Hoofdstuk 4, deel 1

Beoordeling 5.2
Foto van een scholier
  • Begrippenlijst door een scholier
  • 2e klas havo | 206 woorden
  • 19 december 2010
  • 13 keer beoordeeld
Cijfer 5.2
13 keer beoordeeld

Bourgeoisie- Rijke burgers; zij vormden een kleine bovenlaag van de bevolking
Code Napoleon- Wetgeving van napoleon
Constitutie- Belangrijke wet van een staat waarin de rechten van de mens zijn vastgelegd en de regeringsvorm en de verdeling van de macht staan beschreven
Constitutionele monarchie- Monarchie waarbij de macht van de koning in een constitutie/grondwet is beperkt
Derde stand -Burgers en boeren
Eerste stand -geestelijken
Grondrechten- Aan een grondwet ontleende basisrechten van burgers ten opzichte van hun staat
Grondwet- Belangrijke wet van een staat waarin de rechten van de mens zijn vastgelegd en de regeringsvorm en de verdeling van de macht staan beschreven
Marseillaise- het volkslied
Mensenrechten- Rechten die aan alle mensen toekomen op grond van hun menszijn
Nationale vergadering- De vertegenwoordigers van de derde stand (het parlement)
Het oude regime- Het bestuur van de franse koningne uit de 18e eeruw
Parlementaire democratie- Regeringsvorm waarbij de macht van de staat berust bij een parlement
Radicalen -Revolutionairen uit de bourgeoisie die snelle veranderingen willen en hun tegenstanders doden
Reactionairen- Edelen en hoge geestelijken die de hervormingne veel te ver waren gegaan en tegen de revolutie zijn
Revolutie- Grote verandering in een sameleving in een korte tijd
Revolutionairen -Mensen die een revolutie uitvoeren
Staten-Generaal -Frankrijk: vergadering van de drie standen onder leiding van de koning
Terreur -Periode van massale executies tijdens de franse revolutie
Tweede stand- adel

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.