar zijn zin heeft en nog zeker vier weken blijft. Terwijl in het begin gesuggereerd werd dat hij weer zo snel mogelijk naar huis zou gaan. Ook is hij veranderd ten opzichte van vroeger, en dit vermeldt Charles zelf: \"Bij het overlezen ergerde ik mij weer aan dat luchtige toontje. Zo schreef ik nooit aan Dalenoord. Mijn rapporten waren altijd voorbeelden van zakelijkheid\". Dat hij veranderd is blijkt ook uit zijn opmerking: \"Ik gaf geen tweede brief mee voor Vicky. Ik wist zeker dat zijn een tweede vals gezongen lied niet zou kunnen verdragen\". Charles begint ook met het opschrijven van de verhalen die King de avond tevoren heeft verteld. Hoe verder het verhaal verloopt, hoe minder Charles behoefte heeft aan zijn vrouw Vicky en zijn baas Dalenoord en hij belt ze ook helemaal niet. Steeds meer gaat hij schrijven en laat de zaak de zaak, het interesseert hem eigenlijk niet meer. Op een gegeven moment moet Charles kiezen tussen een reis met King naar een natuurpark (Quissama) of een belangrijke vliegtuigverkoper en hij kiest voor King. Hier is duidelijk te zien dat hij ernstig verandert is, zoals vroeger altijd de zaak voor ging, zo gaat nu zijn eigen plezier en leven voor. Tijdens de reis zegt King iets over het schrijven van Charles en hij schaamt zich ervoor. Ongeveer halverwege het verhaal lijkt het erop dat Charles erachter komt dat King hem alleen maar verhaaltjes op de mouw spelt, maar door een uitroep van een vrouw krijgt hij geen bevestiging. En later in het boek (± bladzijde 122) blijkt dat hij nog steeds een soort wantrouwen heeft tegen de verhalen, maar ook hier laat hij zich weer overhalen en lijkt hij het toch allemaal weer te geloven en nog steeds schrijft hij alle verhalen op. Ook in het verhaal blijkt dat Charles niet zoveel vrienden heeft, mede natuurlijk doordat hij vaak op reis is, maar ook de \"vriendschap\" met King heeft vele momenten waarbij de spanning te snijden is. Tijdens de tocht krijgt Charles ineens een terugblik/visioen naar de vergadertafel in Amsterdam waar de hoge heren over zijn goede prestaties in Luanda praatten. En hij moet erom lachen. Als King een ongeluk krijgt durft Charles daar de waarheid eerst niet onder ogen te zien totdat hij wel moet en helpt hem. Tijdens de terugweg komt hij Rocha tegen die hem vertelt dat de minister hem wil spreken over het contract en weer moet Charles kiezen: de zaak of King en weer kiest hij voor King. Als deze overlijdt heeft Charles het er erg moeilijk mee en legt zich helemaal op het schrijven, tot in de kleinste details. Ook komt hij er nu achter dat alle verhalen van King zijn verzonnen en hij voelt zich verraden: \"literatuur, wat moet ik met literatuur\". riep hij kwaad toen hij er niet meer tegen kon. Toch gaat hij weer schrijven.

4.5.3 Bandoeng-Bandung De hoofdpersoon in dit boek heet Chris Regensberg, hij is politicus en wordt eigenlijk meteen na de verkiezingen uit de partij gezet. Hij voelt dit als een verraad en heeft helemaal geen zin om al antwoord te geven op de vraag of hij de eventuele burgemeesterspost wil bezetten. Chris is getrouwd met Vera en ze hebben geen kinderen. Hij is iemand die een voorvechter is van het bedrijfsleven en dus waarschijnlijk een soort VVD-er is. Chris is in het begin van het boek zeer sarcastisch zoals bijvoorbeeld vlak voor het diner als zijn vrouw hem vraagt waarmee ze opnieuw gaan beginnen: \"Straks, na het laatste avondmaal\". Chris laat dan eigenlijk blijken dat hij wel behoefte heeft aan het vertellen van zijn indische verleden en de rest van zijn leven. Vera is de eerste die hem voorstelt om naar Indonesië te gaan, maar hij weigert. Als hij later wordt gevraagd voor een handelsmissie naar Indonesië stemt hij toch toe. Ook hier blijkt dat hij niet zo\'n schrijverstalent heeft als hij een causerie moet schrijven over het huidige Indonesië. Als ze in Indonesië zijn wil Chris zijn verleden niet vertellen, maar ook nu geeft hij even later weer toe. Ook de handelsmissie, die in het begin zijn grote stimulans zijn, wordt eigenlijk een beetje oninteressant. Hij laat zich daarom toch overhalen om naar zijn oude plaatsen in Indonesië te gaan. Daar aangekomen begint hij zich te ergeren aan de dingen die hem eigenlijk niet zo interesseren, zoals de dommenpraat van zijn vrouw: \"Kip zonder kop, onnozele toeristenclichés\". Als Chris samen met zijn vrouw een taxi neemt, blijkt de man een oude vriend van hem te zijn. Samen halen ze herinneringen op en dan zegt zijn vrouw weer iets en Chris ergert zich opnieuw aan haar, omdat ze weer iets zegt dat hem niet interesseert. Tijdens de terugtocht van herinneringen komt opeens ook zijn eerste liefde Anke om de hoek kijken en hij denkt met weemoed aan haar terug. Als ze terugkomen in het hotel vraagt Chris zich af waar hij in hemelsnaam mee bezig is. Dit is een soort moment van bezinning, maar hij geeft er toch niet aan toe en gaat de volgende dag weer op pad. Als Vera ziek wordt, blijkt ook dat Chris een soort angst heeft, waardoor hij meteen het ergste overal van denkt. Dat is ook zo met zijn vriend Otto (de chauffeur) en na ernstig nadenken over zijn eigen verraad aan Otto besluit Chris om geen burgemeester te worden.

