Hoofdstuk 3 mens en milieu
Accumulatie: ophoping, vaak gebruikt voor een schadelijke stof in voedselketens
Afvaleters: bodemdieren die het afval van makers en gebruikers eten
Ammoniak: een anorganische verbinding van stikstof en waterstof met de molecuulformule NH3
Ammonificatie: omzetten van een organische stikstofverbinding in onder andere ammoniumionen
Ammoniumion: de anorganische stof NH4+
Biologische bestrijding: bestrijden van plagen met biologische methoden, bijv. door een natuurlijke vijand te gebruiken of gebruik te maken van lokstoffen
Broeikasgas: zijn gassen die door hun aardopwarmingsvermogen in de atmosfeer bijdragen aan het verhogen en in stand houden van de evenwichtstemperatuur van de Aarde. Dit verschijnsel noemt men het broeikaseffect
Denitrificerende bacterie: bacterie die verantwoordelijk is voordenitrificatie; zet nitraationen om ingasvormig stikstof (N2)
Detritus: substantie bestaande uit organische resten van planten en dieren
Duurzaamheid: dat de invloed van de activiteiten van de mens geen blijvende schade aanricht aan het milieu, zodat ook toekomstige generaties er gebruik van kunnen maken
Eutrofiëring: sterke toename van de hoeveelheid mineralen (o.a. fosfaat en nitraat) in oppervlaktewater, waardoor voedselrijk water ontstaat
Eutroof: voedselrijk, met veel mineralen
Fotochemische: bij onweer kan gasvormig stikstof gebonden worden. Stikstof reageert dan stikstofbinding met ozon (O3), en hierbij ontstaat nitraat
Groenbemesting: het verbouwen van vlinderbloemige planten op grond die arm is aan nitraationen
Herbicide: een bestrijdingsmiddel dat onkruid doodt
Heterotroof: niet in staat tot koolstofassimilatie, dus niet in staat uit anorganische stoffen organische op te bouwen
Insecticide: een bestrijdingsmiddel dat insecten dood
In-vitrofertilisatie: reageerbuisbevruchting (IVF), het bevruchten van de eicel in vitro
Knolletjesbacterie: stikstofbindende bacterie in de wortelknolletjes van vooral vlinderbloemige planten
Koolstofkringloop: cyclische reeks van processen die koolstofatomen in en buiten organismen doorlopen
Kunstmatige inseminatie: kunstmatig inbrengen van sperma in het vrouwelijk voortplantingsstelsel
Kunstmest: bestaat vooral uit stikstofhoudende mineralen en fosfaat
Monocultuur: op grote landbouwarealen wordt 1 soort gewas verbouwd
Nitraat: de anorganische stof NO3-
Nitraatbacterie: zetten nitrietionen (NO2-) om in nitraationen (NO3-)
Nitriet: de anorganische stof NO2-
Nitrietbacterie: zetten ammoniak en ammoniumionen om in nitrietionen (NO2-)
Nitrogenase: enzym dat N2-moleculen kan splitsen
Persistente stof: stof die niet of nauwelijks op natuurlijke wijze kan worden omgezet
Pesticide: een bestrijdingsmiddel
Plaag: ongeremde vermenigvuldiging van een bepaald soort organisme
Reducenten: bacteriën en schimmels; breken organische stoffen af tot anorganische stoffen
Resistent: erfelijke weerstand. Resistente individuen ontstaan door mutatie, resistente populaties ontstaan door selectie
Rioolslib: het afval dat in de bezinktanks achterblijft bij waterzuivering
Rottingsbacterie: bacterie die eiwitten van dode organismen en de afbraakproducten van eiwitten omzetten in ammoniak en waterstofdisulfide
Stikstofassimilatie: uit nitraationen en glucose worden stikstofhoudende organische verbindingen opgebouwd, zoals eiwitten
Stikstofbindende bacterie: zetten gasvormig stikstof om in ammoniak
Stikstoffixatie: het binden van stikstof
Uitputting: het onttrekken van stoffen aan het milieu
Uitspoeling: verwijdering van stoffen, vooral mineralen, uit oppervlakkige bodemlagen door waterverplaatsing.
Ureum: organische stof, die het belangrijkste product van de eiwitafbraak bij zoogdieren vormt.
Veredeling: door kruising, selectie en andere methoden gunstige eigenschappen in gewassen combineren
Versterkte: de verhoogde concentraties aan broeikasgassen in de atmosfeer versterken het natuurlijke broeikaseffect en leiden bijgevolg tot een verhoging van de gemiddelde aardtemperatuur én dus tot een globale De verhoogde concentraties aan broeikasgassen in de atmosfeer versterken het natuurlijke broeikaseffect en leiden bijgevolg tot een verhoging van de gemiddelde aardtemperatuur én dus tot een globale klimaatverandering
Vruchtwisseling: ook wel wisselteelt; dit houdt in dat nooit twee jaar achtereen hetzelfde gewas op een bepaald stuk grond wordt verbouwd
Waterbloei: optreden van zeer grote hoeveelheden wieren en cyanobacteriën. Algen- of waterbloei kan het gevolg zijn van kunstmatige of natuurlijke eutrofiering
REACTIES
1 seconde geleden