De Duits expressionistische kunstenaar Emil Nolde, werd geboren in het plaatsje Nolde in Sleeswijk als Emil Hansen, hij leefde van 7 augustus 1867 tot 15 april 1956. In het begin leerde Emil Nolde het vak van meubelontwerper en houtsnijder bij verschillende meubelfabrieken in München Karlsruhe en Berlijn. In 1889 werd hij leraar aan de kunstnijverheidsschool in Karlsruhe en in 1892 docent siertekenen en modelleren aan de kunstnijverheidsschool in St. Gallen. Rond 1899 begon hij meer aandacht te geven aan zijn kunstenaarsbestaan. Hij volgde opleidingen bij de school van Hölzel in Dachau en de Académie Julian in Parijs. Terug in Duitsland ging hij wonen op het eiland Alsen. Emil Nolde was van 1905 tot 1907 lid van “Die Brücke”, daar ontmoette hij Munch, Emil Nolde was al 40 jaar toen hij toetrad en hij was daarmee een van de oudste, hij trok zich na 2 jaar terug omdat hij teveel eenling bleek te zijn dus hij ging zelfstandig verder. Kenmerkend voor “Die Brücke was dat de leden onmiddellijk en onvervalst weergeven wat hen ertoe brengt te willen scheppen. Spontaniteit stond als uitdrukkingsmiddel voorop. Later ter Berlijn ( in het jaar: 1910) werd Emil Nolde medeoprichter van de “Neue Sezession”. Na een periode waarin hij voornamelijk landschappen en portretten schilderde, ontstond er in 1909 de eerste reeks schilderijen die religieuze (godsdienstige) onderwerp in beeld brengen. Rond die zelfde tijd in 1911 maakte hij een serie schilderijen onder de titel: Maskers. De serie werken wordt als een van de belangrijkste artistieke doorbraken gezien van deze eeuw. De werken hebben o.a picasso, kandinsky en de leden van “Der Blaue Reiter” beïnvloed. De schilderijen waren geïnspireerd door de etnografische kunst in musea en door de grotesk-demonische verbeeldingswereld van Ensor. Emil was gefascineerd door de voorwerpen door de kracht, directheiden ongekunsteldheid van dit werk. In de jaren ontstaat 1911-1912 het negendelige werk ‘Het leven van Christus’. In 1912 word het negendelige werk vanwege protesten van de kerk van een expositie over religieuze kunst in Brussel verwijderd.
In 1913 tot 1915 nam Emil Nolde deel aan een etnologische expeditie naar Rusland, China, Japan en Ploynesië, die hem daarna inspireerde tot een serie aquarellen (waterverfschilderijen) met exotische onderwerpen. Na de eerste wereld oorlog was Nolde enige tijd lid van de Arbeidsraad voor de Kunst. In 1926 verhuisde de kunstenaar naar Seebüll. Nolde werd in 1931 lid van de Pruisische Academie der Kunsten. In de nazitijd had Emil Nolde het erg moeilijk. Tijdens de actie “Ontaarde Kunst werden er 1052 werken van hem in beslag genomen. Tijdens de oorlog werd hij uit de Rijkskunstkamer gezet, en hoewel hij het opkomende nazisme sympathiseerde werd zijn werk tot de Entartete Kunst gerekend en werd hem in 1941 een schilderverbod gegeven. In de periode tussen 1938-1945Tegen het verbod in blijft Emil Nolde stiekem schilderen. Maar hij durft geen olieverf meer te gebruiken. De Gestapo kwam regelmatig controleren en zou de verf kunnen ruiken. Daarom schilderde hij alleen nog in waterverf, zo ontstonden er meer dan 1300 aquarellen, die hij zijn “ungemalte Bilder” (ongeschilderde schilderijen) noemt: Kleine aquarellen van een grote verfijning en innerlijke kracht, een hoogtepunt in zijn oeuvre (= het gezamelijke werk van een kunstenaar). Na de dood van Emil Nolde in 1956 werd de stichting “Seebüll Ada und Emil Nolde” opgerichter ter nagedachtenis aan de kunstenaar.
REACTIES
1 seconde geleden