Politiek & Ruimte

Beoordeling 7.7
Foto van een scholier
  • Begrippenlijst door een scholier
  • Klas onbekend | 1398 woorden
  • 4 februari 2009
  • 5 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
5 keer beoordeeld

Aansluitende zone
Gedeelte van de zee (een zone met een breedte van 12 zeemijlen) dat aan de zeezijde aan de territoriale wateren grenst en waarvoor bepaalde internationaal overeengekomen regels gelden.
ACP- of Lomé-landen
Groep van landen die in het handel met de EU voorkeursrechten genieten.
Acquis Communautaire
Het geheel van schriftelijk vastgelegde wetten, regels en normen van de Europese Unie.
Afgrensbaarheid
De mogelijkheid om een gebied op een logische manier te begrenzen.
Allochtone forensen
Mensen die meerdere keren per week tussen de werkgemeente en hun nieuwe woongemeente heen en weer reizen.
Autochtone forensen
Mensen die meerdere keren per week tussen de werkgemeente en de woongemeente waar ze geboren en getogen zijn heen en weer reizen.
Autonoom, autonomie
Het recht om eigen wetten en regels op te stellen.
Basisinkomen
Een vast inkomen dat elke boer ontvangt vanwege het feit dat hij of zij geregistreerd staat als landbouwer.
Bestuurlijke eenheid
Een duidelijk afgegrensd gebied dat valt onder de wetten en regels van de instantie die zeggenschap heeft over het gebied.
Bestuurskracht
Het vermogen om met voldoende kennis van zaken op het juiste moment de juiste bestuursbeslissingen te nemen.
Braakregeling
Regeling waarin de hoogte van de geldelijke vergoeding is vastgelegd die een boer ontvangt voor het uit de productie nemen van cultuurgrond.
Centraal geregeerde eenheidsstaat
Een staat die wordt geregeerd vanuit een bestuurscentrum zonder dat er sprake is van een grote mate van autonomie van de samenstellende regio’s.
Centrale dienst of centrale voorziening
Een dienst of voorziening die geleverd wordt in een plaats voor de eigen inwoners en voor de inwoners van het verzorgingsgebied rondom die plaats.
Centrale plaats
Een plaats van waaruit centrale diensten of voorzieningen worden geleverd.
Centralisatie
Proces waarbij de bestuursbevoegdheden vanuit een lager beslissingsniveau naar het centrum worden verlegd.
Cityvorming
Het proces waarbij in de binnenstad de woonfunctie plaatsmaakt voor winkels en kantoren.
Communautaire zee
Het geheel van exclusieve economische zones van de lidstaten van de Europese Unie.
Decentralisatie
Een proces waarbij bestuursbevoegdheden vanuit het centrum worden verlegd naar een lager beslissingsniveau.
Dictatuur
Een enkel persoon of een kleine groep bepaalt het beleid, waarbij de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechterlijke macht niet duidelijk van elkaar gescheiden zijn.
Directe inkomenssteun
De geldelijke hulp die individuele boeren rechtstreeks ontvangen van de EU in de vorm van subsidies op prijzen en investeringen.
Draagvlak
Het mogelijk aantal klanten dat gebruik maakt van een centrale voorziening.
Drempelwaarde
Het minimum aantal klanten dat nodig is om een bepaalde centrale voorziening in stand te houden.
Europese Investeringsbank (EIB)
Instelling die leningen verstrekt aan gebieden binnen de EU en aan landen of groepen landen waarmee de EU akkoorden heeft gesloten.
Europese Investeringsfonds
Instelling die zich financiële garant stelt in het geval dat een onderneming een project wil opzetten dat van algemeen belang is, maar waarvan de winstgevendheid onzeker is.
Europese Unie
Benaming van de samenwerking van een groot aantal Europese lidstaten op economisch, cultureel, sociaal en politieke terrein.
Exclusieve economische zone (EEZ)

