§1: Cultuur en identiteit
- Cultuur
Alle waarden, normen en andere aangeleerde kenmerken, die leden van een groep of samenleving gemeen hebben en als van zelfsprekend worden beschouwd.
- Identiteit
Je persoonlijkheid. Ieder heeft een eigen karakter, iedere persoon is als zodanig uniek.
- Referentiekader
Een referentiekader bindt mensen, omdat ze dan dezelfde normen, waarden en gewoonten delen.
- Gedragsregulering
Het geordend verlopen van het gedrag van mensen in de samenleving.
- Rolgedrag
Het vervullen van verschillende rollen in ieder zijn/haar leven.
- Presentation of the self
De manier waarop we ons in een rol laten zien.
- Impression management
Het spelen van een rol die op een bepaald moment van men verwacht wordt.
- Dominante cultuur
De overheersende cultuur zoals die in een land geldt.
- Subcultuur
Onderdeel van de dominante cultuur en op bepaalde manieren afwijkend.
- Etnische subcultuur
Een subcultuur van mensen die behoren tot dezelfde etnische groep.
- Tegencultuur
Cultuur volledig afwijkend van de dominante cultuur.
- Socialisatie
Het proces waarbij mensen waarden, normen en andere cultuurkenmerken aanleren
- Imitatie
Het nadoen van gedrag van mensen met wie je een sterke binding hebt.
- Socialiserende instituties
Instellingen, organisaties en collectieve gedragspatronen waarbinnen en waarlangs de cultuuroverdracht in een samenleving plaatsvindt.
- Sociale controle
De manier waarop mensen anderen stimuleren of dwingen zich aan de geldende normen te houden.
- Formele sociale controle
Sociale controle gebaseerd op geschreven regels
- Informele sociale controle
Beleefdheidsvormen en andere ongeschreven regels.
- Enculturatie
Cultuurkenmerken van je eigen cultuur die je aanleert en overneemt.
- Acculturatie
Het overnemen van cultuurkenmerken waartoe je oorspronkelijk niet behoort.
- Internalisatie
Gewoonten die je vanuit de cultuur als automatisme aanleert.
- Groepsidentificatie
Het zich verwant voelen met de dominante cultuur en met de cultuur van kleinere groepen.
- Individualistisch
Het veel nadruk leggen op de individuele ontplooiing.
- Collectivistisch
Het belang van het collectief dat voorop staat.
- Loyaliteit
Trouw.
- Nature-nurturedebat
De discussie of het menselijk gedrag bepaald wordt door aangeboren eigenschappen of door wat is aangeleerd.
- Aangeboren
Het zit in je genen, je hebt het of je hebt het niet (nature)
- Aangeleerd
Je hebt het overgenomen, geleerd van iemand (nurture)
§2: Culturele veranderingen
- Verzuiling
Het maatschappelijk leven wordt bepaald door geloofs- en levensovertuigingen.
- Sociale mobiliteit
Het stijgen of dalen op de maatschappelijke ladder.
- Handelingsonbekwaam
Niet de toestemming hebben om een overeenkomst te sluiten.
- Hiërarchische verhoudingen
De verhouding tussen de verschillende rangen in de samenleving.
- Ontzuiling
Mensen laten zich bij het maken van keuzes niet langer leiden door hun geloof of politieke overtuiging.
- Consumptiemaatschappij
Een samenleving waarin het bedrijfsleven zich sterk richt op het produceren van aantrekkelijke luxegoederen voor consumenten.
- Sociale controle
Door sociale controle wordt bewerkstelligd dat mensen zich aanpassen aan gedrag dat van hen in de groep verwacht wordt.
- Individuele ontplooiing
Mensen trekken zich weinig aan van anderen en houden er steeds meer een eigen levensstijl op na.
- Feminisme
Vrouwen streven naar gelijke rechten: ze willen hetzelfde worden behandeld als mannen.
Het eisen van gelijke rechten voor vrouwen in vergelijking met die van de mannen.
- Secularisatie
Het enorm dalen van de invloed van het geloof in de maatschappij.
- Peergroup
Een groep mensen in dezelfde leeftijdscategorie met overeenkomstige belangstelling en leefstijl.
- Piratenzender
Een radiozender die begonnen is rond de jaren 60/70 en die vooral popmuziekprogramma’s uitzond, waarvan de kosten werden gedekt door het uitzenden van reclame.
- Publieke omroep
Omroepen waaraan we als kijker allemaal belasting meebetalen (de overheid steunt de publieke omroepen financieel).
- Commerciële omroep
Deze omroepen moeten zichzelf financieren, onder andere door reclameopbrengsten.
- Sociale media
Het algemeen begrip voor items als Facebook, Twitter, chatsites etc.
- Culturele globalisering
De steeds snellere en steeds vakere uitwisseling van verschillende culturen, veroorzaakt door historische, culturele veranderingen.
§3: Nederland immigratieland
- Pushfactoren
De redenen om je land te verlaten.
- Pullfactoren
De redenen om naar een land toe te komen.
- Allochtoon
Iemand die zelf, of ten minste een van zijn ouders, in het buitenland geboren is.
- Autochtoon
Iemand die in Nederland is geboren en van wie de (groot)ouders ook hier zijn geboren en opgegroeid.
- Gastarbeider
Door Nederlandse bedrijven geworven werknemers, die uit andere landen komen.
- Kennismigranten
Hoogopgeleide mensen uit landen als Duitsland en de VS, die kennis meebrengen waar in Nederland grote behoefte aan is.
- Illegalen
Mensen die geen wettige toestemming hebben om hier te wonen en te werken.
- Nederlandse Indiërs
Inwoners van voormalig Nederlands-Indië.
- Molukkers
Inwoners van voormalig Nederlands-Indië die in het koninklijk Nederlands-Indisch leger gevochten hadden tegen de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd.
- Surinamers
Inwoners van Suriname.
- Antillianen
Inwoners van de Nederlandse Antillen.
- Vluchtelingen
Iedereen die zijn woongebied is ontvlucht uit vrees voor geweld of zijn leven.
- Gezinshereniging
Het verschijnsel waarbij mensen die legaal in Nederland verblijven hun gezinsleden laten overkomen.
- Gezinsvorming
Het verschijnsel waarbij een Nederlander (of iemand met een verblijfsvergunning) met een buitenlander trouwt en hier een gezin sticht.
REACTIES
1 seconde geleden