Hoofdstuk 1, Nederland Handelsland
arbeidsproductiviteit De productie per persoon per tijdseenheid.
betalingsbalans Een overzicht van alle ontvangsten van en betalingen aan het buitenland gedurende een bepaalde periode. De betalingsbalans bestaat uit de volgende deelrekeningen: goederenrekening, dienstenrekening, inkomensrekening, kapitaalrekening en salderingsrekening. De eerste drie rekeningen kunnen worden samengevat als de lopende rekening. Bij een overschot respectievelijk een tekort wordt wel gesproken van een actieve respectievelijk een passieve betalingsbalans of actieve respectievelijk passieve deelrekening van de betalingsbalans.
concurrentiepositie Het vermogen om beter en/of goedkoper te kunnen produceren dan de concurrenten. In de regel wordt hieronder verstaan het kosten- en prijspeil van een land of een bedrijf in verhouding tot dat van andere (concurrerende) landen of bedrijven. Het kosten- en prijspeil hangt weer van talloze factoren af zoals de arbeidskosten, de infrastructuur, de collectieve lastendruk, de arbeidsrust et cetera.
export Ander woord voor uitvoer.
exportquote De export(waarde) in verhouding tot het inkomen van een land ofwel de waarde van de export gedeeld door het nationaal inkomen.
import Ander woord voor invoer.
importquote De waarde van de import in verhouding tot het nationaal inkomen.
internationale arbeidsverdeling Ieder land legt zich toe op de productie van die producten waarbij het land een relatief voordeel heeft. Zo moeten lage lonen landen (ontwikkelingslanden) zich vooral concentreren op arbeidsintensieve producten.
kapitaalrekening (bij de betalingsbalans) Onderdeel van de betalingsbalans waarop de vermogenstransacties met het buitenland staan geregistreerd: handelskredieten, directe investeringen, ontwikkelingshulp, aan- en verkoop van effecten et cetera.
loonkosten per eenheid product De loonkosten van de arbeiders (per week, maand, jaar) gedeeld door het aantal producten die de arbeiders maken (in een week, maand, jaar).
lopende rekening - Bij een bank: een rekening-courant die gebruikt kan worden om betalingen te verrichten met behulp van cheques en overschrijvingen (betaalrekening, girorekening, privé-rekening). - Bij de betalingsbalans: De goederen-, diensten- en inkomensrekening samen.
multinational Ook wel multinationale onderneming genoemd. Onderneming met productievestigingen in diverse landen. Het begrip multinational wordt meestal alleen gebruikt als het gaat om grote bedrijven die wereldwijd actief zijn zoals Shell. Hoofdstuk 2, Wisselkoersen appreciatie Stijging van de koers van een valuta doordat op de valutamarkt de vraag naar die valuta groter is dan het aanbod ervan.
concurrentiepositie Het vermogen om beter en/of goedkoper te kunnen produceren dan de concurrenten. In de regel wordt hieronder verstaan het kosten- en prijspeil van een land of een bedrijf in verhouding tot dat van andere (concurrerende) landen of bedrijven. Het kosten- en prijspeil hangt weer van talloze factoren af zoals de arbeidskosten, de infrastructuur, de collectieve lastendruk, de arbeidsrust et cetera.
depreciatie Daling van de koers van een valuta ten opzichte van een of meer buitenlandse munten omdat het aanbod van de valuta op de valutamarkt groter is dan de vraag ernaar.
inflatie Er is sprake van inflatie als het gemiddelde prijsniveau stijgt. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen inflatie die veroorzaakt wordt door binnenlandse ontwikkelingen (bestedingsinflatie, kosteninflatie, winstinflatie) en buitenlandse ontwikkelingen (geïmporteerde bestedingsinflatie en geïmporteerde kosteninflatie).
valutamarkt Het geheel van de vraag naar en het aanbod van buitenlandse valuta\'s.
valutaspeculatie Het beleggen in een valuta met het oog op koerswinst. Bijvoorbeeld het nu kopen van dollars tegen een lage koers en deze over 3 maanden tegen een hogere koers weer verkopen.
wisselkoers De prijs van een munt uitgedrukt in andere geldeenheden: $ 1 = ¦ 1,73 (dollarkoers) of ¦ 1 = $ 0,51 (guldenkoers). Hoofdstuk 3, Economische Intergratie contingentering De maximale hoeveelheid die van een bepaald product per jaar mag worden ingevoerd.
economische integratie Het samengaan en samenwerken van landen op economisch gebied
invoerrechten Producten die ingevoerd worden, worden belast met een heffing. Hierdoor worden importproducten duurder en kunnen deze producten minder goed concurreren op de binnenlandse markt.
monetaire unie Samenwerking tussen landen waarbij men besluit in elk van de landen dezelfde munt te gebruiken (zoals de euro in de EMU) waardoor er tussen de deelnemende landen geen wisselkoers meer is of de wisselkoersen van de valuta\'s van de deelnemende landen volkomen vast te maken (wat in de praktijk op hetzelfde neerkomt). De deelnemende landen zullen dan ook bij hun monetaire en economische politiek moeten samenwerken.
protectie Bescherming van de eigen industrie tegen invoer bijvoorbeeld door het heffen van hoge invoertarieven of het hanteren van non-tarifaire invoerbeperkingen
quotering Maatregel gericht op het beperken van de import. Jaarlijks wordt aangegeven welke hoeveelheid van een bepaald product geïmporteerd mag worden: zie ook contingentering.
vrijhandel Situatie waarbij aan de uitvoer en de invoer geen belemmeringen zijn opgelegd.
