Geboren op 26 oktober 1925 in Oegstgeest. Jan Wolkers groeit op als derde kind in een streng gereformeerd, kinderrijk (11 kinderen) gezin, waarin de vader de dominerende figuur was. Op school gaat het niet goed, hij wordt van de MULO afgestuurd in 1938. Hij gaat aan het werk in de kruidenierswinkel van zijn vader, later als o.a. tuinman en dierenverzorger (aan de Leidse Universiteit). Jan Wolkers werd ingeschreven op de avondtekenschool ´Ars Aemula Naturae´ in Leiden waar hij in 1943 ondergedoken zat om tewerkstelling in Duitsland te voorkomen. Op 30-08-1944 sterft zijn oudere broer (Gerrit Johannes) aan difterie. Hij bewonderde deze broer, omdat hij tegen hun vader durfde te protesteren. In 1946 schrijft hij zich in aan de Academie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. In 1947 trouwt Jan Wolkers voor de eerste keer. Zijn vrouw Sibylle was eerst bevriend geweest met Hans Warren. Warren beschrijft haar én Jan Wolkers uitgebreid in zijn ´Geheim dagboek´ over die jaren. Jan Wolkers studeert beeldhouwkunst in Amsterdam (1949-1953), Den Haag en Straatsburg. Zijn eerste (openbare) opdrachtgever voor een beeld was in 1956 de gemeente Zaandam. Hij krijgt voor zijn beeld ´Jongen met haan´ de Sint-Lucas medaille. Zijn eerste belangrijke opdracht: het watersnoodmonument in Kruiningen, krijgt hij ook in 1956. Jan Wolkers krijgt in 1957 een beurs om stage te kunnen lopen bij Zadkine in Parijs. Daar begon hij ook met het schrijven van verhalen. 1958 - ´Mattekeesje of de zielenreiniging van de Nederlandse klamboemaatschappij´ (toneel).
In 1958 trouwt Jan Wolkers voor de tweede keer. In Groningen (stad) staat sinds 1960 zijn beeld ´Olga met de kat´. Het is in 1956 gemaakt en in 1960 door het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten aan Groningen geschonken. 1961 - Debuut met ´Serpentina´s petticoat´ (verhalen). 1962 - ´Kort Amerikaans´ (proza). 1963 - ´Gesponnen suiker´ (verhalen). 1963 - ´Een roos van vlees´ (proza). 1963 - ´Wegens sterfgeval gesloten´ (toneel). In 1963 verschijnt toneelstuk ´De Babel´, geschreven in opdracht van de gemeente Amsterdam en opgevoerd door Studio. Prozaprijs van de gemeente Amsterdam 1963 voor ¨Serpentina´s petticoat¨. 1964 - ´De hond met de blauwe tong´ (verhalen). 1965 - ´Terug naar Oegstgeest´ (proza). In deze roman herbeleeft de hoofdpersoon zijn jeugd in het huis van zijn ouders in Oegstgeest. In 1966 wordt zijn eenakter Wegens sterfgeval gesloten (1963) opgevoerd door het Nieuw Rotterdams Gezelschap. In 1966 gaf hij de Prozaprijs van de gemeente Amsterdam terug, uit protest tegen het politieoptreden tegen de Provo´s. Geleidelijk evolueert het werk van Wolkers inhoudelijk van de eerder gesignaleerde bevrijdingsthematiek in de richting van het thema van de alom tegenwoordiging dreiging van verval en bederf. 1967 - ´Horrible tango´ (proza). 1969 - ´Turks fruit´ (proza). Hier speelt het aftakelingsproces van de aan kanker lijdende Olga een hoofdrol. 1969 - ´Het afschuwelijkste uit Jan Wolkers´ (bloemlezing) 1969 - ´Zwarte advent´ (proza). In deze jaren ontwikkelt Wokkers zich tot communist en toont ook in zijn werk een steeds sterker wordend engagement: antikapitalistisch en antikolonialistisch. Duidelijk komt deze ontwikkeling tot uiting in het autobiografische Werkkleding (1971). Van 17 tot 24 juli 1971 zit hij, op uitnodiging van de VARA, op Rottumerplaat. Er is via Willem Ruis dagelijks radiocontact. 1971 - ´Groeten van Rottumerplaat´ (dagboek in verhaalvorm). Van de roman ´Turks fruit´ werd in 1972 een verfilming uitgebracht die grote aantallen bezoekers trok. Over de verfilming van ´Turks Fuit´ kwam veel kritiek los. Hier en daar probeerden plaatselijke politici de vertoning tegen te houden. De Belgische douane heeft zelfs een honderdtal exemplaren van het boek Turks fruit in beslag genomen, vanwege ´pornografie´. 