Teksten Roma

Beoordeling 8.3
Foto van een scholier
  • Antwoorden door een scholier
  • Klas onbekend | 4429 woorden
  • 15 december 2003
  • 207 keer beoordeeld
Cijfer 8.3
207 keer beoordeeld

5A

Aeneas en Achates zijn in het bos. Ze dwalen daar rond, want ze kunnen de weg niet vinden. Plotseling ziet Aeneas een meisje. ze draagt pijlen. er vliegen duiven rondom haar hoofd. Aeneas roept Achates: kom hierheen, Achates! Zie je dat meisje? Wie is dat? Ik zie het, antwoordt Achates. Ze lijkt op een godin. Misschien is het Diane. Het meisje nadert en zegt: He, jullie, jonge mannen! Waar gaan jullie heen? Aeaneas antwoordt: We zijn verdwaald in het bos. We zoeken onze metgezellen, maar we kunnen hen niet vinden. Maar jij, zeg eens: waar zijn wij? Wie regeert dit land? Het meisje antwoordt: Dido is de koningin die dit land regeert. Jullie zijn in Afrika. Kunnen jullie je metgezellen niet vinden? Vooruit! Ik help jullie! Ik wijs de weg. 5B Het meisje laat de weg zien en vervolgens wendt ze zich af. Een geur van rozen stroomt van haar haren. Plotseling herkent Aeneas haar. Het meisje is moeder Venus! Ach, moeder, waarom verlaat je mij? Roept hij uit. De godin antwoordt echter niet en ze gaat weg. Aeneas en Achates gaan verder. Ze verlaten het bos en ze komen in de stad aan. In de stad zien ze een tempel. Voor de tempel zit een zeer mooie vrouw. Er staan mannen rondom haar. Aeneas en Achates komen dichterbij. De vrouw ziet hen en begroet hen. Ze vraagt: Mannen, wie zijn jullie? Aeneas antwoordt: Ik ben Aeneas, deze is echter Achates. Wij zijn Trojanen, maar wie ben jij? De vrouw antwoordt: ik ben koningin Dido. 6A