4.5.4 Kandy, een terugtocht Dit boek gaat over Fergus Steyn (ook hier weer dezelfde initialen als F. Springer) en over zijn herinneringen aan zijn jeugd. Fergus wordt eigenlijk zijn hele leven al geleid door de herinneringen aan zijn jeugd, vooral aan zijn herinneringen aan Pinky, zijn eerste jeugdliefde en aan de Theekoe, de bediende in kamp Kandy. In het begin van het verhaal (Fergus = Taffy) heeft Taffy een uitnodiging gekregen om een verhaal te houden over zijn jeugd in voormalig Nederlands-Indië. Hij twijfelt hierover maar besluit om het toch te doen en langzamerhand komen er steeds meer herinneringen naar boven. Hoe bang hij was dat Pinky erachter zou komen dat hij stapelverliefd op haar was, hoe bang hij nog steeds was dat hij toch de Theekoe had doodgeschoten: \"Niet geraakt, ik heb hem niet geraakt, Pinkies hand op mijn been, ik heb hem niet geraakt\". Ook de bureaucratische problemen hebben op de rest van zijn leven een grote indruk achtergelaten. En vlak voordat hij aan zijn grote zoektocht begint door een advertentie in de bladen te zetten twijfelt hij of hij het wel moet doen, maar hij haalt zichzelf toch over. Als hij dan twee oude kameraden tegenkomt is eigenlijk het enige waar hij benieuwd naar is waar Pinky is en of hij de Theekoe geraakt heeft. Na enige tijd wachten en eigenlijk de hoop al opgegeven krijgt hij toch haar adres en gaat hij naar haar toe. Maar hij komt eigenlijk zonder antwoorden gedesillusioneerd terug, omdat het weerzien met Pinky niet was wat hij ervan verwacht had en dat nu eigenlijk al zijn herinneringen niets meer waard zijn. Door deze teleurstelling besluit hij door te gaan met zijn leven en niet meer te leven voor zijn herinneringen.

4.5.5 Tabee, New York Dit boek gaat over Rudy, een vice-consul in New York die al veel gereisd heeft en nu een tijdje in New York blijft. Hier durft hij niet uit te komen voor zijn \"genegenheid\" voor zijn secretaresse omdat hij bang is voor de confrontatie. Op een gegeven moment wordt hij uitgenodigd om ook een lezing te houden over zijn verleden in Nederlands-Indië en dan komen zijn herinneringen weer terug over de tijd van zijn jeugd. Als hij de voordracht heeft gehouden komt hij zijn jeugdliefde Dollie weer tegen met wie hij een hele leuke tijd heeft gehad, maar wie hij eigenlijk ook nooit heeft durven zeggen dat hij stapelverliefd op haar was. Dit omdat hij bang was voor de confrontatie met zijn vrienden als bleek dat hij met een \"kippetje\" omging. Na de samen opgehaalde herinneringen blijkt dat ze elkaar nog steeds best leuk vinden en dat Dollie een moeilijk leven heeft met zijn vroegere rivaal Menno Spanjer. Als hij bij Dollie thuis komt barbecuen, vallen er pijnlijke stiltes en worden de vreselijkste herinneringen opgehaald door Menno, hoe Rudy Dolly een aantal keren heeft laten zitten in Nederlands-Indië en op de boot terug naar Holland. Op de terugweg brengt Dollie hem naar het station en weet Rudy eigenlijk niet wat hij moet zeggen. Als zijn secretaresse gaat trouwen denkt hij of hij er toch geen werk van had moeten maken, maar hij vindt toch maar van niet. Als hij even later de journalist (die hem al eerder met de neus op de feiten had gedrukt betreffende zijn secretaresse) weer tegenkomt zegt hij dat Dollie een beeldschone vrouw is en Rudy merkt dat hij weer verliefd op haar is. Als haar problemen met Menno zo hoog oplopen dat ze bij Rudy komt en daar samen een heftige nacht doorbrengen is Rudy blij dat hij wegkan naar een volgende bestemming, want hij is nog steeds bang voor de confrontatie. Dus hij gaat weg zonder het tegen Dollie te zeggen en hij blijft alleen met zijn problemen.

4.6 De bewijsvoering van de hypothese: De hypothese blijkt wel te kloppen in zijn boeken, alleen eigenlijk in Quissama hebben de herinneringen niet veel invloed. Tenminste, het blijkt niet omdat het verhaal maar weinig flashbacks kent. Ook bij Sterremeer is dat het verhaal, hier wordt wel het verleden en de ontwikkeling vertelt, maar door een ander persoon en hierdoor krijg je een heel ander beeld. Maar in Sterremeer hebben zijn vroegere problemen die hij op school had nog steeds invloed op zijn latere leven; hij maakt nog steeds moeilijk vrienden, hij is nog steeds alleen in zijn eigen leven geïnteresseerd. En door de ontdekking dat zijn hele leven eigenlijk één grote leugen is valt alles als een kaartenhuis in elkaar. Dit gebeurt eigenlijk precies hetzelfde in Kandy, een terugtocht. Ook hier komt hij na hele goede herinneringen die zijn hele leven beïnvloedden tot de conclusie dat het allemaal voorbij is en begint opnieuw met een leven zonder herinneringen. In het boek Bandoeng-Bandung beïnvloeden de herinneringen van Chris niet zijn hele leven, hoewel het wel op de achtergrond meespeelt. Maar zo gauw hij er weer aan denkt verandert hij en wil weer terug naar die tijd en zijn vroegere vrienden weer kennen. En in Quissama spelen eigenlijk de herinneringen zoals zijn leven als zakenman vroeger was een belangrijke rol voor het leven in Luanda; dus hoe hij het niet moet doen en hij verandert dan ook heel sterk. Maar er zijn nog meer eigenschappen in de hoofdpersonen die opvallen. Zo is er bijvoorbeeld ook het aspect angst, dat in alle boeken terugkomt. De angst voor de confrontatie met vrienden, het onbekende en met het verleden spelen bij alle hoofdpersonen een grote rol. Ook het aspect de \"zelfverheerlijking\", zichzelf in het middelpunt stellen en de rest, de entourage, van andere personen en activiteiten, ideeën die zij belangrijk vinden als oninteressant kenmerken. Dit is vooral duidelijk te zien in het boek \"Sterremeer\" maar ook in de andere boeken komt dit naar voren. Alleen in Quissama is dit weer wat lastiger terug te vinden. Behalve als je het tot middelpunt stellen van zichzelf met beschouwing op zijn werk hiertoe rekent.

