NieuwNederlands - Hoofdstuk 1
Tolerantie:
Toestaan.
Poldermodel:
Groepen mensen met verschillende overtuigingen die samen werken.
Elite:
Hoogste klasse.
Conservatieve:
Behoudend.
Globalisering:
Internationalisering.
Hypothese:
Veronderstelling.
Plausibel:
Geloofwaardig.
Postoperatieve:
Na de operatie.
Geëscaleerd:
Ui de hand gelopen.
Placentazoogdier:
Zoogdier dat zich in de baarmoeder ontwikkelt d.m.v. de placenta.
Binoculair gezichtsvermogen:
2 naar voor gerichte ogen waardoor je afstanden kunnen inschatten.
Drogredenen:
Slechte argumenten.
Contaminatie:
Een foute samentrekking van 2 woorden.
Exterieur:
Buitenkant.
Postcommunistische:
Van na het communisme.
Openbaar ministerie:
Een instantie die bepaald wie voor de rechter moet verschijnen.
Vervolgen:
Voor een strafbaar feit voor de rechter laten komen.
Voorarrest:
Gevangen zetten voor de veroordeling.
Seponeren:
Niet vervolgen.
Transactie:
Een boete betalen of een taakstraf uitvoeren.
Lik op stuk:
Meteen bij de overtreding een boete betalen.
Sepot:
Besluit tot niet-vervolging.
Dagvaarding:
Een brief waarin staat wanneer je voor de rechter moet verschijnen en waarvan je wordt verdacht.
Tenlastelegging:
De opsomming van feiten waarvoor een verdachte terecht moet staan.
Openbare aanklager:
De officier van justitie.
Requisitoir:
Een betoog waarin de openbare aanklager zijn straf eist.
Taakstraffen:
Een werk of een leerstraf.
Werkstraf:
Een straf waarbij je een onbetaalde arbeid moet verrichten.
Leerstraf:
Een straf waarbij een cursus gevolgd moet worden.
Pluk-ze-actie:
De winsten van een misdadiger afnemen.
TBS:
Dwangverpleging.
Aansprakelijk:
Financieel verantwoordelijk voor schade.
Alibi:
Bewijs dat je op een andere plaats was ten tijde van een misdrijf.
Amnestie:
Kwijtschelding van straf aan een hele groep.
Bij verstek veroordelen:
Bij afwezigheid veroordelen.
Billijk:
Rechtvaardig en redelijk.
Een strafblad hebben:
Al eerder veroordeeld zijn.
In beroep gaan:
Herziening van een vonnis vragen bij een hogere rechtbank.
Legaal:
Wettelijk, Rechtmatig.
Maffia:
Misdaadorganisatie.
Op heterdaad betrappen:
Betrappen tijdens het plegen van een misdaad.
Pleidooi:
Betoog in het voordeel van iets of iemand.
Recidivist:
Iemand die zich schuldig maakt aan herhaling van een misdrijf.
Reclassering:
Organisatie die ex-gevangenen begeleidt bij de terugkeer in de maatschappij.
Witteboordencriminaliteit:
Criminaliteit bedreven door burgers van achter hun bureau.
Witwassen:
Zwart geld legaal maken door investering.
Gedetineerden:
Gevangenen.
Gedoogd:
Toegestaan.
Geliquideerd:
Vermoord.
Hechtenis:
Gevangenisstraf.
Gratie:
Kwijtschelding van straf.
Mediation:
Bemiddeling.
Sterke arm:
Politie.
Legitiem:
Wettelijk.
Willens en wetens:
Opzettelijk en bewust.
Delinquenten:
Misdadigers.
Assimileren:
De nationale gebruiken opgeven en helemaal Nederlands worden.
Gastarbeiders:
Arbeidskrachten uit het Middellands zeegebied.
Gezinshereniging:
In Nederland blijven en je gezin laten overkomen.
Multiculturele samenleving:
Verschillende groepen met een eigen ID leven naast elkaar.
Geïntegreerd:
Ingeburgerd.
Segregatie:
Scheiding.
Polarisatie:
Uit elkaar groeien.
Autochtone:
De oorspronkelijke bewoners.
Allochtone:
De vreemde bewoners, buitenlanders.
Xenofobie:
Angst voor buitenlanders.
Antisemitisme:
Racisme gericht tegen de joden.
Braindrain:
Wegtrekken van hoger opgeleiden uit ontwikkelingslanden naar de geïndustrialiseerde landen.
Chauvinisme:
Overdreven vaderlandse liefde.
Economische vluchteling:
Iemand die om economische redenen zijn vaderland verlaten heeft.
Eerwraak:
Wraak om de familie-eer te herstellen.
Fundamentalisme:
Teruggaan naar de basis van het geloof en alles wat daar van afwijkt, streng afwijzen.
Halal:
Voor moslims toegestaan.
Imam:
Hoofd van een moskee of mohammedaanse rechtsschool.
Inburgeren:
Burger van een land worden, integreren.
Nationalisme:
Eigen land en volk bevoordelen.
Participatie:
Deelname.
Radicaliseren:
In een bepaalde opvatting zó ver gaan, dat geweld gebruikt kan worden om je doel te bereiken.
Ramadan:
Negende maand van het mohammedaanse jaar, waarin gevast wordt.
Remigratie:
Terugkeren naar land van herkomst.
Seculier:
Wereldlijk, onkerkelijk.
Algemene beschouwingen:
Vergaderingen van een politiek orgaan als de Tweede Kamer of een gemeenteraad die worden gehouden om te discussiëren over de plannen die de regering (of het college van burgemeester en wethouders) voor de komende periode hebben gepresenteerd.
