Verbranding vertering

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Antwoorden door een scholier
  • Klas onbekend | 1413 woorden
  • 2 mei 2006
  • 85 keer beoordeeld
Cijfer 6
85 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
Ontdek de veelzijdigheid van Scheikunde!

In de bachelor Scheikunde in Amsterdam bestudeer je alle richtingen van de chemie om bestaande processen, producten en materialen te verbeteren en nieuwe te ontwerpen. Van moleculen tot duurzaamheid, jij maakt het verschil! Ervaar zelf hoe het is om in Amsterdam Scheikunde te studeren en kom op 10 april Proefstuderen!

Lees meer en kom Proefstuderen!
Opdracht 1 practicum

1 de vlam die gaat uit als ik het potje over de kaars heen zet
2 er komt tegen de binnen kant van het potje condens te zitten (damp)
3 de bodem van het jampotje is helemaal nat

opdracht 2 practicum

Het kalkwater wordt
Gekookt water + kalk
Spuitwater + kalkwater
1
2 je kunt koolstofdioxide aantonen met helderkalkwater

opdracht 3 practicum

1 ik verwacht dat het kalkwater wit grijs wordt
2 om zeker te kunnen zijn van je zaak heb je 3 jampotjes nodig
3 ja er moet helderkalk water in de andere 2 potjes vanwege vraag 2
4 ja er moet een kaars in het 2 potjes en aan vanwege vraag 2

1e jampotje 2e jampotje 3e jampotje
Troebel
helder
Opdracht 4

Verbranding bij een kaars
Kaarsvet+zuurstof water+koolstofdioxide+energie(lichten warmte)
(brandstof) (verbrandingsproducten)

opdracht5 practicum
Lucht De 1ekeer brand de kaars De 2ekeer brand de kaars
Ingeademde lucht ……seconde ……seconde
Uitgeademde lucht ……seconde ……seconde
-Uitgeademde lucht bevat meer/minder zuurstof dan ingeademde lucht.
-het kalk water wordt wel/niet troebel
opdracht 6 practicum

Lucht Het kalkwater word
Ingeademde lucht Wel troebel / niet troebel
Uitgeademde lucht Wel troebel / niet troebel

Uitgeademde lucht bevat meer/ minder koolstofdioxide dan ingeademde lucht
Opdracht7

1 als je tegen een ruit ademt dan raak je in princiepen water kwijt
2 uitgaande lucht bevat meer waterdamp dan ingeademde lucht
3 uitgaande lucht is warmer

opdracht 8

1 zuurstof komt meer voor in ingeademde lucht
2 koolstofdioxide komt meer voor in uitgaande lucht
3 van stikstof is het gelijk gebleven
4 nee je neemt bij het ademhalen geen stikstof op in je bloed want het gaat er allemaal weer uit
5 ja uitgeademde lucht bevat nog 16% zuurstof

opdracht 9

glucose +zuurstof energie+koolstofdioxide+water
(brandstof) (verbrandingsproduct)

opdracht 10 practicum

1 je gaat veel langzamer in helen en snel en trillend uitademen
2 ik krijg het door mijn inspanningen wel wat warmer
3 mijn hart ging veel sneller kloppen

opdracht 11

1 er vind in de celen als je , je inspant meer verbranding plaats
2 je ademhaling moet dan regelmatig zijn omdat de celen de brandstoffen beter af kunnen voeren dan
3 je krijgt het warm doordat sommige celen het niet meer kunnen afvoeren
4 je hart gaat sneller kloppen omdat de cellen harder gaan werken

opdracht 13

1 neusholte, keelholte, strottenhoofd, luchtpijp, dan gaat het je longen in, dan komt het langs je bronchiën, dan komt het in een luchtpijptakje en dan in da long blaasjes.
2 in de neusharen worden de ingeademde luchten een soort van gereinigd het haalt alle grove deeltje uit je longen
3slijm producerende cellen zorgen ervoor dat ziekte verwekkers en de kleien stof deeltjes blijven kleven
4 de functie van trilhaar cellen in het neusslijm gebied is dat de ziekteverwekkers niet in de log blaasjes terecht komen
5 de functie van het produceren van neusslijm is dat de lucht nog wat vochtiger wordt en het verwarmt de lucht en er lopen bloedvaatjes
6 je snuift ingeademde lucht heel goed omdat er boven in je neus holte het reuk zintuig bevind
7 ademen door je neus is vele male beter dan door je mond omdat als de lucht door je neus heen gaat word het 2 x gereinigd en het word verwarmt het maakt het heel wat makkelijker want er wordt vocht bijgedaan en je kunt dan dingen reuken en dat kan niet met je mond

opdracht 14

1 je stembanden liggen in je strothoofd
2 de functie van het strotklepje is dat je niet heel erg snel verslikt
3 de functie van de huig is dat er geen eten of drinken in je neusholte terecht komt
4 je huig en het strotklepje sluiten als je eten weg aan het slikken bent
5 nee je kan niet tegelijk tijd slikken en ademhalen want dan stik je
6 als je verslikt dan komt er eten of drinken in je neus of keel holte

opdracht 16

1 de luchtpijp en de bronchiën komen aan hun stevigheid door dat de wanden er van ijzervormige kraakbeen bevatten
2 aan de boven kant van het plaatje maar er achter als je het kantelt
3 in de luchtpijpvertakkingen bevatten te heel erg veel spiertjes
4 de luchtpijp en de bronchiën zijn bekleed met slijmproducerende cellen en trilhaardjes

opdracht 17

2 er vind gaswisseling plaats in de longblaasjes
3 het voordeel dat de wand zo dun is bij de longblaasjes is dat er makkelijk dingen kunnen worden opgenomen in het bloed
4 het voordeel dat het oppervlak van de longblaasjes zo groot is, is dat er dan makkelijk gaswisseling plaats kan vinden

opdracht 19

Zuurstofgehalte koolstofdioxidegehalte
Bij 1:instromende lucht
Bij 2:uitstromende lucht
Bij 3:bloed dat naar de longblaasjes toe stroomt
Bij 4:bloed dat van de longblaasjes wegstroomt

