Antoni Gaudi

Antoni Gaudí

In de Catalaanse plaats Reus werd Antoni Gaudí y Cornet geboren, in het jaar 1852, op 25 juni. Zijn vader was een niet zo’n rijke kopersmid, Francesc Gaudí y Serra genaamd. Gaudí vertrok op zijn zeventiende naar Barcelona om daar architectuur te studeren. Om geld te verdienen had hij baantjes bij verschillende architecten in de stad. Hij viel niet op door zijn goede studieresultaten, maar door zijn eigenzinnigheid. Hij tekende eens “gewoon voor de sfeer” een lijkwagen op een bouwtekening. Gaudí ging sjofel gekleed en hij leefde voor zijn werk, hij is nooit getrouwd geweest en hij heeft nooit kinderen gekregen. Hij was ook fervent Catalaans, en sprak ook zo veel mogelijk Catalaans, waar hij ook kwam.

In de jonge jaren van Gaudí ging het economisch in Barcelona erg goed. De rijke burgers omringden zich vaak met kunstenaars, en Antoni Gaudí begaf zich ook in deze intellectuele kringen. In deze tijd ontwikkelde hij een antikerkelijke houding, en hij was zeer begaan met de arbeiders.

Toen Gaudí afstudeerde in 1878, was de Europese architectuur erg open. Het sobere en strakke Neoclassicisme had plaats gemaakt voor de Romantiek. Bij Romantiek was er veel meer plaats voor gevoel en was er veel waardering voor de vroegere bouwstijlen, niet alleen voor de Romeinse en Griekse. Eén van de bouwstijlen die ook in de belangstelling stond was de Gotiek. Gaudí bezocht eens Carcassonne, door Eugène Viollet-le-Duc herschapen, en de kathedraal in Tarragona.

Gaudí was er niet voor om de architectuur uit het verleden over te nemen, maar verkreeg er wel inspiratie uit. De materialen die hij gebuikte waren goedkoop en lokaal verkrijgbaar, zoals baksteen. De scherven voor het mozaïek dat hij gebruikte, was vaak afval van firma’s in keramiek. Hij was ook erg praktisch ingesteld, hij bracht niet veel tijd door achter de tekentafel, maar maakte juist erg veel schaalmodellen, waar hij bijvoorbeeld de sterkte van een constructie testte. Hij zette zijn ideeën nauwelijks op papier, daarom kunnen kunstenaars van nu zijn ideeën moeilijk navolgen. In zijn werk zitten zowel Moorse als gotische invloeden, vaak is het grillig van vorm, versierd met kleurige mozaïek van scherven glas en gebroken tegeltjes in een welvend stucwerk. Omdat zijn stijl plastische, organische en ornamentele vormen heeft kun je het benoemen als Spaanse modernisme, wat in andere landen ook wel bekend is als Art Nouveau (Frankrijk) en Jugendstil (Duitsland).

Al zijn bekende bouwwerken staan in Barcelona, het bekendste is denk ik toch wel de Sagrada Familia wat heilige familie betekent. Voluit heet het Temple Expiatori de la Sagrada Familia. Men is begonnen met bouwen in 1882, en het is nog steeds niet af, verwacht dat het af zal zijn in het jaar 2025. Gaudí overleed tijdens een wandeling, hij werd geraakt door een tram. Omdat hij zo sjofel gekleed was, herkenden de mensen hem niet, en de taxichauffeurs weigerden hem naar het ziekenhuis te brengen. Drie dagen na het ongeluk overleed hij. Gaudí werd begraven in de crypte van zijn grootste droom, in die van de Sagrada Familia.