4.7 De conclusie: Ik vind dat mijn onderzoek goed geslaagd is, in de vijf boeken van F. Springer zijn de hoofdpersonen in grote mate overeenkomstig en er zijn zelfs meerdere overeenkomsten gevonden dan ik van tevoren had verwacht. Voor eventueel vervolgonderzoek lijkt het mij leuk om te kijken in hoeverre de hoofdpersonen en de gebeurtenissen overeenkomen met het leven van F. Springer zelf. Maar het probleem hiervan is dat je dan eigenlijk een heel uitgebreide biografie nodig hebt of zelfs een persoonlijk gesprek met hem moet aangaan. Maar misschien komt dat er ooit nog van.

5.1 Het oordeel over het gelezen werk: 5.1.1 Sterremeer Ik vond Sterremeer een leuk boek om te lezen, het was ook absoluut niet moeilijk om te begrijpen doordat het verhaal makkelijk is opgebouwd uit korte zinnen en mono- en dialogen. Wat mij opviel aan het boek was Felix Sterremeer zelf, omdat hij erg op zichzelf is en dat altijd al geweest is. Dit viel mij erg op omdat ik het me bijna niet kan voorstellen dat je zo op jezelf bent en eigenlijk ook niet perse mensen om je heen nodig hebt (hij is natuurlijk dolgelukkig met zijn vrouw en dochter, maar alleen had hij zich ook wel gered). Ook het verraad van zijn vrouw vond ik erg frappant; zij deed iets om ervoor te zorgen dat hij gelukkig werd en hij serieus genomen werd/zich serieus genomen voelde, terwijl zij eigenlijk niet met die leugen kon leven en ook geprobeerd heeft er een einde aan te maken.

5.1.2 Quissama Dit vond ik een minder leuk boek van Springer. Het boek op zich is goed geschreven en ook de verhaallijn is goed te volgen maar ik vind het een beetje ver gezocht / ik kan me haast niet voorstellen dat iemand zijn hele leven baseert op de verhalen die hij zelf verzint (zoals King doet) en daar ook anderen in laat geloven en dat die anderen daar dan ook intrappen. Ik vond de overeenkomst tussen King-Enders wel goed gevonden; Het leven van King is gebaseerd op de verzonnen verhalen die hij vertelt en het leven van Enders is gebaseerd op het schrijven. Dus zij kunnen niet gewoon leven, maar zij hebben het vertellen c.q. het schrijven nodig om te kunnen leven.

5.1.3 Bandoen-Bandung Ook dit verhaal vond ik leuk om te lezen. Het is wel vervelend lezen omdat er geen hoofdstukken of delen zijn, zodat het één langgerekt verhaal is. Het verhaal op zich is eigenlijk heel alledaags. Het is ook niet een heel erg spectaculair verhaal maar wel gemakkelijk.

5.1.4 Kandy Dit vond ik het leukste verhaal, omdat je hier eigenlijk de hele jeugd van de hoofdpersoon te horen krijgt en je je er ook wel wat bij voor kunt stellen. Ik vond het wel een beetje irritant dat er telkens van het heden naar het verleden gesprongen werd en omgekeerd. Ook de groeiende liefde tussen twee kinderen van een jaar of twaalf vind ik wel interessant, omdat je dat vroeger zelf ook wel hebt meegemaakt en dat je je dan tegenover je vriendjes schaamde omdat je met een meisje omging. Ik vind dat in dit boek de realiteit van de omgang tussen kinderen, maar ook die van de bureaucratie zeer goed beschreven wordt.

5.1.5 Tabee, New York Ook in dit boek is de realiteit van de omgang tussen kinderen erg goed beschreven. Ik vind het boek wel goed geschreven, maar wel saai. De verhaallijn die erin zit is goed te volgen. Er komen ook veel engels zinnen in voor en dat is ook erg vervelend. Het aspect van het niet durven afgaan op een vrouw vanwege de confrontatie is iets dat vrij vaak voorkomt dus dat is wel herkenbaar. Het einde van het boek vind ik wel origineel, omdat je een happy end verwacht maar er gebeurt juist het tegenovergestelde.

5.2 Het oordeel over de werkvorm: Ik vond het wel lastig dat je niemand anders hebt om mee te kunnen vergelijken, maar het is ook wel leuk om alles zelf te moeten doen want zo zie je je eigen werkstuk echt vanaf het begin helemaal ontstaan. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld het vorige werkstuk waar je aan bepaalde onderdelen helemaal niets hebt gedaan omdat je met de anderen een verdeling had gemaakt. Ook vind ik het leuker om je eigen schrijver, boeken en probleemstelling te kunnen bepalen dan wanneer het van tevoren is opgelegd.

6 Lijst met geraadpleegde secundaire literatuur: # schrijversmap over F. Springer nr. 12 1990 uit de openbare bibliotheek Epe # Uitgelezen: reacties op boeken nar 9, p. 117-125 # Uitgelezen: reacties op boeken nar 12, p. 130-133 # Kritisch literatuur lexicon, door Theo van Loon, 1981 Groningen # Jan Campertprijzen 1981, door Carel Peeters, \'s-Gravenhage # vele internetpagina\'s (o.a. het internet college, de digischool) # Lexicon literaire werken, door A. Musschoot, 1989 Amsterdam # Analyse en samenvatting van literaire werken, R.A.J. Kraaijeveld, 1985 A\'doorn

