Syncope Verlegging van het accent
Antimetrische figuren:
- Duool
- triool
- kwintool
- onderverdeling in tweeën waar een andere onderverdeling gangbaar is.
- Onderverdeling in drieën waar een andere onderverdeling gangbaar is.
- Onderverdeling in vijven waar een andere onderverdeling gangbaar is.
Polyritmiek Het gecombineerd voorkomen van metrische en antimetrische figuren
Complementair ritme Ritme van de ene partij vult dat van de andere aan
Tweedelige maat Zwaar licht (> -)
Driedelige maat Zwaar licht licht (> - -)
Enkelvoudige maatsoort Één zware teleenheid
Samengestelde maatsoorten Hoofdaccent en minstens één nevenaccent
Opmaat Onvolledige maat aan het begin van een stuk. (stuk begint niet met hoofdaccent)
Afterbeat Als er in de begeleiding accenten klinken na de accenten in de melodie
Polymetriek Gelijktijdig voorkomen van verschillende maatsoorten in meerstemmige muziek
Swing Subtiele verschuiving door de timing van het moment van spelen. Zo ontstaat een karakteristieke vering.
Tempoaanduidingen: - largo - grave - lento - adagio - slow - andante - medium - moderato - allegro - fast - vivace - presto - breed - ernstig/zwaar - langzaam - langzaam - langzaam - gaande - gaande - matig - snel - snel - levendig - zeer snel
Tempoveranderingen: - accelerando (acc.) - ritenuto (rit.) - ritardando (ritard) - rallentando (rall.) - a tempo (a.t.) - tempo primo - versnellen - vertragen - enigszins vertragen - vertragen - het voorafgaande tempo hervatten - heet eerstgenoemde tempo hervatten.
Toevoegingen:
- meno
- piu
- poco
- mosso
- -issimo
- -etto
- -ino
- minder
- meer
- een weinig
- beweeglijk
- uiterst
- een beetje
- een beetje
Atonaliteit Het loslaten van de traditionele tonale relaties tussen de onderlinge tonen
Dodecafonie Compositietechniek gebaseerd op reeks van twaalf verschillende tonen waarin alle tonen gelijkwaardig zijn: tonale functies spelen geen rol.
Consonant:
- volkomen consonante intervallen
- onvolkomen consonante intervallen
- dissonante intervallen
- geen of minimale spanning tussen de tonen (reine prime, reine kwart, reine kwint, rein octaaf)
- grote terts, grote sext
- veel spanning (grote en kleine seconde, grote en kleine septiem)
Grote drieklank Grondtoon + grote terts + reine kwint
Kleine drieklank Grondtoon + kleine terts + reine kwint
Akkoordfuncties bij majeur Op 1e, 4e en 5e trap vanuit ladder gerekend ontstaat grote drieklank
I tonica
IV onderdominant
V dominant
Akkoordfuncties bij mineur Op 1e, 4e en 5e trap ontstaat kleine drieklank. Akkoord op 5e trap wordt steeds verhoogd tot grote drieklank
Gebroken drieklank Het na elkaar tot klinken komen van de tonen van een akkoord
Albertijnse bas Begeleidingsfiguur dat uit gebroken akkoorden bestaat
Orgelpunt Begeleidingsfiguur bestaande uit lang aangehouden of steeds herhaalde toon in de bas
Bourdon Begeleidingsfiguur bestaande uit lang aangehouden samenklank van kwint in de bas
Close harmony Samenklankopbouw waarbij de tonen zo dicht mogelijk bij elkaar liggen
Chromatiek Gebruik maken van halve-toonafstanden d.m.v. verhogingen en verlagingen van de tonen uit een diatonische toonladder
Unisono Eenstemmig: alle instrumenten spelen zelfde melodie
Cluster Samenklank van een aantal dicht bij elkaar liggende tonen
Homofonie Meerstemmigheid (1 stem doet melodie, rest heeft begeleidende/opvullende functie)
Polyfonie Meerstemmigheid (alle stemmen hebben zelfstandige melodische betekenis)
Modulatie
Overgang van de ene naar de andere toonsoort
Tertsverwantschap Muzikale relatie tussen toonsoorten die een terts van elkaar verwijderd zijn
Dynamische tekens:
- piano (p)
- pianissimo (pp)
- mezzo piano (mp)
- mezzo forte (mf)
- forte (f)
- fortissimo (ff)
- crescendo (cresc)
- decrescendo (decr)
- diminuendo (dim)
- fade out
- sforzando (sf)
- zacht
- zeer zacht
- matig zacht
- matig sterk
- sterk
- zeer sterk
- sterker worden
- zachter worden
- zachter worden
- zachter worden tot niets
- sterk inzetten en onmiddellijk daarna zachter worden
Terrassendynamiek Plotselinge overgangen van sterk naar zacht en andersom (a.k.a. echodynamiek, registerdynamiek, contrastdynamiek)
Overgangsdynamiek Geleidelijke overgang van sterk naar zacht of andersom.