Opdracht 20

1 tot voor kort ging de aandacht uit naar het hart
2 dat mensen die iets aan hun longen hebben minder goed of maar beperkte dingen kunnen uitoefenen
3

opdracht 21

1 tabaksrook bevat meeste al verschillende gassen en fijne teerdrupeltjes
2 koolstofmonoxide is ook een gas die veel voorkomt in sigaretten
3 als schadelijke gevolg heeft het dat je bloed minder zuurstof kan opnemen
4 een van de stoffen die voor komt in teerdrupeltjes is nicotine
5 je kunt je door de eerste keer te roken een beetje misselijk gaan voelen of /en duizelig
6 we spreken van passief roken als je de rook van een ander in ademt
7 niet rokers worden beschermd door de wel rokers in een rook ruimte te plaatsen
8 rokers krijgen van de ziekte long - of hart kanker last
9 door de reclames van tv of door wat er op de pakjes staat

opdracht 22

1 er rookten in 1997 35% van de nl’s
er rookte 32% vrouwen
en er rookte39 % mannen
2 er rookten in 1958 60 % van de nl’s
er rookte 29% vrouwen
en er rookte90 % mannen
3percentage van rokende mannen is met 53% gedaald
4 percentage van rokende vrouwen is met 1% gestegen

opdracht24 practicum

1 via de rib ademhaling en via de buikademhaling hun je ademen
2 je gebruikt dan maar 1 manier

opdracht 25

1 de ribben zitten aan de wervelkolom als je via de borstademhaling adem haalt
2 de ribben zijn verbonden bet het borstbeen bij de buikademhaling
3 in afbeelding 29.1 is de inhoud van de longen het grootste
4 de richting van het bewegen van de ribben en het borstbeen is naar voren toe
5 dan bewegen ze naar achter

opdracht 26

Ribademhaling
Inademen Uitademen
1 de ribben en het borstbeen gaan omhoog 1 de ribben en het borstbeen bewegen omlaag
2 de borstholte word groter 2 de borst holte word kleiner
3 de longen worden groter 3 de longen worden kleiner
4 lucht stroomt naar binnen 4 lucht stroomt naar buiten

Opdracht 27

1 het middenrif is een spier dat de romp in de borstholte en de buikholte scheiden
2 de inhoud is het grootst in afbeelding 30.1
3 als je inademt dan beweegt het middenrif naar beneden bij de buikademhaling
4 bij het uitademen beweegt het midden rif omlaag

opdracht 29

Buikademhaling
Inademen Uitademen
1 de middenrif beweegt omlaag 1 de middenrif beweegt om hoog
2 de borst holte word groter 2 de borstholte word kleiner
3 de longen worden groter 3 de longen worden kleiner
4 de lucht komt er in 4 de lucht gaat eruit

Opdracht 31

1 de hoeveelheid lucht die in de longen komt verstaan we onder ademvolume
2 de lucht die max. kan worden in geademd noemen we vitale capaciteiten
3 het verschil tussen vitale capaciteiten en ademvolume is dat vitale capaciteiten het max. male zijn en dat ademvolume het gemiddelde is van wat je normaal doet
4 je kunt vitale capaciteiten bepalen door eerst zo diep mogelijk in te ademen en dan te meten hoeveel lucht je weer uitademt
5 het min. van een van een volwassenen van de longvolume is 0,5 liter
6 het gem. van een volwassenen is …liter van longvolume
7 het gem. van een volwassenen is … liter van vitale capaciteiten

opdracht 32

1
P= rustige ademhaling
Q= hele diepe uitademing
R= hele diepe inademingen
S= rustige ademhaling
T= hele diepe inademing
2
A=
B=
C=
D=
E=

Opdracht 34

1 de naam cara bevat astma bronchitis en longemfyseem
2 ze worden onder een naam samengevat omdat ze allemaal geen kenmerken hebben
3 door het dikke slijm en door de spieren die zich samen trekken kunnen de luchtwegen nauwer worden
4 bronchitis is een ontsteking in de luchtpijp
5 longemfyseem is een ziekte waarbij het einden van de longblaasjes minder elastisch worden
6 door niet in aanraking te komen met stof rook of met dieren kunnen cara patiënten proberen het te verminderen
7 om dat stof en haartjes veroorzaakt en dat kan dus voor een aanval zorgen

opdracht 35

1 de mensen die hooikoorts hebben krijgen verschrikkelijke jeuk of brandende keel neus of ogen
2 als je in het voorjaar hooikoorts last hebt heb je vaak last van stuifmeelkorrels
3 als je in de herfst last hebt van hooikoorts dan heb je last van schimmelsporen
4 bij een allergie kun je niet tegen een bepaalde stof
5je kunt merken dat je met een stof in aanraking bent geweest door dat je dan een brandend gevoel hebt overal jeuk je krijgt dan huid uitslag en ontstekingen

REACTIES

A.

A.

staat er bij 8 geen

13 jaar geleden

B.

B.

djw heeft er geholpen

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.