Venus bereidt een list voor. Ze roept haar zoon Amor en zegt: Zoon, ik smeek je: help me! Ik ben van plan koningin Dido te bedriegen. De jongen, Ascanius, maakt zich klaar om naar Carthago te gaan en de koningin geschenken te brengen. Dit draag ik je nu op: Jij, neem de gestalte van Ascanius aan en ga naar de stad. Ga naar de koningin en wek de liefde voor Aeneas in haar hart op. Ik bekommer me om de jongen Ascanius. Amor gehoorzaamt de godin. Hij doet zijn vleugels af hij neemt de gestalte van Ascanius aan en gaat naar de stad. Daar nadert hij een paleis. Ondertussen brengt Venus Ascanius in een diepe slaap. Dan tilt zij de jongen uit zijn bed en draagt hem naar de bergen. Daar droomt hij tussen de geurende bloemen. 6B In de gestalte van Ascanius gaat Amor de grote zaal binnen. Daar zit koningin Dido op haar gouden zetel. de trojanen en de Tyriers komen reeds samen. ze gaan op de aanligbedden liggen. de trojanen kijken om zich heen. purperen kleden bedekken de aanligbedden. de gouden lampen glanzen. overal zijn slaven en slavinnen druk bezig. in de keuken bereiden 50 slavinnen de maaltijd voor. in de zaal ontvangen 100 slavinnen de gasten. sommigen zetten tafels neer voor Aeneas en zijn makkers, anderen dragen de wijn aan. ze vullen de bekers en delen ze uit aan de trojanen en de tyriers. Amor gaat naar de koningin en geeft aan haar geschenken. zowel de jongen als de geschenken ontroeren haar.Dido ontvangt de god op schoot en geeft hem kusjes. Amor verdrijft de herinnering aan Sychaus gelijdelijk uit het hart van de koningin. De nieuwe liefde vult haar hart. 6C Na het feestmaal draagt de citerspeler de feestgangers liederen voor. Allen luisteren aandachtig. De gouden lampen verjagen met hun licht de nacht. De ongelukkige Dido neemt een nieuwe liefde op en rekt het gesprek. Ze vraagt veel over Priamus, veel over Hector. Tenslotte zegt ze: Vooruit gast, vertel ons over de hinderlagen van de Grieken, de lotgevallen en de zwerftochten van de Trojanen. Allen zwijgen en ze houden hun ogen gespannen. vervolgens begint vader Aeneas als volgt: Koningin, u beveelt mij en de Trojanen een onuitsprekelijk verdriet te hernieuwen. Maar de nacht is voorbij en de sterren manen tot slaap. waarom wilt u onze lotgevallen weten? Ik kan nauwelijks vertellen, maar toch zal ik beginnen. 7A In het tiende jaar van de belegering kunnen de Grieken de stad Troje nog niet innemen, dus daarom bereidt Odysseus een list voor. Eerst bouwen de Grieken met de hulp van Minerva in het geheim een houten paard. Het paard is reusachtig. Vervolgens vullen ze hem met mannen. Tenslotte varen de overige Grieken \'s nachts vandaan de kust en verbergen zich op het eiland Tenedos. Ze laten het paard aan de kust van Troje achter. De volgende dag kijken we vanaf de muren. We zien noch de schepen noch een legerkamp. Waar zijn de Grieken? Verheugd openen we de poort en rennen we naar de kust. We krijgen een paard in het oog. Waarom staat er een paard op de kust? Is het een geschenk of een list van de Grieken? Sommigen willen het paard met vlammen verbranden, anderen willen het binnen de muren brengen. We weten het niet en twijfelen. 7B Plotseling komt Laocoon, de priester van Appolo met twee zonen aanrennen. Hij roept: Ach, ongelukkige Trojanen! jullie moeten de Grieken niet vertrouwen! De geshenken van de Grieken zijn nooit zinder listen. Misschien zijn er in het paard soldaten ingesloten. Zeker, het paard is geen geschenk van de Grieken. Ik vrees de Grieken en hun geschenken. Vervolgens slingert hij een lans in het paard. Trillend blijft het in het paard steken. Wonderlijk, in het paard zij er klanken van kreunen. Kijk, ver weg slepen de Trojanen een man naar Priamus. de man is geboeid. Voor Priamus blijven ze staan en hij zegt: Ach, welk land ontvangt mij? Mijn naam is Sinon. Ik ben een Griek. Luister naar me! Zonder mij kunnen jullie Troje niet redden. 7C Kijk vanaf het eiland Tenedos,naderen twee reusachtige slangen over de zee.Reeds naderen ze de kust. Ze hebben bloeddoorlopen ogen. En bewegen hun tongen met 3 punten. Ze vallen regelrecht de priester en zijn zonen aan. Ze vallen eerst de zonen aan. Ze slingeren rond de lichamen . De tanden spuwen gif in de jongens. De ongelukkige vader rent er naartoe. Hij probeert de slangen met een lans te doden.Nu vallen de slangen echter de vader aan. Ze wikkelen hem kronkelend in en proberen hem te doden. Laocoon heft zich op en schreeuwt naar de hemel en roept de goden aan.Tevergeefs Hij gaat de dood tegemoet. Een huivering. Waarom straffen de goden de priester op deze manier ? 8A Wij breken de muren van Troje open en trekken het paard de stad binnen. O vaderland, o Troje, o muren. Viermaal blijft het paard in de poort steken. Viermaal geven de wapens van de Grieken in de buik van het paard geluid. Maar wij gaan verder en wij zetten het paard in de stad. Cassandra, de dochter van Priamus, maakt onze lotsbeschikkingen bekend, maar wij geloven haar niet. Wij versieren de tempels van de goden met bloemenkransen. Deze dag is voor ons een feestdag. De vochtige nacht reist op uit de oceaan en bedekt het land met dikke duisternis. In het geheim naderen de schepen van de Grieken vanaf het eiland Tenedos Troje. Intussen bevrijdt Sinon de Grieken uit de buik van het paard: Slimme Odysseus, Pyrrus, zoon van Achilles, Menelaus, echtgenoot van Helena. Ze doden de bewakers van de poorten en openen de poorten voor de overige Grieken. Ach, wij, Trojanen, wij zijn door onze slaap en wijn overwonnen. 8B Kijk in mijn slaap verschijnt de bedroefde Hektor voor mijn ogen. Hij huilt. Ach, wat ziet hij er uit! Hij draagt zeer veel wonden. Zijn voeten zijn gezwollen. In mijn droom begin ik te huilen en zeg: “O Hektor, o betrouwbare redding van Troje! Hoe ik jou na veel doden en na allerlei inspanningen eindelijk zie!” Hij zucht en roept uit: “Ach vlucht zoon van een godin! Je moet je ontrukken aan de vlammen! De vijand heeft de muren (ingepikt). Het hoge Troje stort in. Wij kunnen Troje niet meer verdedigen. Er is genoeg gegeven aan Priamus en het vaderland. Redt de stadsgoden van Troje” Intussen nadert meer en meer strijd ons huis. Geluid van wapens en van schreeuwende Trojanen wekken mij uit m’n slaap. Ik ren naar buiten. Van alle kanten hoor ik geschreeuw. Overal zie ik bloed. Overal maken de Grieken een bloedbad. 8D Midden in het paleis staat een groot altaar. Daar zitten Hecuba en haar bange dochters. Zij zien de hoogbejaarde Priamus in zijn wapenuitrusting naderen. Hecuba roept verschrikt uit:\"Mijn ongelukkige echtgenoot, wat zet jouw aan tot strijd?\" \"Waar ga je heen?\" Kom hierheen! Deze tijd heeft niet een zodanige hulp nodig. En ze plaatst hem bij haar bij het altaar. Kijk! Een van de zonen van Priamus vlucht naar het altaar door de wapens van de Grieken heen. Pyrrhus zit hem achterna. Hij grijpt hem, hij houdt hem vast, hij doorboort hem met een zwaard. Voor de ogen van Priamus en Hecuba stort Hector veel leven met bloed uit. Pyrrhus grijpt ook hem en sleept hem terug naar het altaar. Priamus staat woedend van het altaar op en hij probeert Pyrrhus aan te vallen. Maar tevergeefs. Daar, in het bloed van zijn zoon en voor de ogen van zijn echtgenote, slaat hij het hoofd van Priamus met een zwaard van zijn schouders af. Ik huiver: waar zijn mijn echtgenote, mijn zoon en mijn vader? 9B Kijk, plotseling verschijnt de gestalte van mijn moeder aan mij voor mijn ogen.In de nacht straalt zij met een helder licht.Ze pakt mij vast bij mijn rechterhand.Ze begint met haar rozenmond te praten: \"Zoon,welk zo groot verdriet wekt bij jou onbedwingbare woede op?Waarom ga je zo tekeer? Waarom zorg je niet voor je vader Anchises en je echtgenote Creusa en je zoontje Ascanius? De Grieken vallen hen al aan. De gehate Helena en de rokkenjager Paris zijn vrij van schuld. De onbarmhartigheid van de goden richt de stad Troje ten gronde. Ik zal het je laten zien. Aanschouw! Hier doet Neptunes met zijn drietand de muren van de stad hevig schokken en haalt Troje van zijn fundamenten. Daar houdt Iuno de poorten bezet,en ze roept de Grieken van de schepen af. Reeds zit de woeste Minerva boven op de burcht. De vader van de goden zelf schenkt moed aan de harten van de Grieken. Vlucht,zoon, en hou op met vechten\" 9D Maar vader Anchises strekt zijn handpalmen blij naar de hemel uit en bidt:\"Vader van de goden en mensen, aanschouw ons en geef opnieuw een gunstig voorteken\" Plotseling valt er een ster van de hemel en blijft boven ons huis staan. Vader roept uit: \"Nu,nu is er geen uitstel meer. Dit teken, goden, komt van jullie. Zoon, ik weiger niet langer met je mee te gaan\" Ten midden van vele Trojanen vluchten wij. Ik draag vader op mijn schouders. Vader draagt de Penaten van Troje. met mijn linkerhand hou ik vader vast, met de rechter Ascanius. De kleine jongen kan met zijn voeten het tempo nauwelijks bijhouden. Achter ons gaat Creusa voort. Plotseling horen wij een luid geschreeuw. Verschrikt rennen wij in uiteenlopende richtingen. Na vele uren komen wij buiten de stad samen bij een verlaten tempel. Een van ons ontbreekt. Ach, Creusa, waar ben je? 9E Ik sta versteld, haar haren staan overeind, mijn stem stokt in mijn keel. Dan begint de schim van Creusa zo tot mij te spreken: \"Lieve echtgenoot, wat helpt het om aan een dwaas verdriet toe te geven. Niet zonder de wil van de goden gebeuren deze dingen. Creusa kan niet met jou vertrekken. De wil van de goden verbiedt hett. Na lange zwerftochten wachten jou een koninklijke echtgenote en een koninkrijk in het land Hesparia. Hou op met huilen om Creusa. Ik zal niet als slavin van de Grieken weggaan naar Griekenland. En nu,vaarwel, en bewaar je liefde voor onze zoon\" Na deze woorden verlaat ze mij. Driemaal probeer ik mijn arm om haar hals te leggen. Driemaal vlucht haar schim weg. Dan pas, midden in de nacht, zoek ik mijn makkers weer op. Over de zee verlaten we Troje,zonder Creusa. 10A Maar de koningin is allang door nieuwe liefde gewond. Het gelaat en de woorden van de man blijven in haar hart steken. Ze geven geen vredige rust aan haar ledematen. Bij het eerste licht zei Dido tegen haar zus,Anna: \"Zus Anna,welke dromen kwellen mij? Wat voor nieuwe gast heeft onze kusten bereikt. Over welke oorlog heeft hij verteld ,over hoeveel zeeën heeft hij rondgedwaald. Hij is zeker van goddelijke afkomst. Na de dood van mijn echtgenoot Sychaeus,heeft alleen deze mijn hart geroerd. Ik herken de sporen van het oude liefdesvuur. En toch,o Sychaeus, wil ik je niet kwetsen en niet mijn trouw aan jou schenden. Jij hebt als eerste mij aan jou verbonden. Jij hebt nog steeds mijn liefde en bewaart die in jouw graf\" Zo sprak zij, en meteen vulde zij haar gewaad met tranen. 10B Anna antwoordde aan haar geliefde zus: \"O lieve Dido, het past jou niet eeuwig bedroefd te zijn. Je wenst toch niet altijd alleen en zonder kinderen een leven te leiden. Waarom geef je niet toe aan de liefde. Geen mannen hebben jou ooit op andere gedachten gebracht,noch in Afrika,noch in de stad van de Tyriërs. Iarbas heeft je ten huwelijk gevraagd en andere koningen van Afrika ook. Jij echter hebt altijd geweigerd. In Afrika omringen nu vijanden ons. Misschien bereidt onze broer wel een oorlog tegen ons voor. Zeker door de hulp van de goden zijn de schepen van de Trojanen hier naartoe gedreven. Door de verbintenis van de twee volken zal onze stad krachtig zijn. De roem van Carthago zal zich naar de sterren verheffen door et verenigde leger.Vraag jij slechts toestemming aan de goden en verzin redenen voor uitstel\" Door deze woorden zette zij het hart van Dido in vuur en vlam en zij gaf hoop aan haar weifelende geest en maakte haar gevoel voor schaamte los. 11A

