Begrippen 2.1, 2.2, 2.3
Sociale positie - De plaats die iemand in neemt op de maatschappelijke ladder
Sociale ongelijkheid - Verschillen in zeggenschap, inkomen en aanzien tussen mensen
Status - Aanzien dat mensen hebben
Inkomensverdeling - De verdeling van al het verdiende geld over de mensen
Maatschappelijke ladder - Een rangorde van mensen in de samenleving van hoog naar laag
Sociale mobiliteit - De mogelijkheid om te stijgen en te dalen op de maatschappelijke ladder
Vrijmarkteconomie - Bedrijven die vrij zijn om te produceren en te concurreren met andere bedrijven
Ieder mens is vrij om ze veelmogelijk salaris voor zijn geleverde arbeid te vragen
Plan economie - De overheid bepaalt wat de bedrijven moeten produceren en welk werk mensen moeten doen tegen welk salaris
Verzorgingsstaat - Een samenleving waar de overheid zorgt voor de basisvoorzieningen, zoals uitkeringen voor een goed onderwijs
Belang - Iets wat duidelijk in het eigen voordeel is
Groepsbelang - Iets wat in het voordeel is van alle mensen in een groep
Belangengroep - Een groep mensen die zich georganiseerd heeft, omdat ze dezelfde belangenhebben
2.1, 2.2, 2.3
7.5- Begrippenlijst door een scholier
- Klas onbekend | 165 woorden
- 12 augustus 2010
7.5
10
keer beoordeeld
ADVERTENTIE
REACTIES
1 seconde geleden