Algemeen

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Begrippenlijst door een scholier
  • Klas onbekend | 946 woorden
  • 19 juni 2007
  • 34 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
34 keer beoordeeld

Begrippenlijst
Differentiatie: In de bedrijfskolom komt er een extra bedrijf bij. De bedrijfskolom wordt langer.
Integratie:In de bedrijfskolom verdwingt een bedrijf. De bedrijfskolom wordt korter.
Differentiatie en integratie zijn tegenovergestelde bewegingen in de hoogte van de bedrijfskolom.
Specialisatie: Een bedrijf stopt met het produceren of verkopen van bepaalde product- of artikelgroepen.
Parallellisatie: Een bedrijf gaat meer product- of artikelgroepen produceren of verkopen.

Specialisatie en parallellisatie zijn tegenovergestelde bewegingen in de breedte van de bedrijfskolom.
Differentiatie Integratie
Inschakeling
Er komt een bedrijf bij
De bedrijfskolom wordt langer
Uitschakeling
Er verdwijnt een bedrijf
De bedrijfskolom wordt korter
In de detailhandel komt samenwerking voor tussen detaillisten onderling, tussen detaillisten en groothandel, en tussen detaillisten en fabrikant.
Een inkoopcombinatie is een samenwerkingsvorm tussen zelfstandige detaillisten die de groothandelsfunctie overnemen.
Marketingorganisaties hebben geen eigen winkels of fabrieken, maar maken reclame voor het merk dat ze in winkels laten verkopen.
Callcenter zijn firma’s met veel telefoonaansluitingen om voor bedrijven telefonisch te verkopen of inlichtingen te geven aan hun klanten.
Internet is een koppeling van duizenden computers. Bedrijven en consumenten kunnen hierop informatie uitwisselen en ( ver) kopen.

De bedrijfskolom wordt gevormd door de opeenvolgende bedrijven die een product op weg van oerproducent naar de consument doorloopt.

Na elk bedrijf in de bedrijfskolom is steeds een markt. Een markt is de samenkomst van vraag en aanbod.
Consumentenmarkt De markt waarop de consumenten als koper voorkomen

Een bedrijfstak bestaat uit de bedrijven die binnen een bedrijfskolom een gelijke bewerking of handeling met een product uitvoeren.

Een tussenpersoon bemiddelt bij koopovereenkomsten zonder zelf eigenaar van de goederen te worden.

Een handelsagent heeft een vaste werkrelatie met een opdrachtgever. Hij handelt op naam en voor risico van zijn opdrachtgever. Als beloning krijgt hij provisie over de koopsom.

Een in- of verkoopcommissionair handelt voor een opdrachtgever, maar doet dat op eigen naam en voor eigen risico. Als beloning krijgt hij commissie over de koopsom.

Een makelaar staat tussen koper en verkoper. Hij behartigt hun beider belangen. De koper en verkoper handelen op eigen naam en voor eigen risico. Als beloning krijgt hij courtage over de koopsom.

Een vertegenwoordiger is in dienst bij zijn werkgever. Hij reist langs klanten om producten te verkopen. Als beloning krijgt hij een salaris en een provisie over zijn verkopen.

Een salesmanager is in dienst bij zijn werkgever. Hij beheert de relaties met afnemers van veelal industriële goederen. Als beloning ontvangt hij een salaris.

Marketing is het bevredigen van de mensen en behoeften van de afnemers.
Marketing is een commercieel beleid waarbij de producent het product ziet door de \"ogen van de consument\", d.w.z. het product zo goed mogelijk overeenkomstig de wensen van de consument maakt.
Convenience goederen:De dagelijkse boodschappen. koop je zonder dat je veel behoefte hebt aan informatie.
Specialty goods Goederen die aan bijzondere wensen van de consumenten moeten voldoen

Onder een markt verstaan we de samenkomst van vraag en aanbod. Bij een concrete markt komen kopers en verkopers op een bepaalde plaats bij elkaar.