Intussen verliet Aurora de oceaan. Veel Trojanen en Tyriërs haastten zich naar het paleis. Ze dragen netten, strikken en lansen. Honden zijn ook aanwezig. De voornaamsten der Tyriërs wachten bij de drempel van het paleis op de koningin. Kijk, daar komt ze. Een geweldige menigte slavinnen omringt haar. Ze aarzelt een beetje. Ze blijft op de drempel staan. De purperen mantel van Dido is met goud versierd. Een gouden diadeem bedekt haar haar. Aeneas ging naar haar toe en voegde de groepen Trojanen en Tyriërs samen. zoals in het begin van de lente Apollo over de bergruggen van het eiland Delos voortschrijddt en de reidansen opnieuw instudeert, zo ging Aeneas zelf; een zo grote charme straalde van hem af. De Tyriërs en Trojanen verlieten de stad en gingen naar de steile bergen. Kijk hier renden wilde geiten van de bergen naar beneden, daar verlieten herten de dichte bossen en staken het uitgestrekte veld over. De jonge ascanius zat op zijn paard en ging blij nu eens deze, dan weer die mensen in galop voorbij. 11B Plotseling dondert de hemel met groot gerommel. Regens storten neer en de beken zijn gezwollen van waterstromen van de bergen. Een zwarte nacht bedekt ons land. Tyriërs en Trojanen zoeken hevig verschrikt over de akkers afgelegen huizen. Dido en de leider van de Trojanen kwamen in dezelfde grot terecht. Toen gaf Juno een teken. Vuren flitsten en vanaf de toppen van de bergen riepen nimfen oehoe. Arme Dido, deze dag is voor jou de oorzaak van het kwaad en van jouw dood geweest. Jij kommerde je niet meer om je goede naam, je verborg je liefde niet meer. Jij hebt je heimelijke liefde een huwelijk genoemd. Terstond rende Fama, die gruwelijke godin, door de grote steden van Afrika. Ze vulde de harten van de mensen met verschillende praatjes en bezong wat er wel en wat er niet gebeurd was. 12A