7.0 Bijlage: 7.01 Sterremeer Nikko (hoofdpersoon) ontmoet Felix Sterremeer in de jaren vijftig bij de militaire keuringsdienst. Felix valt hier nogal op omdat hij gedichten van Keats aan het lezen is. Nikko stelt zich voor en na afloop fietsen ze samen naar huis. Felix blijkt bekend te staan als een engerd die ongevraagd gedichten in jaszakken van meisjes stopt en als iemand die brutaal is tegen leraren. Als Nikko tijdens z\'n rechtenstudie wat bijverdient als journalist ontmoet hij Felix opnieuw en praten ze bij en het blijkt dat Felix opnieuw is gezakt voor z\'n examen en als onhandelbaar het leger is uitgezet. Ook heeft hij gedichten geschreven en gepubliceerd en z\'n eerste bundel is op komst. Doordat Nikko studieverplichtingen en een verloofde (Dorien) heeft, zien ze elkaar een tijd niet. Vlak voor Nikko\'s afstuderen (1955) ontmoet hij Felix weer bij een vriend van Doriens vader die een literaire avond geeft. Alle aanwezigen hier moeten een voordracht houden, zo ook Felix. Maar een aanwezige zorgt ervoor dat dit een afgang wordt. Nikko en Dorien trouwen en hij krijgt een baan op een A\'dams advocatenkantoor. Zij krijgen 2 kinderen, een zoon en een dochter. Vlak voor de Kerst (1963) krijgt hij te horen dat hij naar New York moet voor zaken. Hij zal daar worden opgeleid bij een kantoor. Aan boord van de \'Westerdam\' (1964) ontmoet hij tot zijn verbazing Felix weer samen met zijn Amerikaanse vrouw Robie en zijn 6 jaar oude dochtertje Princess. Na het diner vertelt Felix hoe het hem de afgelopen jaren is vergaan. Hij is reisleider geweest die trips verzorgde voor Amerikaanse studenten. Maar dit werk beviel hem niet zo. Op zijn laatste trip ontmoette hij Robie en dit was liefde op het eerste gezicht. Na hun huwelijk zorgde haar vader (eigenaar van een succesvol reclamebureau) ervoor dat zijn werken in het Engels gepubliceerd werden onder het pseudoniem Felix Starlake. Ondertussen werkte Robie aan een scriptie over 19e eeuwse Duitse schrijvers en dichters. Tijdens de bootreis vertelt ze aan Nikko dat Felix een gekweld dichter is die superperfectionistisch is en dat daardoor z\'n gedichten waarde verliezen. Nikko vindt dat de scriptie meerdere scripties in één zijn geworden die vooral stilstaat bij het liefdesdrama van Heinrich en Charlotte Stieglitz. In New York vindt Nikko z\'n draai en de eerste vertaalde bundel van Felix wordt ten doop gehouden. Wat een feest had moeten worden eindigde in een drama doordat Robie haar man beledigt. Na enkele maanden nodigt Robie Nikko en Dorien uit voor een weekend in Long Island. Hier blijkt dat Felix\' gedichten zijn uitgegeven omdat zij de uitgever geld beloofd had en zo wilde zij haar man helpen in zijn strijd tegen het dichterschap. Felix voelt zich door het verhaal een gebroken man. Na 23 jaar (zoon van Nikko is advocaat en zijn dochter kleuterjuf) ontvangt hij een brief van Princess. Hierin staat dat haar vader bij een auto-ongeluk om het leven is gekomen en dat haar moeder nog elke dat met dode ogen naar het ziekenhuisplafond staart.

7.02 Quissama Charles Enders moet vanwege zijn ervaring voor zijn werk naar Angola en daar de exportmarkt veroveren. Als hij in Luanda landt, wordt hij bijna gearresteerd. King Velderman redt hem en biedt hem een verblijfplaats aan in zijn huis. Hij voelt zich hier meteen thuis \"Dit moest mijn leven zijn! Diep weggestopt in een onvindbare uithoek van de wereld, iedereen kon doodvallen\". Met deze regel begint Charles\' verlies van verantwoordelijkheid voor zijn firma en zijn geliefde Vicky. Op Kings bureau staat het portret van een mooie vrouw, dat op Charles de indruk maakt alsof het onecht en ontastbaar is. Het doet hem denken aan de vooroorlogse filmsterren. Over deze Pauline, zijn vrouw, eens de geliefdste vrouw van de kolonie, vertelt King iedere avond. Whisky is spraakwater. Koortsachtig noteert Charles daarna wat zijn tegenpool en tweelingbroer hem heeft toevertrouwd. King is zijn alter ego: behalve de overeenkomst van kleding en leeftijd hebben beiden dezelfde opvattingen over het zakenleven; beiden zijn topverkopers die overal alles kunnen slijten en in beiden leeft de vraag \'of dat nu alles is\'. Wat de waarheid van de verhalen betreft, had hij niet zo goedgelovig hoeven te zijn. Het verhaal dat King vertelde over de rimboevlieger had hem wantrouwend moeten maken. Charles geniet van de verhalen die King hem \'s avonds opdist en hij vindt z\'n werk minder interessant en het gaat ook niet zo lekker, hoewel hij met de hulp van King overal binnen komt. Toch lijkt zakelijk succes verzekerd, maar wanneer het erop aan komt, laat hij verstek gaan. Charles vertrekt met King naar Quissama, terwijl hij weet dat er belangrijk bezoek arriveert. In Quissama blijft Charles bij de gewonde King in plaats van een miljoenenorder binnen te halen. Bij King zag hij vlak voor het ongeluk dezelfde radeloosheid die hij ook heeft wanneer hij denkt aan al het leed van de wereld en aan hetgeen de mens daaraan kan verhelpen. Na de dood van King komt hij erachter dat hij de dupe (niet echt natuurlijk, want hij heeft het naar zijn zin gehad) is geworden van een fantast, iemand die zijn leven vulde met gedetailleerde verhalen over mensen die hij zelf verzon. Zo is King eigenlijk een schrijver, een literatuur persoon. King hield van Pauline zoals hij haar verzon. Het verhaal dat hij onder andere in zijn orderboek noteerde bestond uit vier delen: het verblijf te Bombay (1964) waar King Pauline ontmoette, het uitstapje naar de tempels van Angkor Vat (1968) waar hij Pauline weer ontmoette, na hun huwelijk de ontmoeting met Joe en Jelle Browning uit New York die de basis legden voor de uitzending naar Angola. Daartussen zit het verhaal van de piloot Eduardo. Het belangrijke aan deze verhalen is het feit dat dit zin gaf aan het leven van King. Niet het vluchtoord Quissama, maar het fantaseren van een geschiedenis is de zin van het bestaan. De escapist die het zoekt in de religie gaat te gronde. Zo ook gaf het schrijven zin aan het bestaan van Charles Enders.

