Erfelijkheid en evolutie

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Antwoorden door een scholier
  • 2e klas vmbo | 498 woorden
  • 23 april 2005
  • 344 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
344 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
Overweeg jij een maatschappelijke studie? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Sociologie of Antropologie dan wel iets voor jou! Bij beide opleidingen ga je aan de slag met maatschappelijke vraagstukken. Wil jij erachter komen welke bachelor bij je past? Stel al je vragen aan studenten Romy of Marie!

Meld je aan!

Opdracht 1 Basisstof 1 genotype en fenotype

1. de zichtbare eigenschappen. 2. de informatie van alle erfelijke eigenschappen. 3. ja, het fenotype is zichtbaar. 4. nee, niet helemaal. 5. lange “dunne” draden in de cel kern. 6. nee. Ze zijn 2 aan 2 gelijk. 7. spiercel heeft 46 chromosomen. 8. ook 46. 9. ja, alle cellen bevatten alle chromosomen en dus alle erfelijke eigenschappen. 10. DNA

Opdracht 2 1. veldmuis heeft 46 chromosomen. 2. huisvlieg heeft 12 chromosomen. 3. huisvlieg heeft 6 paren
4. de hond heeft 78 chromosomen. 5. aardappelen 48 chromosomen.

Opdracht 3 1. nee, je kunt zelf dingen veranderen. 2. ja, het uiterlijk verandert. Nee, dat zit er niet in. 3. nee, natuurlijk niet. 4. ja, want hij ziet er anders uit. Nee, hij blijft het zelfde. 5. ouders – en invloed van de natuur.

Opdracht 4 Erfelijk. Eigenschappen die niet erfelijk zijn. Krullen bij de geboorte Krullen door permanent
Wipneus Kort haar
Blauwe ogen Gelakte nagels
Rode bloemen Slappe bladeren
Behaarde bladeren Bladeren die naar licht groeien
Bladeren met stekels

Basisstof 2 chromosomen en genen

Opdracht 5 1. een deel chromosomen dat info bevat voor erfelijke eigenschappen. 2. meerdere genen. 3. 2 genen. 4. 1 gen. 5. alle genen in paren. 6. het zelfde
7. genen
8. nee, het genotype verandert niet. 9. bij de bevruchting.

Opdracht 6 1. 1+4 vormen een paar, omdat de vorm van het chromosoom gelijk is. 2. cel 3 is goed, want er zijn 2 paren chromosomen, de rechte en de gebogen met elk een andere eigenschap. 3.

Opdracht 7

Opdracht 8 1. nee, bij gewone celdelingen verandert het genotypen niet. 2. ja, want er zit er dan maar 1’tje in. 3. alle levenscellen hebben het zelfde genotypen. 4. alle eicellen hebben niet het zelfde genotypen. 5. als een nieuw organisme ontstaat door het smelten van twee geslachtscellen. 6. het ligt er aan welk zaaddeel en welke eicel bij elkaar komen.

Basisstof 3 De evolutietheorie

Opdracht 9 1. evolutie is een geleidelijke ontwikkeling. 2. Charles Darwin
3. ze kunnen dan bijv. sneller lopen. 4. ze kunnen helaas niet wegvliegen voor hun “vijand”. 5. ze hadden o.a. : een langere nek, een grotere overlevingskans en meer nakomelingen. 6. de giraffe is meer geëvolueerd dan de okapi. 7. is een grotere kans van overleving. 8. gescheiden raken en zo ook opgroeien.

Basisstof 4 Fossielen

opdracht 10 1. fossielen zijn overblijfselen van organismen of afdrukken van organismen in gesteenten. 2. voor het fossiliseren van de resten van een organismen is het belangrijk dat deze resten van de lucht worden afgesloten omdat de resten anders weg rotten en vergaan. 3. in het algemeen fossiliseren alleen de skeletten en andere harde delen van organismen. 4. er worden weinig fossielen van wormen gevonden omdat zij geen harde delen hebben en dus vergaan. 5. kan gemakkelijk worden afgedekt. 6. fossielen vormen een argument voor de evolutietheorie.

Basisstof 5 de geschiedenis van het leven op aarde.

Opdracht 11 1. neoroïcum en inde periode van kwatair. 2. ong. 4,6miljard jaar. 3. het precambrium
4. het siluur
5. voldoende zuurstof in de lucht om de komst van dieren op het land mogelijk te maken. 6. 300miljoen jaar geleden à het carboen. 7. trias, jura en krijt. 8. 65 miljoen jaar geleden. 9. deze overgang is heel plotseling opgetreden
10. het werd donker en de temperatuur daalde sterk. 11. de sauriërs. 12. 160 miljoen jaar. 13. kwartair. 14. 30 000 jaar.

opdracht 12 1. ja. Zaadplanten. 2. nee, niet uit eencellige wieren. 3. eerder
4. eerder
5. meer verwantschap met gewervelde dan met weekdieren. 6. meer verwantschap met bedektzadig dan met mossen
7. ingewikkelder gebouwd dan mossen

REACTIES

C.

C.

haay snoepje
je hebt me echt geholpen met de antwoorden echt super bedankt
xxxxxx chickie

19 jaar geleden

W.

W.

is dit voor een toets of werkboek? # snel melden

13 jaar geleden

M.

M.

Dit is voor het werkboek #niet zo'n snelle reactie :P

13 jaar geleden

I.

I.

13 en verder heb je dus niet...

11 jaar geleden

@.

@.

De basisstoffen liggen door elkaar en bs3 (Geslachtelijke Voortplanting) kan ik er niet in vinden, jammer :/ Maar voor de rest heeft het me wel goed geholpen, thnx!

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.