Uitwerkingen | Biologie voor Jou | Thema 5 | Ordening en Evolutie | HAVO 4
Basisstof 1 | Ordening in vier rijken
__________________________________________________________________________________
1.1 De indeling van twee rijken is onjuist, omdat er organismen zijn die zowel kenmerken hebben van planten en van dieren.
1.2 - het aantal cellen waaruit organismen bestaan.
- het in hebben van organellen.
-het bezit van celwanden.
- de grootte van de cellen.
- de voedingswijze.
1.3 Sponzen horen bij de meercellige dieren, mossen horen bij de meercelligen planten en de gisten behoren tot de ééncellige schimmels.
1.4 - Organische stoffen zijn afkomstig van organismen of van producten van organismen.
- Organische stoffen bestaan uit relatief grote, ingewikkeld gebouwde moleculen.
- Anorganische stoffen komen zowel in organismen als in de levenloze natuur voor.
- Anorganische stoffen bestaan uit kleine, eenvoudig gebouwde moleculen.
1.5 ijzer, koolstofdioxide, stikstof, water en zuurstof.
1.6 Een watermolecuul bestaat uit twee waterstofatomen en één zuurstofatoom.
1.7 Autotrofe organismen nemen uit hun omgeving alleen anorganische stoffen op (water, koolstofdioxide, zouten, zuurstof). Hieruit maken ze de organische stoffen waaruit ze bestaan (koolhydraten, eiwitten, vetten). Autotrofe organismen hebben geen andere organismen nodig voor hun voedsel.
1.8 Heterotrofe organismen zijn niet in staat organische stoffen te maken uit alleen anorganische stoffen als grondstoffen. Ze moeten organische stoffen van andere organismen als voedsel opnemen. Hierbij zijn ook anorganische stoffen nodig. Deze nemen ze uit hun omgeving op.
2.1
Helaas kan dit bestand niet worden weergeven. Ik zal proberen tabel-opgaven zo min mogelijk niet te laten zien.
Probeer de opdracht zelf met je eigen verstand. Succes!
3.1 De tijger behoort tot de afdeling gewervelden, de klasse zoogdieren, de orde roofdieren, de familie katachtigen en tot het geslacht panters.
3.2 Roofdieren, knaagdieren en vleermuizen.
3.3 Katachtigen, hondachtigen en marterachtigen.
3.4 Panters, katten en jachtluipaarden.
3.5 Met een kat, want ze behoren allebei tot dezelfde familie.
3.6 Het aantal soorten is groter dan het aantal geslachten. Want geslachten zijn op te splitsen in verschillende soorten.
3.7 Dieren die tot hetzelfde geslacht horen vertonen meer overeenkomsten dan dieren die tot dezelfde klasse behoren.
4.1 Je kan een virus levend noemen, omdat een virus zichzelf kan voortplanten d.m.v. een gastcel
4.2 Alle organismen bestaan uit cellen; virussen niet.
4.3 Een virus bevat geen erfelijke eigenschappen.
4.4 De cel is dan ziek; virussen kunnen hun gastheer ziek maken, doordat er cellen van de gastheer ten gronde gaan.
4.5 Dit gebeurt bij cellen die zich bevinden in de neus.
4.6 Nee, medicijnen hebben geen effect op virussen.
4.7 Wanneer de gastheer een cel van een bacterie is; kan deze ten gronde gaan. Als je een bacterie dus inent met een virus kunnen cellen van een bacterie ten gronde gaan.
[WAARSCHUWING: deze antwoorden mag je overschrijven, maar correctheid van de uitwerkingen is niet gegarandeerd!]
REACTIES
1 seconde geleden