Antwoorden hoofdstuk 5
1 a Politiek heeft te maken met het verkrijgen, verdelen en uitoefenen van macht.
1 b Macht is het vermogen om iets te doen.
2 Niet iedereen heeft dezelfde mogelijkheden om macht uit te oefenen, niet iedereen heeft de vaardigheden om macht uit te oefenen, en sommige mensen willen er niet eens gebruik van maken.
3 a Het is een regeringsvorm waarbij mensen hun eigen regering kiezen en hun staat naar eigen inzicht inrichten, mits de burgers hun grondrechten behouden.
3 b Dat zijn de mensen die ervan zijn overtuigd dat de beste manier om politieke problemen op te lossen, een juiste toepassing van de democratie is.
4 *Volkssoevereiniteit.
*De macht van de regering wordt beperkt doordat zij zich moet houden aan bepaalde grondrechten.
*Burgers hebben het recht om mee te beslissen.
5 *De vrijheid om te denken, te geloven, te zeggen en te schrijven wat men wil.
*Gelijkheid van iedereen voor de wet.
*Recht op bescherming, privé-leven en bezit.
*Vrije verkiezingen in een twee- of meer- partijenstelsel.
*Recht op een menswaardig bestaan.
*Bereidheid om compromissen te sluiten en rekening te houden met groepen die in de minderheid zijn.
*Vertrouwen van de bevolking in de parlementaire democratie.
6 a De burgers nemen gezamenlijk beslissingen.
6 b Burgers kiezen vertegenwoordigers die de beslissingen nemen.
6 c Er wordt een parlement gekozen, de burgers kunnen het beleid ook beïnvloeden, door het recht van initiatief en referendum.
7 *Evenredige vertegenwoordiging:
Alle uitgebrachte stemmen worden opgeteld en dan gedeeld door het aantal zetels (kiesdeler).
*Districtenstelsel:
Het land wordt verdeeld in kiesdistricten, er zijn evenveel districten als zetels in de tweede kamer.
REACTIES
1 seconde geleden