Imago = beeld dat mensen van iets of iemand hebben
Aan de orde van de dag = een veelbesproken onderwerp
Hoe het ook zij = hoe dan ook, of dit nu waar is of niet
Het loopt de spuigaten uit = het gaat te ver
Hectiek = rommelige drukte, opwinding
Navenante = daarmee gepaard gaande, overeenkomstige
De handen ineenslaan = intensief samenwerken
In de kiem smoren = snel ergens een einde aan maken
Sporadisch = heel zelden, bijna nooit
Gekscherend = vrolijk spottend, om te plagen, schertsend
Aan de kaak stellen = gezegd van zaken waarvan duidelijk wordt getoond dat ze verkeerd zijn
Sancties = strafmaatregelen waarmee gedreigd wordt of die bedoeld zijn om mensen tot iets te dwingen
Aangifte = melding bij de politie dat er een strafbaar feit is gepleegd (bijvoorbeeld een diefstal)
Inzage in = bekijken, lezen
De hoogst prioriteit hebben = de hoogste voorkeur
Beknot = in het kort, nauw
Beamen = geven toe
Op gespannen voet staan = moeilijk met elkaar omgaan
Waarborgen = garanderen
Bevoegdheden = gezag dat iemand kan uitoefenen bijvoorbeeld de politie laten ingrijpen om de orde te handhaven
Woordenschat
3.8
ADVERTENTIE
REACTIES
1 seconde geleden