Begrippenlijs biologie hoofdstuk 14: Je levensstroom
- Het foramen ovale: De verbinding tussen rechter en linker boezem bij de bloedsomloop van een foetus
- Ductus Botalli: verbinding tussen de longslagader en de aorta bij de bloedsomloop van een foetus
- Ductus Venosus, het bloedvat waarin de navelstrengader uitmondt, komt terecht in de onderste holle ader
- Dubbele bloedsomloop: hart-longen-hart-lichaam-hart
- Plaque: vetachtige stoffen die zich aan kleine beschadigingen in het dekweefsel van de slagaders hechten.
- Atherosclerose: vernauwing van de bloedvaten
- Diastole: het ontspannen van de boezems en de kamers
- Boezemsystole: samentrekken van de boezems
- Kamersystole: samentrekken van de kamers
- Sinusknoop: natuurlijke pacemaker, zorgt voor het kloppen van het hart
- Atrio-ventriculaire knoop: de boezem-kamer knoop
- Bundel van His: groep geleidingscellen in de wand tussen de twee kamers
- Purkinjevezels: zijtakken die impulsen afgeven aan de kamerwanden
- ECG: elektrocardiogram, laat de elektrische activiteit van het hart zien
- Hemoglobine: de natuurlijke zuurstoftransporteur in rode bloedcellen
- Sikkelcelanemie: erfelijke aandoening waarbij de bloedcellen bij een lage zuurstofconcentratie veranderen in sikkelvormige cellen die in de haarvaten vast komen te zitten.
- Heemgroep: elk hemoglobinemolecuul bestaat uit het eiwit globine met vier heemgroepen. Het ijzer in het centrum van elke heemgroep kan een zuurstofmolecuul binden
- Rode beenmerg: plaats waar rode bloedcellen worden geproduceerd
- Plasma-eiwitten: eiwitten die een rol spelen bij het binden en transporteren van andere stoffen, bij het handhaven van de colloïd osmotische waarde en bij de afweer als antistoffen
- Tromboplastine: enzym dat uit beschadigde weefsels komt bij een wond, het zet een reeks reacties op gang.
- Fibrine: vormt fibrinedraden, wordt gevormd uit fibrinogeen door een reeks van reacties
- EPO: erythropoiëtine, een hormoon dat de productie van bloedcellen stimuleert
- Bovendruk: druk in de slagaders tijdens de kamersystole
- Onderdruk: druk in de slagaders tijdens de diastole
- Bloed-hersenbarrière: in de hersenen sluiten de dekweefselcellen beter aan, veel stoffen passeren alleen door actief transport de haarvatwand
- Filtratie: het persen van bloedplasma door de haarvaten waardoor het weefselvocht wordt
- Resorptie: het terugstromen van weefselvloeistof naar het bloedplasma
- Colloïd osmotische waarde: zorgt ervoor dat weefselvocht aan het einde van de haarvaten terug het bloed in stroomt
- Lymfevaten: een ander stromingssysteem dat met afweer te maken heeft en eindigt in de bovenste holle ader
- Lymfeknopen: plaatsen in het lymfesysteem waar zich grote aantallen witte bloedcellen bevinden
- Oxygenatie: een speciaal type binding die eenvoudig te verbreken is van zuurstof aan hemoglobine
- Dissimilatie: verbranding
- Carbaminohemoglobine: HbCO2, koolstofdioxide dat bindt aan hemoglobine
- Koolzuuranhydrase: enzym (katalysator) in de rode bloedcel dat CO2 met H2O sneller laat reageren tot koolzuur
Deel 2 - hoofdstuk 14: Je levensstroom
5.3
ADVERTENTIE
REACTIES
1 seconde geleden