Veiligheid parachutespringen

Beoordeling 5
Foto van een scholier
  • Betoog door een scholier
  • 6e klas vwo | 2117 woorden
  • 11 januari 2004
  • 42 keer beoordeeld
Cijfer 5
42 keer beoordeeld

Ready, yes, go…. 1001, 1002, 1003, parachutecontrole, openingsschok…openingsschok…ow geen openingsschok, ahhhhhhhhhhhhhhh
Dit is de gedachte die de meeste mensen hebben over parachute springen. De eerste gedachte die bij ze opkomt is: En als je parachute nou niet open gaat!!! Maar in werkelijkheid gaat het niet zo. Gelukkig is er een reserveprocedure… Hoogte...ok… benen, kijk, pak, kijk, trek, pak trek, hol…. 1001, 1002, 1003, parachutecontrole, openingsschok…..zo, das opgelost
Gelukkig mag je pas alleen springen als je een opleiding en theorie en praktijkexamen hebt gedaan. Anders was het wel heel anders af gelopen
Waarom wordt parachutespringen als extreme en gevaarlijke sport beschouwd? Is parachutespringen echt zo onveilig als men beweert?

Waarom zien mensen die zelf niet parachute springen de sport als onveilig? Over het algemeen gaat het hier vooral om de angst die mensen hebben bij het springen. Het beeld wat ze hebben, is zoals we bij de inleiding al aangaven: Waar kom ik terecht? Gaat mijn parachute wel open? Deze mensen hebben geen vertrouwen in hun zelf en in het springmateriaal. Het is maar goed dat zij niet springen. De angst voor het springen die hun hebben kan leiden tot onzekerheid, en dit is een eigenschap die een parachutist niet zou mogen hebben na alle voorbereiding. De onzekerheid van deze persoon zou tot ongelukken kunnen leiden. Stel je voor dat hij is de lucht in paniek zou raken, dit kan je niet hebben. Gelukkig hebben (bijna) alle mensen die aan parachutespringen beginnen zelf de keuze gemaakt om dit te gaan doen en zijn zeker van hun zaak. Ze hebben er goed over nagedacht en zijn zich heel bewust van wat ze doen. Een beetje zenuwen voor het springen is alleen maar goed, het zorgt ervoor dat je scherp blijft en extra goed oplet wat je doet. Sommige mensen zijn gewoon niet geschikt om te springen. Diep van binnen weten ze dit zelf ook, maar ze hebben zich om laten praten om te gaan springen door bijvoorbeeld een aantal vrienden.

De veiligheid bij extreme sporten, zoals parachutespringen, is beter dan bij andere sporten. Als je over het algemeen kijkt naar de veiligheid bij verschillende sporten blijkt dat bij de extreme sporten de veiligheid aanzienlijk groter is dan bij andere normale sporten. Dit komt waarschijnlijk door al het gevaar dat bij deze extreme sporten komt kijken. Alles wordt beter gecontroleerd, het materiaal is goed, enz. De sportclubs kunnen het zich simpelweg ook niet permitteren om ongelukken te laten gebeuren. Hierdoor krijgt de club negatieve publiciteit en daardoor lopen ze veel geld mis. Ook kan de club bij ongevallen schadeclaims ontvangen wat de ondergang van een club kan betekenen. Nee, dit risico willen ze niet lopen, dus zorgen ze wel dat de sport veilig is. Parachutespringen is tevens geen contactsport. Dit betekent dat er niemand in de buurt is die jou iets aan kan doen. Je bent zelf verantwoordelijk voor je daden, terwijl dit bij een contactsport vaak niet is. Bij een contactsport ben je met een heel team waar je rekening mee moet houden. En meer mensen om je heen is meer kans op een ongeluk.

