In Nederland heerst al sinds enige tijd een groot personeelstekort. Bij zo’n personeelstekort zijn er te weinig mensen om al het werk te doen en dat zorgt voor de nodige problemen. Als er bijvoorbeeld een werknemer ziek wordt, kan de werkgever in de problemen komen doordat er geen vervanger voorhanden is die de taak van de zieke werknemer kan overnemen. Men streeft er nu dan ook naar om ziekte en dus ziekteverzuim van werknemers te voorkomen of men probeert de lengte van het ziekteverzuim te verkorten. Daarbij stuit men op het probleem van de wachtlijsten. Omdat er in de gezondheidszorg ook een personeeltekort heerst, zijn de wachtlijsten nu bijzonder groot. Nu probeert men in de Tweede Kamer al jaren de wachtlijsten, die er altijd al zijn geweest, te verkorten, maar dat wil niet zo lukken. Daarom is er nu een plan gemaakt om het probleem van de zieke werknemers op te lossen niet door de wachtlijsten te verkorten, maar door de mensen met een baan voorrang te geven, zodat onze economie niet in gevaar komt. Nu kun je natuurlijk niet altijd een persoon met een baan sneller helpen dan iemand zonder baan. Je moet er een aantal voorwaarden aan verbinden. De persoon zonder baan moet bijvoorbeeld wel iemand zijn die kan werken, dus niet iemand die arbeidsongeschikt is, nog op school zit, of al gepensioneerd is, of iemand die niet kan werken om andere redenen, bijvoorbeeld omdat diegene thuis voor heel kleine kinderen moet zorgen. Het moet dus gaan om een persoon die in beginsel kan werken.Verder moet het van de situatie afhangen of je een werkende voorrang moet geven; de medische urgentie van het geval moet ook een rol blijven spelen. Je kunt niet tegen een werkeloze zeggen, dat hij even moet wachten met met zijn zware longontsteking, omdat er ook nog iemand is met een baan die zojuist een onbeduidend ongelukje heeft gehad op zijn werk. Ik zal nu aan de hand van argumenten proberen uit te leggen of je mensen met een baan zonder meer voorrang moet geven (met in acht neming van de voorwaarden die ik daarnet heb genoemd) en dus mensen zonder baan moet laten wachten. Ik zal nu beginnen met mijn argumenten voor de stelling.
Argumenten voor de stelling:
Voor ik de argumenten voor de stelling opzeg moet ik eerst een aantal voorwaarden vertellen zoals die in de Tweede Kamer zijn vastgesteld door de aanhangers van dit wetsvoorstel. Ten eerste moet de geldstroom van de reguliere zorg nieuwe stijl, dus de zorg voor mensen zonder baan, gescheiden gehouden worden van de geldstroom van de private zorg, oftewel de zorg voor werkenden, zodat er geen problemen met het budget ontstaan. Ten tweede moet het zo zijn dat al het geld dat door de snellere behandeling van werkenden wordt verdiend, toekomt aan de reguliere zorg, zodat daar geen tekorten ontstaan. Ten derde mag het niet zo zijn dat door deze regeling mensen zonder baan gedupeerd raken. Ze mogen dus niet nog later aan de beurt komen dan zonder de nieuwe regeling. Naast deze drie voorwaarden moet er nog gezegd worden dat het niet zozeer gaat om een voorrang voor werkenden; het is juist zo dat de werkenden een ander traject volgen dan niet-werkenden. Er ontstaan dus twee wachtlijsten.
Dat is direct mijn eerste argument: doordat er twee wachtlijsten zijn zijn die allebei korter waardoor dus beide partijen sneller geholpen kunnen worden. Tegenstanders van de stelling zeggen dat dit voor de niet-werkenden neerkomt op een paar dagen, maar dat kan in bepaalde situaties voor een persoon nu juist de doorslag geven, want elke dag is meegenomen.
Ten tweede levert het gewoonweg extra geld op voor de ziekenhuizen. Dit houdt in dat het ziekenhuis het extra geld mag houden zonder dat het budget gekort wordt en dus is dat een voordeel voor de niet-werkenden.
Mijn 3e argument is : door deze wet kunnen werkenden nog sneller en beter geholpen worden dan alleen door de eerdere behandeling, want er kan nu veel specialistischer te werk worden gegaan. Op de wachtlijst van de werkenden staan alleen mensen met een baan met dus veel arbeidsgerelateerde klachten. Artsen kunnen zich daarin specialiseren en dus beter en sneller helpen dan normaal.
Bovendien -dit is overigens mijn vierde argument- is het van groot belang voor onze economie. Het kost namelijk geld als iemand ziek is, omdat diegene domweg niets produceert. Hij kost alleen maar geld.
