Begrippenlijst W.O.II

Beoordeling 7.8
Foto van een scholier
  • Begrippenlijst door een scholier
  • 5e klas havo | 678 woorden
  • 28 april 2003
  • 13 keer beoordeeld
Cijfer 7.8
13 keer beoordeeld

Geschiedenis

Begrippenlijst:

Annexatie: in bezit nemen

Dolkstootlegende: duizenden soldaten stierven Ë ouders boos Ë onrust Ë opstanden (linkse en rechtse) Ë geen vertrouwen meer in regering en leger Ë oorlog verloren door rellen van communisten Ë dus soldaten konden niet vechten en niet gemotiveerd

Schieffenplan: als oorlog komt, eerst Frankrijk uitschakelen Ë daarna Rusland uitschakelen

Irredentisme: aparte van nationalisme, wat geldt voor Italië, die vindt dat ze recht heeft op zogenaamde, nog niet bevrijdde gebieden in te nemen

Gedemilitariseerd: hier mocht geen Duitse militair zich meer laten zien

Seculiere staat: een staat waarin de godsdienstige leider niet automatisch de politieke macht uitvoert

Ulitimatum: eisen stellen aan de vijand

Gedemilitariseerd: ontwapenen

Das Diktat: verdrag van versailles

Corporatie staat= een staat waarin de verschillende beleidstaken geleid worden door een corporatie

SER: Sociaal Economische Raad

Autarkie: zelfstandige staat, economische afhankelijk zijn, zelfvoorzienend

NSDAP: Nationaal Socialistische ...... Ë verzamel naam, waardoor elke groep van de bevolking zich thuis voelt in die partij

Communisten: rood van binnen, bruin van buiten

Aantekeningen
Lebensrau Ë richting Oosten (Slavische volken). Het gebied van Duitsland uitbreiden ten koste van het oosten want daar wonen Slavische volken, en die zijn minderwaardig.

2 kenmerken van Nationaal- Socialisme:
1. Rassenleer: Ariërs tegen Untermenschen
2. Lebensrau: uitbreiding grondgebied

Operatie Barbarossa: aanval van Hitler op Rusland

Gleichschaltung:

Fascisme: verzamelwoord voor een manier van leven gebaseerd op: emotie, intuïtie en instinkt. Het fascisme geeft geen koele verstandelijke analyse van de maatschappij en het menselijk handelen. Het zoekt de uitweg voor gevoelens, van onvrede, frustraties, angsten vooral wat niet overeenkomt met de werkelijkheid.

Onderonsje in Juli 1876: Alexander II(tsaar van Rusland) met Frans Jozef(keizer van Oosterijk-Hongarije): russen waren van plan Turkse Rijk aan te vallen, kort daarvoor hadden Turkse troepen slachtingen aangericht in Bulgarije. De russen die zich verwant met de Russen voelde, waren dan ook laaiend van woede.
Russen waren niet goed voorbereid, en het was grootste belang dat de Oostenrijkse keizerrijk afzijdig zou blijven in dit conflict. Oostenrijk was beducht voor te grote invloed op de Balkan, en kon daarom weleens de Turkse kant kiezen.Ë tsaar Alexander deed Frans Jozef een aantrekkelijk aanbod: als Oosterijk neutraal zou blijven, zou het Bosnië-Herzegovina mogen bezetten om zo zijn positie in de balkan te versterken

Habsburgse rijk: heeft de naam van de familie die over dit rijk heerste de Habsburg

Habsburgse Rijk: donaumonarchie genoemd, omdat de oevers van die rivier voor het grootste deel in dat rijk lagen.

Na de definitieve nederlaag van Napoleon in 1815 verwierven Habsburgers ook nog de heerschappij over belangrijke delen van Noord-Itlalie en Dalmatie

Veelvolkerenstaat kan Italieen, Hongaren, Tsjechen, Slowaken, Slovenen, Kroaten, polen, Roethenen, Serven, Joden, zigeuners..... werd bestuurd door:
1. vanuit wenen krachtig bestuurd
2. overgroot deel van onderdanen aan een godsdienst: de rooms-katholieke
3. hoge adel hadden hoogste functies

Tegen het midden van de19de eeuw kreeg het rijk te maken met gevaarlijke ontwikkelingen: veel onderdanen voelde zich aangetrokken tot de nieuwe, liberale en nationalistische denkbeelden. Ze wilden vrijheid voor zichzelf n zelfstandigheid voor hun eigen volkË 1848 Liberale studenten joegen Metternich het land uit. Ook nationalistische Hongaren en Tsjechen kwamen in opstand en eisten meer zelfbestuur.
De tsaar van Rusland was bang dat de oproerigheid naar zijn uitgestrekte rijk zou overslaan en kwam de Oostenrijkse keizer te hulp. In 1849 was elk verzet gesmoord.
In de jaren daarna duurde de onderdrukking voort. De geheime politie loerde overal, er was een strenge censuur, en op de achtergrond waakte het leger. Maar er werden wel belangrijke hervormingen doorgevoerd:
1. de boeren werden geëmancipeerd
2. het belastingstelsel, de rechtspraak en het onderwijs werden verbeterend.
3. er werden moderne fabrieken gebouwd en spoorlijnen aangelegd
In 1907 kwam er het algemeen kiesrecht.
In 1859 werden de Oostenrijkers verslagen door de Fransen, waardoor Lombardije verloren ging. Ook de nederlaag in 1866 tegen Pruisen, waarmee de laatste bezitting Italië, Venetië, moesten worden opgegeven.
Ausgleich= dubbelmonarchie:
In maart 1867 werd Hongarije een zelfstandige staat, met een eigen parlement in Boedapest. Oosterijk en Hongarije werden in een persoonlijke unie met elkaar verbonden en kregen binnen het rijk een gelijkwaardige status.
KuK: Koniglich und Kaiserlich

Om de nederlagen en tegenslagen te compenseren, probeerde de Donau-monarchie vastere voet te krijgen op de Balkan-Schiereiland.

Engelse steunde de Turken: ze voelden niets voor een te machtig Rusland in de buurt van hun route naar India door het Suez-kanaal, dat in 1869 was geopend

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.