Intussen was Fama naar het palijs van Iarbas gegaan. Zij kwam aan bij de oren van de vorst en vertelde hem het hele verhaal. Aeneas, leider van de Trojanen, was met zijn makkers naar de kust van Afrika gekomen. Vervolgens had koningin Dido hen in Carthago vriendelijk ontvangen. Op een zekere dag waren de Tyrieërs en de Trojanen op jacht gegaan. Toen was er opeens een storm uitgebroken. De Tyrieërs en de Trojanen waren versprijd over de akkers naar diverse huizen gegaan. Dido en de leider van de Trojanen waren in dezelfde grot terecht gekomen. Wat was er in de grot gebeurt? Niemand heeft het geweten. Sins die tijd zorgde zij niet meer voor haar goede naam en verborg zij haar liefde niet meer. Nu verwaarloosde zij haar taan en brengt in luxe hartstocht de wintER door. Zo wekte Fama woede in het hart van de koning op. Iarbas was een plichtsgetrouwe koning. Hij had 100 tempels opgericht in zijn uitgestrekte koningkrijk ter ere van Jupiter. Voor de tempels brandden altijd vuren. De altaren waren nooit zonder bloedvan de offerdieren. Iarbas bleef voor de altaren staan en tussen de beelden van de goden. Hij tilde zijn armen smekend op en hij smeekte Jupiter... 12B