De strook tot 200 zeemijlen uit de kust waarover het aangrenzende land het beheer over vis en bodemschatten heeft. De territoriale wateren en de aansluitende zone vallen binnen deze EEZ.
Exclusiviteit
Het onderscheiden van een regio ten opzichte van andere regio’s door meerdere kenmerken die alleen voorkomen in die ene regio.
Federale staat of bondsstaat

Een nationale staat waarin de samenstellende regio’s (landen, deelstaten, provincies of kantons) een grote mate van autonomie hebben.
Forens

Iemand die meerdere keren per week heen en weer reist tussen de woongemeente en de werkgemeente.
Forensisme of pendel
Het dagelijks of tenminste meerdere keren per week heen- en weerreizen tussen de woongemeente en de werkgemeente.
Functionaliteit
De toegankelijkheid en bruikbaarheid (doelmatigheid) van activiteiten zoals dienstverlening.
Fysiek-ruimtelijke structuur
Het ingerichte landschap.
Garantieprijs
Een vaste prijs die boeren ontvangen voor een product.
GATT (General Agreement on Tariffs and Trade)
Geheel van internationaal vastgelegde afspraken over handel en douanetarieven.
Gebundelde deconcentratie
Ruimtelijk beleid waarbij de sterk verspreide suburbanisatie naar een beperkt aantal groeikernen wordt geleid.
Gemeenschappelijke landbouwbeleid
Het beleid dat de EU voert ten aanzien van de landbouw in alle lidstaten.
Gemeentenfonds
Een door het Rijk onderhouden geldelijk fonds waaruit uitkeringen worden verstrekt aan alle gemeenten.
Gezinsverdunning
Het teruglopen van het gemiddeld aantal mensen per gezin (en dus per woning).
Groeikernenbeleid
Ruimtelijk beleid van de Rijksoverheid waarbij een aantal plaatsen is aangewezen om de suburbanisatie uit (met name) de Randstad op te vangen.
Homogene regio of uniforme regio

Een bepaalde zone wordt gekenmerkt door een bepaald verschijnsel dat in principe gelijk verdeeld (uniform) is over het gehele gebied.
Integratie

