Begrippen Hoofdstuk 4
raadpensionaris
De belangrijkste functionaris van het gewest Holland in de Republiek der Verenigde Nederlanden. De raadpensionaris, tot 1619 landsadvocaat genoemd, was secretaris en juridisch adviseur van de Staten. Als vertegenwoordiger van Holland bij de Staten-Generaal bepaalde hij tevens het buitenlandse beleid.
Romantiek
Kunst- en filosofierichting die gevoel en verbeelding boven klassieke vormen stelt. In de laatste decennia van de 18e eeuw en de eerste helft van de 19e eeuw werd het culturele klimaat van Europa bepaald door de beweging van de Romantiek.
Rousseau, Jean-Jacques
(1712-1778) Frans schrijver-filosoof. Zijn werk vormt de spil tussen Verlichting en Romantiek. Zijn opvatting dat de mens van nature goed is, maar door de cultuur wordt bedorven en van zijn vrijheid beroofd.
Rembrandt (1606-1669) De belangrijkste Noord-Nederlandse schilder uit de 17e eeuw. Zijn bekendste werk, het schuttersstuk de \'Nachtwacht\', betekende het hoogtepunt van zijn loopbaan; in de periode daarna kreeg hij veel persoonlijke tegenslagen te verwerken en nam zijn bekendheid geleidelijk af, hoewel hij tot het laatst toe belangrijke opdrachten kreeg. Behalve schilder was Rembrandt ook een groot etser en tekenaar.
Vondel, Joost van den (1587-1679) Nederlands beroemdste dichter, schreef een zeer uitgebreid en veelzijdig oeuvre, dat van grote taalvirtuositeit en dramatisch talent getuigt en als een hoogtepunt in de Nederlandse literatuur geldt. Sociale en politieke belangstelling deed vele hekeldichten ontstaan, vooral tegen de fanatieke contraremonstranten, met als hoogtepunt het treurspel \'Palamedes\' (1625), dat de berechting van Oldenbarnevelt aan de orde stelde.
Verlichting
Cultuurperiode, - beweging in de 18e eeuw, gefundeerd op het humanisme en het natuurwetenschappelijk wereldbeeld (o.a. Locke, Newton, Descartes) van de 17e eeuw. Bij de Verlichting moeten renaissancistische traditie, religieuze dogmatiek, absolutistisch gezag en vooroordelen via de rede plaatsmaken voor geestelijke vrijheid en religieuze tolerantie. De beweging wordt gekenmerkt door een optimistisch vertrouwen in de macht van de rede, de mensheid, de natuurwetenschappen en de vooruitgang.
Oude Testament
De joodse verzameling bijbelboeken (TeNaCh) wordt door de christenen Oude Testament genoemd. De bundel wordt gevolgd door een verzameling geschriften die door de joden niet wordt erkend: het Nieuwe Testament. In de meeste vertalingen komt een andere volgorde van de boeken voor, terwijl soms aan de Hebreeuwse lijst een zevental boeken wordt toegevoegd die deutero-canoniek worden genoemd en in reformatorische kringen apocrief.
Nieuwe Testament
Het Nieuwe Testament (N.T.), het tweede deel van de Bijbel, is een verzameling van 27 boeken: evangeliën, brieven, de \'Handelingen der Apostelen\' en de \'Openbaring van Johannes\'. De totale omvang bedraagt ongeveer een derde van het Oude Testament. Testament betekent verbond: Christus is de bemiddelaar van het nieuwe verbond van God met de mensen. Het Nieuwe Testament is in de 1e eeuw n. C. door verschillende apostelen geschreven in de Griekse handelstaal (koinè-Grieks). In de 4e eeuw is de lijst van boeken (de canon) door de Kerk vastgesteld. De oudste handschriften (codices) van het N.T. op perkament stammen uit deze tijd; uit de 2e en 3e eeuw zijn gedeelten op papyrus teruggevonden.
Bijbel
De Bijbel is het heilige boek van joden en christenen.
In de loop der eeuwen is de Bijbel nogal eens gebruikt om nieuwe theorieën de kop in te drukken. Ook is hij tijdenlang een soort bewijsboek geweest waarin over alle mogelijke onderwerpen iets te vinden zou zijn. Tegenwoordig ziet men de Bijbel steeds meer als een neerslag van Israëls geloof, met middelen uit die tijd neergeschreven, en steeds minder als een boek waarin wetenschappelijk wordt gesproken.