1974 - ´De walgvogel´ (proza), speelt zich af tijdens de politionele acties gedurende de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd. 1977 - ´De kus´ (proza). Bekend is zijn Auschwitzmonument (1977) op de Oosterbegraafplaats in Amsterdam. Bij de urn met as van slachtoffers uit Auschwitz heeft Wolkers gebroken spiegels neergelegd: ´Voorgoed kan op die plaats de hemel niet meer ongeschonden weerspiegeld worden´. In 1993 en in 1997 werd dit monument vernield. 1979 - ´Kort amerikaans´ (proza). Het latere werk van Wolkers bevat steeds minder autobiografische achtergronden. Opvallend is bijv. dat voor het eerst in ´De perzik van onsterfelijkheid´ (1980) geen bijbelse elementen meer een rol spelen. Jan Wolkers woont sinds 1980 met vrouw en kinderen op Texel. Deze verhuizing markeerde ook zijn hernieuwde interesse voor de beeldhouwkunst. Hoewel Jan Wolkers bleef schrijven kwam de nadruk op beeldende kunst te liggen. 1981 - ´Brandende liefde´ (proza), kreeg ongunstige recensies, maar werd als speelfilm een succes. 1981 - ´Alle verhalen van Jan Wolkers´. In 1981 wordt de eerste grote overzichtstentoonstelling van zijn beeldend werk ingericht in de Leidse Lakenhal en in 1982 wordt een catalogus samengesteld van zijn volledige literaire en beeldende werk. 1982 - ´De junival´ (proza). Jan Wolkers weigerde in 1982 de Constantijn Huygensprijs in ontvangst te nemen uit protest tegen de slechte recensies van zijn, met name, latere romans. 1983 - ´Gifsla´ (proza). 1984 - ´De onverbiddelijke tijd´ (brievenroman). 1985 - ´22 sprookjes, verhalen en fabels´. In 1985 publiceert ´NRC Handelsblad´ zijn eerste gedichten. Ter gelegenheid van een overzichtstentoonstelling van beeldend werk van de vooral als schrijver bekende Jan Wolkers verscheen in 1986 bij De Bezige Bij een boek met afbeeldingen van Wolkers´ schilder- en beeldhouwkunst. In dit boek komt Wolkers´ werk in chronologische volgorde aan bod, van 1944 tot en met 1985. 1987 - ´Een paradijsvogel boven het aardappelhof´ (proza). 1988 - ´Groeten van Rottumerplaat´ (dagboek + enkele fragmenten en interviews). 1988 - ´De bretels van Jupiter´ (essay). 1989 - ´Kunstfruit en andere verhalen´. 1989 - ´Jeugd jaagt voorbij´ (verhalen). 1989 - ´Op de Vleugelen der Profeten´ (essay). Jan Wolkers weigert de P.C. Hooftprijs van 1989. 1990 - ´Dominee met strooien hoed´ (1990). 1991 - ´Wat wij zien en horen´ (met Bob en Tom Wolkers). 1991 - ´Tarzan in Arles´ (essay). Busken-Huetprijs 1991 voor de essaybundel ´Tarzan in Arles´. 1993 - ´De drijfschaal van Van Gogh´ (essay). 1994 - ´Rembrandt in Rommeldam´, (essays, interviews en meer). 1995 - ´Zwarte bevrijding´ (boekenweekessay). 1996 - ´Icarus en de vliegende tering´ (proza). 1997 - ´Mondriaan op Mauritius´(essays). 1998 - ´Terug naar Jan Wolkers´ (essay bevat: Kort Amerikaans, Een roos van vlees en Terug naar Oegstgeest). 1998 - ´Het kruipend gedeelte des aardbodems´(rede). In december 1998 werd ´Vrouwen in verzet´, een glaskunstwerk van Wolkers in Oegstgeest vernield. Jan Wolkers ontdekte dit zelf, toen hij na een familiebezoek langs het kunstwerk reed. De gemeente Oegstgeest heeft in september 2000 een replica in de tuin voor het gemeentehuis geplaatst. Bij deze replica is camerabewaking ingesteld. 1999 - ´Omringd door zee´(columns). 1999 - ´De spiegel van Rembrandt´ (kinderboek). 2000 - ´Jaargetijden´(Poezie met tekeningen van Bob en Tom Wolkers). Wolkers in Wolkersdorf (essay). 2001 - ´De weerspiegeling´ (columns essay). 2001 - ´De schuimspaan van de tijd´ (essay). Zijn manier van schrijven over sex, geloof en dood riep veel kritiek op. Door alle ´deining´ rond zijn literaire werk, blijft zijn beeldende werk steeds wat minder belicht. Vooral zijn vroegste werk heeft een sterk autobiografische inslag. Hoofdthema´s in zijn werk zijn: de dood, seksualiteit, aftakeling, haat-liefdeverhoudingen, verhouding tot vader en oudere broer. Het bijbels taalgebruik (dat hij van huis uit kent) klinkt in zijn werk vaak door.
REACTIES
1 seconde geleden