Vincent wordt in juli 1869 jongste bediende bij “Goupil&Cie”. Dat is een internationale kunsthandel met de grootste vestiging in Parijs. Hij werkt in het Haagse filiaal dat door zijn oom is opgericht. In augustus 1872, tijdens zijn verblijf in Den Haag begint zijn broer Theo brieven te schrijven naar Vincent. Dat brieven schrijven duurt bijna achttien jaar. In 1873 krijgt Theo een bettrekking bij Goupil. Hij werkt alleen in Brussel, maar wordt in november weer over geplaatst naar Den Haag. Tijd in Engeland
Vincent werkt vanaf juni 1873 in het Londense filiaal van Goupil. Hij krijgt liefde voor zijn schilderijen, omdat hij elke dag in aanraking kwam met kunsthandelaars en galeries. In de musea en kunstgaleries van Londen bekijkt hij kritisch het werk van Jean-Francois Millet en Jules Breton over het leven op het platteland. Langzamerhand heeft Vincent geen interesse meer in Goupil maar meer in de bijbel. In 1874 wordt Vincent over geplaatst naar Parijs. Waar hij drie maanden blijft. Vervolgens keert hij terug naar Londen. Zijn prestaties bij Goupil worden steeds slechter. In mei 1875 stuurt de kunsthandel Goupil hem opnieuw naar Parijs. In Parijs bezoekt hij het Louvre en de Parijse salon. In zijn kamer hingen aan de muren prenten van de Haagse school en Barbizon-kunstenaars. Vincent wordt eind maart ontslagen bij Goupil. Opeens besluit hij kunstenaar te worden, omdat het verlangen om andere mensen te helpen steeds sterker werd. Dominee en armoede
In 1876 gaat Vincent terug naar Engeland en wordt hij onderwijzer op een school in Isleworth bij Londen. Naast onderwijzer is hij ook hulpprediker en helpt hij dominees. Hij blijft erg geïnteresseerd in godsdienst en als hij in 1977 in Amsterdam terugkeert schrijft hij zich in voor een studie theologie. Wanneer hij niet wordt toegelaten gaat hij een korte opleiding volgen bij een zendingsschool bij Brussel. Dat is iets makkelijker en op deze manier krijgt hij toch een opleiding om het geloof te preken. In 1878 wordt hij uitgezonden naar de Borinage, een arme streek met veel mijnen in het zuiden van België, waar hij werkt als lekenprediker. Te midden van de mijnwerkers leeft hij als een van de armen. Hij geeft al zijn bezittingen weg en slaapt op de vloer. Zijn grote betrokkenheid bij de arme mensen valt bij de kerk in slechte aarde. Hij mag niet meer preken voor de kerk maar gaat toch op eigen houtje door. Later verhuisde Vincent naar Brussel waar hij zich inschrijft voor de kunstacademie. Omdat hij niet veel geld heeft krijgt hij soms geld van Theo, die hem zijn hele leven door dik en dun heeft gesteund. Theo werkt op at moment in Parijs bij de kunsthandel Goupil. In 1881 wordt Vincent verliefd op zijn nicht Kee Stricker – Vos, die hem afwijst. Vincent is erg opdringerig met zijn geloof. Er komt ook een tijdelijke breuk met zijn ouders. Al met al begint zijn gelovigheid af te nemen. Schilderlessen
Eind 1881 verblijft Vincent een aantal weken in Den Haag, waar hij van zijn neef Anton Mauve schilderlessen krijgt. Deze kunstenaar behoort tot de Haagse School en maakt hem bekend met het schilderen met olieverf. Ook leert hij van hem de aquareltechniek. Later krijgt hij een relatie met zijn model Sien Hoornik, een zwangere ongetrouwde prostituee. Als Sien en haar dochtertje bij Vincent intrekken schrikken zijn familie en Mauve hier erg van. Tijdens de zomer van 1882 maakt Vincent zijn eerste aquarellen en olieverfschilderijen. Van zijn oom Cornelis van Gogh, die het klaarblijkelijk goede schilderijen vond, krijgt hij de opdracht om in Den Haag twaalf stadsgezichten te schilderen. Boerenschilder