Oefen opgaven:
Hoofdstuk 1
Van Ghana zijn de volgende gegevens bekend:
alle bedragen x 1 miljard dollar
kapitaalexport: 60
import van goederen: 160
export van goederen: 150
export van diensten: 50
import van diensten: 60
kapitaalimport: 75
1. Bereken met behulp van bovenstaande gegevens het saldo op de lopende rekening.
2. Is er in Ghana sprake van materieel betalingsbalansevenwicht? Verklaar het antwoord.
3. Zal de goud en deviezenvoorraad van Ghana toenemen of afnemen? Motiveer het antwoord.
Op de kapitaalrekening van Ghana staat aan de ontvangstenkant een groter bedrag dan aan de inkomstenkant.
4. Geef hiervoor een mogelijke verklaring.
5. Op welke deelrekening van de betalingsbalans en aan welke kant (uitgaven of inkomsten) zal Ghana de volgende transacties boeken: a. Ghana ontvangt een lening van $ 20 miljard van de Wereldbank. b. Amerikanen besteden voor $ 2 miljard aan vakanties in Ghana. c. Ghana exporteert voor een bedrag van $ 4 miljard aan cacao naar Nederland. d. Ghana koopt in Japan 60 vrachtwagens voor een bedrag van $ 15 miljoen e. Ghana verkoopt voor $ 1 miljard staatsobligaties aan het buitenland. 6. De exportquote voor Ghana bedraagt 20%. Bereken het nationaal inkomen van Ghana. Hoofdstuk 2: In de NRC/Handelsblad van 22-2-1995 stond: Italië slaat alarm over koersval van de Lire. In Italië wordt alarm geslagen nu de vrije val van de lire doorgaat ondanks een renteverhoging gisteren met 0,75% door de centrale bank. Tegen het middaguur stond de lire weer lager op f 10,17 per 10.000 lire. 1. Kun je hier spreken van een appreciatie of een depreciatie van de lire? Motiveer je antwoord.
2. Leg uit hoe de centrale bank van Italië moet interveniëren op de valutamarkt als zij de koersdaling van de lire ongedaan wil maken.
3. Bereken hoeveel lires je kunt krijgen voor f 250.
4. Leg uit waarom een verhoging van de rente in Italië onder normale omstandigheden zou leiden tot een hogere koers van de lire. Het artikel vervolgt met: Aanleiding voor de nieuwe achteruitgang zijn de inflatiecijfers. Uit cijfers van negen grote steden blijkt dat de geldontwaarding deze maand 4,4 procent op jaarbasis zal zijn. Dat is een forse stijging vergeleken met januari, toen de inflatie nog 3,8 procent (per jaar) bedroeg. De afgelopen twee jaar is er nooit zo\'n bruuske verandering geweest. 5. Leg uit dat Italië door deze sterke inflatie te maken kan krijgen met een tekort op de lopende rekening van de betalingsbalans.
6. Leg uit waarom een tekort op de lopende rekening van de Italiaanse betalingsbalans leidt tot een koersdaling van de lire.
7. Leg uit hoe speculanten de koersdaling van de lire nog eens versterken. De verhoging van de rentestand remt de binnenlandse bestedingen en daarmee de inflatie, maar vergroot de problemen voor de regering Dini, die juist bezig was de jaarlijkse tekorten op de rijksbegroting terug te dringen. 8. Leg uit hoe een hogere rente kan leiden tot een daling van de binnenlandse bestedingen. Hoofdstuk 3:
Veel Nederlandse bedrijven zijn sterk op het buitenland gericht: ze exporteren en importeren en hebben vaak vestigingen in het buitenland. Een daling van de koers van de Amerikaanse dollar kan invloed hebben op de totale winst van deze bedrijven. In 1994 en de eerste helft van 1995 daalde de dollarkoers ten opzichte van veel Europese valuta\'s. Die koersdaling leidde in 1995 tot een toename van de productie in de Verenigde Staten van Amerika (VS). 1. Leg uit hoe de lagere dollarkoers tot een toename van de productie in de VS leidde.
2. Heeft de daling van de dollarkoers ten opzichte van de Europese valuta\'s geleid tot een appreciatie of depreciatie van de Europese valuta\'s?