Concrete markten zijn:
• Dag- week- en jaarmarkten
• Beurzen
• Inschrijvingen
• Aanbestedingen
• Veilingen

Op concrete markten vindt prijsvorming plaats door vraag en aanbod. De prijs die tot stand komt heet evenwichtsprijs.

Op een beurs zijn de goederen niet aanwezig maar wordt gehandeld op type of monster.

Inschrijving gaat uit van de verkoper en aanbesteding gaat uit van de koper.

Op een veiling zijn de goederen aanwezig, maar handelt een tussenpersoon (veilingmeester) namens de verkoper.

Veilen kan:
• Bij opbod: begin met lage prijzen kopers kunnen dan hogere bieden
• Bij afslag: begint met hoge prijs stapje daalt
• Bij opbod en afslag: hogere prijs vraagt en dubbelt en daalt

Onder een abstracte markt verstaan we het geheel van vraag nar en aanbod van een bepaald product.

Bij abstracte markten wordt de marktvorm bepaald door:
• Het aantal vragers en aanbieders
• Her soort product (homogeen of heterogeen)
• De toe- en uitbreidingsmogelijkheden
• De transparantie (doorzichtigheid) van de markt

Een oligopolie kan heterogeen of homogeen zijn, afhankelijk van de aard van de goederen.

Wanneer de aanbieders bij een oligopolie prijsafspraken gaan maken, dan spreken we van een kartel. Kartels zijn bij Europese wetgeving verboden.

Monopolies kunnen wettelijk of feitelijk zijn. Het is bijna nooit mogelijk onbeperkt een hoge prijs te vragen.

De marketing probeert producten zoveel mogelijk van andere te laten onderscheiden. Onder andere door service, verpakking, image en vorm.

Generieke vraag: naar een bepaalde behoefte hebben (voedsel ontspanning onderdak)

Primaire vraag: is de vraag naar producten om inde de behoeften te voorzien.

Autonome vraag is primaire vraag

Finale vraag: wanneer de vraag wordt uitgeoefend door consumenten

Afgeleide vraag: de vraag naar goederen en diensten van bedrijven wordt afgeleide vraag genoemd.

Marketingconcept: de verkop van een product lukt het beste als je uitgaat van wat een afnemer graag wil de behoeften van de klant neem je als uitgangspunt.

De functie van marketing is eigenlijk om die producten te verkopen waar de afnemer behoefte aan heeft. Het bedrijf kan daarbij een winstdoel of een ideëel doel nastreven.
De marketingfunctie is een van de marktbenaderingconcepten:

Het productieconcept zoveel mogelijk produceren tegen zo laag mogelijke kosten.

Het productconcept men legt de nadruk op de kwaliteit van de woning

Het verkoopconcept bij het verkoopconcept worden agressieve methoden gebruikt omde
verkoop te bevorderen.
Het marketingconcept de wensen en behoeften van de klant staat centraal

Het maatschappelijk concept milieuvriendelijke

Omgevingsfactoren: zijn er groot aantal factoren die invloed hebben op marketingfunctie
We noemen ze omgevingsfactoren en ze kunnen worden ingedeeld in
1 beheersbare omgevingsfactoren: ondernemer wel,andere factoren kan hij niet beïnvloeden.
2 niet-beheersbare omgevingsfactoren: ondernemer niet kan beïnvloeden

Interne omgevingsfactoren: binnen het bedrijf spelen een rol
Productiecapaciteit
Financiering
Marketingmix
Personeel

Beheersbare omgevingsfactoren
Externe omgevingsfactoren:buiten de onderneming zijn er veranderingen die het beleid van een bedrijf kunnen beïnvloeden.
Economische factoren
Demografische factoren
Politiek-juridische factoren
Sociaal-culturele factoren
Technische factoren

Niet-beheersbare omgevingsfactoren

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.