Begrip Definitie
Arbeidsparticipatie Deel van e bevolking dat deelneemt aan het arbeidsproces
BBP Som van alle bruto toegevoegde waarde voortgebracht door alle sectoren in het binnenland in 1 jaar tijd(waarde van de productie in een land)
BBP in lopende prijzen BBP berekent op de prijs die nu geldig is
Behoefte Aanvoelen van een tekort, gebrek en de wil om er iets aan te doen (kenmerken: onbegrensd, verzadigbaar, evolueren met beschavingsgraad (veranderlijk, niet constant))
Bruto nationaal product (BNP) Inkomen van alle mensen in een land vermeerdert met de lonen van mensen die hun inkomen in het buitenland verdienen maar in het land wonen en vermindert met het inkomen van de mensen die het hier verdienen maar in een ander land wonen
Bruto toegevoegde waarde Marktwaarde van de productie (=omzet) min de kosten van de grond en hulpstoffen en de diensten van derden
Buitenlandse vestiging Bedrijf in het buitenland waarvan een belgisch eigen of mede-eigenaar is. Een buitenlands dochterbedrijf
Causaliteit de betrekking tussen de oorzaak en het gevolg dat ze teweegbrengt
Collectieve behoefte Van een groep, als geheel, niet individueel bevredigbaar (onderwijs, rechtspraak, openbaar vervoer, ..)
Collectieve goederen Niet individueel leverbaar, wordt geleverd aan de maatschappij (door de overheid geproduceerd, bv :straatverlichting)
Comparatief voordeel Geeft aan waarom het voor landen voordelig is om handel te drijven met elkaar. Zelfs wanneer één land alles voordeliger kan produceren dan het andere land.
Conjunctuur Verandering van het groeipercentage vd economie/productie op korte termijn of schommeling economische activiteit rond de trend
Conjunctuurbeweging De veranderingen in een land in het groeipercentage van de productie. Als er in een land dus meer auto`s, dvd-spelers, broeken etc. wordt geproduceerd, dan stijgt de conjunctuur. Conjunctuurbeweging wordt ook wel conjunctuurcyclus genoemd.
Correlatie de in meerdere of mindere mate bestaande onderlinge samenhang tussen twee reeksen van waarnemingen of verschijnselen
Dekkingspercentage Onder het dekkingspercentage verstaan we in de economie de mate waarin de invoer kan worden betaald uit de opbrengst van de uitvoer. ( > beleggen > algemene terminologie)
Depressie Als de productiegroei vertraagt of zelfs inkrimpt.
Deregulering is het beleid om het aantal wetten en regels te versoepelen of te verminderen, zodat er meer ruimte is voor particulier initiatief.
Diensten Niet tastbare zaken, kan niet op voorraad geproduceerd worden (taxi, tandarts, ..)
Distributie Verdelen van de goederen naar de klant toe
Ecologisch
Economische behoefte Behoefte die je kan bevredigen met materiële en diensten
Economische groei Toename van de economische activiteit vergeleken met een ander meetpunt (procentuele verandering BBP)
Expansie uitbreiding
Export Verkoop van Belgische goederen die naar andere landen gaan
Extra-EU-handel gebeurt tussen de EU-landen(als geheel) en derde-landen (vb. VS, China, Rusland..)
Extrapoleren op grond van bepaalde onderstellingen en waarnemingen conclusies trekken of voorspellingen doen over een gebied, dat ligt buiten het terrein der waarnemingen
Faillissement Uitspraak van de rechtbank naar aanleiding van het onvermogen van een onderneming om haar schulden terug te betalen, waardoor een onderneming haar activiteiten moet stopzetten
Gebruiksgoederen Duurzame consumptie (goederen die langere tijd meegaan, bv gsm, auto)
Globalisering een proces van wereldwijde interactie tussen mensen, bedrijven, regeringen en culturen gedreven door de informatie- en communicatietechnologie en door investeringen en internationale handel.
Handelsbalans De handelsbalans vertegenwoordigt het verschil tussen de in- en uitvoer van goederen van een land met de rest van de wereld.
Hausse opwaartse beweging van prijzen of koersen
Hiërarchie
Hoogconjunctuur Periode als de economie boven de trend ligt
Import Goederen aangekocht in het buitenland en ingevoerd in België
Individuele behoefte Verschillend van individu tot individu( bv jou lievelingsmuziek luisteren)
Inflatie Verschijnsel dat de prijzen stijgen met als gevolg dat consumenten steeds minder kunnen kopen voor eenzelfde geldbedrag (gevolg: koopkracht daalt)
Internationale handel Verzamelbegrip voor de import en de export ve bepaald land, handelsbetrekkingen ve land met een ander land
Intra-EU-handel handel tussen de EU-lidstaten onderling
Invoerquota Zo wordt er een beperking opgelegd op de import van goederen zodat binnenlandse markt meer kans krijgt
Katalysator Aanduiding, aangeving
Keuzeprobleem Economisch probleem dat gevolg is van schaarste waarbij de consumenten moeten gaan kiezen
Koopkracht Hoeveelheid goederen die je kan kopen met een bepaalde hoeveelheid geld
Laagconjunctuur Periode waarin de economie onder de trend ligt
Mondiale schaal wereldschaal
Nationaal inkomen Som van al de verdiende inkomens in een land in een jaar tijd. Het is de som van loon, interest, pacht en winst
Niet-economische behoefte Niet bevredigen met materiële.
