Structuur - vlakken hebben bijvoorbeeld dezelfde soort vlekken. Doordat het hetzelfde eruit ziet is het structuur.
Ordening - het rangschikken vab iets, heeft te maken met compositie.
Compositie - hoe je de figuren of gebouwen neerzet (bijvoorbeeld in een tekening).
dynamiek - afwisseling van snelle bewegingen.
bewegingssugestie - dat er sprake is van beweging (bijvoorbeeld van een figuur).
samengestelde vorm - een vorm die samengesteld is uit allemaal andere vormen.
frame - een deel waar de rest van het voorwerp opgebouwd kan worden.
profiel - Omtreklijn van een gebouw of een bouwdeel.
patroon - hoe iets steeds hetzelfde te werk gaat.
Figuratief - met beelden werkend, iets uit willen beelden.
Abstract - gezegd bij iets waarbij je niet kan zien wat het betekend.
Gestileerd/abstraheren - het abstract maken van iets.
Geometrische vormen - vormen met alleen maar rechte lijnen, basisvormen.
Symmetrisch - gezegd van iets dat elkaars spiegelbeeld is.
Herhaling - iets dat steeds wordt herhaald.
Ritme - iets dat steeds weer terugkomt.
skelet - bijna hetzelfde als een frame, vaak gebruikt bij mensen.
Complementair - aanvullend.
kleurcontrast - tegengestelde kleuren.
Massief - van hetzelfde materiaal of sterk.
Ruimtelijk - heeft te maken met hoeveel ruimte er bij iets is.
Diagonale compositie - een diagonale compositie is schuin.
Afsnijding - het weglaten van iets.
Organische vormen - vormen met kromme lijnen lijken vaak ook op dingen uit de natuur.
Primaire kleuren - de kleuren waarmee (met toevoeging van wit of zwart) alle kleuren kan maken, dit zijn rood, geel en blauw.
Kinetische kunst - Stroming in de kunst waar beweging centraal staat.
Expressionisme - jezelf door middel van kunst aan de wereld laten zien, met je tekening laat je ook heel vaak je gevoelens \'zien\'.
Popart - de in de jaren vijftig van de vorige eeuw ontstaande beeldende kunst, waar voorwerpen uit het dagelijks leven veel werden gebruikt.
Abstract expressionisme - Kunstenaars drukken hiermee abstract hun gevoelens uit in hun kunstwerken.
Contourlijn - een contourlijn van een functie van twee variabelen is een kromme, waarlangs deze functie een constante waarde heeft.
Kunst-Actief deel 3 beeldende vorming Begrippen H2
6.3- Begrippenlijst door een scholier
- 3e klas havo/vwo | 342 woorden
- 29 november 2011
6.3
55
keer beoordeeld
REACTIES
1 seconde geleden