7.03 Bandoen-Bandung Onmiddellijk na de verkiezingen stelt Chris Regensberg zijn Kamerzetel beschikbaar voor zijn jongere collega. Het is welletjes geweest na zoveel jaren, luidt zijn verklaring. Maar in werkelijkheid is hij door de partijtop afgedankt. Vooral zijn jongere fractiegenoten zouden zich in toenemende mate ergeren aan zijn arrogante commentaar en daarom heeft de minister-president zelf hem te kennen gegeven dat hij beter kan opstappen. Zoals dat in politieke kringen gebruikelijk is, betuigen alle aanwezigen op zijn afscheidsreceptie om het hardst hun spijt. Na het officiële gedeelte laat de MP hem onder vier ogen weten dat hij de belangrijkste kandidaat is voor de prominente burgemeestersplaats die binnenkort vrijkomt. Chris gaat echter nog niet in op het voorstel, het gaat hem allemaal veel te snel. Thuis probeert zijn vrouw Vera hem de prettige kanten van een nieuwe carrière te laten inzien, maar hij beschouwt de burgemeestersbaan toch meer als verradersloon. Voorlopig staat de rust hem ook wel aan. Dan kan hij mooi aan zijn memoires werken. Van een vakantie in Indonesië, het land van zijn jeugd, wil hij niets weten. De volgende morgen wordt hij gebeld door Vilders, een grote ondernemer in de Rotterdamse agglomeratie en jarenlang een van Chris\' belangrijkste adviseurs. Hij kon de avond ervoor niet, maar wil toch graag afscheid nemen. Twee dagen later ontmoeten ze elkaar in een herenclub achter het Voorhout. Vilders vertelt dat hij binnenkort met een handelsmissie naar Indonesië gaat. Het gezelschap is bijna compleet, alleen een \'elder statesman\' ontbreekt nog, iemand die boven de diplomatieke strubbelingen met de Indonesische regering staat. Hij vraagt of Chris in die rol mee wil. Na enig aandringen belooft Chris dat hij en Vera meegaan. Terwijl Vera zich om de bagage bekommert, zet Chris zich aan het schrijven van de causerie die hij in zijn rol houden moet. Uiteindelijk heeft hij toch een redelijk boeiende voordracht van twintig minuten. Hij stopt ook een doos met brieven uit de nalatenschap van zijn grootvader in de koffer: \'Brieven van de kinderen uit Ned-Indië. Chris reist ook samen met zijn partijgenoot Jacques van Tilburgh (staatssecretaris) en na een etmaal arriveren ze op Sukarno Hatta International Airport. Na aandringen van Lunter (tripregisseur) staat Chris een interview toe over zijn jeugd met de journalist Subrapto. Tijdens een diner houdt Chris zijn causerie met veel succes. De volgende morgen wacht Subrapto hem op in de hotellobby. Om al te persoonlijke vragen te voorkomen, vat Chris kort zijn voordracht samen. Hij krijgt toch de vraag over zijn jeugd en hoe het in de Jappenkampen was en al z\'n herinneringen komen boven; z\'n ouders, zusje May, broeder Laurens. Hij wil Bandung niet bezoeken, bang dat \'t zal tegenvallen. Chris is kwaad op zichzelf dat hij dit allemaal gezegd heeft, zelfs Vera wist \'t allemaal niet. Tijdens z\'n tweede causerie wordt hij heel nostalgisch en niemand luistert meer. Hij wordt gered door het nieuws dat van Tilburgh minister van Verkeer en Waterstaat wordt. Op het artikel van Subrapto komen veel positieve reacties. Chris en Vera besluiten toch maar naar Bandung te gaan. De reis van Jakarta naar Bandung is een reis terug in de tijd, hij komt alle oude bekende plaatsen weer tegen zoals Buitenzorg (Bogor nu). Na hun intrek in Grand Hotel Savoy Homann leest Chris wat in oude brieven van zijn moeder en \'s avonds vertelt hij Vera over zijn jeugd. De volgende ochtend huren ze een auto met chauffeur en bezoeken alle plaatsen uit zijn jeugd zoals z\'n ouderlijk huis. Terug gekomen in het hotel weet de chauffeur z\'n naam zonder dat Chris hem gezegd heeft. \'s Avonds krijgt hij te horen dat de burgemeesterspost voor hem open staat. De volgende ochtend gaat Chris (alleen omdat Vera zich niet zo lekker voelt) weer met dezelfde auto en dezelfde chauffeur wat rondrijden. Bij de gevangenis vertelt de chauffeur dat hij zijn oude vriend Otje Blanchet is. Chris had na de bezetting een tijd bij hen in huis gewoond zolang als zijn moeder onvindbaar was. Toen mocht Chris met z\'n oom Rick mee terug naar Nederland, maar Otje moest blijven. Na excuses en bijpraten gaat Chris weer terug naar het hotel. Tegen Vera laat hij niet veel los maar hij vertelt wel dat hij besloten heeft geen burgemeester te worden.

