Hoe goed is jouw kennis over wachtwoorden? šŸ”
Test jezelf met deze quiz!

Doe de quiz!

Massamedia

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
  • Begrippenlijst door een scholier
  • 4e klas vwo | 322 woorden
  • 2 mei 2006
  • 21 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
21 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Welke studie past bij jou? Doe de studiekeuzetest!

Twijfel je over je studiekeuze? Ontdek in drie minuten welke bacheloropleiding aan de Universiteit Twente het beste bij jouw persoonlijkheid past met de gratis studiekeuzetest.

Start de test

Beeldvorming = Het laten ontstaan van een idee.

Cultuur = Alle waarden, normen en andere aangeleerde kenmerken die de leden van een groep of samenleving met elkaar gemeen hebben en dus als vanzelfsprekend beschouwen.

Duaal bestel = Naast publieke omroepen bestaan er ook commerciƫle zenders (lett. uit twee delen bestaande)

Identiteit/lezersprofiel = Persoonlijkheid/kleur

Indoctrinatie = Het systematisch en voortdurend opdringen van bepaalde opvattingen en meningen aan het publiek, waardoor het denkpatroon sterk wordt beĆÆnvloed.

Informatie = Verstrekking van kennis of inzicht.

Interpretatie = Invulling geven. Als iemand iets decodeert dan vertaalt en interpreteert hij de informatie.

Manipulatie = Het publiek krijgt vervormde informatie over een bepaalde kwestie, omdat met opzet feiten worden weggelaten of verdraaid zonder dat de ontvanger dit merkt.

Massamedia = De dragers van openbare boodschappen.

Mediawet = Vervanging omroepwet.

Nieuws = Alle actuele feiten die nog onbekend zijn bij een groot publiek

Norm = Gedragsregel ( In iedere samenleving ontwikkelen mensen normen en waarden) om de waarden na te streven.

Objectiviteit = Zich bepalend tot de feiten, niet beĆÆnvloed door eigen gevoel of door vooroordelen.

Omroep = Organisatie die radio- en televisieprogramma's uitzendt => omroeporganisatie, omroepvereniging, radio-omroep, televisieomroep.

Ontzuiling = Mensen kregen minder behoefte om hun hele leven te laten bepalen door hun geloof- of levensovertuiging. Daardoor ging het publiek meer op basis van voorkeur en smaak kranten en omroepen kiezen. => concurrentie

Overheidsbemoeienis = Inmenging van de overheid in het maatschappelijk leven => overheidsbemoeiing.

Pers=De massamedia en de journalisten.

Pluriformiteit = Veelvoudigheid => De programma’s geven op evenwichtige wijze een beeld van de samenleving en zijn gericht op zowel een breed publiek als op specifieke bevolkings- en leeftijdsgroepen.

Referentiekader = Het geheel van persoonlijke waarden, normen, kennis en ervaring. Het bepaalt de wijze waarop iemand gebeurtenissen bekijkt.

Selectie = Keuze op grond van geschiktheid => schifting Bijvoorbeeld bij het uitzoeken van nieuws.

Stereotype(ring)= Vaststaand beeld van een groep mensen.

Subjectiviteit = Betrekking hebbend op, uitgaand van de persoonlijke zienswijze of smaak.

Vooroordeel = Oordeel over iets of iemand dat niet op kennis van zake berust

Waarde = Principe

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.