In september 1883 verhuist Vincent naar Drenthe. Hij schildert het landschap en de landbouwers. Hij maakt veel tekeningen en is erg onder de indruk van het platteland en het boerenleven. Dat heeft hem beïnvloed, zoals uit zijn werk blijkt. Hij wil niets liever dan boerenschilder worden. Hij schildert veertig schilderijen met boerenhoofden. 2. Antwerpen en Frankrijk Antwerpen
In februari 1886 komt vincent in Parijs aan. Waar zijn broer Theo in Montmartre woont. Montmartre is een wijk in het noorden van Parijs waar in die tijd veel schilders woonden. Theo leidde daar het filiaal van Goupil, een bekende kunsthandelaar. En Vincent vroeg aan hem of hij zijn werken ook wou verkopen
Een paar weken later wordt Vincent heel erg boos op zijn broer, omdat hij volgens hem niet genoeg moeite doet om zijn schilderijen te verkopen. Maar niemand vond het meer mooi hoe hij schilderde, want de meeste schilders waren bezig met het impressionisme* (bijvoorbeeld Paul Gauguin, Henri de Toulouse-Lautrec, Emile Bernard, Camille Pisarro en John Russel). Want op dat moment was dat helemaal in de mode. Daarom besloot hij om dat ook te gaan proberen. Vincent merkte na een tijdje dat hij het toch leuker vindt om portretten opeen ander manier te schilderen en ging niet meer verder met het impressionisme. Maar hij was te arm om modellen in te huren. Daarom kocht hij een spiegel om zichzelf na te tekenen (daar door weten we ook hoe hij eruit ziet omdat er zoveel portretten van hem zijn. Want er waren maar 2 foto’s van hem. Vincent heeft minsten twintig portretten in Parijs geschilderd. En daar had hij veel met kleur geëxperimenteerd. Zijn aller eerste portretten waren alleen grijs bruinig. Maar hij ging steeds meer heldere kleuren gebruiken zoals geel, blauw, groen, rood. Je kunt aan het werk van Vincent zien dat hij door veel dingen is beïnvloed: het boerenleven, de Japanse kunst en het impressionisme zijn al genoemd. Maar hij is ook beïnvloed door het pointillisme*. Op sommige van zijn schilderijen heeft hij gewerkt met puntjes en streepjes. Dat kun je duidelijk zien als je er vlak voor staat. Van afstand zie je pas wat het voorstelt. Maar Vincent is ook echt een gevoelsmens en erg emotioneel. Als hij later naar Zuid Frankrijk gaat, een gebied waar het licht fel is en de kleuren heel helder zijn, zie je duidelijk dat hij veel gevoel en emotie in zijn schilderijen legt: hij schildert heel expressief*. Hoewel Vincent door heel veel dingen en stromingen beïnvloed is, behoort hij tot de stroming van het expressionisme*. Provence
In februari 1888 trok Vincent van af Parijs naar Arles, in de Provence in Zuid Frankrijk. Hij was op zoek naar rust en warmte. Eerst woonde hij in een hotel ‘Carrel’. Hij ergerde zich daar aan de mensen die waren de hele tijd erg nieuwsgierig ze dachten dat het een idioot was. In april 1888 kon hij gelukkig in een huis krijgen. Hij schreef gelijk zijn zus ‘Willemien’ erover. Hij werd toen erg vrolijk door de gezellige omgeving: het mooie licht en de felle kleuren van de Provence speelden hierbij een belangrijke rol. Niet alleen knapte hij er van op, het gaf hem ook vel inspiratie. Hij wist plotseling wat hij ging schilderen: veel natuur, te beginnen met een stilleven van zonnebloemen. Dit is ook een erg beroemd schilderij van hem. Later