Galileo

De Galileo is een Amerikaanse ruimtesonde dat in oktober 1989 werd gelanceerd, met behulp van de spaceshuttle, voor onderzoek aan de planeet Jupiter. Doordat het ruimtevaartuig te zwaar was, was een directe vlucht naar Jupiter niet mogelijk. In plaats daarvan moesten passages langs Venus (februari 1990) en langs de aarde (december 1990 en december 1992) voor extra versnelling zorgen. Bij de Venuspassage werden aanwijzingen gevonden dat er bliksemontladingen voorkomen in de Venusdampkring. Bij de aardepassage werden alleen maar bekende delen van de maan gedetailleerd gefotografeerd. Eind oktober 1991 vloog Galileo langs de planetoïde (een klein hemellichaam) Gaspra en in 1993 passeerde hij de planetoïde Ida waarbij een kleine maan, Dactyl, werd ontdekt. In december 1995 kwam de ruimtesonde aan in een baan om de planeet Jupiter. Een instrumentencapsule daalde aan een parachute in de dampkring van Jupiter af en verrichtte metingen aan samenstelling, druk en temperatuur. Het moederschip blijft nog twee jaar onderzoek doen aan de atmosfeer, de stofring en het manenstelsel van Jupiter. Bij aankomst werd de binnenste Jupitermaan, Io, op korte afstand gepasseerd. De andere drie ‘Galileïsche’ manen (Europa, Ganymedes en Callisto) worden regelmatig bestudeerd. In 1991 bleek dat de grote antenne die nodig is voor radiocontact met aarde, niet goed was. Als gevolg hiervan was de wetenschappelijke oogst kleiner dan verwacht.