7.04 Kandy, een terugtocht De gepensioneerde zakenman Fergus Steyn krijgt in 1995 een uitnodiging om op een congres te komen spreken over zijn ervaringen bij de repatriëring na zijn gevangenschap in een Jappenkamp in 1945. Als hij voor zichzelf wat oude herinneringen ophaalt, heeft hij eigenlijk alleen positieve gedachten over die terugkeer naar Nederland. Hij realiseert zich alleen dat hij voor een toespraak wat nauwkeuriger informatie moet hebben en voelt ook steeds meer behoefte zijn verleden wat grondiger te verkennen. Hij herinnert zich dat zijn \'jeugdspullen\' bij een neef in Oisterwijk zijn. En hij haalt ze op. Thuis blijkt dat hij alles uit die eerste maanden na de oorlog goed heeft bewaard: brieven, foto\'s en ook zijn oude dagboek. Vooral dat laatste zorgt ervoor dat hij zich weer heel veel herinnert. Hij maakt een speech van die ervaringen, met de bedoeling dit te gebruiken voor zijn spreekbeurt. Tevreden is hij er echter niet over, omdat het zijn gevoelens over het verleden toch niet helemaal dekt. Hij besluit daarom van deelname aan het congres af te zien. Zijn geestelijke terugtocht blijft echter niet zonder gevolgen. Hij is zo intensief met het verleden bezig geweest, dat hij nergens anders meer kan denken. Na de capitulatie van Japan in augustus 1945 worden de \'Jappenkampen\' ontruimd. De 13-jarige Fergus Steyn ziet zijn moeder terug. Zijn vader verblijft echter in Bangkok (Thailand). Het is de bedoeling dat de gezinshereniging gaat plaatsvinden in Colombo (Ceylon, het tegenwoordige Sri Lanka). Fergus vaart met zijn moeder op een Engels vliegdekschip naar Colombo. Op de boot maken ze kennis met veel mensen die in hetzelfde schuitje zitten en er ook naar smachten de heer des huizes voor het eerst na jaren terug te zien. Tussen een aantal kinderen, onder wie ook Fergus, ontstaat een hechte band. De groep noemt zich \'de Siam Party\'. (Siam is de oude naam van Thailand). Er is ook een Engels meisje bij. Ze heet Pinkie en Fergus voelt zich erg tot haar aangetrokken. Met z\'n allen vormen ze een soort club en ze zweren elkaar trouw \'tot in den doet\'. De omstandigheden op de boot zijn riant. De bemanning verwent de kinderen enorm. Fergus krijgt een hechte band met Danny Graham die in de machinekamer werkt. Deze stoker geeft iedereen koosnaampje. Fergus noemt hij Taffy en die benaming wordt al snel door de kinderen overgenomen. Nog tijdens de boottocht krijgt het moreel van de groep een flinke deuk, want men krijgt te horen dat de mannen voorlopig niet in Colombo zullen komen. De meeste vrouwen storten geestelijk in, maar Pinkies moeder spreekt hen moed in. Zij ontpopt zich door haar sterke karakter geleidelijk als aanvoerster en spreekbuis van de groep vrouwen en kinderen. Als het schip in Colombo arriveert, neemt Taffy afscheid van Danny Graham, die hem als aandenken een foto van zichzelf en een van het schip meegeeft. In Colombo worden ze door het Rode Kruis opgevangen. Het gerucht dat ze niet met hun mannen en vaders zullen worden herenigd, blijkt te kloppen. Een extra domper vormt de mededeling dat het ook niet mogelijk is om naar Bangkok te gaan. In plaats daarvan zullen ze zo snel mogelijk naar Nederland moeten, omdat Ceylon Brits grondgebied is. In afwachting daarvan zullen ze tijdelijk naar een kamp in de bergen gaan, \'Kandy\' geheten. Ze arriveren in het kamp en krijgen een woord van welkom, waarbij wordt beloofd dat het hen aan niets zal ontbreken en dat er genoeg vertier zal zijn. Er zal onder andere een openluchtbioscoop zijn. Het onderkomen bestaat uit en aantal tamelijk luxueuze barakken. Voor de moeders breekt echter toch een zorgelijke tijd aan. Ze willen het liefst wachten op hereniging met hun echtgenoten, maar worden onder druk gezet om zich in te schrijven voor de bootreis naar Nederland. Velen zwichten, maar de groep onder leiding van Pinkies moeder en blijft. De kinderen vermaken zich intussen uitstekend. Het oerwoud rondom het kamp biedt uitstekende mogelijkheden voor allerhande vertier. Ze bespieden olifanten en werkende inlanders en besluipen denkbeeldige roofdieren. Ze bedenken ook een speciale kreet voor wanneer er gevaar dreigt: \'dudeljoo\'. Taffy schrijft al zijn ervaringen in zijn dagboek op. Kerst en oudjaar 1945/1946 vieren ze in Kandy. Ze krijgen riante maaltijden. Daarbij worden ze altijd bediend door een aantal inlanders. Tot een van hen voelt de groep kinderen zich speciaal aangetrokken. Omdat deze man door zijn manier van lopen associaties met een rund oproept, noemen ze hem de Theekoe. Als er een mazelenepidemie onder de kampkinderen uitbreekt, excelleert de Theekoe in met vertroetelen van de patiënten. En zo is het leven in Kandy voor de kinderen één groot feest. Dit wordt enigszins verstoord als een onder de vrouwen aanwezige schooljuf het onzalige plan bedenkt de kinderen les te gaan geven. Hun ochtenduren worden hierdoor vergald, maar \'s middags trekken ze des te fanatieker de bossen in. Op een dag komt er een handelaar naar hen toe die een prachtige boog met pijlen te koop heeft. Ze happen gretig toe, omdat ze zich al lang ergeren aan de overal in en rond Kandy aanwezige, agressieve kraaien. En zo oefenen ze de hele middag in het boogschieten, meestal op gefantaseerde doelen of bomen. Daarbij onderscheidt Taffy zich al snel als een uitstekend schutter, hetgeen hem de bijnaam \'Erroll Flynn\' oplevert. Hij is intussen steeds