Antwoorden Nederlands op niveau vwo3: Taalschat blok 1 t/m blok 3
Blok 1. Opdracht 22
Amputeren: afzetten
Evalueren: onderzoeken wat goed en slecht aan iets was
Evangeliseren: de blije boodschap brengen, de leer van christus verkondigen
Innoveren: vernieuwen
Inventariseren: een lijstje maken van spullen of punten
Liberaliseren: bevrijden van beperkingen of belemmeringen
Professionaliseren: tot beroep(s) maken
Promoveren: naar een hogere klasse of functie (doen) gaan
Blok1. Opdracht 23
Authentieke: echte originele
Momumentale: indrukwekkende
Nostalgie: verlangen naar vroeger
Bedevaart: reis naar heilige plaats om daar te bidden
Idealiter: in het beste, ideale geval
Diversiteit: verscheidenheid, variatie
Exploratie: verkenning
Gemeengoed: algemeen bekende en aanvaarde opvatting
Impuls: prikkel, oppepper
Intrinsieke: echte, werkelijke
Nihil: niets
Omissie: verzuim, nalatigheid
Paradoxaal: tegenstrijdig, lijkend
Particuliere initiatieven: het beginnen van iets door burgers of ondernemers (niet door de overheid)
Prototype: iemand die alle kenmerken van iets bezit
Blok 2. Opdracht 18
Estafette: snelheidswedstrijd tussen ploegen waarbij ieder lid van een ploeg een slukje aflegt
Esthische: die met schoonheid te maken heeft
Feminisering: het toenemen van de invloed van vrouwen
Glamourwereld: wereld van de schone schijn
Incubatietijd: tijd tussen de besmetting en het uitbreken van een ziekte
Ideologie: het geheel van de beginselen (denkbeelden) van een stelsel
Arische: (in de nationaalsocialistische opvatting:) blank en niet-Joods
Phychotherapie: geneesmethode die werkt met phychische middelen (onder andere suggestie, hypnose)
Mentale: geestelijke
Significant: veel betekend, opvallend
Trawanten: handlangers (ongunstig bedoeld)
Blok 3. Opdracht 20
Actualiseren: moderniseren, eigentijds maken
Consulteren: raadplegen
Fiscaliseren: belasting heffen
Globaliseren: over de wereld versprijd raken
Infantiliseren: kinderachtig en dom worden of maken
Nasynchroniseren: de geproken taal van een film opnieuw opnemen in een andere taal
Oxideren: verbinden met zuurstof, roesten
Profeteren: voorspelllen
Standaardiseren: tot een eenheid brengen, normaliseren
Blok 3. Opdracht 21
Antecedenten: onderzoek (naar) iemands voorgeschiedenis
Apotheose: indrukwekkend einde
Assertief: om voor zichzelf op te komen
Egaliseren: gelijk maken
Entourage: omgeving
Geagiteerd: opgewonden en zenuwachtig
Generaliseren: op de grond van één geval een heleboel gevallen op dezelfde manier beoordelen
Marchanderen: over voorwaarden onderhandelen, schipperen
Militant: strijdbaar
Narcistisch: erg met zichzelf, ingenomen ijdel
Notabele: voornaam persoon
Passe-partout: kaartje dat toegang geeft voor alle voorstellingen; rand van dun karton om een ingelijste foto of prent heen
Prioriteit: voorrang
Stigmatiseren: iemand een slechte naam bezorgen (omdat die persoon ooit iets verkeerds heeft gedaan)
Ultimatum: laatste dwingende eis waarna bij het niet-toegeven strafmaatregelen volgen
REACTIES
1 seconde geleden
B.
B.
Het is esthetische niet estische, maar mooie samenvatting ;)
10 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
klopt hemaal goed
9 jaar geleden
Antwoorden