Je zou een tweedeling in de gezondheidszorg kunnen zien als een stimulans voor werkelozen om een baan te zoeken, zodat ook zij in geval van ziekte snel in het ziekenhuis terecht kunnen. Ik kan me voorstellen dat iemand om een bepaalde reden vaak naar het ziekenhuis gaat en als hij een baan zou hebben, dan zou hij extra snel geholpen kunnen worden.
Je zou nu ook nog kunnen zeggen dat een persoon met een baan meer recht heeft op en vlotte behandeling dan iemand zonder baan, omdat de werkende door middel van premies en belastingen de behandeling voor zichzelf en bovendien nog die van een ander betaalt. Hij koopt als het ware het recht op een snelle behandeling door voor iemand anders te betalen.
Verder is het in Nederland zo dat er steeds meer priveklinieken ontstaan zoals die er in Amerika ook zijn. Zonder de voorrangsregeling voor werkenden gaan werkgevers met hun werknemers naar dit soort klinieken om te zorgen dat de werknemer weer snel op de been is, want in zo’n kliniek gaat dat veel sneller dan in een ziekenhuis met ellenlange wachtlijsten. Dat is een slechte zaak, omdat op den duur alle goede artsen en dergelijke naar zo’n instituut gaan, zodat er voor de laat ik maar zeggen, “normale” mensen niemand meer overblijft. Deze normale mensen kunnen ook niet naar zo’n kliniek gaan omdat dat veel te duur is. Om dit dus te voorkomen moeten we zorgen dat de werknemers gewoon in het ziekenhuis terecht kunnen.
Tegenargumenten:
Tot voor kort werd iedereen in de gezondheidszorg gelijk behandeld. Dit moet ook volgens de Grondwet, artikel 1. Daarin staat dat iedereen ongeacht afkomst, huidskleur, en dergelijke exact gelijk behandeld dient te worden. Nu echter wil men in de gezondheidszorg een tweedeling invoeren die onderscheid maakt tussen mensen met een baan en mensen zonder een baan. Juist in de gezondheidszorg is het belangrijk dat iedereen een gelijke behandeling krijgt, omdat het hier over mensenlevens kan gaan en bovendien is die tweedeling dus in strijd met onze Grondwet.
Ten tweede is het zo dat er al een geruime tijd een groot personeelstekort heerst in Nederland. Vooral in ziekenhuizen is dat zeer goed te merken. Het huidige plan is om werkenden buiten de gewone werkuren van een ziekenhuis te behandelen. Het is echter nu zo dat er al een zeer grote werkdruk heerst door onderbezetting en die werkdruk wordt alleen maar groter doordat er ineens mensen extra snel moeten worden behandeld buiten werkuren. Dit heeft tot gevolg dat de mensen zonder baan er sterk op achteruit gaan, omdat het ziekenhuispersoneel die werkdruk niet aankan.
Om een werknemer sneller te laten behandelen moet een werkgever extra geld betalen. Zoals het nu in Nederland is geregeld, werkt het als volgt. Al het geld dat een ziekenhuis binnenkrijgt door de uitvoer van dit plan wordt gekort op het gewone budget, zodat het ziekenhuis altijd een zelfde hoeveelheid geld krijgt. Ook hierbij gaan de mensen zonder baan er op achteruit, omdat een deel van hun budget verdwijnt. Stel dat het normale budget van een ziekenhuis 10 miljoen bedraagt, en er komt 1 miljoen extra binnen, dan blijft er van het budget nog maar 9 miljoen gulden over.
Mijn vierde argument is dat werkgevers eisen kunnen stellen aan die extra snelle hulp, omdat ze ervoor moeten betalen. Ze zouden kunnen gaan eisen dat iemand in het dichtstbijzijnde ziekenhuis wordt behandeld in plaats van in een ziekenhuis dat veel verder weg is. Dit is niet wenselijk, omdat je nooit aan die eisen kan voldoen. Die eisen kunnen de hele organisatie in een ziekenhuis in de war sturen en dat mag natuurlijk niet gebeuren.
Mijn vijfde argument is, dat je zou kunnen zeggen dat mensen met een baan meer recht hebben op medische hulp, dat wil zeggen om sneller geholpen te worden dan anderen, omdat werkenden veel meer onderhevig zijn aan druk en stress en andere psychische aandoeningen als gevolg van de werkdruk. Er is echter uitvoerig onderzoek gedaan naar het verband tussen arbeid en stress, maar er bestaat geen bewezen relatie tussen deze twee.
Tot slot is het een probleem om vast te stellen waar je de grens moet trekken voor de medische urgentie. Je moet vaststellen wanneer een werkende nog wel voorrang heeft en wanneer niet meer, afhangende van de aandoening, maar waar ligt die grens?
