Economie
Begrippen hoofdstuk 7
§1
Zelfvoorziening : situatie waarin iedereen zijn eigen goederen produceert.
Arbeidsverdeling : de taken verdelen.
Formele sector : het deel van de economie waar officieel betaald wordt en waar belastingen en premies afgedragen worden.
Arbeidsovereenkomst : schriftelijk, vastgelegde afspraken over je werk (wat je doet,
hoeveel je verdient, enzovoort)
Informele sector : het deel van de economie waar onbetaald werk wordt gedaan (huishouding, vrijwilligerswerk) of waar geen premies en belastingen afgedragen worden (zwart werk).
Vrijwilligerswerk : het werk waarvoor je niet betaald wordt, maar wat je doet omdat het nuttig is.
Ploegendienst : werken in wisseldienst, bijvoorbeeld ’s morgens of ’s nachts.
Fulltime werker : iemand die een volle werkweek werkt.
Deeltijd werker : iemand die een deel van een wekweek werkt.
Oproepkrachten : iemand die door zijn werkgever opgeroepen wordt, bijvoorbeeld als het druk is.
Uitzendkracht : iemand die werkt via een uitzendbureau, dat werk voor hem regelt.
Flexibele arbeidsrelatie : situatie waarin de inhoud, werktijd en periode waarin je werkt telkens anders kunnen zijn (ook telkens werken voor een andere werkgever hoort hierbij)
§ 2
Collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) : voor een hele bedrijfstak of een groot bedrijf schriftelijk vastgelegde afspraken tussen werkgevers- en werknemersorganisaties over het werk (bijvoorbeeld hoogte van de salarissen aantal dagen vakantie, hoogte van het vakantiegeld)
Werknemersverzekering: werknemers betalen premie en zijn daardoor verzekerd tegen inkomensverlies ( bijvoorbeeld als gevolg van werkloosheid ) en gemaakte kosten
( bijvoorbeeld ziektekosten ).
Loonheffing : loonbelasting en premies voor volksverzekeringen die van je (bruto-) loon worden ingehouden.
Loonbelasting : belasting die van je loon wordt ingehouden.
Premies voor volksverzekeringen : bedragen die van je loon worden ingehouden, waarmee de uitkeringen van de sociale verzekeringen worden betaald.
§ 3
Werkgelegenheid: hoeveelheid aangeboden werk.
Arbeidsmarkt : het geheel van vraag en aanbod van arbeid.
Werkloosheid: geen werk hebben.
Geregistreerd werkloze : persoon die ingeschreven staat bij een arbeidsbureau, die geen betaald werk heeft voor 12 uur per week of meer, en die beschikbaar is voor een werkkring van 12 uur per week of meer.
Verborgen werkeloosheid: situatie waarbij je wel zou kunnen of willen werken, maar niet ingeschreven staat bij een arbeidsbureau en daarom niet officieel werkloos bent.
Beroepsbevolking : deel van de bevolking tussen de 15 en 65 jaar meer een betaalde baan. Ook de geregistreerde werklozen horen bij deze groep.
Langdurig werkloze : persoon die gedurende langere tijd (meestal meerdere jaren ) zonder werk is.
§ 4
Werkloosheidsuitkering : uitkering die je krijgt als je werkloos bent geworden.
Bijstanduitkering: uitkering die je krijgt als je werkloosheidsuitkering is gestopt of als je geen andere vorm van inkomen meer hebt.
Banenpoolregeling : door de overheid bedachte regeling waarbij je een tijdelijke ‘baan’ krijgt aangeboden als je langer dan drie jaar werkloos bent.
Arbeidsbureaus : door de overheid opgerichte instellingen de bemiddelen bij werk.
Melkert-banen : gesubsidieerde banen waarbij de overheid je aan tijdelijk werk helpt, als je langdurig werkeloos bent.
REACTIES
1 seconde geleden