Inenten, doen of laten?
Een inenting, vaccinatie ofwel een 'prik', brengt een stof in het lichaam die voor immuniteit tegen een ziekte zorgt. Het lichaam wordt dan als het ware voor de gek gehouden alsof het wordt besmet met de ziekteveroorzaker. Maar die veroorzaker is dan dood of zodanig zwak dat het lichaam er niet ziek van wordt, maar wel antistoffen aanmaakt. Een viruscel krijgt hierdoor geen kans meer een levende cel in het lichaam te belagen en iemand ziek te maken. Het geeft meestal volledige bescherming tegen een ziekte, hoewel soms meerdere vaccinaties nodig zijn. In ons land worden met name kinderen ingeënt tegen ziekten.
Bij inenten komen nauwelijks bijwerkingen voor. Toch zijn de meeste kinderen wat hangerig na een prikje. Soms krijgen ze zelfs koorts. Maar veel kinderen worden niet ziek en zijn na enkele uurtjes al weer de oude.
Het inenten van grote groepen mensen helpt vrijwel altijd. Veel kinderziektes komen niet meer voor in Nederland. Ook in andere landen is dit het geval. Zo viel in Canada het gemelde aantal gevallen van difterie in 1924 van 9,000 terug naar 52 in 1994. Ook bij de start van het vaccinatie programma tegen mazelen werden er jaarlijks 400,000 gevallen gemeld. Tegen 1995 waren er dat nog 309. Ook Tetanus is vrijwel uitgeroeid, het komt nog uiterst zelden voor in Noord Amerika en Europa.
Toch rijst er steeds meer twijfel over vaccinatie als goede manier om onnodig lijden te voorkomen. Kritiek is vooral te horen in de huiskamers van die families wiens kinderen schade hebben ondervonden of zelf zijn overleden als gevolg van reacties op deze vaccinaties tijdens de kindertijd.
Mede door deze ‘fouten’ van de geneeskunde, zijn er steeds meer mensen die hun kinderen niet meer in laten inenten tegen kinderziektes. Je zou het een modetrend kunnen noemen. In Nederland is er zelfs een vereniging tegen het ‘prikken in het wilde weg’, de Nederlandse Vereniging Kritisch Prikken. Dit terwijl veel ziektes vroeger vaak voorkwamen en vele levens eisten.
Ouders laten niet alleen door hun angst op medische fouten hun kind niet inenten. Ook zijn er veel gelovige mensen die het niet nodig vinden. God heeft hun lot in handen, en niet zo’n klein prikje. Zo zijn er bijvoorbeeld veel kinderen op de veluwe niet ingeënt, op de Veluwe wonen in verhouding veel meer Nederlands Hervormden dan in de rest van Nederland.
Wat hieraan meteen opvalt is dat je kan zien dat als er een kinderziekte de kop op steekt, waar de meeste kinderen zijn tegen ingeënt, dat in dit gebied de meeste kinderen bestmet raken, dan wel sterven aan de kinderziekte. In principe was dit niet nodig geweest.
Mensen die vinden dat er te veel kinderen sterven of ziek worden van een inenting vinden het natuurlijk erg als er kinderen sterven aan kinderziektes die door inenting tegen zijn te gaan. Maar zij vinden ook dat dit niet opweegt tegen de hoeveelheid kinderen die ziek wordt van een inenting.
Zo noemen zij het verband tussen BMR-inentingen en autisme. Acht van de twaalf kinderen die na een BMR-enting last kregen van darminfecties, werden ook autistisch. Vijf van deze acht kinderen hadden reeds heftige reacties vertoond bij een eerdere vaccinatie.
Veel doktoren vinden dat dit soort onderzoeken een sneeuwbal effect kunnen veroorzaken, wanneer de bevolking en de media een ‘verband’ verwarren met ‘oorzaak’, waardoor vaccinaties in een slecht daglicht worden gesteld. Dit is natuurlijk niet het doel van deze onderzoeken, het doel is immers het veiliger maken van inentingen.
Als een kind heftig reageert op een vaccinatie, is dat meestal geen reden om hem de volgende keer niet meer te laten inenten, zo beredeneren de voorstanders van het inenten. Immers, de gevaren waaraan je kind zonder vaccinatie staat blootgesteld, zijn vaak veel groter dan het gevaar van de vaccinatie zelf. Wel wordt erbij genoemd dat als de vaccinatie wordt toegedient, de arts op de hoogte moet zijn van de reactie van het kind. Soms kan het daardoor bijvoorbeeld nodig zijn om het kind bijvoorbeeld in te laten enten bij de huisarts of polikliniek
Waar de niet ingeënte kinderen een voordeel aan hebben zijn de grote hoeveelheden wel ingeënte kinderen. Want door de ingeënte kinderen worden de ziektes niet meer overgedragen op andere kinderen. Zo is de kans voor de niet gevaccineerde kinderen vele malen kleiner geworden op het oplopen van een kinderziekte, dan dat dit was geweest als alle kinderen in hun omgeving niet ingeënt waren.
Het komt er eigenlijk op neer dat iedereen voor zijn eigen kinderen moet afwegen wat voor heb zwaarder weegt, de voordelen of de nadelen van het inenten. De kans is groot dat een kind niet ziek wordt van een prik en ook de kinderziektes, waar tegen is geprikt, niet meer krijgen. Aan de andere kant is het zo dat ook kinderen die geprikt worden hierdoor de kans lopen op ziektes en zelfs sterfte, hoewel dit niet vaak voorkomt. Ook weegt het mee dat door de grote hoeveelheid ingeënte kinderen de niet-ingeënte kinderen minder kans lopen om kinderziektes te krijgen.
REACTIES
1 seconde geleden