heeft hij er nog meer stillevens met zonnebloemen geschilderd. In oktober 1888 komt Gauguin (een goede vriend van Vincent) eindelijk aan in Arles. Negen weken lang werken ze zij aan zij en hebben urenlange discussies over kunst. Gauguin maakt een portret van Vincent terwijl hij “de zonnebloemen” schildert. Vincent vond het schilderij van Gauguin erg mooi, want hij vond dat hij de emoties* er erg goed van af kon lezen (hij was in die periode erg moe en zwak). Na een tijdje krijgen ze steeds vaker ruzie en Vincent bedreigd Gauguin met een scheermes. Die avond snijdt Vincent zijn oor eraf. Hij wordt opgenomen in het ziekenhuis van Arles. Hij verlaat het ziekenhuis in januari 1889. In Parijs, tijdens het voorjaar trouwt Theo met Johanna Bonger. Nadat hij het ziekenhuis had verlaten ging het niet veel beter met hem. Hij kon het normale leven niet meer oppakken. Hij leed aan een ernstige psychische stoornis en *zie achterin begrippenlijst. was verslaafd aan de drank en aan de tabak. Op een gegeven moment zag hij zelf ook wel in dat het niet meer ging en liet hij zich opnemen in een inrichting. De inrichting lag op zo’n 25 kilometer afstand van Arles bij Saint Rémy. Hij werd een paar maanden later weer vrij gelaten, maar omdat ze bang waren voor herhaling laat Vincent zich voor een tweede keer opnemen in de inrichting. Hij wordt ontvangen door de arts Theophille Peyron en hij zegt dat hij lijdt aan acute manie met visuele en auditieve hallucinaties. Dat wil zeggen dat hij zich tijdens aanvallen van alles inbeeldt. Vincent blijft een jaar in Saint-Remy en richt in een dicht bijzijnde cel een atelier in. Hoewel hij last blijft houden van allerlei aanvallen schildert hij in die tijd zo’n 150 schilderijen. Als de aanvallen voorbij waren was zijn geest weer helder. Hij mag het terrein van de inrichting niet verlaten, maar hij schildert zoals hij de buiten wereld ziet (vanuit het raam waar tralies inzit). Later krijgt hij toestemming om buiten de inrichting te schilderen. Hij schildert korenvelden, olijfbomen en cipressen uit de omgeving. Hij werkt als een bezetene. Als je bedenkt dat hij maar 37 jaar oud geworden is, heeft hij een bijna onvoorstelbare hoeveelheid werk (tekeningen en schilderijen) nagelaten. De strenge regels in de inrichting hebben een goede invloed op hem. Vincent kon soms door zijn ziekte zijn cel niet verlaten om buiten te schilderen. Dan maakte hij zwart-wit kopieën van schilderijen van zijn favorietenschilders (zoals Millet, Rembrandt, en Delacroix). Hij maakte zo’n twintig kopieën van boerentaferelen van Millet en geeft een nieuwe vorm van de piëta* van Delacroix, waarin de bebaarde Jezus op zich zelf leek. Als Vincent op een dag behoorlijk veel giftige verf doorslikt mag hij alleen maar tekenen. Tijdens zijn verblijf in Arles en Saint-Remy stuurt Vincent zijn schilderijen op naar zijn broer Theo in Parijs. Ondanks zijn ziekte schildert hij in deze periode het ene meesterwerk na het andere. Zoals Irissen, Cipressen en de sterrennacht. Vincents werk begint nu ook andere kunsthandelaren op te vallen. De Belgische kunstkring “Les Vingts” houdt in 1890 een tentoonstelling waarin er plaats is voor zes van zijn schilderijen. Wanneer Vincent exposeert in de Salon des Indepants (1ste keer in 1889 met twee schilderijen en de 2de keer in 1890 met tien schilderijen). Brengen zijn vrienden in Parijs hem op de hoogte van zijn succes. In mei 1890 verlaat Vincent de inrichting in