Almachtige Juppiter, ziet u dit? Indien u werkelijk almachtig bent, help mij! Of zijn wij tevergeefs bang voor u, wanneer u met uw bliksems slingert en uw vuren in de wolken ons hart tevergeefs bang maken.Ik, nadat Dido met de Tyriers uit haar vaderland in Africa is aangekomen, heb haar goed ontvangen. Ik gaf haar een woning toen ze in onze gebieden rondzwierf. Zij heeft met mijn hulp een zeer mooie stad kunnen stichten. Deze vrouw heeft een huwelijk met ons afgewezen en ze heeft Aeneas opgenomen in haar koninkrijk. En nu heeft hij, zoals Paris,met zijn halfverwijfde metgezellen haar hart in vuur en vlam gezet. Hij draagt de muts uit Phrygie, zijn haar is nat van de geurtjes. Wij droegen toch niet tevergeefs onze geschenken naar uw tempels? Hij de almachtige heeft naar hem geluisterd en wendde zijn ogen naar de stadsmuren van Carthago. Daar ziet hij de geliefden, koningin en haar gast. 13A Mercurius Zodra Mercurius met zijn gevleugelde voeten de aarde aanraakte, zag hij Aeneas, die nieuwe huizen aan het bouwen was. Hij droeg een zwaard, dat Dido hem had gegeven. Een purperen matel, die Dido voor hem had gemaakt, hing om zijn schouders. Meteen viel Mercurius met deze woorden aan: Jij, die zette de fundamenten in Chartago neer en een mooie stad voor Dido bouwde, waarom gaf je niet meer om je eigen rijk? De vader van de goden, die de hemel en land wil regeren, stuurde mij weg van de beroemde Olympus. Zelf beveelt hij me, deze opdrachten door de lucht, jou te brengen. Waar ben je mee bezig? Met welke hoop breng jij je tijd door in Afrika omringd door vijanden? als geen ander verlangen jou ontroert, bekommer je je dan tenminste om Ascanius, die in Italië een rijk te wachten staat. Het is jou niet toegestaan in Afrika te blijven. Lotsbeschikkingen staan in de weg. Nadat deze woorden gezegd waren, verdween hij uit zijn ogen. De haren van Aeneas staat overeind door de vrees en zijn stem stokt in zijn keel. Hij w l weggaan en meteen verlaten ze Afrika. 13B Dido