3. Noem één gunstig en één ongunstig aspect van de lage dollarkoers voor de Nederlandse economie. De Nederlandse supermarktketen Supram heeft ook vestigingen in de VS onder de naam Buy. 4. Leg uit hoe door de grotere productie in de VS de winst van de Buy-supermarkten over 1995 hoger kan worden dan die over 1994. De winsten van deze Buy-supermarkten worden naar Nederland overrgemaakt en in het jaarverslag van Supram verwerkt. 5. Op welke deelrekening van de betalingsbalans van Nederland worden de overgemaakte winsten geboekt?
6. Leg uit in welk geval de winst van de Buy-supermarkten die Supram over 1995 in haar jaarverslag vermeldt, lager zal zijn dan die over 1994. Het Nederlandse bedrijf Ferron produceert weegschalen en exporteert een groot deel van haar producten naar de VS. 7. Zal de lagere dollarkoers een positieve of een negatieve invloed hebben op de winst van Ferron? Verklaar het antwoord. Het Nederlandse researchbedrijf Questa verricht veel onderzoek voor Duitse opdrachtgevers. Het bedrijf ondervindt daarbij concurrentie van het Amerikaanse researchbedrijf Answer. 8. Zal de lagere dollarkoers een positieve of een negatieve invloed hebben op de winst van Questa? Verklaar het antwoord.
9. Op welke deelrekening van de Nederlandse betalingsbalans wordt de export van Questa geboekt?
Uitwerkingen Hfst 1 tm 3
Hoofdstuk 1
1. Het saldo op de lopende rekening bedraagt 20 miljard dollar (of een tekort van 20 miljard dollar).
2. Neen, er is geen materieel betalingsbalansevenwicht. De uitgaven zijn groter dan de inkomsten.
3. Afgenomen: de inkomsten bedragen 275 miljard dollar en de uitgaven 280 miljard dollar. De goud en deviezen voorraad zal met 5 miljard dollar afnemen.
4. Leningen die Ghana ontvangt zijn groter dan de aflossingen op de leningen die Ghana heeft.
5. a. kapitaalrekening, inkomstenkant
b. lopende rekening, inkomstenkant
c. lopende rekening, inkomstenkant
d. lopende rekening, uitgavenkant
e. kapitaalrekening, inkomstenkant
6. Export goederen en diensten = 200 miljard dollar. Exportquote = export/nationaal inkomen. Het nationaal inkomen bedraagt dus 1.000 miljard dollar.
Hoofdstuk 2
1. Depreciatie van de lire: de lire daalt in waarde.
2. Lires kopen: hierdoor neemt de vraag naar lires toe en kan de koersdaling (door het te grote aanbod van lires) afgeremd worden.
3. 245.821 lires
4. Het wordt dan aantrekkelijker voor (internationale) beleggers om in Italië te beleggen. Een hogere rente betekent een hogere opbrengst. Hierdoor neemt de vraag naar lires toe en gegeven het aanbod zal de prijs van de lire, de koers, stijgen.
5. Door de sterke inflatie worden de Italiaanse producten duurder. Hierdoor verslechtert de concurrentie- positie van Italië ten opzichte van het buitenland. De export neemt af en de import neemt toe. Dit kan leiden tot een tekort op de lopende rekening.
6. Een tekort op de lopende rekening betekent dat er meer aanbod is van lires (Italianen die in het buitenland producten kopen) dan vraag naar de lire (het buitenland dat Italiaanse producten koopt). Omdat het aanbod groter is dan de vraag naar lires daalt de prijs, de koers, van de lire.
7. Als speculanten verwachten dat de koers van de lire gaat dalen, zullen zij massaal lires verkopen. Hierdoor stijgt het aanbod van lires en gegeven de vraag zal de koers van de lire nog verder dalen.
8. Een hoge rente maakt sparen juist aantrekkelijker. Consumenten zullen meer gaan sparen en minder besteden. Hoofdstuk 3
1. Een lagere dollarkoers maakt de Amerikaanse producten goedkoper. De concurrentiepositie van Amerika t.o.v. het buitenland verbeterd. De export neemt toe en dus ook de productie in de VS.
2. De Europese valuta\'s zijn in waarde gestegen: dus een appreciatie (en depreciatie van de dollar).
3. Gunstig effect: goedkopere grondstoffen (b.v. olie).
Ongunstig effect: minder export naar de VS en dus minder productie.
4. Meer productie betekent meer afzet, meer omzet en dus hogere winsten.
5. Lopende rekening
6. Als de koersdaling van de dollar van 1995 ten opzichte van 1994 procentueel groter is dan de toegenomen winst in de VS van 1995 ten opzichte van 1994.
7. Negatieve invloed: de export van Ferron naar de VS zal afnemen doordat de weegschalen voor de VS duurder worden.
8. Negatieve invloed: de Amerikanen zijn relatief goedkoper geworden en zullen meer researchwerk voor de Duitsers gaan verrichten ten koste van Questa.
9. Lopende rekening
REACTIES
1 seconde geleden