Beoordeling van de argumenten en conclusie:
Dit waren de argumenten voor en tegen de stelling. Ik zal ze nog allemaal even kort opnoemen en er een aantal ontkrachten waarna ik mijn conclusie en mijn mening zal vertellen.
Voor:
-verkorting van de wachtlijsten voor iedereen
-extra geld voor de ziekenhuizen
-betere hulp door specialisatie
-stimulans voor werkelozen
-meer recht op vervroegde hulp door het betalen van premies door werkende
-er ontstaan anders klinieken die al het goede personeel van de ziekenhuizen
aannemen
Tegen: -gelijke behandeling wordt ondermijnd en het plan is in strijd met Grondwet -nog grotere werkdruk voor ziekenhuispersoneel -korting van het budget -eisen van de werkgevers -geen relatie tussen psychische aandoeningen en arbeid -waar ligt de grens voor de medische urgentie?
Nu denk ik niet dat je door de tweedeling in de gezondheidszorg iedereen sneller kan helpen, want er blijft een precies even grote groep mensen die geholpen moet worden door precies dezelfde hoeveelheid verzorgend personeel. Ik denk zelfs dat het allemaal langer gaat duren door de ingewikkelde administratie en dat het dus alleen maar geld kost. Ten tweede denk ik dat het nauwelijks een stimulans zal zijn voor de werkelozen, want je gaat niet ineens werk zoeken voor het geval dat je in het ziekenhuis mocht belanden. Ook het tegenargument van de korting van het budget gaat niet meer op want er is inmiddels een wet aangenomen die bepaalt dat het budget niet gekort wordt. Tot slot is het natuurlijk niet waar dat er geen relatie bestaat tussen medische klachten en arbeid. Je kan gewrichtspijnen krijgen door zwaar werk en ook RSI (muisarm) is een goed voorbeeld van een door werk veroorzaakte klacht.
Ik vind dat de tegenargumenten hier zwaarder wegen dan de voorargumenten en daarom ben ik tegen de uitvoer, hoewel het op zich toch een redelijk plan was. Ik denk dat de enige oplossing ligt in het wegwerken van de wachtlijsten. De enige manier waarop je de wachtlijst kan wegwerken is door meer personeel aan te nemen en dat is nu juist het grote knelpunt, want overal heerst een personeelstekort. Bovendien, als er wel genoeg personeel zou zijn dan zou het niet nodig zijn om een onderscheid te maken tussen mensen met een baan en mensen zonder baan, omdat iedereen direct of heel snel aan de beurt is. Ik vind het dus wel een te verdedigen plan, maar ik denk dat het allemaal een grote geldverslindende procedure is, die toch niets oplost. Ik denk ook dat er niet veel alternatieven te bedenken zijn, omdat wachtlijsten grotendeels ontstaan door personeelstekort en ruimtegebrek. Deze dingen kan je alleen oplossen door meer personeel aan te nemen, bijvoorbeeld door het salaris te verhogen waardoor het aantrekkelijker wordt om in de gezondheidszorg te gaan werken, en door te zorgen dat er meer ruimte beschikbaar is. Is er een alternatief te bedenken dat die problemen oplost? Het gaat hier uiteindelijk om schaarsteverdeling en de enige echte oplossing die daar voor is, is het bekende geld met het bijkomende probleem: Wie gaat dat allemaal betalen? Ook ben ik van mening dat je geen onderscheid mag maken tussen elke werkende en niet-werkende. Zo vind ik een langdurig arbeidsongeschikte niet iemand die werkeloos is en dus geen voorrang krijgt. Dat vind ik een ander verhaal dan iemand met een uitkering omdat hij of zij geen baan heeft of geen baan wil zodat diegene van de uitkering kan genieten zonder iets te hoeven doen. Mijn conclusie van dit hele verhaal is dus, dat het een redelijk plan is, weliswaar met wat haken en ogen, maar dat het niet uitvoerbaar is en dat het waarschijnlijk alleen maar voor meer problemen zorgt. Niet doen dus.
REACTIES
1 seconde geleden
C.
C.
hoi koen, als je het niet erg vind gebruik ik jou opstel voor mijn nederlands, ik vind hem namelijk erg goed!
toevallig heet mijn vriendje ook koen dus dat vond ik wel grappig..
groetjes christianne
21 jaar geleden
Antwoorden..
..
ik heb geen commentaar maar op welke school heb jij gezeten.
21 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
Hartstikke bedankt voor het opstel!!
ik heb er veel aan gehad, en ik heb zelfs een 9 gehaald. bedankt
gr. Rick 4havo
20 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
wanneer heb je dit betoog gehouden en wat voor beoordeling had je ervoor?
groeten Marleen
19 jaar geleden
Antwoorden