Hoofdstuk 2

4.8

Begrippenlijst door een scholier
4e klas havo | 138 woorden
15 november 2010
5 keer beoordeeld

4.8

5 keer beoordeeld

ADVERTENTIE

Hoe blijf jij online in balans?

Media zijn de hele dag om ons heen en dat is niet zonder effecten. Daarom staat de Week van de Mediawijsheid, die vrijdag is begonnen, in het teken van gezond schermgebruik. Hoe deel jij je schermtijd zo in, dat jij je er goed en gezond bij voelt? We vroegen het aan jongeren in deze video van HoeZoMediawijs.nl.

Lees meer

CSS = Cascading Style Sheet; HTML-elementen worden hier beschreven.

BNF-notatie = Backus Naur Form; beschrijving van de syntax van een prorammeertaal.

FTP = File Transfer Protocol; uploaden en downloaden bestanden op server.

HTTP = HyperText Transfer Protocol; verzending webpagina\'s

IP = Internet Protocol; versturen pakketjes tussen twee computers.

POP = Post Office Protocol; verplaatsen binnengekomen email-berichten van server van internetprovider naar eigen computer.

SMTP = Simple Mail Transfer Protocol; versturen emailberichten.

TCP = Transfer Control Protocol; foutloze verzending van data.

URL = Uniform Resource Locator; adres en toegangsmethode van een bron op internet.

XHTML = eXtensible HyperText Markup Language; is taal waarin meeste pagina\'s geschreven zijn.

XML = eXtensible Markup Language; systematische taal waarmee gegevens worden beschreven.

XSL = eXtensible Style Language; taal waarmee vormgeving van XML-elementen worden verzorgd.

Tag = aanwijzing in HTML; staat tussen haken: <..>

Teken = vorm waarin stukje informatie is gegoten

Phising = achterhalen creditcardgegevens via een \'nep\' websites.