§3.1 ziek en gezond
Gezondheid: Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte en gebrek.(WHO)
WHO: World Health Organisation, Wereldgezondheidsorganisatie
Grijze gebied: Het grensgebied van wel of niet ziek zijn, of je een ziekte aan kan tonen, of alleen maar vage klachten. De grens tussen ziek en gezond is niet te definiëren en hangt ervan af hoe iemand zijn pijn beleefd.
Epidemioloog: Medische rekenmeesters die zonder ook maar één patiënt te zien, belangrijke conclusies trekken uit dorre cijfers.
Epidemiologisch onderzoek: Hierbij gaat het om grote aantallen, langere tijd en systematisch werken.
§3.2 ziekte als raadsel Ignaz Semmelweis: Ontdekte hoe kraamvrouwenkoorts werd overgebracht. Was erg belangrijk voor de medische wetenschap. Commissie van onderzoek: Zoekt een verklaring voor een bepaald verschijnsel. Hypothese: Onbewezen stelling die je aan feiten moet toetsen. Dubbelblind onderzoek: Een onderzoek, waarbij de patiënt en de arts niet weten, of diegene een medicijn of een placebo toegediend krijgt, zodat alle niet-medische invloeden stelselmatig worden uitgesloten. Het is daardoor een streng vergelijkend warenonderzoek. Placebo: Nepmedicijn, wordt vaak gebruikt bij dubbelblind onderzoek bij de controlegroep. Iriscopie: Gelooft dat alle delen van het lichaam geprojecteerd zijn op de iris. kan eventuele ziekte aantonen, met behulp van een foto van de iris.
§3.3 ziektekiemen Generatio spontanea: Deze opvatting hield in, dat organismen uit dode stof ontstonden. Micro-organismen: Veroorzaken infectieziektes, bijvoorbeeld bacteriën en virussen. Postulaten: Eisen, bedacht door Koch waardoor met zekerheid kon worden gesteld dat een ziekte wordt veroorzaakt door een bepaald micro-organisme. Het micro-organisme is in ongewoon grote aantallen aanwezig, kan bij elke patiënt met dezelfde ziekte worden gevonden, is uit de ziekte te isoleren en in zuivere vorm verder te kweken en als een proefdier ermee wordt besmet, krijgt het dezelfde ziekte als de patiënt. Kiemvrij opereren: Uitgevonden door Joseph Lister. Lister steriliseerde zijn instrumenten in kokend water en maakte het operatiegebied vrij van bacteriën door het gebruik van chemische middelen. Pasteuriseren: Het enkele minuten sterk verhitten en daarna luchtdicht afsluiten.
§3.4 vaccineren: Vaccineren: Het toedienen van een zwakke of dode ziekteverwekker. Om te voorkomen dat de persoon deze ziekte krijgt en afweerstoffen maakt tegen deze ziekte. Voor het eerst toegepast door Edward Jenner in 1796. Afweersysteem: Systeem in het menselijk lichaam dat ziekteverwekkers afweerd. Bestaat uit witte bloedcellen die circuleren door het hele lichaam en ziekteverwekkers herkennen. Immuun: Iemand die immuun is voor ene bepaalde ziekte, kan deze ziekte niet krijgen. T-cellen: Herkennen besmette of geïnfecteerde lichaamscellen en zijn in staat deze op te ruimen. Activeren B-cellen om antistoffen te maken. B-cellen: Maken antistoffen tegen de gevonden ziekteverwekker. Iedere B-cel kan slechts een soort ziekteverwekker herkennen. Markeren de ziekteverwekker, zodat deze opgeruimd kunnen worden. Als de uitschakeling van een ziekteverwekker goed is verlopen, zet de B-cel zich om in een B-geheugencel, zodat de ziekteverwekker de daaropvolgende keer meteen uit de weg geruimd kan worden. Macrofagen: Ruimen de gemarkeerde ziekteverwekkers op. DKTP: difterie, kinkhoest, tetanus en polio, inenting die tegen deze ziektes beschermd. BMR: bof, mazelen en rode hond, inenting die tegen deze ziektes beschermd. Polio: kinderverlamming, verlamt alle spieren en kan hierdoor dodelijk zijn. Komt tegenwoordig niet meer voor, wegens inenting. Mensen die niet zijn ingeënt, om bijvoorbeeld religieuze redenen, kunnen deze ziekte nog wel krijgen. Resistentie: Ontstaat doordat de sterkste bacteriën wel tegen de antibiotica kunnen en zich opnieuw voortplanten. Bacteriën passen zich aan. Multiresistente bacteriën: Bacteriën die bestand zijn tegen meerdere soorten antibiotica.
REACTIES
1 seconde geleden