Middeleeuwen
Gebruikelijke benaming voor de periode van de West-Europese geschiedenis tussen 500 en 1500. Term werd voor het eerst gebruikt door de humanisten van de Italiaanse Renaissance. Zij beschouwden de Middeleeuwen als een tijdperk van cultureel verval, dat inzette met de val van het Romeinse Rijk en eindigde met de herwaardering van de klassieke beschaving tijdens de Renaissance. Over het algemeen worden de Middeleeuwen ingedeeld in drie perioden: Vroege Middeleeuwen van 500- 1100, Hoge Middeleeuwen van 1100-1300 en Late Middeleeuwen van 1300-1500.
rooms-katholieke Kerk
De christelijke Kerk die het gezag van de bisschop van Rome, de paus, erkent. Zij beschouwt zichzelf als de rechtstreekse voortzetting van de oorspronkelijke Kerk van Christus, de enige ware Kerk. De christelijke waarheid is volgens haar niet alleen te vinden in de bijbel maar ook in de traditie, de overlevering zoals die door de Kerk wordt bewaard en doorgegeven.
protestantse Kerk
Verzamelnaam voor de christelijke Kerken die voortkwamen uit de Reformatie in de 16e eeuw. Het protestantisme is de derde stroming binnen het christendom naast de rooms-katholieke en de oosterse Kerken. Het is ontstaan in het tijdperk van de Reformatie (1517 e.v.) De naam is afgeleid uit het protest van de zes Duitse vorsten tegen het besluit van de Rijksdag te Spiers (1529) om de rijksban tegen Luther te handhaven. In plaats van protestantse spreekt men ook wel van evangelische Kerken, omdat het protestantisme de Bijbel (het evangelie) als enige norm voor geloof ziet, en geen aardse autoriteit erkent.
Steen, Jan Havicksz. (1626/26-1679) Noordnederlands schilder, `meesterverteller\' onder de 17e-eeuwse Nederlandse schilders. Zijn oog voor het humoristische detail, zijn psychologisch inzicht, maar ook zijn kleurrijk palet en zorgvuldige techniek hebben hem een enorme populariteit geschonken.
Tweede Wereldoorlog
Benaming voor de oorlogen, in Azië van 1937 tot 1945 en in Europa en Noord-Afrika van 1939 tot 1945, die door de Japanse en Duitse oorlogsverklaringen aan de VS in 1941 tot een wereldoorlog werden. De oorzaken lagen in de politieke en economische instabiliteit na de Eerste Wereldoorlog en de economische crisis van de jaren dertig.
feminisme
Het streven naar maatschappelijke veranderingen met als doel het verbeteren van de positie van vrouwen. Feminisme kan zowel worden gedefinieerd als het streven naar een uitbreiding van rechten voor vrouwen, dan wel het streven naar gelijke rechten tussen mannen en vrouwen. Feminisme verwijst zowel naar denkbeelden als naar de bewegingen die deze denkbeelden nastreven. Na de zgn. eerste feministische golf, ontstaan in de tweede helft van de 19e eeuw, was er eind jaren zestig sprake van een opleving van het feminisme, de tweede feministische golf.
socialisme
Het begrip socialisme heeft een tweeledige betekenis: enerzijds is het een ideologie die de grondslag vormt voor de beweging die een maatschappij nastreeft waarin de productiemiddelen door de gemeenschap worden beheerd en waarin klassetegenstellingen zijn opgeheven; anderzijds wordt ook een dergelijke samenlevingsvorm met de term socialisme aangeduid. Hoewel het gelijkheidsideaal reeds in de Oudheid geformuleerd was, is er pas in de 19e eeuw sprake van een continue beweging die dit ideaal nastreeft. Aanvankelijk waren het o.a. Saint-Simon, Charles Fourier en Robert Owen die probeerden voor het productieproces nieuwe, rechtvaardiger vormen te vinden de wereldrevolutie als ideaal bleven koesteren. Ook in de Derde-Wereldlanden bestaan vele vormen van socialisme. Deze verschillen van de westerse varianten, doordat zij nauw zijn verbonden met de dekolonisatiestrijd en dus sterk nationalistisch getint zijn. Bovendien is in deze landen vaak geen sprake van een massaal industrieproletariaat en zijn het vooral de kleine boeren die zich tot het socialisme voelen aangetrokken.
REACTIES
1 seconde geleden