Veiligheid bij een sport als parachutespringen is heel belangrijk. Daarom word er veel tijd besteed aan de veiligheid. Je mag niet zomaar springen er zijn eisen aan gesteld. Je moet sowieso een medische keuring hebben van de dokter en deze is maar twee jaar geldig. Zonder goedkeuring kom je de lucht niet in. Voordat je alleen mag springen uit een vliegtuig moet je een opleiding gedaan hebben. Dit houdt in dat je 2 dagen lang zowel theorie als praktijk lessen volgt. Bij die cursus maak je eerst kennis met het materiaal waarmee je springt, je leert de namen van de onderdelen, waarvoor deze dienen en het juiste gebruikt ervan. Daarna wordt verteld hoe een normale sprong eruit ziet. Dit wordt geoefend in de praktijk door middel van het oefenharnas, dat ik om had tijdens de inleiding, een ‘nepvliegtuigje’, waarin de exit (afsprong) nagebootst wordt en een trapje met een dikke mat, waarop de landing geoefend wordt. Als iedereen dit onder de knie heeft, wordt er verteld hoe het NIET hoort te gaan. Hier wordt de rest van de tijd aandacht aan besteed. Er wordt dus bijna tweederde van de opleiding besteed aan dingen die kunnen misgaan en de oplossing daarbij. Dit wordt eindeloos herhaald, tot iedereen het kan dromen. Na de opleiding heb je geen stem meer en gigantische spierpijn van de praktijklessen. Aan het eind van de tweede dag moet je een theorie examen afleggen. Daarin wordt je getoetst op alle mogelijke gebeurtenissen die zich kunnen voordoen tijdens een sprong. De test wordt nagekeken en besproken met je instructeur. Hierna doe je een praktijkexamen, de harnastest. Hierbij wordt je met je parachute ‘aan het plafond gehangen’. En moet je bewijzen dat wat je allemaal in theorie hebt geleerd ook in praktijk kunt uitvoeren. Deze test moet je verplicht iedere drie maanden doen. Dit geldt ook voor de ervaren springers (het maakt niet uit hoeveel sprongen je maakt in tussentijd). Hierdoor wordt iedereen verplicht om de theorie nogmaals door te nemen waardoor er een kleinere kans is op ongelukken.

Op nieuws heb je zie je af en toe iets over ongelukken bij parachute springen. Er gebeuren maar zo weinig ongelukken dat ieder ongeval op het nieuws komt. Dit geeft eigenlijk een verkeerd beeld. Er gebeuren ook vele andere ongelukken, maar die staan niet allemaal in de krant. Daar zijn er veel te veel van, als over ieder klein ongelukje iets geschreven moest worden, zou de krant vele malen dikker zijn. Je zou gek worden als je dat allemaal zou moeten lezen. De kans om dood te gaan door parachutespringen is 1 op de 100.000. De kans dat je dood gaat bij een auto-ongeluk krijgt is 1 op de 6000. Deze kans is dus vele malen groter. Dat betekent dat je 17 parachutesprongen per jaar moet maken om hetzelfde risico te lopen om een dodelijk ongeluk te krijgen. Mensen stappen makkelijker in de auto dan in het vliegtuig. Autorijden is een alledaagse handeling (gewoonte). Mensen denken dat het veilig is en dat hun niets overkomt. Ze zien parachutespringen als het nemen van een risico. Als echter naar de statistieken wordt gekeken blijkt dat het dus juist andersom is.

De voorbereiding van de sprong is het belangrijkste van de hele sprong. Op de grond moet alles zorgvuldig gepland worden. Wat je op de grond kan, kan je in de lucht ook. Bij een goede sprongvoorbereiding komen veel zaken kijken. Het begint bij het aanmelden voor de sprong. Er worden zorgvuldig ‘sticks’ (vluchten) ingedeeld. Hierbij wordt gekeken naar de hoogte waarop je springt en de ervaring die je hebt (hoeveelste sprong). Met de personen waarmee je bent ingedeeld wordt je door de jumpmaster of instructeur bij elkaar geroepen. Iedereen krijgt bij zijn opleiding een logboek uitgereikt, daarin staat alle informatie over de sprongen die je al gemaakt hebt.

Tevens wordt de springvergunning en de medische keuring gecontroleerd. Hierna wordt er verteld op welke dropzone er wordt gesprongen, hoe de wind staat en hoe hard. Er wordt een indeling gemaakt voor in het vliegtuig, wie waar moet zitten en de sprongvolgorde wordt bepaald. Alle materialen worden klaargelegd. Ruim voor de sprong moet ‘omgehangen’ worden, dat betekent dat je je springklaar maakt. Als je alles aan en om hebt, ga je naar je instructeur voor je ‘pincheck’, hierbij wordt al het materiaal gecontroleerd, of je je parachute goed om hebt, de hoogtemeter op nul staat, de automatische opener goed afgeteld staat, of alle onderdelen van de chute goed zitten en alles werkt. Deze check is voor iedereen verplicht. Na deze check wordt op een luchtfoto het circuit dat je moet vliegen nogmaals goed uitgelegd. Er wordt verteld op welk punt je op welke hoogte moet zijn. Dit is erg belangrijk. Als je je niet hieraan houd, kom je niet op het goede veld terecht. Dan is het tijd om het vliegtuig in te gaan, je wordt een voor een geroepen en in het vliegtuig gezet. In het vliegtuig wordt op 1000 foot de hoogtemeter gecontroleerd. Eenmaal uit het vliegtuig voer je zelf ook weer een hele controlelijst uit. Bij een kleine storing kan dat verholpen worden door een kleine handeling, bij een grote storing volgt de reserveprocedure, zoals jullie in de inleiding hebben kunnen horen. Mocht je nou bewusteloos raken of weet ik veel wat, dan heb je altijd nog de automatische opener, die als je op een bepaalde hoogte een te harde snelheid hebt, automatisch je reserve parachute opent. Na een bepaalde hoogte vlieg je het afgesproken circuit, en land je tegen de wind in (belangrijk!) en maak je een pararol, deze zorgt ervoor dat je je val breekt en zo zacht mogelijk terecht komt. Weer terug op de club ga je ‘debriefen’, bespreken wat er goed en fout ging en waar de volgende keer op gelet moet worden. Deze dingen worden in het logboek genoteerd. Ook moet de parachute weer gevouwen worden. Stap voor stap wordt dit gedaan, met vier checks van vouwcontroleurs tussendoor, deze checks mogen alleen door hun uitgevoerd worden. Het materiaal wordt dus goed gevouwen. Het materiaal moet ook eens in de zoveel tijd gekeurd worden, dit gebeurt ook bij speciale mensen. Jullie horen het wel, je bent continu bezig met de veiligheid van de sport.

