Thema 3

Beoordeling 0
Foto van een scholier
  • Begrippenlijst door een scholier
  • Klas onbekend | 652 woorden
  • 8 januari 2015
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

Hoofdstuk 3                      mens en milieu

Accumulatie: ophoping, vaak gebruikt voor een schadelijke stof in voedselketens

Afvaleters: bodemdieren die het afval van makers en gebruikers eten

Ammoniak: een anorganische verbinding van stikstof en waterstof met de molecuulformule NH3

Ammonificatie: omzetten van een organische stikstofverbinding in onder andere ammoniumionen

Ammoniumion: de anorganische stof NH4+

Biologische bestrijding: bestrijden van plagen met biologische methoden, bijv. door een natuurlijke vijand te gebruiken of gebruik te maken van lokstoffen

Broeikasgas: zijn gassen die door hun aardopwarmingsvermogen in de atmosfeer bijdragen aan het verhogen en in stand houden van de evenwichtstemperatuur van de Aarde. Dit verschijnsel noemt men het broeikaseffect

Denitrificerende bacterie: bacterie die verantwoordelijk is voordenitrificatie;  zet nitraationen om ingasvormig stikstof (N2)

Detritus: substantie bestaande uit organische resten van planten en dieren

Duurzaamheid: dat de invloed van de activiteiten van de mens geen blijvende schade aanricht aan het milieu, zodat ook toekomstige generaties er gebruik van kunnen maken

Eutrofiëring: sterke toename van de hoeveelheid mineralen (o.a. fosfaat en nitraat) in oppervlaktewater, waardoor voedselrijk water ontstaat

Eutroof: voedselrijk, met veel mineralen

Fotochemische: bij onweer kan gasvormig stikstof gebonden worden. Stikstof reageert dan stikstofbinding met ozon (O3), en hierbij ontstaat nitraat

Groenbemesting: het verbouwen van vlinderbloemige planten op grond die arm is aan nitraationen

Herbicide: een bestrijdingsmiddel dat onkruid doodt

Heterotroof: niet in staat tot koolstofassimilatie, dus niet in staat uit anorganische stoffen organische op te bouwen

Insecticide: een bestrijdingsmiddel dat insecten dood

In-vitrofertilisatie: reageerbuisbevruchting (IVF), het bevruchten van de eicel in vitro

Knolletjesbacterie: stikstofbindende bacterie in de wortelknolletjes van vooral vlinderbloemige planten

Koolstofkringloop: cyclische reeks van processen die koolstofatomen in en buiten organismen doorlopen

Kunstmatige inseminatie: kunstmatig inbrengen van sperma in het vrouwelijk voortplantingsstelsel

Kunstmest: bestaat vooral uit stikstofhoudende mineralen en fosfaat

Monocultuur: op grote landbouwarealen wordt 1 soort gewas verbouwd

Nitraat: de anorganische stof NO3-

Nitraatbacterie: zetten nitrietionen (NO2-) om in nitraationen (NO3-)

Nitriet: de anorganische stof NO2-

Nitrietbacterie: zetten ammoniak en ammoniumionen om in nitrietionen (NO2-)

Nitrogenase: enzym dat N2-moleculen kan splitsen

Persistente stof: stof die niet of nauwelijks op natuurlijke wijze kan worden omgezet

Pesticide: een bestrijdingsmiddel

Plaag: ongeremde vermenigvuldiging van een bepaald soort organisme

Reducenten: bacteriën en schimmels; breken organische stoffen af tot anorganische stoffen

Resistent: erfelijke weerstand. Resistente individuen ontstaan door mutatie, resistente populaties ontstaan door selectie

Rioolslib: het afval dat in de bezinktanks achterblijft bij waterzuivering

Rottingsbacterie: bacterie die eiwitten van dode organismen en de afbraakproducten van eiwitten omzetten in ammoniak en waterstofdisulfide

Stikstofassimilatie: uit nitraationen en glucose worden stikstofhoudende organische verbindingen opgebouwd, zoals eiwitten

Stikstofbindende bacterie: zetten gasvormig stikstof om in ammoniak

Stikstoffixatie: het binden van stikstof

Uitputting: het onttrekken van stoffen aan het milieu

Uitspoeling: verwijdering van stoffen, vooral mineralen, uit oppervlakkige bodemlagen door waterverplaatsing.

Ureum: organische stof, die het belangrijkste product van de eiwitafbraak bij zoogdieren vormt.

Veredeling: door kruising, selectie en andere methoden gunstige eigenschappen in gewassen combineren

Versterkte: de verhoogde concentraties aan broeikasgassen in de atmosfeer versterken het natuurlijke broeikaseffect en leiden bijgevolg tot een verhoging van de gemiddelde aardtemperatuur én dus tot een globale De verhoogde concentraties aan broeikasgassen in de atmosfeer versterken het natuurlijke broeikaseffect en leiden bijgevolg tot een verhoging van de gemiddelde aardtemperatuur én dus tot een globale klimaatverandering

Vruchtwisseling: ook wel wisselteelt; dit houdt in dat nooit twee jaar achtereen hetzelfde gewas op een bepaald stuk grond wordt verbouwd

Waterbloei: optreden van zeer grote hoeveelheden wieren en cyanobacteriën. Algen- of waterbloei kan het gevolg zijn van kunstmatige of natuurlijke eutrofiering

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.