Articulatie Manier waarop opeenvolgende tonen al dan niet verbonden worden
Articulatietekens:
- legato
- staccato
- portato
- gebonden (boog boven of onder de noten)
- kort, los van elkaar (aangegeven met punt onder of boven de noot)
- bijna gebonden (aangegeven met streepje/boog en punt boven of onder de noot)
Frasering d.m.v. articulatie muzikale zinnen en zinsdelen laten uitkomen
Uitvoeringstekens:
- fermate
- G.P.
- Da capo al fine
- Dal segno al fine
- Ima volta (prima volta)
- Ilda volta (secunda volta)
- Subito
- Attaca
- Tutti
- Obligaat
- verlenging van noot/rust, mag zelf weten hoelang
- generale pauze
- vanaf het begin tot aan fine
- vanaf het teken tot aan fine
- eerste keer
- tweede keer
- plotseling, onmiddellijk
- meteen doorgaan
- allen
- verplicht
Uitvoeringstechnieken:
- pizzicato
- arco
- arpeggio
- getokkeld
- gestreken
- tonen van akkoord worden snel na elkaar gespeeld
Uitvoeringspraktijken:
- a capella
- blue note
- scat vocal
- rappen
- vocale uitvoering zonder begeleiding
- te laag geïntoneerde toon (vaak terts)
- instrumentaal zingen op betekenisloze lettergrepen
- spreken van teksten op ritmische ondergrond
Partituur Gehele notatie van verschillende partijen van een muziekstuk
Arrangement Herschrijven van bepaalde compositie voor andere bezetting
Coverversie Bestaande song uitgevoerd in andere sound
Soundtrack Muziek van de geluidsband van een film
Demo Bandopname voor demonstratiedoeleinden
Opus Werk. Op.+ cijfer geeft aan hoeveel verschillende werken een componist heeft.
Motief Kortste melodisch/ritmisch gegeven, dient als bouwsteen voor compositie. Open, niet afgerond en makkelijk te herkennen
Thema Melodisch gegeven, dient als bouwsteen voor compositie. Langer dan motief, afgerond, eindigt vaak met cadens.
Liedvormen:
- Eendelig
- Tweedelig
- Driedelig
- A
- A B of A A
- A B A of A A B of A B C enz.
Sequens Onmiddellijke herhaling van muzikaal gegeven op hogere of lagere toon
Riff Kort motief dat aantal keren herhaald wordt (bijv. door blazers)
Bridge Combinatie van tekst en muziek in een song. Komt maar één keer voor (ander dan couplet en refrein)
Walking bass Vloeiende manier van bas spelen, op iedere tel wordt andere bastoon gespeeld
Spreekgezang Manier van tekstvoordracht tussen spreken en zingen in; toonhoogte en ritme zijn door componist genoteerd.
Coupletlied Lied dat voor ieder vers dezelfde muziek heeft
Gevarieerd coupletlied Lied waarvan de coupletten variaties bevatten op het eerste couplet
Doorgecomponeerd lied Lied waarvan ieder couplet nieuwe muziek laat horen
Orkestlied Lied met orkestbegeleiding
Frans rondo Rondo (compositie met afwisseling couplet-refrein) met als vorm ABACADAE (lengte is niet relevant)
Weens rondo Rondo met als vorm: ABACABA
Ostinate bas Een voortdurend herhaalde melodie in de bas; soms een voortdurend herhaald harmonisch schema
Parallelle beweging Toonhoogtes van twee of meer stemmen bewegen zich in dezelfde richting
Tegenbeweging Toonhoogtes van twee stemmen bewegen zich in tegengestelde richting
Imitatie Compositietechniek waarbij ritmes, motieven of melodische fragmenten van de ene stem vrij kort daarna (of zelfs overlappend) in andere stemmen terugkomen
Canon Meerstemmige compositie waarin de leidende stem door andere stemmen notengetrouw wordt geïmiteerd. Wordt meestal eenstemmig genoteerd met aanduiding wie wanneer moet beginnen
Fuga 1. meerstemmige imitatorische compositietechniek waarin thema steeds in verschillende stemmen terugkomt in de expositie. Tijdens doorwerking ondergaat thema polyfone bewerkingen Kan voor een deel herhaald worden, verkleind of vergroot, of moduleren naar verwante toonsoorten. In slotgedeelte van fuga is een orgelpunt en stretto (overlappende themaherhaling in verschillende stemmen)
2. compositie op basis van de techniek uit 1.
Recitatief Onderdeel van grotere vocale vorm waarin de solist een verhaal vertelt. Muziek is syllabisch, melodie sober. Weinig toonverschillen en kleine intervallen. Begeleiding bestaat uit ondersteunende harmonieën op belangrijke woorden.
Secco recitatief Recitatief met als begeleiding een continuo; sobere uitwerking in enkele akkoorden
Recitativo accompagnato Recitatief op basis van rijkere begeleiding door orkest. Heeft meestal grotere melodische zelfstandigheid
Aria Onderdeel van grotere vocale vorm voor solostem met orkestbegeleiding. Melodisch rijk, melismatisch en virtuoos. Veel tekstherhalingen. Tekst is ondergeschikt aan muziek. Komt ook voor als zelfstandige compositie.
Verder majeur/mineurtoonladders en intervallen kennen.
REACTIES
1 seconde geleden