Veel mensen vragen zich ook af waarom je meer risico zou nemen voor je hobby/ sport dan nodig is (door het niet te doen). Dit is eigenlijk makkelijk te verklaren. Parachutespringen is gewoon een sport en hobby van een groep mensen. Net als alle andere mensen willen ze die hobby ook beoefenen. Alleen klinkt parachutespringen veel enger/extremer dan andere hobby’s. Maar bij alle hobby’s/sporten loop je het risico dat je iets overkomt. Als je gaat voetballen denk je toch ook niet aan het risico dat je loopt om een blessure te krijgen? Je gaat er vanuit dat alles goed gaat en dat je niets overkomt. Dat is ook de instelling die je moet hebben, je moet vertrouwen hebben in jezelf en het vertrouwen in de techniek. Als je iets leuk vind om te doen, dan doe je dat ook, en neem je dat risico. Het springen geeft je een goed gevoel en dat is dat risico best wel waard.

Maar als de sport zo goed beveiligd is, waarom vallen er dan toch doden en gewonden? We hebben hier een krantenartikel dat we graag willen voorlezen. <<>> onderaan
Uit dit krantenartikel blijkt dus dat het materiaal waarmee deze parachutisten sprongen goed was. Ook hadden zij zeer veel ervaring. De hele sprong verloopt goed, maar op het laatste moment wordt een menselijke gemaakt, de parachutes raken in elkaar. Ook uit alle andere krantenartikelen die te vinden zijn, blijkt dat het bijna altijd om ervaren parachutisten. Er is dus geen kennis aan gebrek en probleem met het materiaal. In bijna ieder geval gaat het om een menselijke fout. En overal waar mensen zijn, blijf je deze fouten houden. Geen mens maakt geen fouten. Deze ongelukken zijn dus eigenlijk niet te vermijden. Er valt niets beter te beveiligen. Wat je ook doet, fouten kan je altijd maken. Parachutespringen is dus niet onveiliger dan andere handelingen.

Nog een keer de belangrijkste zaken op een rijtje. Mensen die parachutespringen hebben dus zelf die keuze gemaakt en zijn zich bewust van wat ze doen. Om zelf te mogen springen moet je een medische keuring hebben en een opleiding van twee dagen gedaan hebben. Iedere drie maanden moet er een harnastest gedaan worden. De voorbereiding van een sprong is erg belangrijk en daar wordt veel aandacht aan besteed. Vanaf het moment dat je je aanmeldt voor een sprong ben je bezig met de veiligheid en checken van alles. Uit de overlijdenskans van parachutespringen en autorijden blijkt dat parachutespringen veel veiliger is. Uit krantenartikelen blijkt dat de ongelukken die gebeuren niet door slecht materiaal of gebrek aan kennis komen, maar door menselijke fouten. Hierdoor zijn wij van mening dat parachutespringen een veilige sport is!

Artikel:

Botsing wordt parachutisten fataal
2 juni 2002
TEXEL - Een botsing op zo\'n veertig meter boven de grond is twee parachutisten zondagavond op Texel fataal geworden. De twee, een 34-jarige man uit Utrecht en een 30-jarige man uit Maastricht, maakten met drie collega-parachutisten deel uit van het Hilversumse parachutistenteam \'High Five\', dat formatiesprongen maakte boven Texel. Door onbekende oorzaak raakten de twee slachtoffers elkaar vlak voor de landing, waarna ze gezamenlijk neerstortten. Een van hen was op slag dood, de tweede overleed korte tijd later.De Luchtvaartpolitie stelt een onderzoek in naar de oorzaak van het ongeval. Volgens een woordvoerder van de KLPD is al vastgesteld dat de beide parachutes geen technische mankementen vertoonden. De parachutisten waren gesprongen van een hoogte van zo\'n 13.000 voet. Beide slachtoffers waren zeer geoefende springers.

REACTIES

W.

W.

hun... :p

9 jaar geleden

M.

M.

Er zijn oprecht echt wasberen die een betere tekst kunnen schrijven

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.