Per capita BNP of inkomen per hoofd is een betere statistiek dan absoluut BNP of inkomen, omdat die geen rekening houden met de omvang van een land.
Primaire behoefte Basisbehoeften: noodzakelijk om te overleven, maatschappij kan niet zonder
Privé-goederen Bestemd voor privé gebruik, individueel leverbaar (bv: gsm, fiets)
Productiefactoren Productieve middelen die een onderneming ter beschikking heeft en inzet in de voortbrengers van producten en diensten.
Prohibitie het verbod op de invoer van bepaalde goederen. Dit systeem wordt toegepast om de eigen economie te beschermen tegen goedkopere buitenlandse goederen
Protectionisme een stelsel van maatregelen van de overheid waarbij getracht wordt bescherming te bieden aan binnenlandse landbouw, producenten en industrieën. Veelal wordt gebruik gemaakt van invoerbeperkende maatregelen, zoals invoerheffingen en invoerquota, of wordt de binnenlandse fabrikant gesteund door subsidies.
Recessie Als 2 opeenvolgende kwartalen in negatieve groei is. De economische groei krimpt.
Reële bbp BBP in constante prijzen( waarde vn geproduceerde goederen in 1 land in 1 jaar en tegen vaste prijzen en hoeveelheden
Ruilvoet
Schaarste Een spanning die ontstaat tussen onbeperkte behoeften en beperkte middelen.
Secundaire behoefte Sociale behoefte, niet noodzakelijk maar wel nodig (bv: vrienden, sport, onderwijs..)
Subsidie Een geldbedrag dat de overheid geeft aan iemand of een bedrijf om hem of haar te lokken of te helpen iets te bereiken. Zonder deze subsidie zou een bedrijf zich misschien op een bepaalde plek niet gevestigd hebben.
Tertiaire behoefte Luxebehoefte, kan zonder (bv: verre reizen, zwembad..)
Theorie van maslow Om als mens een gezonde persoonlijkheid te kunnen ontwikkelen moeten volgens Abraham H. Maslow een aantal fundamentele behoeften minimaal bevredigd zijn. Deze behoeften klasseert hij volgens een hiërarchie.
Toegevoegde waarde het verschil tussen de marktwaarde van productie en de daarvoor ingekochte grondstoffen. Het is dus gelijk aan de omzet minus de ingekochte goederen. De toegevoegde waarde drukt de essentie van produceren uit, namelijk het toevoegen van waarde aan een goed
Trend Gemiddelde groei ve economie op lange termijn
Verbruiksgoederen Niet duurzame goederen( goederen die in 1 keer worden verbruikt, bv zeep)
Vrijhandel een vrij verkeer van goederen en diensten tussen verschillende landen. De internationale handel wordt niet belemmerd door allerlei vormen van protectie, zodat landen zich kunnen toeleggen op het maken van de producten waarin zij comparatieven kostenvoordelen hebben.
Welvaartsindicator Voorspelt de welvaart in een toekomstige periode
Welvaartsperiode Een bepaalde periode van de welvaart
Werkloosheidsgraad Procentueel aandeel van de werklozen in de beroepsbevolking
WTO World tourism organisation
Portofolio Betrekking op vaardigheden en attitudes
Parameter Variabelen die iets zeggen over de economische groeiperiode
Leading indicator Voorspellende indicator
Conjunctuur barometer Synthetische indicator (adhv verschillende factoren), voorspeld de economie
Synthetische barometer Samengesteld uit verschillende onderdelen
Boom Beste periode van de economische groei
Groeivertraging De economische groei remt af, gaat terug naar de trend
Stagflatie Afnemende economische activiteit die samengaat met hogere prijzen
Extrapoleren Gegevens uit het verleden gebruiken/toepassen om de toekomst te voorspellen.
Angstcurve Emocurve
Absolute schaarste Absoluut te kort aan middelen
Relatieve schaarste Tekort aan middelen, niet genoeg om alles te kopen wat we willen
Multinational Bedrijf dat wereldwijd opereert en dat voor iedereen, in heel de wereld, een breed assortiment aanbied, is gevestigd in heel de wereld.
Open economie Economie gericht op het buitenland
Surplus Als de handelsbalans een overschot heeft
Deficit Als de handelsbalans een tekort heeft
overheidsingrijpen Stelsel van maatregelen van de overheid waarbij getracht word een bescherming te bieden aan binnenlandse landbouw, producenten en industrieën
Deel 1
5.4- Begrippenlijst door een scholier
- Klas onbekend | 1225 woorden
- 4 februari 2009
5.4
21
keer beoordeeld
REACTIES
1 seconde geleden