Begrippenlijst
Symbool: Zichtbaar teken van onzichtbare dingen zoals gedachte en gevoelens.
Heilig: van levensbelang, zonder dat wat heilig is, is het leven niet wat het zijn moet. Niet heel.
Mythen: Levensbeschouwelijke verhalen verteld binnen een groep mensen waarin mensen zin en betekenis duidelijk maken (met behulp van God of Goden).
Scheppingsverhalen: Levensbeschouwelijke verhalen die onder woorden brengen wat de zin is van het leven (ordening aanbrengen in de chaos).
Atheïsme: Ontkennen dat God/Goden/Goddelijk bestaat.
Levensbeschouwing: Een verzameling van voorlopige antwoorden op belangrijke levensvragen gegeven door een groep of individu.
Theïsme: Geloven in het Goddelijke.
Monotheïsme: Geloven in één God.
Agnosticisme: Niet zeker weten of er een God bestaat (twijfelen).
Polytheïsme: Geloven in meerdere Goden.
Zakelijke vragen: Vragen naar de feiten.
Bestaanservaringen: Ervaringen die je diep raken.
Parabel: Een gelijkenis uit de alledaagse werkelijkheid of het historisch echt gebeurt is doet er niet toe, het gaat om de boodschap.
Levensvragen: Vragen naar zin en betekenis.
Rituelen: Een serieus spel volgens een vast patroon waarin mensen zin en betekenis duidelijk maken.
Godsdienst: Een levensbeschouwing die met behulp van God/Goden of het Goddelijke zin en betekenis duidelijk maakt.
Begrippenlijst
5.9
ADVERTENTIE
REACTIES
1 seconde geleden