H4
Begroting: een rij geschatte inkomsten en een rij geschatte uitgaven.
Inkomsten: wat je binnen krijgt.
Contributie: een bedrag dat je jaarlijks krijgt betaald.
Subsidie: geldelijke steun van bijvoorbeeld de overheid.
Verdiensten: inkomsten die je verdient door diensten te verwerven b.v kantine.
Sponsoring: een bedrijf geeft financiële steun voor een tegenprestatie.
Lening: geld dat je leent van de bank en die je dan over een aantal jaar terug moet betalen.
Post: een regel met een omschrijving en een bedrag
Kasboek: een boek waarbij de inkomsten en betalingen per kas op datum staat.
Giroboek: een boek waar de inkomsten en betalingen via de giro in staan.
Financiële administratie: een boek waarin de vorderingen en schulden in staan genoteerd.
Vordering: te goed van een lid.
Schulden:leningen waarbij de betalingen zijn uitgesteld.
Saldo: begroting waarbij je de tekort of overschot ziet.
Exploitatierekening: een rekening waarop de werkelijk inkomsten en uitgaven staan.
Scontrovorm: als twee groepen posten op het zelfde bedrag uitkomen
H5
Lasten: de uitgaven die je zou moeten maken
Baten: de bedragen die je zou moeten ontvangen
Balans: een overzicht van de bezittingen en schulden van een vereniging op een bepaald tijdstip
Eigenvermogen: de reserve die de vereniging in de afgelopen jaren heeft opgebouwd
Staat van baten en lasten: een overzicht van alles wat je zou moeten ontvangen en uitgeven
Intern verslag: een verslag bestemd voor bestuur en belangrijke leden
Extern verslag: bestemd voor de algemene leden vergadering.
Debet:links
Credit:rechts
H8
Omgevingsfactoren: ontwikkelingen die invloed hebben op een bedrijf
Externe analyse: onderzoek naar kansen en bedreigingen
Kansen: ontwikkelingen die een bedrijf voordelen kunnen opleveren
Bedreigingen:ontwikkelingen die een bedrijf nadelen opleveren.
Sterkte-zwakte analyse :het beoordelen en doorlichten van alle onderdelen
Interne analyse: onderzoek naar de zwakke en sterke punten van een bedrijf
Centrale ondernemingsdoelstelling: wat de directie in de toekomst met het bedrijf wil bereiken.
Doelstelling: een resultaat dat een onderneming in de toekomst wil bereiken.
Strategische planning: alle strategische doelstellingen.
Tactisch planning: de maatregelen die genomen moeten worden om strategische doelstellingen waar te kunnen maken
Operationele planning: korte termijn plannen
Planningcyclus: het opstellen en bijstellen van plannen aan de hand van ontwikkelingen in de markt en van ervaringen
Continu proces: het signaleren van kansen en bedreigingen gevolgd door een sterkte-zwakte analyse
Ondernemingsplan: een uitwerking van de interne en externe analyse en centrale ondernemingsdoel
Organiseren: het op elkaar afstemmen van noodzakelijke activiteiten
Organisatie stelsel functies op elkaar afstemmen
Eenheidleiding:een leidinggevende
Eenheid van bevel: ieder medewerker heeft een opdrachtgever
H9
Rechtsvorm: afspraken en wettelijke regels over het bestaan over eigendom.
Eenmanszaak: een zaak met een eigenaar.
Vennootschap onder firma: samenwerking van zelfstandige ondernemers
Commanditaire vennootschap: vennootschap onder firma maar neemt een van de ondernemers geen deel aan de leiding.
Besloten/naamloze vennootschap: rechtsvorm meer een rechtspersoonlijkheid
Coöperatieve vereniging: samen werking van mensen die een en al dezelfde beroep hebben
Directeur: eigenaar van vennootschap
Meerhoofdige leiding: als het aantal persoonsleden toe neemt
H10
Hoofdsom: uitgeleend bedrag
Interest: rente
Aflossing: bedrag dat je terug betaalt aan degene van wie je geld geleend hebt
REACTIES
1 seconde geleden