Saint-Remy. En hij gaat naar het plaatsje ‘Auvers-Sur-Oise’ een klein plaatsje buiten Parijs. De ligging was voor hem ideaal. Niet midden in zo’n grootte stad Parijs, maar hij kon nog steeds geregeld zijn broer Theo (die nog steeds in Parijs woonde) bezoeken. Vincent vertrouwde zich aan Paul Gachet. Een homeopathische geneeskundige en amateur-schilder.Hij schrijftal gauw naar zijn zus Willemien dat hij een goede vriend heeft ontmoet die hem ook nog eens verzorgt. Gachet geeft Vincent goede raad om snel van de ziekte af te zijn en zich helemaal te storten op het schilderen. Daar voelt hij zich immers hel goed bij. Vincent gaat weer aan de slag. Hij maakt portretten van mensen die net ontmoet had. Hij schilderde ook de omgeving. Zoals de dicht bijzijnde korenvelden en de tuin van de schilder Daubigny. Hij werkte erg snel. In deze maanden maakte hij ongeveer een schilderij per dag en maakte hij een serie van twaalf opvallende schilderijen, van een lang gerekt formaat. Dat was zijn herinnering aan het boerenleven daar. Vincent kan zijn psychische stoornis niet van zich afzetten. Hoewel hij in deze periode veel rustiger is, blijft hij bang dat er weer een aanval zal komen. Begin juli gaat Vincent op bezoek in Parijs bij Theo zijn broer. Theo is zijn werk in Parijs zat en denkt erover om een eigen zaak te beginnen. Vincent en Theo krijgen een erge ruzie en Vincent gaat boos naar huis. Op 27 juli loopt Vincent over een korenveld en kon het leven niet meer aan. Hij zit zo diep in de ellende dat hij geen uitweg meer ziet. Hij is erg depressief en schiet zich zelf door zijn schouder. Hij strompelde erg zwak naar huis, naar zijn kamer. De volgende dag komt zijn broer Theo er gelijk aan. Twee dagen later sterft hij in de armen van Theo. De volgende dag wordt Vincent in Auvers begraven. Een van zijn laatste schilderijen is het Korenveld met kraaien. Het is een prachtig schilderij, met diepe kleuren dat heel snel en krachtig is geschilderd. Het is een zeer emotioneel schilderij. Als je er goed naar kijkt gaat er een grote dreiging van uit. De kraaien vliegen op je af en het is net of donkere, onheilspellende wolken op je af komen rollen. Het is een schilderij dat gemaakt is toen Vincent zich op het eind van zijn leven zeer ellendig voelde en vlak voordat hij zelfmoord pleegde. Ook zijn laatste zelfportret dat hij gemaakt heeft enkele maanden voor zijn dood laat zijn ellende goed zien. Je ziet een door aanvallen van krankzinnigheid geplaagde kunstenaar met een gezicht dat gespannen is van de zelfbeheersing met erg indringende ogen. Het schilderij toont aan dat het leven als ´geniale gek´ontzettend zwaar voor hem moet zijn geweest. De dood van Vincent had ook rampzalige gevolgen voor zijn broer Theo. Zijn gezondheid en zijn verstand werden er door verwoest en binnen 6 maanden was hij ook dood. Uit een brief die Theo aan zijn moeder schreef bleek zijn enorme verdriet. Hij heeft dan ook ontzettend veel van Vincent gehouden en had erg met hem meegeleefd. 