verliefder geworden op Pinky en tracht voor haar extra goed te presteren. Helaas dreigt er een eind te komen aan hun avonturen. De vrouwen worden allen bij de commandant geroepen. Ze zullen binnen enkele dagen per boot naar Bangkok worden vervoerd. De moeders zijn dolblij, maar de kinderen minder, want zij zien tegen het eind van hun speurtochten op. Op de allerlaatste dag in Kandy spreken de kinderen af dat ze de boog plechtig zullen begraven en de aldus ontstane geheime plek nooit aan iemand zullen vertellen. De pijlen besluiten ze weg te schieten en niet meer op te halen. Als alle kinderen hun pijlen hebben afgeschoten, is het de beurt aan Taffy. Hij neemt zich voor om de ultieme schoten te laten zien, vooral om indruk op de naast hem liggende Pinky te maken. Juist als hij wil schieten ziet hij de bedienden, die dagelijks te voet de weg van hun dorp naar het kamp afleggen. Achteraan, zoals gewoonlijk, schommelt de Theekoe. En Taffy, in baldadig-verliefde stemming, kan het dan niet laten zijn laatste pijl in de richting van de zo geliefde bediende te schieten. Hij hoort niets en vermoedt ook dat hij hem niet heeft geraakt, want de Theekoe liep ook juist de bocht om, maar helemaal zeker is hij daar niet van. Na het begraafritueel gaan ze eten, maar tot Taffy\'s schrik ontbreekt er een bediende: de Theekoe. Hij blijkt ziek te zijn. Taffy voelt zich diep ongelukkig, maar durft zijn gevoelens niet te uiten. Ook de volgende dag, bij het laatste ontbijt, missen ze de Theekoe. Ze verlaten het kamp en gaan per vrachtwagen naar Colombo, waar ze tijdelijk hun intrek nemen in een pension. Van de vrolijke sfeer die daar heerst, kan Taffy niet genieten, want hij denkt alleen aan de Theekoe. Enkele dagen later is het drama voor Taffy compleet. Pinky en haar moeder mogen diezelfde dag van de Engelse regering nog per vliegtuig naar Bangkok. Ten afscheid fluistert Pinky Taffy nog hun afspraak \'Tot in den doet\' in het oor en ze vertrekt. Uiteindelijk gaan Taffy, zijn moeder en de anderen niet naar Bangkok, maar weer richting Batavia en komen uiteindelijk in Singapore terecht. Daar blijven ze een maand en pas dan kunnen naar Bangkok. Op Pinky na zijn alle leden van de \'club\' er nog, maar de oude band is weg. Blijkbaar was Pinky hét bindmiddel. In Bangkok treft Taffy zijn vader. Pinky ziet hij niet meer terug. Pas na enkele maanden gaan ze terug naar Nederland, waar ze liefdevol door familie worden opgevangen. Andere clubleden ziet hij niet meer. Fergus Steyn (Taffy) realiseert zich dat hij gedachten aan Pinkie en de Theekoe eigenlijk decennia lang heeft verdrongen. Na lezing van zijn dagboek raakt hij echter zodanig op deze twee personen uit zijn verleden gefixeerd, dat hij besluit in actie te komen. Hij plaatst een advertentie in diverse dagbladen, met de tekst: \'Taffy zoekt de andere vriendjes van de Theekoe.\" Twee weken later ontvangt hij een brief van ene Bollie, die destijds met zijn oudere broer Herman tot de vriendenclub in Kandy behoorde. Hij nodigt Fergus uit op zijn luxe jacht. Fergus gaat naar de haven en wordt daar hartelijk ontvangen door de beide broers, die er respectievelijk als piloot en ex-gynaecoloog warmpjes bijzitten. Beiden zeggen nog alles van kamp Kandy te weten, hoewel de jongste, Bollie, in 1945 nog zo jong was dat hij alles waarschijnlijk uit de tweede hand heeft. De broers trachten elkaar op het gebied van kennis van hun verleden ook steeds de loef af te steken. Fergus is echter maar in twee vragen geïnteresseerd: waar is Pinky en heeft hij de Theekoe werkelijk geraakt? Aan Pinky hebben de broers alleen negatieve herinneringen. Ze vonden haar dominant en aanstellerig. Wat de Theekoe betreft, Herman zweert Fergus dat die nooit door welke pijl dan ook is geraakt. In de loop van de avond wordt de sfeer steeds meer door bovenmatig drankgebruik beïnvloed. Vlak voordat Fergus teleurgesteld wil vertrekken, blijkt dat Bollie als piloot, op een van zijn vluchten Pinky heeft ontmoet. Ze was een dame geworden en had samen met haar dochtertje haar oma in Nederland opgezocht. Ze had Bollie haar adres gegeven, maar hij had dit weggegooid, dacht hij. Er is nog wel een kleine mogelijkheid dat hij het nog bewaard heeft in een oude doos, die helaas in Ierland - daar komt zijn echtgenote vandaan - staat. Bij het afscheid belooft hij Fergus binnenkort te zullen zoeken. Bollie vindt Pinky\'s adres toch en belt dit een maand later aan Fergus door. Die schrijft Pinky een brief en krijgt er direct een terug met de vraag zo snel mogelijk naar Londen te komen. Hij gaat naar Londen en vindt haar riante flat, omhelst een nog steeds zeer aantrekkelijke Pinky (ondanks dat ze inmiddels oma is), die net zo naar hem lijkt te hebben verlangd als hij naar haar. De band van vroeger is meteen terug. Ze halen oude herinneringen op, waarbij beiden geëmotioneerd raken. Hij durft haar eindelijk te bekennen hoe belangrijk ze destijds voor hem was. Hij wil ook nog graag over het moment van de Theekoe praten, maar dan komt haar man thuis. Hij is op en top gentleman, en bezig aan de laatste jaren van een carrière in de olie. Hij stoort zijn vrouw en Fergus totaal niet, maar toch vindt Fergus het hoog tijd op te stappen. Bij de deur wil hij toch nog over de Theekoe beginnen, maar Pinky smoort zijn pogingen. Bepaalde dingen kunnen beter verborgen blijven. Met een laatste \"Tot in den doet\" nemen ze definitief afscheid.