Kanttekening:
Kleine, kritische opmerking
Oppositiepartijen:
Partij die deel uitmaakt vd oppositie
In het gedrang komen:
In het geduw, knel, gewoel komen
het gros:
Het grootste aantal/gedeelte
kiezersbedrog:
Het niet-nakomen van vóór de verkiezingen gedane beloften
te berde brengen:
Met iets voor den dag komen
demagogie:
De kunst om de volksmassa te (mis)leiden, m.n. door retorische middelen
premier:
Minister-president
lijsttrekkers:
Eerstvermelde op een kandidatenlijst vd verkiezing
Achterban:
Leden van een partij of vakbond
Afromen:
Door hoge belasting verminderen
Een proefballonnetje oplaten:
Door het opdoen van een uitspraak de mening van andere peilen
Formateur:
Samensteller van kabinet
Informateur:
Politicus die onderzoekt of een kabinet kans van slagen heeft
Interruptie:
Het onderbreken van iemand die aan het woord is
Kaasschaafmethode:
Iets financieren door kleine bezuinigingen op vele onderdelen
Klokkenluider:
Iemand uit een organisatie die misstanden binnen de organisatie naar buiten brengt
Koehandel:
Afspraak waarbij de ene partij de ander tegenmoet komt, op voorwaarde dat de andere partij dat ook doet
Lijstduwer:
Iemand die als stemmentrekker op een kieslijst wordt gezet, maar niet verkozen wilt worden.
Nepotisme:
Familie en vrienden bevoordelen bij benoemingen
Parlementaire enquête:
Onderzoek naar een belangrijk onderwerp ter informatie van de tweede kamer
Petitie:
Schriftelijk verzoek van een grote groep
Poldermodel:
Maatschappijvorm waarin over alles door alle betrokkenen word overlegt
Speelpunten:
Onderwerpen waaraan op dit moment het meeste belang word gelegt
NieuwNederlands - Hoofdstuk 2 t/m opdr. 3
Amper:
nauwelijks
Associëren:
In verband brengen met; door het denken aan het ander
Beducht:
Bang; bevreesd
Blijkens:
Zoals blijkt uit
Cruciaal:
Heel belangrijk; doorslaggevend
Dynamisch:
Veranderlijk; steeds in beweging
Esthetisch:
Kunstig; kunstzinnig
Expliciet:
In duidelijke woorden; uitdrukkelijk
Gedogen:
Toestaan; dulden
Hiërarchie:
Rangorde; volgorde van belangrijkheid
Intrinsiek:
Wezenlijk; innerlijk
Meewarrig:
Met een beetje medelijden
Offensief:
aanval
Oneigenlijk:
Voor iets anders dan waarvoor het bedoeld is
Pragmatisch:
Uitgaand van de mogelijkheden die er zijn
Randvoorwaarden:
Absolute noodzaak, zonder welke iets niet bereikt kan worden
Steevast:
Iedere keer weer; volgens een vaste gewoonte
Ten spijt:
ondanks
Uitwijzen:
Aantonen; aan het licht brengen
Vergen:
Vragen omdat het nodig is; eisen
Arsenaal:
Verzameling (oorspronkelijk wapens, grote hoeveelheid
Begiftigd:
In het bezit van
Derhalve:
Daarom; dus
Eenduidig:
Voor slecht één uitleg vatbaar
Evenzeer:
In dezelfde maten; eveneens; ook
Exponentiële:
Zeer sterk; zeer snel stijgend
Gestaag:
Onophoudelijk en in een vast tempo
Idealiter:
In het beste (ideale) geval
Invalshoek:
Manier om een probleem te benaderen/bekijken
Karikatuur:
Belachelijke voorstelling van iets
Memoreren:
In herinnering brengen
Ogenschijnlijk:
Zoals het lijkt
Ontaarden:
Uitlopen op iets wat slechter is
Preventie:
Maatregel om iets vervelends te voorkomen
Relaas:
Verslag van iets wat je hebt meegemaakt
Taboe:
Onbespreekbaar onderwerp; iets wat niet mag
Teloorgang:
Ondergang
Uniform:
Helemaal gelijk; helmaal hetzelfde
Verloedering:
Verslonzing; verrotting; achteruitgang
Weerzin:
Hekel; afschuw; aversie
Anderszins:
Op een andere manier
Bejegenen:
Behandelen; omgaan met
Dimensies:
afmetingen
Effect sorteren:
Resultaat/uitwerking hebben
Expanderen:
Groeien; uitbreiden
Fenomeen:
Opvallend verschijnsel
Halfslachtig:
Onzeker; niet krachtdadig
Ideologische:
Gebaseerd op politieke overtuiging of geloof
Inventiviteit:
vindingrijkheid
Kennelijk:
Blijkbaar; klaarblijkelijk
Middels:
Door middel van
Niet aflatend:
Zonder op te houden; steeds volhoudend
Omwille van:
Omdat het nodig/goed is voor…
Paradox:
Uitspraak die tegenstrijdig lijkt
Permanent:
Blijvend; voortdurend
Repressieve:
onderdrukkend
Ten deel vallen:
Krijgen; ontvangen
Urbane:
stedelijke
Vermeende:
Waarvan men denkt dat hij … is
Wezenlijk:
Essentieel; heel belangrijk
Woordenschat H1 + H2 t/m opdr. 3
6.2
ADVERTENTIE
REACTIES
1 seconde geleden