3. Waardering Vincent van Gogh was een van de grootste kunstenaars van de 19e eeuw. Bewust week hij af van de natuurgetrouwe weergave van de werkelijkheid. Hij wilde niet schilderen volgens vaste regels. Zijn ontwikkeling als schilder is duidelijk te volgen. Hij begon als boerenschilder en eindigde als expressionist. Hij wilde vooral zijn emoties uitdrukken en dat is hem gelukt. Hij schilderde heel fanatiek en gebruikte mooie kleuren. De laatste jaren van zijn leven schilderde hij als een bezetene, op het laatst als een geniale gek. Hij heeft zeer veel schilderijen en tekeningen nagelaten. Ook zijn relatie met zijn broer was heel bijzonder. Alleen hun brieven zijn als een werkstuk waard. Wij denken dat het een combinatie is van zijn moeilijke leven en zijn prachtige schilderijen dat Vincent van Gogh zo wordt gewaardeerd. Zijn schilderijen brengen op veilingen miljoenen op. Wij hebben gelezen dat een van de schilderijen met zonnebloemen voor tientallen miljoenen naar Japan verkocht is. Op dit moment is er een tentoonstelling over Van Gogh en Gauguin in het Van Gogh museum in Amsterdam. Daar gaan we zeker nog naar toe, hoewel het wel druk zal zijn. Wij vinden samen met een heleboel andere mensen dat Vincent de waardering verdient die hij krijgt. Hij is een unieke figuur zoals blijkt uit ons werkstuk. Een ander belangrijk museum waar werk van Vincent van Gogh hangt is het Kröller-Muller museum op de Hoge Veluwe, waar we met de klas tijdens een project zijn geweest. Ook daar waren veel mensen die het werk van “Van Gogh” bewonderden. De bewondering voor Van Gogh begon eigenlijk al vlak na zijn dood toen Theo in september 1890 een herdenkingstentoonstelling van Vincents werk in zijn appartement in Parijs organiseerde. Kort daarna wordt Theo ernstig ziek en overlijdt op 25 januari 1891. Samen met hun zoontje die naar Vincent is genoemd en de collectie schilderijen die Theo van Vincent geërfd heeft keert zijn vrouw terug naar Nederland. In 1925 na Johanna’s dood gaat de collectie over op haar zoon Vincent Willem van Gogh (1890-1978). In 1969 gaat de bouw van het Vincent van Gogh museum van start en wordt uitgevoerd naar het ontwerp van Gerrit Rietveld, een van Nederlands belangrijkste kunstenaars. In 1973, vanaf de officiële opening, herbergt het museum de grootste collectie Van Gogh’s ter wereld, in bruikleen van de Vincent van Gogh stichting. De waardering voor Van Gogh blijkt ook uit het volgende gedicht dat over hem gemaakt is. Vincent was een bebaarde man, Die mooie schilderijen maken kan. Vroeger belandde ze op de vuilnisbelt, Maar nu zijn ze te koop voor heel veel geld. Hij schilderde eerst donker daarna licht, Daarna belandde hij in een gesticht. Dat was omdat hij zijn oor af had gesneden, En daarvoor had hij geen enkele reden. Hij schilderde nog een tijdje door, Met maar 1 oor. Toen werd hij echt gestoord, En heeft een kogel door zijn buik geboord. Nu is hij al jaren dood, Zijn bekendheid is heel erg groot. Wat vreemd dat je na een leven vol pijn, Toch een van de beroemdste schilders kan zijn. Kunstenaars uit Vincent ’s tijd: Emill Bernard: 1869 – 1948
Georges Seurat: 1859 – 1891
Claude Monet: 1840 – 1927
Camille Pisarro: 1830 – 1903
Henri de Toulouse-Lautrec: 1864 – 1901
Henri Harpignies: 1819 – 1916
Leon Agustin Lhermitte: 1844 – 1925
Jules Breton: 1827 – 1905
Thomas Couture: 1815 – 1879
Jean-François Raffaelli: 1850 – 1924
Felician Freiherr von Myrbachrheinfeld: 1853 – 1940
Maurice Denis: 1870 – 1941
Odilon Redon: 1840 – 1916
Matthijs Maris :1839 – 1917
Fernand Khnopff :1858 – 1921
Jan Sluijter :1881 – 1957
George Hendrik Breitner: 1857 – 1923
Jean-Baptiste Carpeaux: 1827 – 1875
REACTIES
1 seconde geleden
L.
L.
ik had voor mijn werkstuk een 10
13 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
goed!! ik heb 30/30 gehaald
10 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
Wow veel informatie
8 jaar geleden
Antwoorden