Dierproeven. Het zou verboden moeten worden.
Stel je eens voor, je bent een konijntje. Zo’n lief, klein, schattig konijntje. Kinderen vinden je fantastisch en je denkt dat het leven niet mooier kan. Toch jammer, je blijkt een konijntje te zijn die leeft voor een hoger doel, dierproeven wel te verstaan. Je wordt in een kooitje gestopt waarin je jezelf nauwelijks kan bewegen, bij de experimenten krijg je allerlei stoffen ingespoten, moet je pillen slikken en wordt je huid bestraald of verbrand. Zere ogen, rode huid, misselijk, duizelig en dan de dood. Uiteindelijk komt de dood als een verlossing. Zou je nu nog een schattig konijntje willen zijn? Ook voor vele katten, honden, ratten, muizen, apen, paarden en vogels is dit een dagelijks terugkerende marteling. Ze worden elk jaar in laboratoria ‘gebruikt’ voor onderzoek. En zelfs de cavia’s, geiten, vissen en runderen worden niet vergeten. Van al deze dieren wordt 46% gebruikt voor medisch onderzoek (ontwikkeling, productie, en controle van sera, vaccins en geneesmiddelen), wordt 11% voor giftigheidonderzoek gebruikt, 1% voor onderwijs en 42% voor wetenschappelijk onderzoek. Meer dan 1 miljoen proefdieren worden speciaal gefokt om voor de mens te dienen. En als er teveel zijn, dan worden ze toch gewoon vernietigd. Je zou je afvragen waar deze marteling voor dieren ooit stopt. Dieren zijn geen dingen die je zomaar kan gebruiken en als ze het niet meer goed doen, kan weggooien. Daarom zouden dierproeven op grote schaal verboden moeten worden. Het is al een meer dan grote schande dat er zelfs nog in deze tijd proeven op dieren worden gedaan.
Een belangrijke reden voor een verbod op dierproeven is dat je met die proeven alleen maar onnodig dierenleed bereikt. De dieren hebben een verschrikkelijk leven en worden in dit geval niet eens meer behandeld als dieren. Ze hebben pijn, heel veel pijn. Dag in, dag uit wordt er op hen geëxperimenteerd en alsof dat nog niet genoeg is, doet de overheid er nog niet eens iets tegen. Dieren hebben ook gevoel. Hoe zou jij het vinden als er stoffen in je ogen worden gedruppeld om het effect te bekijken en dan de volgende dag te merken dat je blind bent. Vast niet leuk. Deze dieren zullen nooit enig sociaal contact krijgen met hun soortgenoten, laat staan ooit een soortgenoot zien. Ze kennen geen dag en geen nacht, weten niet wat zonneschijn is, of regen, kennen geen voorjaar en geen herfst. Ze kennen geen leven, als je zou vragen wat leven is, zou het lieve, schattige konijntje uit de inleiding zeggen: Een hel. Een dier heeft ook rechten, net zoals wij. Eén van die rechten is dat een dier voor zijn dood een leven naar diens dierlijke aard moet hebben gehad. Dat is bij dieren die gebruikt worden bij dierproeven nou niet bepaald het geval. Het is allemaal economisch en ook dit is weer gebaseerd op winst. Dieren zijn stukke goedkoper dan mensen en dieren klagen niet. De bedrijven die proeven doen op dieren zorgen wel dat ze hun winst eruit halen, ook al moeten ze daarvoor een paar dieren mishandelen. Ten tweede lijken dieren in eerste instantie wel op ons. Maar ken je het verschil tussen ‘lijken op’ en ‘gelijk zijn aan’? Aangezien een dier op een mens lijkt, (omdat een mens een dier is) wordt er op dieren getest. Maar dieren zijn niet gelijk aan mensen. Zoals een diersoort ook niet gelijk is aan een andere diersoort. Het nadeel van dit is, dat hierdoor de uitkomsten van de experimenten vaak onbetrouwbaar zijn en daarmee bijvoorbeeld de medicijnen gevaarlijk zijn voor de mens. Enkele voorbeelden hier van zijn: interferon bij kanker en softenon bij zwangerschap. Veel stoffen die op dieren getest zijn hebben een andere uitwerking op mensen. Helaas wordt dit pas bekend als deze stoffen (o.a. in medicijnen) regelmatig worden gebruikt door mensen. Met als gevolg: (ernstige) bijverschijnselen bij mensen en een nieuwe ‘lading’ proefdieren om dit probleem op te lossen. Daarnaast zijn er genoeg betere alternatieven ontwikkeld ter vervanging van dieren bij onderzoeken. Inmiddels