Intussen had de koningin een voorgevoel over de list van de Trojaanse leider, want wie kan iemand misleiden die verliefd is? Immers die goddeloze Fama had het plan van Aeneas aan haar overgebracht. In vuur en vlam woedde zij zoals Bacchante geheel over de stad. Eindelijk sprak zij uit eigen beweging Aeneas met deze woorden aan: \"Jij onbetrouwbare, wilde jij in het geheim uit mijn lang weggaan? Waarom bereid jij je voor om in de winter over de zee te gaan varen? Vlucht jij voor mij? Houdt noch onze liefde, noch onze rechterhand, noch de dood van Dido jou in bedwang? Bij deze tranen, bij jou rechterhand, bij ons huwelijk, smeek ik je: Heb medelijden met mij en laat dat plan gaan. Wegens jou haten de Afrikaanse volkeren en de tiranen mij. Wegens jou zijn mijn Tyriërs mijn vijanden geworden. Wegens jou is mijn goede naam ten onder gegeaan. Van alle kanten laat iedereen mij in de steek: Ik heb zelfs niet een klein kind, een klein Aeneasje, dat met zijn gelaatstrekken aan jou doet denken\" zegt zij. 13C Aeneas Maar Aeneas hielt zijn ogen onbewogen en duwde de liefde in zijn hart weg. Eindelijk antwoorde hij in weinig woorden: \"Nooit, koningin, zolang ik leef, dat leven die mijn ledematen regeert, heb ik de herinneringen aan jou weggezet. Ik zal altijd dankbaar en denkend aan onze liefde blijven. Ik heb de lucht niet willen verbergen, noch heb ik jou belooft te trouwen. Nadat Troje ingenomen was door de Grieken hebben lotsbeschikkingen mij en mijn vrienden hierheen gebracht. Dezelfde lotsbeschikkingen dwingen mij weg te gaan. Ik kan niet een leven leiden, zoals het mij bevalt. \'s Nachts waarschuwt vader Anchises\' beeld mij, dat in mijn slaap verschijnt. Overdag waarschuwt de aanblik van kleine Ascanius me, die ik van het rijk en van de stad zal beroven, als ik in Afrika zal blijven. Ook Jupiter zelf stuurt Mercurius een bericht voor mij vanaf de grote Olympus, die bracht de opdracht en door een briesje en hij beval mij Italië op te zoeken.Zelf heb ik de god duidelijk in het licht gezien en met deze oren heb ik zijn stem gehoord. Houdt op met klaccchten ons in vuur en vlam te zetten, ik zoek Italië niet uit eigen beweging op.\" 13D De dood van Dido

Intussen had de koningin onder de blote hemel een brandstapel opgericht, waarop ze de klern van Aeneas had neergelegd: en het zwaard wat ze van Aeneas had gekregen, en een afbeelding van de man op het bed, waarin ze vaak hebben geslapen. Deze brandstapel beklom ze zenuwachtig. Het zwaard ging en de laatste woorden werden gezegd: \"Lieve overblijfselen, neem deze ziel aan. De levensloop, die het lot had gegeven, heb ik voltooid. Nu zal ik als schim onder de aarde gaan. Ik heb een zeer mooie stad gesticht en heb de stadmuren gezien. Ik zou gelukkig zijn geweest, als de schepen van de Trojanen nooit mijn kust hadden aangeraakt. Maar laten we nu sterven. Zò.. zo bevalt het me onder de schimmen te gaan\", zei ze. Vervolgens vervloekte ze Aeneas en midden in deze woorden doorboorde ze haar borst met het zwaard. Zodra Anna dit gehoord had kwam ze aanrennen. Ze beklom de brandstapel, hielt haar zuster op schoot en stelpte het donkere bloed met haar kleed. Driemaal probeerde Dido zich op te richten en driemaal is ze in het bed terug gerolt. Zo zeer schrijnde de wond onder haar borst. Toen zocht ze met dwalende ogen in de hemel het licht en nadat ze het gevonden had, zuchte ze een keer. Zo verliet de ziel het lichaam van Dido. 14A Ontmoeting met Dido