7.05 Tabee, New York Rudy (Ruud) genaamd, is nu, januari, 1965, tot vice-consul op het Nederlands consulaat in New York benoemd. Zijn taak bestaat uit het bijstaan van Nederlanders die in moeilijkheden zijn geraakt, het opsporen van emigranten en het openen van officiële avonden m.b.t. Nederland. Ruud heeft een flat in Manhattan, vat zijn werk serieus op en kijkt voor de rest televisie. Er is een uitnodiging van Nusantara gekomen: een vereniging van Nederlanders die vanuit Nederlands Oost-Indië naar Amerika zijn vertrokken. Namens het consulaat moet Ruud, als geboren Bandoenger, op de openingsavond in februari aanwezig zijn. Na het spreken van zijn welkomstwoord ontmoet hij zijn jeugdliefde, Dollie. Ze blijkt te zijn getrouwd met de luidruchtige en brallerige Menno Spanjer, die vroeger op school al de grootste bek had. Rudy en Dollie gedragen zich vrij schuchter tegenover elkaar; Ruud vertrekt wat sneller dan hij van plan was geweest. Een flashback behandelt het eerste samenzijn van Rudy en Dollie. Ze deden verstoppertje en zij waren toen een jaar of elf, en Rudy was heel verliefd op haar. Via een briefje vroeg ze Ruud enige tijd later mee naar het zwembad. In plaats van romantiek bestond er tussen hen slechts die stugge, afwerende houding die kinderverliefdheid kenmerkt. Het is zondag na de Indische avond. Ruud is terug in New York en eet met de knappe journalist Willem Kok. Hij vindt Ruud maar een slappeling omdat hij na vijf maanden zijn helblonde secretaresse nog met geen vinger heeft durven aanraken. De rest van de week komt Ruud ook niet aan versieren toe, want een Nederlandse mevrouw is met haar vier peuters door haar man in de steek gelaten. Hij probeert zo snel mogelijk de terugtocht Nederland te regelen. Zij weigert echter te vertrekken, tot het moment waarop het bericht doorkomt dat haar man door een bus overreden is. Ruud krijgt een pluimpje voor het feit dat hij de familie weg heeft gekregen. Tijdens een lunch met Menno Spanjer, die voor zaken in New York is (hij, Dollie en hun twee jongens wonen een paar uur rijden van New York in een kleine stad), krijgt Ruud in geuren en kleuren te horen hoe het stel getrouwd is en hoe het hen in de VS is vergaan. Menno is naar eigen zeggen een succesvol schoeninkoper, maar Ruud heeft zo zijn twijfels. De ontmoeting leidt tot een herinnering waarin Ruuds mislukte pogingen om te reageren op Dollies tweede briefje -\'Ben je nog op mij dag Dol\'- uit de doeken worden gedaan. Rudy was gewoon bang door klasgenoten betrapt te worden en durft daarom zijn verliefdheid niet openlijk te bekennen. Zijn bewust gebrek aan doorzettingsvermogen maskeert hij echter met de uitspraak dat hun liefde door de buitenwereld wordt gedwarsboomd. Dit was zijn eerste verraad tegenover Dollie. Dollie, die nu Dola wordt genoemd, heeft Ruud uitgenodigd voor een lentebarbecue. Hij is vroeg, en vertelt haar wat anekdotes over het \'fascinerende\' consulaatwerk. Hij vindt dat ze weer net zo naar hem kijkt als vroeger. Er volgt een flashback naar november 1942 wanneer Indië inmiddels gecapituleerd heeft en in oorlog is met Japan. Niemand ging meer naar school, er werd voornamelijk gezwommen. Ruud en Dol zijn nog steeds een \'geheim stel\'. Tijdens het spelen jaagt Menno Dollie de hoge duikplank op. Doodsbang gilt ze om Rudy, maar deze duikt snel onder water met een rood hoofd van schaamte: Ruuds tweede verraad. Menno vertelt dit verhaal op zijn manier tijdens de lunch, Ruud verbergt luchtig de schaamte die hij nog steeds voelt. Wanneer Dollie hem later naar het station brengt, wil hij haar nog wat zeggen over toen, en over de gemiste kansen. Maar hij weet niet wat... Rudy (14) zat in het vrouweninterneringskamp. In het begin viel dat nog mee, want de mogelijkheden om naakte vrouwen te zien plus voedsel waren ruimschoots aanwezig. Later werden vriendjes van hem letterlijk scheel van de honger en stierven als ratten. Kinderen moesten net als volwassenen wel werken. Op een dag wordt Ruud door een jochie gevraagd \'of hij nog op haar is\'. Ruud vertrouwt het zaakje niet, want na zijn laffe streek in het zwembad hebben ze elkaar niet meer ontmoet. Hij geeft dus een ontwijkend antwoord en noemt Dol een rotkip. Maar zijn antwoord wordt toch aan zijn geliefde vergebracht. Het resultaat is dat Dollie bij gelegenheid niets meer tegen hem zegt, na dit derde verraad. Een \'informeel\' vlootbezoek zet het consulaat op stelten, want er moet van alles worden georganiseerd. Ruud moet een officieel bezoek aan een bal brengen. Lucy en Ferry Dessignie, mensen die hij kent van de Nusantara-avonden, hebben dit bal georganiseerd en daar het de beste vrienden van de Spanjers zijn, hebben ze Dollie meegenomen. Menno die ontslagen is, past op de twee kinderen. Er zijn grote spanningen thuis en Dollie is vrij wanhopig. Als ze Ruuds hand vastpakt, denkt deze terug aan hun mislukte afscheid op de boot die Dollie na de oorlog naar Nederland zou terugbrengen. Ruud ontdekte haar te midden van de andere repatrianten, maar ze wilde niets meer met hem te maken hebben en trok haar hand terug uit de zijne. Op het bal in het Grosvenor-hotel dansen Ruud en Dollie alleen met elkaar. Dollie neemt net als vroeger het initiatief en zegt dat ze met Ruud mee wil naar huis. Samen brengen ze een heerlijke nacht en ochtend door. Twee dagen later belt Dollie op. Ze vertelt dat Menno naar los Angeles is vertrokken om werk te zoeken. Ze voelt zich alleen en Ruud belooft zondag langs te komen. Weer brengen ze het grootste deel van de dag in bed door. Dol vertelt over wat ze de laatste tijd met Menno heeft meegemaakt. Maar ook dat ze al die jaren aan Rudy heeft gedacht. Beiden zijn gelukkig dat ze nu eindelijk bij elkaar zijn, maar over de toekomst wordt niet gesproken. Ruuds blonde secretaresse trouwt, maar hij voelt zich niet echt thuis op het grootscheepse tuinfeest. Van zijn baas hoort hij dat hij zich geen zorgen over een nieuwe secretaresse hoeft te maken, en inderdaad, vlak voor het weekend krijgt Ruud te horen dat hij naar Lagos in Nigeria is overgeplaatst. Binnen twee weken zal hij weg zijn uit New York. Hij weet niet hoe hij het aan Dollie moet vertellen. In het weekend zijn ze weer samen en steeds als hij het zeggen wil, beginnen ze weer te rijen. \'En waarom de stemming verstoren - het was toch hopeloos voor ons. Er zat geen toekomst in, met haar in Avery en mij in Afrika.\' Hartstochtelijk, maar eigenlijk doodongelukkig neemt hij afscheid van haar, en laat haar in de waan dat ze over een paar weken bij hem kan intrekken. Als hij met drie whisky\'s achter de kiezen in het vliegtuig naar Nigeria zit, voelt hij een immense spijt in zich naar boven komen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.