bestaan er al duizenden alternatieven, en elk jaar worden het er nog meer, maar ondanks dat worden er nog te veel dieren gebruikt, terwijl er in zulke gevallen best een alternatief beschikbaar is. Enkele alternatieven zijn: Computeranalyses, weefselkweken, embryo’s in plaats van volgroeide dieren en organen van dode dieren en mensen. Bij computeranalyses worden de test elektronisch nagedaan en laten ze de computer berekenen wat de effecten zijn op de mensenhuid. Bij de cel- en weefselkweek kan men uit een dier een cel of een stukje weefsel halen. In een laboratorium worden de cellen hiervan dan los gemaakt, dat is een zogenaamde cel- of weefselkweek. De cellen worden in leven gehouden door ze in een speciale vloeistof te houden. Met deze celkweken kunnen allerlei stoffen getest worden bijvoorbeeld om te kijken of de stoffen celschade veroorzaken. Waar men vroeger vele dieren nodig had voor een proef kan men nu doen met slechts één of enkele dieren. Het gebruik van embryo’s klinkt hard, maar het voordeel van embryo’s is dat ze nog geen pijn voelen omdat hun zenuwen daar nog niet genoeg voor ontwikkeld zijn. In slachthuizen blijft veel materiaal over dat men niet wil verwerken in het voedsel. Bijvoorbeeld varkensorganen, koeienoren of kippenogen. Een deel van dit materiaal kan men gebruiken voor onderzoek. Er hoeven niet eens speciaal dieren voor gefokt of gedood te worden. Ook organen van overleden mensen kunnen goed gebruikt worden, bijv: organen die overblijven bij orgaantransplantaties of bij operaties op het gebied van de plastische chirurgie.
Wij laten dieren creperen, zorgen dat hun leven ondraaglijk wordt en uiteindelijk gaan ze ook nog dood door onze schuld en dat laten we allemaal toe. Wij worden er misschien wel beter van, maar wat schieten we ermee op. Uiteindelijk blijken nog niet eens alle tests betrouwbaar en blijven we altijd maar weer zitten met die ellendige bijwerkingen. Alternatieven? Die kennen we niet, die zijn veel te duur. Ook in deze tak van de maatschappij is winst maken belangrijker geworden dan de toestand van dieren. Zolang we maar een lekker karbonaadje op ons bord hebben, make-up op kunnen doen zonder oogirritatie te krijgen en gezond kunnen blijven zonder nog zieker te worden. Denken wij ooit nog aan de dieren die hun leven voor ons geven? Nee, dat doen wij niet. Maar we zouden het wel moeten doen. Altijd maar roepen dat we tegen dierproeven zijn, maar als het erop aankomt, zijn we blij dat niemand weet wat we echt denken.
REACTIES
1 seconde geleden
T.
T.
ik vind het ook vet zielig
21 jaar geleden
AntwoordenB.
B.
Heej!
Ik moest ook een betoog schrijven voor NL,
en heb het dus ook over dierenleed gedaan!
Jouw betoog is erg goed!
Groetjes, Britt :-)
20 jaar geleden
AntwoordenB.
B.
ik vind het overdreven.
10 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
Ik vind het ook heel zielig voor de dieren, maar het heeft ons heel erg geholpen. We weten nu veel meer over medicijnen. Als we geen dieren gebruiken moeten we mensen gebruiken, en is dat niet net zo erg? Er zijn wel heel veel vervangingen voor die testen, maar heel vaak werkt dat ook niet. Je kan een computer bijvoorbeeld niet laten hoesten. Dus ondanks dat het zielig is, is het wel belangrijk voor het gevecht tegen de ziektes.
9 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
Dat kan dan wel zo zijn maar het is oneerlijk tegenover het dier. Daarnaast waarom kunnen ze niet op mensen testen? Waarom zou een leven van een mens waardevoller zijn dan van een dier? Die heeft ook recht op een goed leven.
9 jaar geleden
A.
A.
Ja ik snap wat je bedoeld maar hoezo is een dier belangrijker dan een mens ik bedoel ik zou een mens (vrijwilliger) gebruiken want het is ook voor mensen bedoeld dus moeten ze het zelf maar gaan doen.
8 jaar geleden
T.
T.
Sander=gay
7 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
Tijn is geval apart
7 jaar geleden
AntwoordenT.
T.
hou jekop a nerdhoofd
7 jaar geleden
N.
N.
Leerzaam
6 jaar geleden
Antwoorden