Plotseling zag Aeneas in het dichte bos Dido ronddwalen. Zodra hij haar door de duisternis heen had herkend, zei hij huilend: \"Ongelukkige Dido, ik had al eerder gehoord, dat jij jezelf met het zwaard de dood had aangedaan. Nu pas begrijp ik dat dit bericht waar is. Ach, ik heb voor jou de oorzaak geweest van jouw dood. Ik zweer bij de sterren, o koningin, dat ik tegen mijn zit jouw kust heb verlaten. Maar de bevelen vcan de goden, die me nu dwingen door dit schimmenrijk te gaan hebben mij toen gedwongen van jou stad weg te gaan. Ik kon het niet geloven dat mijn vlucht jou veel kwaad aanbracht. Waar ga je heen? Blijf staan, ik smeek je. Voor wie vlucht je? Vlucht je voor mij?\" Met deze woorden probeerde hij haar hart te bewegen, Dido bleef staan, maar hielt haar ogen afgewend. Onbeweeglijk stond ze daar, zoals een harde eik of een ijskoude rots. Eindelijk vluchte ze naar een mirthe bosje, waar haar vroegere echtgenoot Sychaeus haar met veel liefde opving. 14B Ontmoeting met Anchises Zodra vader Anchises Aeneas over de vlakte zag aankomen, strekt hij blij zijn handen uit naar hem en riep: \"Eindelijk ben je gekomen, mijn allerliefste zoon. Eindelijk staat het mij vrij jouw gezicht te zien en jouw stem te horen. Want vroeger had ik al gehoord dat jij na veel zwerftochten eindelijk in Afrika bent aangekomen; koningin Dido heeft jou en jouw mannen vriendelijk ontvangen. Ook had ik gehoord dat Jupiter Mercurius naar jou heeft gestuurd; dat hij jou had bevolen de koningin te verlatewn en Italië op te zoeken. Ik ben zeer blij dat jij hebt gehoorzaamd aan het bevel van Jupiter.\", zo sprak hij. Aeneas antwoordde: \"O vader, jouw bedroefde beeld, dat mij vaak in mijn slaap verscheen dwong mij hierheen af te dalen. Geef mij de rechterhand. Ontrek je niet aan mijn kussen.\" Driemaal probeerde Aeneas zijn armen rondom de hals van zijn vader te leggen.. Driemaal ontsnapte de schim van Anchises hem. 14C

Intussen zag Aeneas in een vallei een vredig riviertje. Rondom deze vlogen ontelbare stammen en volkeren. Zoals in de zomer de bijen rond e stralende lelies vliegen: Het hele veld weerklinkt van het gezoem. Aeneas huiverde en vroeg vader\'s reden: \"Zeg mij, vader, welke rivier is dit? Welke mannen, vullen de oever in zo\'n grote stoet?\" Toen antwoordde vader Anchises aan zijn zoon. \"Dit is de rivier de Lethe. Dit zijn geen mannen, maar zielen van gestorven mannen. Ik zal je alles uitleggen. En vader Anchises vertelde zijn zoon dat het leven in het lichaam is opgesloten in een kerker na de dood gaan zij naar de onderwereld dat vervolgens een god de zielen bij de rivier de Tethe bijeenroept dat de zielen daar een langevergeteldheid in drinken. Tenslotte keerden zij terug in een nieuw lichaam. 14D Vader Anchises wees tussen de menigte van zielen bepaalde uitstekende mannen met zijn vinger aan en zei: \"Kijk! Hier zie je jou toekomstige nakomers: Romeinen, die uit onze afstammingen geboren zullen worden.\" En hij roonde zijn zoon de stichters van Rome, de troste koningen, de consuls, en helden van de republiek, en de goddelijke augustus. Toen zei hij: \"De Grieken zullen welliswaar beter standbeelden van marmer kunnen beeldhouden en processen voeren en met een passer de omwentelingen van de hemel beschrijven. Maar jouw kunst zal het zijn, Romein, de volkeren met gezag te regeren om rechtvaardige vrede op te leggen om onderworpenen te ontzoen en hoogmoedigen volkomen te overwinnen. Zo stak Anchises de liefde voor de toekomiste roem van zijn zoon Aeneas in vuur en vlam. Vervolgens liet hij zijn zoon uit de onderwereld gaan. Aeneas keerde blij terug naar de schepen, waar zijn makker en de kleine Ascanius hem verwachten. In zijn geest bleven de woorden van zijn vader hangen.

REACTIES

".

".

leuke site

18 jaar geleden

K.

K.

ty

15 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.