(eenwording) toenemende onderlinge samenhang.
Kleine kernen
Dorpen met minder dan 5000 inwoners.
Maaswijdte
De afstand tot de meest nabije zelfde soort centrale dienst of voorziening in het netwerk.
Multinationale staat
Een staat waarin geen enkele etnische groep een groter aandeel heeft dan zestig procent van de totale bevolking.
Natie
De groep die binnen de grenzen van een staat woont en die zich verbonden weet door een gedeelde identiteit (eigenheid).
Nodaal model
Een regionale organisatie of indeling die uitgaat van de reikwijdte van een centrale plaats.
Nodale regio
Een gebied dat wordt afgegrensd door een verschijnsel waarvan de intensiteit afneemt van het centrum (nodus) naar de rand.
Overloop
Een vorm van suburbanisatie die veroorzaakt wordt door een gebrek aan geschikte woonomstandigheden in de centrale stadsgemeente.
Oververtegenwoordiging
Het bovengemiddeld aanwezig zijn van een bepaald verschijnsel.
OZB
Onroerend Zaak Belasting.
Palestijnen
Naam voor die Arabieren die tot 1947 in Palestina hun woonplaats hadden en voor de kinderen die een Palestijnse vader hebben (definitie volgens handvest PLO).
Periferie
De landen van de periferie worden dan ook gekenmerkt door afhankelijkheid, nadelige handelsrelaties, gebrekkige technologie en een lage productiviteit.
Planologische kernbeslissing
Een discussiestuk waarin de uitgangspunten van het Rijk voor de inrichting van de ruimte staan. Een pkb biedt het raamwerk voor provinciale en gemeentelijke ruimtelijke plannen. Ook wel structuurschema genoemd.
Politiek-ruimtelijke situatie
De manier waarop een gebied is ingedeeld in bestuurlijke eenheden en waarop dat gebied wordt bestuurd.
Protectionisme
Een systeem waarbij de handel tussen landen op velerlei manieren wordt belemmerd ten einde eigen economische sectoren of gebieden te beschermen tegen buitenlandse concurrentie.
Quotabeleid
Beleid waarbij maximaal toegestane productiehoeveelheden worden vastgesteld.
Regionaal bewustzijn
Het idee gevoelsmatig te zijn verbonden met een gebied.
Reikwijdte
De maximum afstand die een klant nog wil afleggen om van een bepaalde voorziening gebruik te maken.
Ruimtelijke Nota of Nota voor de Ruimtelijke Ordening
Ruimtelijk plan van het Rijk dat in grote lijnen de inrichting van Nederland of delen daarvan regelt.
Ruimtelijke ordening
De door de overheid aangestuurde inrichting van de ruimte.
Segregatie
Scheiding van groepen in de samenleving. In de geografie meestal bedoeld als ruimtelijke scheiding, bijvoorbeeld op basis van leeftijd, opleiding, inkomen of religie.
Selectieve migratie
Een bevolkingsgroep die deelneemt aan migratie op grond van een bepaald kenmerk, zoals leeftijd, inkomen, geloofsovertuiging of etniciteit.
Soeverein, souvereiniteit
Niet ondergeschikt aan andere overheden.
Staat
Het afgegrensde woongebied van één of meerdere volken dat door andere staten wordt erkend.
Streekplan
Provinciaal ruimtelijk plan op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
Subsidiariteitsprincipe
Het uitgangspunt dat elke lidstaat zijn eigen zaken regelt en dat de EU alleen optreedt bij zaken die een land niet alleen kan of wil afhandelen.
Supra-nationale organisatie
Een organisatie of instelling waaraan de deelnemende nationale lidstaten een zekere mate van zeggenschap hebben overgedragen.
Territoriale wateren
De kustwateren (een zone met een breedte van 12 zeemijlen) die volledig tot het grondgebied van het aangrenzende land worden gerekend.
Territorium
Het grondgebied dat onder zeggenschap van de staat valt.
Verdrag van Lomé
Afspraken tussen de lidstaten van de EU met de voormalige koloniën in Afrika, de Cariben en de Pacific om hun zelfstandigheid en hun economische ontwikkeling te bevorderen.
Vinex-locatie
Nieuw woongebied bij een grote stad, zoals is aangezen in de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra.
Volk
Een menselijke groep met een gemeenschappelijke cultuur en geschiedenis en die zich aan een gebied gebonden voelt.
Voorzieningenniveau
De hoeveelheid en kwaliteit van centrale diensten of voorzieningen die vanuit een centrale plaats kunnen worden geleverd.
Vrijhandel
Een systeem waarin de handel tussen de landen niet belemmerd wordt door allerlei beschermende maatregelen, zoals exportsubsidies, invoerheffingen of wettelijke beperkingen.
Wereldmarkt
Het geheel van vraag en aanbod van goederen en diensten op de wereld.
Werkforens
Iemand die werkt in deze gemeente en woont in een andere gemeente.
Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR)
Wet die het gemeenten mogelijk maakt om sommige wettelijke taken over te hevelen naar een samenwerkingsorgaan waar verschillende gemeenten lid van zijn.
Woningverdunning
Het teruglopen van het gemiddeld aantal woningen per hectare.
Woonforens
Iemand die woont in deze gemeente en werkt in een andere gemeente.
Woon-werkverkeer
De verplaatsing van mensen tussen de woonlocatie en de werklocatie.
WTO (World Trade Organization)
Internationale organisatie waar algemeen geldende afspraken worden gemaakt over handel en betalingsverkeer ten einde een systeem van vrijhandel te bevorderen.
Zonaal model
Een organisatie of indeling die uitgaat van min of meer overeenkomstige eigenschappen van de samenstellende regio’s.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.